19 De witte tent
Als je droomt dat je droomt ben je bijna wakker. Gedurende de volgende twee dagen was James Bond permanent in deze toestand, zonder tot bewustzijn te komen. Hij doorleefde zijn dromen zonder een poging te doen ze te verstoren, hoewel de meeste schrikaanjagend en pijnlijk waren. Hij wist, dat hij in bed lag, en een van de ogenblikken dat hij bijna helder was dacht hij, dat er mensen om hem heen waren, maar hij deed geen poging om zijn ogen te openen en de wereld weer binnen te treden.
Hij voelde zich veiliger in de duisternis, en klampte zich daaraan vast.
Op de morgen van de derde dag werd hij door een bloedige nachtmerrie bevend en zwetend wakker. Er lag een hand op zijn voorhoofd, die hij in verband met zijn droom bracht. Hij probeerde een arm op te tillen om de hand weg te duwen, maar hij kon zijn arm niet bewegen, want beide armen waren aan zijn bed vastgebonden. Zijn hele lichaam leek vastgebonden, en iets wat op een grote witte kist leek bedekte hem vanaf zijn borst tot aan zijn tenen, en benam hem het uitzicht op het voeteneinde. Hij vloekte verschrikkelijk, maar deze inspanning verbruikte al zijn kracht, en de woorden braken in een snik af. Tranen van verlatenheid en zelfmedelijden kwamen in zijn ogen.
Hij hoorde vaag de stem van een vrouw. Het leek een vriendelijke stem, en langzamerhand drong het tot hem