22
Petra Connor was zo’n vrouw die je in de war kon maken, als ze niet zo slim en zakelijk was geweest dat je vergat dat ze vrouw was.
Slank als een model, maar niets van die hersenloze dofheid in haar grote, donkere ogen. Ivoorkleurige huid zonder één enkel vlekje, de gracieuze bewegingen van een danseres of hardloopster. Glanzend zwart haar, keurig, functioneel geknipt.
De paar keer dat Moe haar had ontmoet, had ze een zwart broekpak gedragen, en zo ook vandaag, iets met wat stretch erin, zo gesneden dat de kleding als een tweede huid om haar lichaam viel, maar tegelijkertijd de bobbel van haar wapen verborgen hield.
Haar partner, Raul Biro, had Moe nog nooit eerder ontmoet. Voordat hij het bureau verliet, was hij even bij Sturgis naar binnen gelopen en had hij naar de man gevraagd.
Sturgis zei: ‘Heel slim, werkt als een paard, zal het waarschijnlijk nog ver schoppen.’
Moe was van nature niet achterdochtig, maar terwijl hij naar Hollywood Station reed, vroeg hij zich nog steeds af wat dat betekende.
Toen hij tegenover Biro stond, was hij verrast. De man zag eruit als een jochie. Hoewel zijn kapsel uit een andere eeuw afkomstig was, glad achterovergekamd langs zijn slapen en boven op zijn hoofd gepleisterd met haarspray. De trekken van een Azteek, de bouw van een lichtgewicht worstelaar. Aaron zou Biro’s gladde, bruin getinte pak, zijn witte overhemd, zijn poederblauwe stropdas zonder meer hebben goedgekeurd. Helemaal het heertje, alsof hij niet verwachtte dat hij ooit vieze handen zou kunnen krijgen.
Sturgis had gezegd dat hij een harde werker was, zoek maar uit.
Ze zaten met zijn drieën om een tafel in een verhoorkamer van bureau Hollywood. Na wat heen en weer gepraat over Sturgis, Delaware en de moerasmoorden, pakte Petra de blauwe map die links naast haar lag. Dun, geen goed teken. ‘Adella Villareal, nou niet bepaald één van onze grootste successen.’
Biro maakte een klakkend geluid met zijn tong.
Moe zei: ‘Misschien sluit mijn doodlopende straat wel aan op die van jullie.’
Petra zei: ‘Dat zou mooi zijn, laten we maar eens kijken en vergelijken.’
Moe deed wat de beleefdheid hem voorschreef en vertelde als eerste zijn verhaal. Hij vatte het dossier van Caitlin samen, beschreef de banden met Rory Stoltz, Mason Book en Ax Dement, en het feestje van Ax Dement met Raymond Wohr en Alicia Eiger in het motel.
Geen enkele reden om Aaron te noemen.
Bij het vertellen klonk het als een broodje gebakken lucht. ‘De naam Eiger was bij ons nog niet voorgekomen, dus we hebben geïnformeerd bij Zedendelicten,’ zei Petra. ‘Die kennen haar, prototype van een ouder wordende vrouw van de straat. Ze wisten niet dat ze hokte met Wohr, en toen wij destijds Wohr aan de tand voelden, beweerde hij dat hij geen vrouw had.’
Biro zei: ‘Tenminste niet eentje die in leven was.’
Moe vroeg: ‘Was Villareal zijn vriendin?’
‘Was het maar zo gemakkelijk,’ zei Petra. ‘Nee, dat is twijfelachtig. Laten we maar bij het begin beginnen. Adella is op het achterhoofd geslagen, maar niet zo hard dat ze eraan is overleden. Wij denken dat het bedoeld was als een verdovende klap voordat ze met blote handen werd gewurgd. Ze had al haar kleren aan. Geen tekenen van aanranding, geen enkel forensisch bewijsmateriaal.’
Ze sloeg het moorddossier open, sloeg bladen om en schoof het naar Moe.
Een opname van tien bij vijftien van een best aantrekkelijke hispanic vrouw die een in een blauwe deken gewikkeld kind in de armen hield en een geweldige glimlach ten toon spreidde.
Moe had het cijfermateriaal over Adella Villareal de vorige avond bekeken. Vierentwintig jaar oud toen ze werd vermoord; een foto van haar rijbewijs toonde een aardig uitziende vrouw met donker haar, maar niets wat leek op wat hij nu zag.
