24 Fruit dejéndu

Toen hij op zijn kamer kwam zag hij, dat zijn koffers uitgepakt waren en dat zijn tandenborstel en scheergerei netjes aan één kant van de glazen plaat boven de wasbak gerangschikt waren. Aan de andere kant lag Vespers tandenborstel; daarnaast stonden een paar flesjes en een pot gezichtcrème.

Hij keek naar de flesjes, en was verbaasd toen hij zag, dat een der flesjes nembutal slaaptabletten bevatte. Misschien waren haar zenuwen door alles wat er in de villa gebeurd was toch erger geschokt dan hij gedacht had.

Zijn bad was vol, en op een stoel lag naast zijn handdoek een kostbare flacon dennenaaldenbadzout. 'Vesper,' riep hij. 'Ja?'

'Je denkt werkelijk aan alles. De voel me net een dure gigolo.'

'Ik heb opdracht, om voor je te zorgen. Ik doe alleen maar wat ik moet doen.'

'Lieveling, het bad is precies goed. Wil je met me trouwen?'

Ze snoof. 'Je hebt een slavin nodig, en geen vrouw.' 'Maar ik wil jou.'

'Kom, ik verlang naar de kreeft en de champagne, schiet een beetje op.'

'All right, all right,' zei Bond.

Hij droogde zich af en trok een donkerblauwe broek en een wit hemd aan. Hij hoopte, dat Vesper ook eenvoudig gekleed zou zijn, en hij vond het prettig toen zij zonder kloppen in de deuropening verscheen in een lichtblauwe blouse en een donkerrode katoenen plooirok. 'Ik kon niet langer wachten. Ik ben uitgehongerd; mijn kamer ligt boven de keuken, en ik werd gekweld door de heerlijke geuren.'

Hij ging naar haar toe en sloeg zijn arm om haar heen. Ze pakte zijn hand vast en samen hepen ze de trap af naar het terras, waar een tafeltje voor hen gedekt was dat beschenen werd door het licht van de lege eetzaal. De champagne, die Bond bij hun aankomst al besteld had, stond in een zilveren koeler naast hun tafeltje, en Bond schonk twee glazen vol Vesper besteedde haar aandacht aan een heerlijke eigengemaakte leverpastei, en smeerde voor hen beiden het heerlijke brosse Franse brood met de goudgele boter die opgediend was in een schaaltje met kleine stukjes ijs.

Ze keken elkaar aan en dronken hun glas leeg; Bond vulde de glazen opnieuw tot de rand. Terwijl ze aten vertelde Bond haar van zijn zeebad, en ze spraken af wat ze de volgende morgen zouden doen. Ze spraken gedurende de maaltijd niet over hun gevoelens voor elkaar, maar zowel in Vespers ogen als in die van Bond blonk de verwachting voor de komende nacht. Hun handen en voeten raakten elkaar af en toe aan, alsof ze de spanning in hun lichaam wilden verminderen. Toen de kreeft genuttigd was, en de tweede fles champagne half leeg was, en ze dik room over hun aardbeien hadden gedaan, slaakte Vesper een diepe zucht van tevredenheid.

'Ik gedraag me als een varken,' zei ze gelukkig. 'Ik krijg altijd alles van jou wat ik het lekkerste vind. Ik ben nog nooit in mijn leven zó verwend.' Ze keek over het

terras naar de baai die door de maan beschenen werd.

'Ik wilde maar, dat ik het verdiende.' Haar stem had een wrange ondertoon.

'Wat bedoel je?' vroeg Bond verbaasd.

'Och, ik weet het niet Ik geloof, dat een mens krijgt wat hij verdient, dus misschien verdien ik het toch wel.'

Ze keek hem lachend aan. Haar ogen vernauwden zich.

'Je weet eigenlijk niet veel van me,' zei ze plotseling.

Bond verbaasde zich over de ernstige ondertoon in haar stem.

