17 'M'n beste jongen'
Het was een groot kaal vertrek, dat schaars gemeubileerd was in moderne, goedkope Franse stijl. Het was moeilijk te zeggen of het vertrek als woon- of als eetkamer bedoeld was, want een vodderig buffet met een spiegel, een oranje gebarsten fruitschaal en twee geverfde houten kandelaars nam het grootste deel van de wand tegenover de deur in beslag, maar aan de ander kant van de kamer stond een verschoten, roze sofa. Er stond geen tafel onder de lamp met de albasten schaal; er lag alleen een klein, vierkant vloerkleed met een wild patroon in contrasterende kleuren. Bij het raam stond een grote, hoge gebeeldhouwde eiken stoel, met een roodfluwelen bekleding, die volkomen uit de toon viel, een lage tafel met een lege waterkan en twee glazen, en een kleine armstoel met een ronde, rieten zitting zonder kussen.
Halfgesloten jaloezieën voor het raam benamen het uitzicht, maar er vielen enkele zonnestralen over de paar meubelstukken, over een deel van het helgekleurde behang en de gebeitste vloer. Le Chiffre wees naar de rieten stoel. 'Die is wel geschikt,' zei hij tegen de magere man. 'Maak hem vlug klaar. Als hij zich verzet, dan moet je hem maar een beetje beschadigen.'
Hij keek Bond aan. Zijn gezicht was nog steeds zonder enige uitdrukking en zijn ronde ogen keken volkomen ongeïnteresseerd. 'Trek je kleren uit. Voor elke poging tot verzet zal Basil een van je vingers breken. We zijn volkomen in ernst, en je gezondheid speelt voor ons geen rol. Of je in leven zult blijven, zal van ons gesprek afhangen.'
Hij gaf Basil een teken en verliet de kamer. Het eerste gebaar van de magere man was merkwaardig. Hij maakte een knipmes open, dat hij voor het linnen dak van Bonds auto had gebruikt, pakte de kleine armstoel en sneed vlug de zitting uit. Toen kwam hij bij Bond terug, en stak het open mes als een vulpen in zijn borstzak. Hij draaide Bond naar het licht en maakte het draad om zijn polsen los. Toen deed hij een paar passen achteruit en pakte het mes weer beet. 'Vite.'
Bond wreef over zijn gezwollen polsen en vroeg zich af, hoeveel tijd hij kon winnen. Maar dat duurde maar een ogenblik. De man kwam vlug naar voren, greep de kraag van zijn smokingjasje beet, trok dit naar beneden en wrong Bonds armen op zijn rug. Bond maakte het traditionele gebaar bij die oude politietruc en zakte door een knie, maar terwijl hij zich liet zakken deed de man hetzelfde; tegelijkertijd liet hij het mes langs Bonds rug glijden. En toen klonk er een scheurend geluid toen het mes door de stof sneed; Bonds armen waren plotseling vrij toen de twee helften van zijn jasje naar voren vielen. Hij vloekte en stond op. De magere man was weer achteruit gestapt, met het mes klaar voor gebruik in de hand. Bond liet de twee helften van zijn jasje op de vloer vallen. 'Allez,' zei de magere man met een spoor van ongeduld in zijn stem.
Bond keek hem aan en begon rustig zijn overhemd uit te trekken.
Le Chiffre kwam rustig de kamer binnen. Hij bad een koffiepot in zijn handen, die hij op het kleine tafeltje bij het raam zette. Daarnaast legde hij twee andere huishoudelijke voorwerpen, een grote matteklopper en een voorsnijmes. Hij ging in de grote stoel zitten en schonk koffie in een van de glazen. Met één voet trok hij de kleine armstoel naar zich toe, waarvan de zitting alleen maar uit een houten frame bestond; de stoel stond nu vlak tegenover hem. Bond stond spiernaakt midden in de kamer; zijn lichaam zat vol blauwe plekken, en zijn gezicht zag grauw van uitputting; hij wist, wat hem te wachten stond.
*Ga daar in zitten,' Le Chiffre wees op de stoel voor hem. Bond liep naar de stoel en ging zitten. De magere man haalde wat draad te voorschijn. Hiermee bond hij Bonds polsen aan de armleuningen vast, en zijn rakels aan de voorpoten. Hij maakte een dubbele draad over zijn borst onder zijn oksels door, aan de rugleuning vast Hij nam geen risico met de knopen en liet geen speling in de verbindingen. Het draad sneed in Bonds vlees. De poten van de stoel stonden ver uit elkaar, en Bond kon hem niet eens bewegen.
Hij was een volslagen gevangene, naakt en weerloos. Zijn billen en het onderste deel van zijn rug staken door het gat in de stoel heen.
Le Chiffre knikte tegen de man; deze liep rustig de kamer uit en sloot de deur.