Zelfde vrouw, geen twijfel mogelijk, maar dit portret – misschien kwam het door die uitstraling van geluk – maakte een schoonheidskoningin van haar, met prachtig, lang, weelderig krullend haar, kastanjebruine kleurspoeling met honing-kleurige highlights. Een strakke witte blouse en een bruine broek lieten fraaie rondingen zien.
Moe zei: ‘Wanneer is deze gemaakt?’
Petra zei: ‘Tweeëntwintig maanden geleden, in Phoenix, bij haar ouders thuis. De baby was een maand oud. Ze had het vliegtuig genomen om hem thuis te laten bewonderen. Een jongen met de naam Gabriel. Vier maanden later was ze dood.’
Biro fronste zijn wenkbrauwen. ‘In de nacht dat ze is vermoord, had ze het kind bij zich. Daar heeft niemand meer iets van vernomen.’
Moe zei: ‘O, shit.’
Petra zei: ‘Als ik zou bidden, zou ik God vragen of hij het bij een ontvoering zou willen laten.’
Biro zei: ‘Dat hebben we onderzocht, maar we hebben nooit ook maar enig spoor gevonden. Geen gestoorde vrouwen met valse zwangerschappen, geen andere ontvoeringen of pogingen daartoe.’
Moe zei: ‘Wie is de vader?’
‘Goeie vraag.’
Petra zei: ‘Adella is opgegroeid in een conservatief gezin. Pa is automonteur, ma verzorgt als verpleegkundige oudere mensen thuis. Ik ben ook opgegroeid in Arizona, ik ken die streek. Hardwerkende mensen, erg gelovig. Adella was een redelijke leerling op school, cheerleader, tot in de vierde klas toen ze andere vrienden kreeg, een paar keer drugsproblemen had en ging poseren voor het verkeerde soort foto’s. Haar ouders kwamen erachter en het werd een geweldige rel. Adella liep van huis weg, naar L.A.’
‘High school-porno?’ zei Moe.
Biro zei: ‘Een kerel die claimde dat hij voor Hustler werkte, kreeg haar zover dat ze voor een paar naaktfoto’s poseerde. Hij noemde het kunst – terwijl zij met zichzelf bezig was.’
Petra zei: ‘Gezien tegen het licht van wat je vandaag allemaal onder ogen krijgt, niet echt bijzonder, maar in de ogen van haar ouders was ze met een sneltreinvaart op weg naar de hel. Nadat ze vertrokken was, viel alle communicatie stil, geen enkel contact meer. Tot op een dag de bel gaat en Adella op de stoep staat, met een kind van een maand oud. Over het vaderschap is nooit gesproken, want Adella begon er niet over en haar ouders wilden haar niet onder druk zetten. Ze waren bang dat ze dan weer zou vertrekken, en dat ze nooit meer iets van haar zouden horen. Op eieren lopen dus, maar toch was ze na drie dagen alweer weg. Ma werd wakker en trof een leeg bed en een lege wieg aan. Ze had die wieg net samen met Adella gekocht. De arme vrouw was al van streek, maar dit maakte haar helemaal kapot. Ze hebben ons de namen gegeven van een groepje ruige jongelui waar Adella mee optrok in Phoenix, en de naam van de fotograaf. Daar zijn we mee bezig geweest, maar zonder succes. Pa en ma Villareal zijn het zout der aarde, maar ze hebben geen flauw idee hoe het leven van Adella er de afgelopen acht jaar heeft uitgezien.’
Biro zei: ‘Ze heeft in een eenkamerflat aan Gower gewoond, geen puinhoop, maar ook niets bijzonders. Ze sliep op een bedbank met het kind naast zich in een reiswieg. De meeste spullen in die kamer waren babyspullen. We hebben wat loonstrookjes gevonden van een pokerclub in Gardena, waar ze drie jaar lang werkte als serveerster, tot een paar maanden voordat ze zwanger werd. Wohr heeft daar achter de bar gestaan, maar dat duurde maar een maand. Toen werd hij ontslagen omdat hij zijn strafblad had verzwegen. We begonnen in hem geïnteresseerd te raken omdat op de beelden van beveiligingscamera’s was te zien dat hij een aantal keren met haar mee was gelopen naar haar auto, en omdat een croupier zich herinnerde dat de twee samen hun rookpauze doorbrachten. Het strafblad van Wohr is lang, maar er zit niets in wat met geweld tegen vrouwen te maken heeft. Maar je weet hoe dat gaat. Soms komt iemand wel eens ergens mee weg, dan worden ze driest. We hebben hem meteen onder de loep genomen.’
