21 Vesper

De volgende dag vroeg Bond naar Vesper. Hij bad haar niet eerder willen zien. Hij had gehoord, dat ze elke dag naar het ziekenhuis kwam om naar zijn toestand te informeren. Ze had bloemen gestuurd. Bond hield niet van bloemen, en hij had de zuster gevraagd ze aan een andere patiënt te geven. Toen dit tweemaal gebeurd was, kwamen er geen bloemen meer. Bond had haar niet willen beledigen. Hij hield niet van vrouwelijke dingen om zich heen. Bloemen stonden direct in verband met degene die ze gezonden had, en vestigden voortdurend de aandacht daarop. En dat vond hij vervelend. Hij wilde niet vertroeteld worden. Het gaf hem een opgesloten gevoel.

Bond vond het niet prettig dit Vesper duidelijk te moeten maken. En hij vond het vervelend haar een paar vragen te moeten stellen die hem bezig hielden, vragen over haar gedragingen. Haar antwoorden zouden haar nagenoeg zeker in een raar daglicht stellen. En dan moest hij eens over zijn rapport aan M gaan denken. En daarin wilde hij liever geen kritiek op Vesper leveren. Dat zou baar haar baantje kunnen kosten. Maar in de eerste plaats schrok hij terug voor het antwoord op een meer pijnlijke vraag. De dokter had meerdere malen met Bond over zijn verwondingen gesproken. Hij had hem verzekerd, dat hij geen nadelige gevolgen zou ondervinden, en dat hij geheel zou herstellen. Maar hij zelf kon dit niet geloven.

Als de injecties uitgewerkt waren, had hij nog steeds pijn. En hij had geestelijk zwaar geleden. Gedurende dat uur met Le Chiffre in die kamer was de zekerheid van impotentie er bij hem ingeranseld, en er was een litteken in zijn ziel dat alleen door ondervinding zou kunnen verdwijnen.

Vanaf het moment dat Bond Vesper voor het eerst in de Hermitage had ontmoet, had ze zijn verlangen opgewekt, en hij wist dat, als alles in de nachtclub anders was gelopen en zij niet ontvoerd was, hij geprobeerd zou hebben die nacht met haar naar bed te gaan. Zelfs later, in de auto en bij de villa, toen hij bij God wel andere dingen aan zijn hoofd had, werd hij hevig opgewonden door haar indecente naaktheid.

En nu hij haar weer terug zou zien, kreeg hij angst. Angst, dat zijn zintuigen en zijn lichaam niet op haar sensuele schoonheid zouden reageren. Angst, dat hij geen verlangen naar haar zou hebben. In gedachten had hij deze ontmoeting als een soort test beschouwd, en hij vreesde voor de uitslag. En dat was de werkelijke reden waarom hij deze eerste ontmoeting al een week uitgesteld had. Hij had het nog langer willen uitstellen, maar, zei hij tegen zichzelf, hij moest zijn rapport indienen. Er kon elk ogenblik iemand uit Londen komen om alle details te horen, en vandaag was hetzelfde als morgen. En dus vroeg hij of ze bij hem wilde komen, en wel vroeg op de morgen, als hij fris en krachtig was na de nacht. Zonder enige geldige reden had hij verwacht, dat ze enig teken van haar belevenissen zou tonen, dat ze er bleek of slecht uit zou zien. En hij was niet voorbereid op het slanke, bruinverbrande meisje in een crème tussor jurk met een zwarte ceintuur, dat vrolijk de kamer binnen kwam en tegen hem lachte.

'M'n hemel, Vesper,' zei hij met een wrang glimlachje, 'je ziet er geweldig uit. Hoe ben je zo prachtig bruin geworden?'

'Ik voel me echt schuldig,' zei ze, terwijl ze naast zijn bed ging zitten. 'Maar ik ben elke dag wezen zonnebaden, terwijl jij hier lag. De dokter en het hoofd van afdeling S zeiden alletwee, dat ik dat moest doen, en ik dacht, dat het jou toch niet zou helpen als ik de hele dag in mijn kamer bleef rondhangen. Ik heb een heerlijk stukje strand ontdekt en ik neem elke dag mijn lunch en een boek mee, en kom niet vóór 's avonds terug. Ik ga met de bus en hoef alleen maar een eindje door de duinen te lopen; ik ben er nu wel overheen dat het in de buurt van de villa is.' Haar stem haperde.

