12 De dodende stok
Bond zat stil, volkomen vernietigd. Hij knipte zijn grote sigarettenkoker open en nam een sigaret. Hij pakte zijn Ronson, stak de sigaret aan en legde de aansteker naast zich op tafel. Hij zoog de rook in zijn longen en liet die met een zacht gesis door zijn tanden ontsnappen. Wat nu? Terug naar het hotel, en naar bed, om de medelijdende ogen van Mathis en Leiter en Vesper te ontwijken. Op telefonisch bevel terug naar Londen en dan morgen met het vliegtuig naar huis, met een taxi naar Regent's Park, de trap op, de gang door, en M's koele blik over zijn bureau, zijn geforceerde sympathie, zijn 'Volgende keer beter', er zou natuurlijk geen volgende keer zijn, nooit meer een kans als deze. Hij keek naar de spelers en de toeschouwers. Maar er werd niet op hem gelet. Ze keken in afwachting naar de croupier, die het geld telde en de fiches in kleurige stapeltjes voor de bankhouder zette, in afwachting of er iemand de uitdaging van het grote bedrag van tweeëndertig miljoen francs zou aanvaarden, dit wonderbaarlijke geluk van de bank.
Leiter was verdwenen. Bond dacht, dat Leiter hem wel liever niet zou willen aankijken na deze debacle. Maar Vesper zag er zeldzaam onbewogen uit en knikte hem bemoedigend toe. Maar zij wist niets van het spel af, dacht Bond. Ze had waarschijnlijk geen idee van de bitterheid van zijn nederlaag.
De 'huissier' kwam naar Bond toe en boog zich over hem heen. En legde een enveloppe naast hem op tafel. De enveloppe was zo dik als een dictionaire. Hij mompelde iets over de kassa. En ging toen weer weg. Bonds hart klopte opeens hevig. Hij pakte de zware enveloppe op en scheurde hem onder de tafel met de nagel van zijn duim open. De gom was nog nat. Het was ongelooflijk, maar waar: hij voelde een dik pak bankbiljetten. Hij stopte ze in zijn zakken, en maakte het halve velletje postpapier, dat door middel van een speld aan het bovenste biljet was bevestigd, los. Onder tafel bekeek hij het. Er stond één regel op geschreven: 'Marshall Hulp Tweeëndertig miljoen francs. Met de groeten van de U.S.A.'.
Bond slikte eens. Hij keek naar Vesper. Felix Leiter stond weer naast haar. Hij grinnikte, en Bond lachte terug en stak zijn hand met zegenend gebaar omhoog. Toen probeerde hij alle gedachten aan zijn volkomen nederlaag te onderdrukken. Dit betekende een uitstel, maar ook niet meer dan dat. Er zouden geen wonderen meer gebeuren. Deze keer moest hij winnen... als Le Chiffre zijn vijftig miljoen tenminste nog niet bij elkaar had, en verder speelde.
De croupier had zijn taak volbracht; hij had het aandeel voor de cagnotte berekend, had Bonds bankbiljetten voor fiches geruild en had een reusachtige stapel van de enorme inzet op het midden van de tafel gemaakt. Daar lagen tweeëndertigduizend pond. Bond dacht, dat Le Chiffre misschien nog één spel moest winnen, bijvoorbeeld met een kleine inzet van een paar miljoen francs, om zijn doel te bereiken. Dan zou hij zijn vijftigmiljoen francs bij elkaar hebben en de tafel verlaten. Morgen zouden zijn tekorten aangezuiverd, en zijn positie weer verzekerd zijn.