Petra zei: ‘Toen we hem hadden gevonden. Zijn voorwaardelijke vrijlating was al een tijdje afgelopen, het laatste adres dat we van hem hadden klopt allang niet meer. Eén van onze patrouillewagens zag hem op een gegeven moment op de boulevard. Hij beweerde dat hij in La Puente woonde, maar dat bleek het huis van zijn broer te zijn, waar hij zich van tijd tot tijd terugtrekt om tot zichzelf te komen. We hebben hem nooit op een lokaal adres kunnen vastpinnen.’
‘En nu heeft hij dat wel.’
‘Pooier en samenwonen met een hoer,’ zei Biro. ‘Interessant.’
‘Broer Arnold,’ zei Moe. ‘De auto waar Wohr in rijdt, staat officieel op zijn naam. Misschien dat we dat op een bepaald moment nog kunnen gebruiken.’
Biro zei: ‘Je bent van plan de eerwaarde maar eens onder druk te zetten?’
‘Is de man dominee?’
‘Preekt in een klein buurtkerkje, voedt de daklozen, heeft een vrouw, twee kinderen, allemaal zo gezond en braaf als maar kan.’
Moe kreunde.
Petra zei: ‘Maar ga rustig met hem praten. Met wie je maar wilt. We hebben deze in de koelkast gestopt en zijn blij met alle nieuwe informatie die we maar krijgen.’
‘Heb je het gevoel dat ik me verder niet met de dominee moet bezighouden? Met Wohr, punt uit?’
‘We hebben geen bewijs dat Wohr erbij betrokken is, maar gevoelsmatig kunnen we hem niet uitsluiten.’
‘Heeft hij een alibi voor het tijdstip van de moord?’
‘Dat is een deel van het probleem, we hebben twijfels over het precieze tijdsverloop. De gegevens van Adella’s mobiele telefoon houden dertig dagen voordat ze werd gevonden op, maar ze was nog bij lange na niet zo lang dood. Volgens de lijkschouwer hooguit twee, drie dagen. Ze had haar abonnement opgezegd en was overgestapt op prepaid.’
‘Iets te verbergen?’ zei Moe.
Biro zei: ‘Als ze tippelde, was prepaid wel handig.’
Petra zei: ‘Er was één getuige, een oude vrouw die in hetzelfde gebouw woonde, die dacht dat ze prostitueerde, maar dat idee was nergens op gebaseerd, behalve op “intuïtie”. Niemand anders dacht er zo over. In feite zei de helft van alle buren dat die oude vrouw van lotje getikt was. Ze mochten Adella wel, zeiden dat ze rustig was, zich met haar eigen zaken bemoeide, zich concentreerde op de baby. Nu jij ons vertelt dat Wohr pooier is, gaat er wel een deur open. Adella had geld, bijna vierduizend op een rekening bij WaMu, terwijl ze al een tijd niet meer in het casino werkte.’
Biro zei: ‘Het probleem is dat we niets hebben om te kunnen zeggen dat Wohr toen al een pooier was, en het kost me ook moeite me hem voor te stellen met iemand als Adella op de loonlijst. Dan hebben we het toch wel over een behoorlijke tree omhoog op de ladder voor Ramone W.’
Moe zei: ‘Valt er nog iets te zeggen over de gegevens van haar mobiele telefoon voordat ze het abonnement opzegde?’ ‘Alledaagse gesprekken,’ zei Petra. ‘Afhaaleten, babyshops, SouthWest Airlines om een ticket naar Phoenix te kopen. Ze had een retourtje, was duidelijk niet van plan te blijven. We hebben haar computer bekeken. Die gebruikte ze niet veel. Een paar online bestellingen van kleren voor haarzelf en het kind, een paar aankopen op eBay van kinderboeken en speelgoed.’