Er lag een pakje Gauloises op tafel en een aansteker. Le Chiffre stak een sigaret op en nam een slok koffie. Toen pakte hij de rieten matteklopper, liet het handvat op zijn knie rusten, en legde de klopper vlak onder Bonds stoel.
Hij keek Bond vriendelijk aan. Toen gaf hij plotseling een rok aan bet handvat. Het resultaat was verbluffend.
Bonds hele lichaam trok ach in een kramp samen. Zijn gezicht vertrok en zijn hoofd viel met een ruk achterover. Het bloed trok uit zijn vingers en zijn tenen. Toen zakte hij in elkaar; het zweet brak hem aan alle kanten uit en hij kreunde smartelijk.
Le Chiffre wachtte rustig af tot zijn ogen opengingen. 'Begrijp je het nu, m'n beste jongen?' Hij lachte zachtjes. 'Is de positie nu duidelijk?'
Een zweetdruppel viel van Bonds kin op zijn naakte borst. 'Laten we nu ter zake komen en eens zien, hoe gauw we aan deze narigheid, waarin je jezelf gebracht hebt, een einde kunnen maken.'
Hij trok vrolijk aan zijn sigaret en gaf een waarschuwend klopje met zijn vreselijk instrument op de vloer onder Bonds stoel.
'M'n beste jongen,' Le Chiffre sprak als een vader, 'het indianenspelletje is uit, helemaal uit Je bent per ongeluk in een spel van grote mensen terecht gekomen, en je hebt er nu niet zulke prettige ervaringen mee opgedaan. Jij bent nog veel te klein om spelletjes met grote mensen te spelen. En het was heel dom van je kinderjuffrouw in Londen, om je met je schopje en je emmertje hier alleen naar toe te sturen. Inderdaad erg dom, en helemaal niet zo leuk voor jou.'
'Maar nu is het uit met de grapjes, m'n beste jongen, hoewel ik er zeker van ben dat je het wel aardig zou vinden, om dit verhaaltje verder aan te horen.' Hij liet zijn spottende stem varen en keek Bond scherp en kwaadaardig aan. 'Waar is het geld?'
Bonds bloeddoorlopen ogen keken hem zinloos aan.
Weer de beweging van de pols, en weer de kramp door Bonds lichaam.
Le Chiffre wachtte, totdat zijn gekwelde hart tot rust kwam, en Bond de ogen weer opende. 'Ik zal misschien wat duidelijker moeten zijn,' zei bij. 'Ik ben van plan om de gevoelige delen van je lichaam te blijven kastijden totdat je me antwoord geeft Ik ben zonder genade, en ik zal het niet opgeven. Er is geen sterveling die je zal komen redden en je kunt onmogelijk ontsnappen. Dit is geen romantisch avontuurverhaal waarin de schurk zijn verdiende loon krijgt, de held lauweren oogst en met het knappe meisje trouwt. De dingen gebeuren jammer genoeg in bet werkelijke leven niet Als je obstinaat blijft zul je tot het uiterste gekweld worden, en dan zullen we het meisje binnenbrengen en we zullen haar voor jou neerzetten. En als dat nog niet genoeg is, dan zullen jullie onder veel pijn gedood worden, en ik zal jullie achterlaten en naar een comfortabel huis vluchten, dat op me staat te wachten. En dan zal ik een goede baan zoeken en in de boezem van mijn familie, die ik zonder twijfel zal stichten, een gezegende ouderdom bereiken... Je ziet dus, m'n beste jongen, dat ik niets te verliezen heb. En als jij me het geld geeft des te beter. En als je het niet doet, dan zal ik mijn schouders ophalen en gaan.
Hij zweeg, en zijn pols maakte weer een kleine beweging. Bond kromp ineen toen de matteklopper hem net even aanraakte.
'Maar jij, m'n beste jongen, kunt alleen maar hopen, dat ik jou meer pijn en je leven zal besparen. En dat is je enige hoop. Absoluut de enige.' 'Wel?'
Bond sloot zijn ogen, en wachtte op de pijn. Hij wist, dat het begin van een marteling het ergste is. Er bestaat een parabool van pijn. Eerst wordt die steeds heviger, maar op een gegeven moment worden de zenuwen afgestompt en reageren minder, totdat eerst bewusteloosheid en dan de dood intreedt. Hij kon alleen maar bidden voor het ergste punt: bidden, dat zijn geest het zo lang uit zou houden en dan onvermijdelijk het einde afwachten. Collega's, die de martelingen door Duitsers en Japanners hadden overleefd, hadden hem verteld, dat er tegen het einde een heerlijk gevoel van warmte en seksuele ontspanning optrad, waar de pijn tot vreugde werd en de haat en de angst voor de beulen in masochistische liefde veranderden. Het was de grootste beproeving voor de wilskracht, had hij geleerd, om dit niet te tonen. Onmiddellijk nadat men dit vermoedde, zouden ze je doden, en zichzelf verdere moeite besparen, of je zover bij laten komen dat je zenuwen weer de stand aan de andere kant van de parabool hadden bereikt. En dan begonnen ze weer opnieuw.
