7

Moe zette koers richting Santa Monica Boulevard in plaats van naar het parkeerterrein.

Aaron zei: ‘Gaan we lopen naar het Peninsula?’

‘Vergeet het Peninsula maar.’

‘Te poenerig voor jouw soort?’

Moe begon sneller te lopen.

‘Oké, mij best. Waar gaan we heen?’

‘Suzy Q’s.’

‘Die tent?’

‘Te veel politie voor jouw soort?’

‘Worst met bacon en vet op een bedje reuzel met een toefje cholesterol? Ga je gang, bro.’

Een blos kroop omhoog van Moe’s borst tot in zijn gezicht. Zijn vader – de man wiens naam Aaron nooit had aangenomen – was op zijn negenendertigste door een hartaanval dood neergevallen. Vorig jaar had Moe eindelijk het rapport uit de archieven gevist.

De overledene was van een barkruk gevallen, waarschijnlijk de pijp uit voordat hij op de grond lag.

Moe at veel kipfilet zonder vel.

‘Is Suzy te veel van het goede voor jou? Dan doen we Indisch.’

Aaron zei: ‘Die tent waar ze Sturgis verafgoden?’

‘Is dat een probleem?’

‘Het leven is fantastisch. Ik heb geen problemen.’ Vier stappen verder: ‘Vind je het prettig om met Sturgis te werken?’

‘Waarom niet?’

‘Nergens om. Vertel maar eens wat je allemaal aan Frostig hebt gedaan.’

Moe ging nog sneller lopen, bijna in een sukkeldraf.

Aaron zei: ‘Aerobics en chutney in de vroege ochtend. Ik sta altijd open voor iets nieuws.’

De bebrilde vrouw die Café Moghul uitbaatte, herkende Aaron op het moment dat hij de deur openduwde. Ze toverde een neonglimlach op haar gezicht die feller schitterde dan haar zeeblauwe sari.

Moe dacht: een heel andere begroeting dan de eerste keer. Toen Aaron er binnen was gelopen tijdens een pauze in het onderzoek naar de moerasmoorden, had de vrouw instinctief angstig op hem gereageerd. Ondanks het maatkostuum, de gemoedelijke grijns en de bewust niet-dreigende houding.

Al die strategieën die zijn broer eropna hield om mensen op hun gemak te stellen. Moe had zo zijn ideeën over Aaron en dat maakte het lastig om hem aardig te vinden. Maar zo nu en dan liet hij zichzelf indenken hoe het moest zijn om zo te zijn als Aaron en altijd maar die drang te voelen jezelf te presenteren…

‘Meneer.’ De vrouw maakte een kleine buiging en een zwierig gebaar. ‘Waar u maar wilt.’

Destijds had Aaron niets gegeten en niet meer dan een half glas kruidnagelthee gedronken. Maar het feit dat hij de rekening had betaald voor iedereen en er een grote fooi naast had gelegd, had hem enige sociale status verschaft.

Terwijl ze aan een tafel in een hoek gingen zitten, zei de vrouw: ‘Komt de inspecteur ook?’

‘Nee, mevrouw,’ zei Moe.

Ze leek hem nu pas te zien, keerde zich weer naar Aaron en zei: ‘Alles goed met hem?’

‘Ik heb hem al een paar dagen niet gesproken.’

Het eettentje was het tweede kantoor van Sturgis. De vrouw beschouwde hem als een menselijke waakhond, een rol die ze hem had toegedicht toen hij er een keer een paar dakloze onverlaten uit had gegooid, en omdat hij er gewoon groot en gemeen uitzag.

Moe zei: ‘Ik zal hem de groeten doen.’

‘We hebben vers lamsvlees in een heel fijne curry.’

Aarons hand gleed omlaag naar zijn vlakke buik en Moe verwachtte dat hij het een of andere excuus zou ophoesten en thee zou bestellen.

Aaron zei: ‘Prima. En dan graag gezonde groenten voor rechercheur Reed.’

Terwijl ze wachtten op het eten, controleerde Aaron zijn BlackBerry.