Biro zei: ‘Toen we Wohr verhoorden, zei hij dat Adella niet meer was dan een oppervlakkige kennis van het werk, dat hij met haar mee was gelopen naar haar auto voor de veiligheid. Hij zei uit zichzelf dat hij wist dat ze in Hollywood woonde, maar ontkende dat hij daar zelf woonde. Al gaf hij wel toe dat hij er met de bus naartoe reed om rond te hangen op de boulevard. Toen we hem vroegen waarom, lachte hij een beetje dom en zei hij: “Voor een pleziertje.” We wisten allemaal dat hij scoorde, misschien ook wel dealde, hij deed niet veel moeite te verbergen wat hij was.’
‘Te ver doorgedraaid?’
‘Gewoon zijn houding. Hij kwam meer over als een stomme loser dan als een berekenende psychopaat, en dat werd bevestigd door Zeden en een paar man in uniform die hem kenden.’
Moe wierp een blik op de foto.
Petra zei: ‘Arm kind. We hebben de vaccinatiepapieren van de baby in het flatje van Adella gevonden. Western Pediatric, geen vaste kinderarts, Adella ging naar de polikliniek. De verpleegkundigen die zich haar konden herinneren, zeiden dat ze een gelukkige, oplettende moeder was, op tijd kwam, borstvoeding gaf. Een verpleegster herinnerde zich dat Adella een opmerking maakte dat haar borsten nu eindelijk eens voor iets goeds werden gebruikt. Zodat we ons gingen afvragen of ze misschien opnieuw aan het poseren was, of strippen of iets dergelijks. Of er nooit mee was opgehouden. We hebben alle topless clubs nagetrokken, alle fotografen die zich met dat soort werk bezighouden, maar geen enkel spoor gevonden.’
Moe bladerde terug naar de samenvatting op de eerste pagina van het moorddossier. ‘Lijk in Griffith Park.’
‘Achter Fern Dell, bij het riviertje.’
Biro zei: ‘De rivierkreeft begon geïnteresseerd te raken.’ Moe zei: ‘Dat is vrij dicht in de buurt van haar flat.’
‘Redelijk dichtbij,’ zei Petra. ‘Maar ze is niet in het park vermoord, alleen gedumpt. Ze is ook niet thuis vermoord, we weten nog steeds niet waar het is gebeurd. Toen de lijkschouwer eenmaal die drie dagen had vastgesteld, hebben we Wohr weer opgepakt en opnieuw verhoord. De man was totaal niet aangedaan, zei dat hij drie nachten achter elkaar aan het drinken was geweest, en werd daarin gesteund door andere zuiplappen in de kroeg. Bob’s, waar jij hem vannacht hebt gezien, hij is daar stamgast. Op zichzelf is dat geen alibi, de moord kan ook overdag zijn gepleegd. Maar er is ook niets dat op schuld wijst.’
‘De vermoedens waren kennelijk sterk genoeg om hem twee keer te verhoren.’
Biro zei: ‘Hij was het enige wat we hadden.’
Petra zei: ‘We gaan ervan uit dat degene die haar vermoord heeft, haar ergens heeft opgepikt, omdat haar auto al die tijd op de parkeerplaats bij haar flat is blijven staan. De stoel was op haar lengte afgesteld, er was geen enkele aanwijzing dat iemand anders dan zijzelf erin had gereden. Misschien kluste ze echt freelance bij om de rekeningen te betalen en is ze tegen een verkeerde klant opgelopen. Als we haar konden koppelen aan Wohr of welke pooier dan ook, zouden we staan te dansen van plezier, Moe.’
‘In high school was ze met drugs bezig. En daarna?’
Biro zei: ‘Niets in haar flat en haar bloed was schoon.’
Moe keek weer naar de foto. ‘Waarschijnlijk heb je gelijk, dat ze niet echt bij Wohr past. Ze was aantrekkelijk genoeg om een klasse hoger mee te spelen. Maar dat zou kunnen leiden naar een paar vooraanstaande klanten. Bijvoorbeeld de zoontjes van regisseurs met miljoenen op de bank.’
Petra zei: ‘Zeker, maar je hebt vannacht kunnen vaststellen dat Ax Dement niet zulke hoge eisen stelt.’
Biro zei: ‘Misschien houdt hij van afwisseling. De mannelijke psyche, verandering van spijs doet eten.’