'Meer dan genoeg,' zei hij lachend. 'Genoeg voor de eerstvolgende dagen. Van mij weet jij ook niet zoveel' Hij schonk weer champagne in. Vesper keek hem nadenkend aan. 'Mensen zijn net eilanden,' zei ze. 'Ze raken elkaar nooit werkelijk aan. Hoe dicht ze ook bij elkaar staan, in wezen zijn ze gescheiden. Zelfs als ze vijftig jaar getrouwd zijn.'

Bond dacht teleurgesteld, dat ze een treurige dronk over zich had. Te veel champagne had haar melancholiek gemaakt. Maar plotseling lachte ze vrolijk. 'Kijk niet zo bezorgd.' Ze leunde naar voren en legde haar hand over de zijne. 'Ik ben alleen maar sentimenteel In elk geval ligt mijn eiland vanavond heel dicht bij het jouwe.' Ze nam een slok champagne.

Bond lachte opgelucht. 'Laten we er een schiereiland van maken,' zei hij. 'Nu direct als we onze aardbeien op hebben.'

'Nee,' zei ze op flirtende toon. 'Ik wil eerst koffie.' 'Met cognac,' antwoordde Bond. De kleine schaduw was weggetrokken. De tweede kleine schaduw. Deze liet óók een klein vraagteken in de lucht hangen. Maar dat verdween spoedig toen warmte en intimiteit hen weer omringden.

Toen ze koffie met cognac hadden gedronken, pakte Vesper haar tasje en kwam achter hem staan.

‘Ik ben moe,' zei ze, terwijl ze een hand op zijn schouder legde.

Hij legde zijn hand over de hare, en bleef even stil zitten. Ze bukte zich en drukte een lichte zoen op zijn baar. Toen was ze weg, en een paar tellen later ging het licht in haar kamer aan.

Bond rookte een sigaret en wachtte tot het uit was. Toen wenste hij de eigenaar en zijn vrouw goedenacht, prees het diner en ging naar boven.

Het was pas half tien toen hij via de badkamer haar kamer binnenging en de deur achter zich sloot Het maanlicht scheen door de halfgeopende luiken en speelde met de geheime schaduwen van haar blanke lichaam op het brede bed.

Bond werd bij het eerste morgenlicht in zijn eigen kamer wakker. Hij ging stil liggen nadenken over alles wat er de vorige dag en die nacht gebeurd was. Toen stond hij zachtjes op en ging in zijn pyjamajasje naar het strand.

De zee lag kalm in het licht van de opgaande zon. De kleine golfjes kabbelden zachtjes tegen het zand. Het was koud, maar hij deed zijn jasje uit en liep naakt langs het water, tot aan de plek waar hij de vorige avond gezwommen had. Toen liep hij langzaam het water in, totdat het aan zijn kin reikte. Hij trok zijn voeten op, en liet zich naar beneden zakken, terwijl hij zijn ogen sloot en zijn neus tussen twee vingers dichthield. Hij voelde het koele water langs zijn lichaam strijken.

De zeespiegel werd niet verbroken, behalve daar, waar een vis opgesprongen was. Onder water stelde hij zich de grote rust die daar heerste voor, en hij wenste dat juist nu Vesper aan zou komen lopen, en verbaasd zou zijn als ze hem plotseling uit het vlakke water omhoog zou zien duiken.

Toen hij na een volle minuut aan de oppervlakte kwam, was hij teleurgesteld. Er was niemand te zien. Hij het zich drijven, en toen hij dacht, dat de zon wel genoeg kracht zou hebben, kwam hij uit het water, en ging op zijn rug in het zand liggen. Hij was verrukt over zijn lichaamskracht, die in de afgelopen nacht geheel hersteld bleek te zijn.

Evenals de vorige avond staarde hij naai de blauwe hemel, en zag daar hetzelfde antwoord op zijn probleem. Na enige tijd stond hij op, en liep langzaam over het strand terug naar de plek waar zijn jasje lag. Diezelfde dag zou hij Vesper vragen of ze met hem wijde trouwen. Hij was volkomen zeker van zichzelf: het kwam alleen op het juiste moment aan.