Moe zei: ‘Mensen doen, dingen ontmoeten.’

Aaron klikte het ding uit. ‘Het Peninsula, daar werkt de mama van Rory Stoltz. Je hebt je bedacht omdat je het me niet gemakkelijk wilt maken.’

‘Wat je ook wilt doen aan Caitlin, ik kan je toch niet tegenhouden, tenzij je over de schreef gaat. En als het gaat om wat ik je kan vertellen, zei ik al, helemaal niets. En Martha Stoltz is verspilde tijd. Ik heb vanmorgen met haar gepraat. Ze had niets te vertellen.’

‘Dus je bent daadwerkelijk met de zaak bezig.’

‘Dat zeggen ze.’

Hun eten werd geserveerd. Stapels gestoofd lamsvlees voor allebei, kommen met elke soort groente die ze maar hadden kunnen vinden in de keuken.

De bebrilde vrouw zei: ‘Vertel de inspecteur hoe lekker het allemaal is.’

Toen ze vertrokken was, bekeek Aaron de feestdis en schudde zijn hoofd.

‘Kun je het niet aan?’ zei Moe.

‘Beetje vroeg in de ochtend?’

Moe begon gewild geestdriftig te eten. In zijn maag zat nog een onverteerd ontbijt, maar hij mocht doodvallen als hij een krimp zou geven. Misschien was lam beter dan rund, qua cholesterol. Een uurtje extra hardlopen en aan de gewichten rukken deed wonderen. Vanavond, nadat hij bij Liz was geweest. Als hij dan naar huis ging.

Aaron zei: ‘Vertel me eens wat je weet over Rory Stoltz.’

‘Ik heb hem vier keer verhoord. Hij heeft een alibi voor minstens één uur nadat Caitlin de Riptide heeft verlaten. Bleef langer om schoon te maken. Daarna ging hij naar huis en mammie beweert dat hij daar is gebleven.’

‘Beweert?’

‘Ze is zijn moeder.’

‘Iets niet in de haak met haar, Moses?’

‘Heb je niet gehoord wat ik zei? Je hebt niets aan haar.’

Aarons gladde kaakspier rimpelde. Hij haalde adem. ‘Moe…’

‘Misschien heb ik het ergens verkloot, maar als dat zo is, Sturgis denkt van niet. Ik heb het hele boek met moordscenario’s met hem doorgenomen en hij zei dat er niets ontbrak. Delaware net zo.’

‘Je bent met Delaware gaan praten omdat je dacht…’

‘Sturgis raadde het aan.’

‘Sturgis denkt dat Caitlin een psychologisch geval is?’

‘Sturgis weet niet wat hij moet vinden. Niemand weet wat hij ervan moet vinden. Inclusief Delaware. Maar een jonge vrouw die ’s nachts in haar eentje rondrijdt? Alles is mogelijk.’

‘Een viezerik met snode plannen,’ zei Aaron. ‘Alleen is haar auto nooit gevonden.’

‘De psychopaat verzamelt dus auto’s. Of hij heeft hem ergens gedumpt.’

‘Psychopatengarage,’ zei Aaron. ‘Let op: rijen met auto’s van slachtoffers en in al die auto’s een skelet achter het stuur.’

‘Je komt te vaak in Hollywood.’

‘Broertje, daar heb je gelijk in. Maar misschien werkt dat wel in mijn voordeel.’

‘Hoezo?’

‘Maitland Frostig zei dat er beroemdheden komen in Riptide.’

‘Ik ben er geweest,’ zei Moe. ‘Het enige wat ik er heb gezien, waren zuiplappen en bejaarde surfers.’

‘Misschien was dat een slappe avond. Werkt Stoltz er nog steeds?’

‘Weet ik niet.’

‘Ik zal het vragen als ik hem spreek. Tenzij dat een probleem is.’

‘Praat maar met hem, net zo veel als je maar wilt. Daar zul je niet wijzer van worden, want als hij al iets te vertellen heeft, heeft hij daar al vijftien maanden mee leren leven en kent hij zijn verhaal uit zijn hoofd.’