Toen zij over de villa sprak, knipperde Bond met zijn ogen. Ze ging dapper verder, en liet zich niet in de war brengen door het feit, dat Bond niet reageerde. 'De dokter zegt, dat het niet lang meer zal duren dat je op mag staan. En ik dacht, dat ik je misschien... misschien mee zou kunnen nemen naar dat strandje. De dokter zegt, dat zeebaden heel goed voor je zouden zijn.' Bond gromde.

'God weet, wanneer ik weer zal kunnen zwemmen,' zei hij. 'Die dokter kletst maar wat. En als ik in zee kan, dan zal ik de eerste tijd maar beter op m'n eentje kunnen gaan. Ik maak niemand graag aan het schrikken. Afgescheiden daarvan,' hij wees naar de onderste helft van het bed, 'zit mijn lichaam vol met littekens en builen. Maar amuseer jij je maar. Er is geen enkele reden waarom jij dat niet zou doen.'

Vesper schrok van zijn bitterheid en onredelijkheid. 'Het spijt me,' zei ze, 'ik dacht... ik heb geprobeerd...'

Haar ogen vulden zich met tranen. Ze slikte, ik wilde... ik wilde je helpen om beter te worden.' Haar stem sloeg over. Ze keek hem zielig aan en barstte toen in snikken uit.

'Het spijt me zo,' zei ze nauwelijks hoorbaar, 'oh, het spijt me zo.' Ze zocht naar een zakdoek in haar tasje. 'Het is allemaal mijn schuld,' ze bette haar ogen, 'dat weet ik wel, het is mijn schuld.' Bond was geroerd. Hij legde zijn verbonden hand op haar knie.

'Stil maar, Vesper. Sorry dat ik zo grof tegen je was. Ik ben alleen maar jaloers, omdat jij zo lekker in het zonnetje ligt, en ik hier. Als ik zover beter ben, ga ik met je mee, en dan moet ik je strandje zien. Dat is natuurlijk net wat ik nodig heb. Wat heerlijk zal dat zijn!' Ze drukte zijn hand, stond op en liep naar het raam. Toen maakte ze zich op en kwam weer naar zijn bed. Bond keek haar vriendelijk aan. Zoals alle harde, koude mannen werd hij gauw door tranen geroerd. Ze was zo knap, en hij had een warm gevoel voor haar. Hij besloot, om zijn vragen zo eenvoudig mogelijk te stellen. Hij gaf haar een sigaret, en ze spraken over het bezoek van haar chef, en over de reacties in Londen over het einde van Le Chiffre.

Uit hetgeen zij vertelde maakte hij op, dat het uiteindelijke doel van het plan meer dan bereikt was. Over de gehele wereld was de geschiedenis bekend geworden, en correspondenten van de grote Engelse en Amerikaanse bladen waren naar Royale gekomen om de miljonair uit Jamaica, die Le Chiffre aan de speeltafel verslagen had, te zien. Ze hadden Vesper te pakken gekregen, maar zij had hun verteld, dat Bond naar Cannes en Monte Carlo was gegaan om verder te gokken. En toen waren ze naar het zuiden getrokken. Mathis en de politie hadden alle verdere sporen uitgewist, en de kranten hadden zich moeten beperken tot de toestand in Straatsburg en de chaos in de rangen der Franse communisten. Tussen twee haakjes, Vesper,' zei Bond, 'wat is er eigenlijk precies gebeurd nadat je me in de nachtclub verliet? Ik heb alleen maar de eigenlijke ontvoering gezien.' Hij vertelde haar in het kort wat hij vóór het Casino gezien had.

'Ik heb volkomen mijn hoofd verloren,' zei Vesper, terwijl ze Bonds ogen ontweek. Toen ik Mathis nergens in de hal zag, ben ik naar buiten gelopen; de portier vroeg, of ik miss Lynd was, en toen zei hij tegen me, dat de man, die me het briefje had gestuurd, in een auto beneden aan het bordes op ons wachtte. Ik was helemaal niet verbaasd. Ik kende Mathis pas een paar dagen en ik wist niet hoe zijn manier van werken was, en daarom liep ik regelrecht naar de auto. Deze stond in de schaduw; toen ik vlakbij was, sprongen de twee mannen van Le Chiffre van achter een andere auto tevoorschijn en trokken mijn rok over mijn hoofd.' Ze bloosde. 'Het klinkt nogal kinderachtig,' zei ze met een schuldige blik naar Bond, 'maar de uitwerking is zeer effectief. Je bent volslagen weerloos, en hoewel ik om hulp schreeuwde, geloof ik niet dat er vanonder mijn rok uit iets te horen was. Ik schopte zo hard als ik kon, maar dat had geen zin omdat ik niets kon zien en niets met mijn armen kon doen. Ze pakten me op en stopten me achter in de auto. Ik bleef me natuurlijk verzetten, en toen de wagen wegreed en ze probeerden een touw of zoiets om de rok boven mijn hoofd te binden, kon ik één arm vrij krijgen, en mijn tasje uit het raam gooien. Ik hoopte, dat dat succes zou hebben.'