Hij maakte echter niet de indruk spoedig te zullen vertrekken, en Bond vermoedde opgelucht, dat hij Le Chiffre's geldmiddelen overschat moest hebben. Hij wist, dat het er nu om ging, alles op alles te zetten. Niet de bank met de tafel delen, of met een klein bedrag meedoen: niet alleen A, maar ook B zeggen. Dat zou Le Chiffre een schok geven. Hij zou het helemaal niet prettig vinden, om meer dan tien of vijftienmiljoen van de inzet gedekt te zien, en hij kon onmogelijk verwachten, dat iemand de gehele inzet zou accepteren. Het was mogelijk, dat hij niet wist, dat Bond uitgekleed was, maar hij zou wel vermoeden, dat Bond nu nog maar over kleine reserves beschikte. Van de inhoud van de enveloppe zou hij wel niets afweten. Wist hij het wel, dan zou hij de inzet wel terugtrekken, en weer de moeizame weg af gaan leggen vanaf het vijfhonderdduizend francs openingsbod.
Zijn veronderstelling was juist Le Chiffre had nog achtmiljoen nodig. Eindelijk knikte hij. 'Un banco de trente-deux millions.' Met luide trotse stem nam de 'chef de partie' de kreet over, in de hoop, 'groot geld' van de chemin-de-fer tafels aan te trekken. Bovendien was dit een geweldige reclame. Deze inzet was slechts eens in de geschiedenis van het baccaratspel voorgekomen, en wel in Deauville, in 1950. Het concurrerende Casino de la Forèt in le Touquet had nog nooit zoiets meegemaakt En toen leunde Bond iets naar voren. 'Suivi,' zei hij rustig.
Er klonk een opgewonden gemompel rond de tafeL Het ging als een lopend vuurtje door het Casino. En de mensen drongen naar voren. Tweeëndertigmiljoen! Voor de meeste was het een groter bedrag dan zij ooit in hun leven verdiend hadden. Het was een klein fortuin. Een der directeuren van het Casino overlegde met de 'chef de partie'. Deze wendde zich verontschuldigend tot Bond.
'Excusez-moi, monsieur. La mise?' Dit betekende, dat Bond moest kunnen aantonen, dat hij over het nodige geld beschikte. Ze wisten natuurlijk, dat hij een zeer welgesteld man was, maar per slot van rekening ging het om tweeëndertigmiljoen! En soms gebeurde het wel, dat wanhopige mensen zonder een sou gingen spelen, en dan vrolijk de gevangenis ingingen als ze verloren.
'Mes excuses, monsieur Bond,' voegde de 'chef de partie' er onderdanig aan toe.
Toen Bond de grote stapel bankbiljetten op tafel legde, en de croupier de biljetten van tienduizend francs ging tellen, zag hij Le Chiffre een blik van verstandhouding met zijn lijfwacht, die vlak achter Bond stond, wisselen. Onmiddellijk daarna voelde hij iets hards tegen zijn rug drukken.
Op hetzelfde moment hoorde hij, vlak achter zijn rechteroor, een stem met een zuidelijk accent zacht, maar dringend zeggen:
'Dit is een revolver, monsieur. Volkomen geluidloos. En hij kan uw ruggengraat zonder enig gerucht geheel vernietigen. Het zal lijken, dat u flauw gevallen bent En ik zal weg zijn. Trek uw bod terug, vóórdat ik tot tien geteld heb. Als u om hulp roept, schiet ik.' De stem klonk overtuigend. En Bond geloofde hem. Deze lieden hadden reeds getoond, dat ze tot het uiterste gingen. En nu begreep hij ook de bedoeling van de zware wandelstok. Bond kende het soort wapen. De loop bestond uit een reeks van zachte, rubberen plaatjes, die het geluid absorbeerden, maar de kogel wel doorlieten. Dit wapen was in de oorlog ontworpen en voor sluipmoorden gebruikt. Bond had het zelf getest. 'Un,' zei de stem.
Bond draaide zich om. Daar stond de man en boog zich over hem heen, terwijl hij onder zijn zwarte snor Bond vriendelijk toelachte, alsof hij hem geluk wenste; hij voelde zich in de drukte én temidden van het opdringende publiek volkomen safe.
De verkleurde tanden klemden zich op elkaar. 'Deux,' zei de grinnikende mond.