Petra lachte. ‘In tegenstelling tot vrouwen die keer op keer hetzelfde willen?’ Ze keerde zich naar Moe. ‘Je concentreert je op Dement omdat hij optrekt met Mason Book. En je concentreert je op Book omdat hij de baas is van het vriendje van Caitlin?’
Moe zei: ‘En omdat die zelfmoordpoging van Book maar een week na de verdwijning van Caitlin plaatsvond.’
Biro zei: ‘Verpletterende wroeging bij een verslaafde filmster? Niets is onmogelijk, maar dat soort mensen gaat voortdurend over tot zelfdestructie. Gewoon omdat ze stom zijn.’ Er lag een klank van ijzer in zijn stem.
Petra grinnikte. ‘Mijn partner is dol op acteurs.’
‘Waar ik dol op ben,’ zei Biro, ‘dat zijn mensen die horen dat ik in Hollywood werk en vervolgens handtekeningen willen.’
‘“Mensen”, in de betekenis van aantrekkelijke jongedames,’ zei Petra. ‘Probleempje, hè, partner?’
‘Het probleem is dat ik ze niets kan laten zien. Als je in Hollywood werkt, wil dat nog niet zeggen dat je Hollywood doet. Alles wat spannend is, gebeurt in Westside.’
Moe zei: ‘Robert Blake, dat was de Valley.’
Biro telde op zijn vingers. ‘O.J., Hugh Grant, Heidi Fleiss, Mario Fortuno, Paris en Mischa en Lindsay en al die andere beroemde debielen die bezopen achter het stuur kruipen vanwege de lol en omdat het wat oplevert.’
Moe zei: ‘Hé, een groot deel daarvan was de Strip, beklaag je maar bij de sheriffs. Phil Spector was helemaal in het godvergeten Altadena.’
Petra deed alsof ze een pistool op hem richtte. ‘Beng. Over een wall of sound gesproken.’
Ze lachten alle drie. Lachen was aangenamer dan denken aan moorden zonder duidelijke sporen naar daders.
Moe klapte het moorddossier dicht. ‘Bedankt voor jullie tijd. Omdat ik toch niets beters te doen heb, ga ik maar eens uitzoeken hoe een chagrijn als Wohr in contact is gekomen met een rijkeluiszoontje als Ax. Misschien kunnen we van daaruit terug naar Book en/of Stoltz, en misschien wel naar Caitlin. En Adella.’
Biro zei: ‘Misschien vergokt Ax zijn vaders centen wel, onder andere in dat pokerpaleis.’
Moe zei: ‘Of hij koopt graag seks en houdt van stappen in achterbuurten.’
‘Of Ax en Wohr zijn elkaar tegengekomen op een feestje na het uitreiken van de Oscars.’
Het lachen klonk minder van harte.
Petra zei: ‘Als je tijd hebt om erop te wachten, kopiëren we het moorddossier voor je.’
‘Dat zou fantastisch zijn.’
Biro zei: ‘Hebben jullie het druk daar in Westside?’
‘Niet echt.’
‘Dat was vorig jaar bij ons zo. Maanden zonder één enkele moord, de Times schreef erover, sprak een vloek over ons uit. We begonnen dit jaar met die onthoofding die te maken had met een reeks seriemoorden van Sturgis. Een week later twee gevallen met bendes waar we nog niets mee opgeschoten zijn.’
Petra zei: ‘Vier tieners neergeschoten bij een feestje en niemand die iets heeft gezien. We hebben een aardig idee wie erachter zit. De zoon van een voormalig bendelid dat zogenaamd op het rechte pad is terechtgekomen en een dikke subsidie van de gemeente in de wacht heeft gesleept om wapens uit handen te houden van mensen zoals hijzelf en hun nageslacht.’
Moe zei: ‘En die zijn uiterste best doet om het eruit te laten zien alsof hij hard aan het werk is, en vervolgens geen poot uitsteekt zonder dat de burgemeester het goedkeurt.’
‘Hoor hem,’ zei Biro. ‘Zo jong en al zo cynisch.’
Het was één van Sturgis’ favoriete uitspraken. Moe’s be-wondering voor de reikwijdte van ’s mans invloed steeg weer een streepje.
Hij zei: ‘Ik loop met je mee naar de kopieermachine.’
Onderweg zei Petra: ‘Wie is je partner in deze zaak?’
‘Niemand.’