Bond knikte.

ik deed het zuiver instinctief. Ik dacht, dat jij er geen idee van zou hebben wat er met mij gebeurd was, en ik was gek van angst. En toen deed ik het eerste wat bij me op kwam.'

Bond wist, dat ze achter hém aan waren geweest, en dat ze, als Vesper haar tasje niet naar buiten had gegooid, het waarschijnlijk zelf gedaan zouden hebben toen ze hem op het bordes zagen verschijnen. 'Het was een goed idee,' zei Bond, 'maar waarom gaf je me niet bet een of andere teken na het auto-ongeluk, toen ik tegen je sprak? Ik wist me geen raad. Ik dacht, dat ze je bewusteloos geslagen hadden.' ik denk, dat ik flauw gevallen was,' zei Vesper. 'Dat was al een keer eerder gebeurd, en toen ik weer bij kwam hadden ze een gat in de rok getrokken, zodat ik adem kon halen. Ik herinner me niet veel meer van die tocht. Ik realiseerde me pas dat je gevangen genomen was toen je me in de gang achterna liep.' 'En ze hebben je niets gedaan?' vroeg Bond. 'Hebben ze niets geprobeerd toen ik mishandeld werd?' 'Neen,' zei Vesper. 'Ze lieten me in een stoel zitten. Ze gingen drinken, en een of ander kaartspel spelen... belote heette het geloof ik, en toen gingen ze slapen. En zo kreeg SMERSH ze ook te pakken. Mijn benen werden vastgebonden, en ik werd in mijn stoel in een hoek, met mijn rug naar de kamer gezet, zodat ik niets kon zien. Ik hoorde wel wat. Ik dacht, dat er iemand uit zijn stoel viel. Toen hoorde ik zachte voetstappen, er ging een deur dicht en toen gebeurde er niets meer totdat Mathis en de politie binnenstormden. Ik heb het grootste deel van de tijd geslapen. Ik had er geen idee van wat er met jou gebeurd was, maar één keer hoorde

ik een vreselijke schreeuw. Het klonk van ver weg. Tenminste, nu denk ik dat ik hoorde schreeuwen. Toen dacht ik, dat het een nachtmerrie was.' 'Dat zal ik wel geweest zijn,' zei Bond. Vesper stak haar hand uit, en legde die op de zijne. Haar ogen vulden zich met tranen.

'Het is vreselijk,' zei ze. 'Wat ze met jou gedaan hebben, en allemaal door mijn schuld! Als ik niet..' Ze verborg haar gezicht in haar handen. Bond troostte haar. 'Gedane zaken nemen geen keer. Het is nu allemaal voorbij, en goddank hebben ze jou met rust gelaten. Hij streelde haar knie. 'Ze zouden met jou begonnen zijn als ze mij eronder hadden gekregen,' (eronder is niet gek, dacht hij bij zichzelf!) 'We mogen SMERSH wel dankbaar zijn. En laten we het nu maar vergeten. Jij hebt geen schuld. Iedereen zou dat briefje geloofd hebben. Kom, we praten er niet meer over,' zei hij vrolijk.

Vesper keek hem door haar tranen heen dankbaar aan. 'Beloof je me dat?' vroeg ze. 'Ik dacht, dat je het me nooit zou vergeven. Ik... ik zal proberen het goed te maken, hoe dan ook.' Ze keek hem aan. Hoe dan ook, dacht Bond. Ze lachte tegen hem. Hij lachte terug.

'Pas maar op,' zei hij, 'daar zou ik je wel eens aan kunnen houden.'

Ze keek hem alleen maar aan, en zei niets. Toen stond ze op.

'Beloofd is beloofd,' zei ze.

Ditmaal wisten ze beiden, wat deze belofte inhield. Ze pakte haar tasje van het bed en liep naar de deur. 'Zal ik morgen terugkomen?' vroeg ze ernstig. 'Ja graag, Vesper,' zei Bond. 'Dat vind ik prettig. En maak nog maar wat ontdekkingstochtjes. Dan kan ik vast gaan bedenken wat we kunnen gaan doen als ik op mag. Zul jij ook wat bedenken?'

'Ja,' zei Vesper. 'Wordt maar gauw beter.'

Ze keken elkaar even aan. Toen ging ze gauw weg, en Bond luisterde naar bet wegsterven van haar voetstappen.