Bond draaide zich weer om. Le Chiffre keek hem strak aan, met glinsterende ogen. Zijn mond stond open en hij haalde snel adem. Hij wachtte, wachtte erop, dat Bond een gebaar naar de croupier zou maken, of dat Bond plotseling achterover in zijn stoel zou zakken, en met vertrokken gezicht een schreeuw zou geven. Trois.'
Bond keek naar Vesper en naar Felix Leiter. Ze stonden lachend samen te praten. De dwazen. Waar was Mathis? En waar waren al die prima mensen van hem!? 'Quatre.'
En de andere toeschouwers? Dat stelletje kwebbelende idioten? Zag dan niemand wat er gebeurde? De 'chef de partie', de croupier, de 'huissier'? 'Cinq.'
De croupier legde de biljetten weer op nette stapels. De 'chef de partie' boog lachend voor Bond. Onmiddellijk, als de stapel klaar zou zijn, zou hij aankondigen: 'Le jeu est fait,' en de revolver zou afgeschoten worden, of de moordenaar al tot tien had geteld of niet. 'Six.'
Bond nam een besluit. Het wás een kans. Hij bracht zijn handen naar de hoeken van de tafel, greep die stevig beet, en drukte zich stijf tegen zijn stoel; hij voelde het scherpe vizier tegen zijn stuitbeen. ‘Sept.'
De 'chef de partie' wendde zich tot Le Chiffre, met opgetrokken wenkbrauwen, in afwachting van het knikje van de bankhouder, dat hij wilde beginnen. Plotseling gooide Bond zich met alle kracht, waarover hij beschikte, achterover. Zijn beweging deed de stoel zo snel vallen, dat de rugleuning tegen de malaccastok aankwam, en hem uit de handen van de moordenaar wrong voordat deze de trekker kon overhalen. Bond sloeg tussen de voeten van de toeschouwers tegen de grond, met zijn benen in de lucht. De rugleuning van de stoel werd volkomen versplinterd. Er klonken uitroepen van schrik. De toeschouwers weken terug, en toen drongen ze gerustgesteld, weer naar voren. Hij werd op de been geholpen en afgeschuierd. De 'huissier' praatte opgewonden met de 'chef de partie'; een schandaal moest tot elke prijs vermeden worden.
Bond hield zich aan de koperen leuning vast. Hij zag er verlegen en ontdaan uit. Hij streek met zijn hand langs zijn voorhoofd.
'Een moment van zwakte,' zei hij. 'Het heeft niets te betekenen... de opwinding, en de hitte...' Men sprak woorden van sympathie. Volkomen natuurlijk, bij dit ongelooflijke spel. Zou monsieur liever weggaan misschien, of even gaan liggen? Moest er een dokter gehaald worden?
Bond schudde ontkennend zijn hoofd. Hij was weer geheel in orde. En hij maakte zijn excuses. Ook tegenover de bankhouder.
Er werd een andere stoel gehaald, en hij ging zitten. Hij keek Le Chiffre aan. Hij had een gevoel van opluchting, dat hij nog steeds in leven was, maar ook een gevoel van triomf over wat hij zag... een blik van vrees in dat dikke, bleke gezicht
Bonds medespelers bogen zich over de tafel heen, en uitten hun bezorgdheid over de hitte, ra het late uur, en de rook en de slechte ventilatie. Bond antwoordde beleefd. Hij draaide zich om, teneinde het publiek achter zich te bekijken. Er was geen spoor van zijn aanvaller te bespeuren, en de 'huissier' keek rond om de eigenaar van de malaccastok te zoeken. De stok scheen onbeschadigd. Maar er zat geen rubberen dop meer aan. Bond wenkte hem. 'Geef hem maar aan die heer daar,' zei hij, terwijl hij op Felix Leiter wees, 'die neemt hem wel mee. Hij is een kennis van hem.' De 'huissier' boog.
En Bond dacht grimmig, dat een kort onderzoek Leiter duidelijk zou maken, waarom hij zo'n figuur in het publiek had geslagen.
Hij ging rechtop zitten en klopte op het groene kleed ten teken dat hij klaar was.