‘Niks met hem aan de hand, maar toch vraag je je af.’

Moe keek hem woest aan. ‘Wat?’

‘Je klinkt als een psychiater. Je herhaalt alles wat ik zeg.’

‘Bro…’

‘Ik heb niets tegen Stoltz, behalve dat hij haar vriend was.’

‘Was,’ zei Aaron. ‘Dus je denkt echt dat ze dood is.’

‘Hé,’ zei Moe. ‘Misschien viert ze een feestje in Dubai of zo.’

‘Blanke slavernij,’ grinnikte Aaron. ‘Altijd al een prachtige uitdrukking. De tegenhanger van normale slavernij.’

De hint in de richting van rassenproblematiek verbaasde Moe. ‘Jij denkt niet dat ze dood is?’

‘Jaah, waarschijnlijk wel. Los van wat ik eerder heb gezegd, dat ze misschien wel verlost wilde zijn van haar papa. Ze had zelfs niet eens een eigen computer, ze deelden er een. Welke student heeft geen eigen laptop? Dus misschien is Maitland wel zo’n controlfreak. En jonge dames zijn op zoek naar plezier.’

‘Ze was maagd,’ zei Moe. ‘Blijkbaar.’

Aarons wenkbrauwen schoten omhoog. ‘Heeft papa je dat verteld?’

‘Martha Stoltz.’

‘Hoe kwam dat zo ter sprake?’

‘Ze was aan het vertellen wat voor perfect paartje Caitlin en Rory samen waren. Schoolvoorbeeld van All-American. Allebei maagd.’

‘Waarom vertelde ze je dat?’

Moe haalde zijn schouders op. ‘Ik herhaal alleen maar wat ze zei.’

‘Is dat niet vreemd?’ zei Aaron. ‘Midden in een verhoor en zij begint uit zichzelf over hun seksleven?’

‘Ontbrekende seksleven. Ik dacht dat ze me wilde doen geloven dat Rory een koorknaap was.’

‘Omdat hij dat niet is?’

‘Als hij er een geheim leven op na houdt, is dat voor mij een geheim gebleven,’ zei Moe. ‘Wat was je van plan, hightech afluisterapparatuur in zijn slaapkamer plaatsen?’

Aaron duwde zijn stropdas recht, trok de knoop nog iets strakker. ‘Allebei nog maagd… en mammie zit samen met ze op de achterbank in de auto?’

‘Hé,’ zei Moe. ‘Ik sta overal voor open. Als jij erachter komt dat Rory voorzitter is van de plaatselijke Ted Bundy Fanclub, dan ben ik geïnteresseerd. Maar ik heb vier keer met hem gepraat en hij komt precies zo over als hij beweert te zijn.’

‘En dat is?’

‘Keurige student aan Pepperdine.’

‘Dat is een universiteit van de baptisten. Hebben we het over een jezusfreak?’

‘Doorsnee gladgeschoren jongen,’ zei Moe. ‘Leek er echt kapot van toen met Caitlin. Maar niet overdreven emotioneel, alsof hij iets moest bewijzen.’

‘Maagden,’ zei Aaron. ‘Ik vraag me af of hij dat vijftien maanden later nog steeds is. Heb je nog een vijfde gesprek op stapel staan?’

‘De zaak is nog niet gesloten.’

Aaron dronk water.

Moe zei: ‘Ik wil niet dat je me voor de voeten loopt.’

‘Dat is wel het laatste wat ik van plan was, bro.’

‘Maar als ik zeg dat je je er niet mee moet bemoeien, luister je niet.’ Er kwam gas of maagzuur omhoog in zijn slokdarm. Zijn riem sneed in zijn middel als floss in tandvlees. En waarvan, drie brokjes lamsvlees en een beetje aubergine? Wat stopten ze er allemaal in eigenlijk? ‘Moses, kunnen we er gewoon een punt achter zetten?’

‘Waarachter?’

‘KZ. Kutzooi.’ Aaron lachte. ‘Weet je nog toen ik tegen die stompzinnige decaan zei dat hij alleen maar bezig was in dezelfde oude KZ te roeren en dat hij bijna van zijn psychologentroon viel?’

Moe zei niets.

‘Herinner je je dat niet meer, bro?’

‘Dr. Gibson,’ zei Moe, alsof zijn Franse woordjes werden overhoord.

Mr. Gibson,’ zei Aaron. ‘Hij had zijn masters.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Een baan bij het schoolbestuur, papier opbergen, en ’s avonds bijklussen en net doen of hij psycho-ana-list is.’

‘Maar ondanks dat mocht ma hem.’

‘Ma,’ zei Aaron. ‘Ma mocht die massagetherapeute ook, met haar slechte adem en die moedervlek op haar kin, en die Pool, N.D. – wij maar denken dat het M.D. was – Kussorsky, met een masters natuurgeneeskunde. En die kerel maar flesjes water uitdelen met onzichtbare ingrediënten, en ma maar zeggen dat we dat moeten slikken tegen onze allergieën. En ondertussen neemt zij twee katten in huis.’ Hij lachte opnieuw. ‘KZ.’ Moe dacht terug aan de neppsycholoog Gibson en kon er niet vrolijk van worden. Hij was veertien geweest en Aaron achttien. De twee zaten elkaar voortdurend in de haren, soms letterlijk. Ma had geen idee.

Mijn vader was een held.

En de mijne ook. Wat? Wou je beweren van niet? Zeg je dat? Ik zeg alleen maar, broertje…

Fuck you.

Fuck you.

Een knokpartij, malende vuisten. Ma die naar binnen kwam stormen en probeerde er een einde aan te maken.

De volgende dag kondigde ze aan dat iedereen in ‘gezinstherapie’ zou gaan.

Ze had Quentin Gibson, M.A., voor het eerst ontmoet bij de yogacursus. De man kwam op huisbezoek, bleek, mager, een staartje, volstrekt waardeloos. Laten-we-allemaal-vertellenhoe-we-ons-voelen. Even bruikbaar als een papieren condoom.

Moe voelde dat hij moest glimlachen. Klemde zijn kaken op elkaar.

Aaron leunde voorover. ‘Ik beloof je dat ik je niet voor de voeten zal lopen.’

‘Dat veronderstelt dat we bij elkaar in de buurt blijven.’

‘Dus ik kan je op geen enkele manier vermurwen.’

‘Er valt niets te vermurwen. Je moet doen wat je niet laten kunt.’

‘Zelfs als dat wel mijn stijl was, zou ik het nog niet zo aanpakken, bro.’

‘Hou op.’

‘Hou op, waarmee?’

‘Met dat bro.’

Aarons karamelkleurige ogen werden groter. ‘Dat doe ik mijn hele leven al.’

‘Precies.’

Aaron trok een spoor langs zijn haarlijn met een lange, sierlijke vinger. ‘Oké, rechercheur Reed.’

Moe’s darmen kronkelden. Hij vocht tegen een opkomende boer.

Aaron liet langzaam zijn adem ontsnappen. ‘Ik ga het volgende doen.’ Hij verviel in dat schoolmeestertoontje waar Moe zo verschrikkelijk de pest aan had. ‘Ik zal contact met jou opnemen voordat ik met Stoltz, zijn mammie of wie dan ook ga praten. Zodra ik ook maar iets te weten kom wat de moeite waard is, krijg jij het als eerste te horen.’ Moe prikte wat in het eten op zijn bord.

‘Rechercheur broer Reed, is er wellicht nog iemand anders die jij belangrijk acht?’

‘Alleen Caitlin,’ zei Moe. ‘Als je haar tegenkomt, vraag dan maar of ze me even wil bellen.’

De bebrilde vrouw kwam op hen af en keek naar Aarons onaangeroerde bord met eten. Zonder dat er ook maar een spoortje van irritatie in haar stem te bespeuren viel, zei ze: ‘Zal ik dat voor u inpakken om mee te nemen, meneer?’