Hij deed heel even zijn ogen open. Le Chiffre had hierop zitten wachten, en als een ratelslang sprong het rieten instrument van de vloer. Het sloeg weer toe, en nog eens, zodat Bond schreeuwde en zijn lichaam als een marionet in de stoel op en neer sprong.
Le Chiffre stopte; hij merkte, dat Bond minder ging reageren. Hij dronk zijn koffie, en fronste zijn wenkbrauwen als een chirurg, die een cardiogram bekijkt tijdens een moeilijke operatie.
Toen Bond met zijn ogen knipperde en ze langzaam opende, sprak hij hem weer toe, maar nu op enigszins ongeduldige toon.
'We weten, dat het geld ergens in je kamer is,' zei hij. 'Je trok een cheque voor veertigmiljoen francs, en ik weet dat je terug naar het hotel bent gegaan, om die te verstoppen.'
Een ogenblik lang vroeg Bond zich af, hoe hij daar zo zeker van kon zijn.
'Direct nadat je naar de nachtclub ging,' vervolgde Le Chiffre, Is je kamer door vier van mijn mensen doorzocht.'
De Muntzes zouden wel geholpen hebben, dacht Bond. 'We vonden zo het een en ander in kinderachtige schuilhoekjes. In de vlotter van de w.c. zat een interessant codeboekje, en achter tegen een lade geplakt vonden we nog meer papieren van je. De meubels zijn volkomen uit elkaar genomen, en je kleren, de gordijnen en het beddengoed zijn stuk gesneden. Elke centimeter van je kamer is doorzocht en alle leidingen zijn verwijderd. Het is heel onplezierig voor je dat we de cheque niet gevonden hebben. Hadden we dat wel, dan lag je nu lekker in bed, misschien wel met de mooie miss Lynd.' Zijn vuist bewoog zich weer.
Door het rode waas van pijn dacht Bond aan Vesper. Hij kon zich voorstellen wat je van de twee lijfwachten kon verwachten. Zij zouden wel zoveel mogelijk van haar profiteren voordat Le Chiffre haar liet roepen. Hij dacht aan de natte, dikke lippen van de Corsicaan en de wreedheid van de magere vent. Arm kind, dat ze hierbij betrokken moest worden. Arm diertje. Le Chiffre sprak weer.
'Martelen is vreselijk,' zei hij, terwijl hij een nieuwe sigaret opstak, 'maar voor de beul is het een eenvoudige zaak, speciaal als de patiënt,' hij lachte bij dit woord, 'een man is. Zie je m'n beste Bond, bij een is het onnodig om verfijnde kwellingen te bedenken. Met dit eenvoudige voorwerp, of met welk ander dan ook, kan men bij een man net zoveel pijn veroorzaken als mogelijk of noodzakelijk is. En geloof niets van wat je allemaal in oorlogsboeken leest. Dit is bet allerergste. Het is niet direct de pijn op zichzelf, maar het feit dat je mannelijkheid langzaam aan vernietigd wordt, en dat je ten slotte als je niet toegeeft, niet langer een man zult zijn.
En dat, m'n beste jongen, is een verschrikkelijke gedachte... zowel een kwelling voor het lichaam als voor de geest, en er komt een moment, dat je me zult smeken je te doden. En dat komt onvermijdelijk, tenzij je me zegt waar je het geld verborgen hebt' Hij schonk zich weer een glas koffie in en dronk dat op; zijn mondhoeken waren bruin.
Bonds lippen trilden. Hij probeerde iets te zeggen. Ten slotte bracht hij er stamelend uit: 'drinken'; zijn opgezette tong kwam uit zijn mond en likte zijn uitgedroogde lippen.
'Och maar natuurlijk, m'n beste jongen, hoe dom van mij.'
Le Chiffre schonk wat koffie in het andere glas. Om Bonds stoel lag een kring van zweetdruppels. 'We moeten je tong in goede conditie houden.' Hij legde het handvat van de matteklopper tussen zijn dikke benen op de vloer en stond op. Hij ging achter Bond staan, pakte hem bij zijn kletsnatte haren en trok zijn hoofd met een ruk achterover. Hij goot de koffie met kleine teugjes in Bonds keel, zodat hij niet kon stikken. Toen liet hij zijn hoofd los, liep naar zijn stoel terug en pakte de matteklopper weer op. Bond keek hem aan en sprak met dikke tong.
'Aan het geld heb je niets. De politie zal je achterhalen.' Hij was volkomen uitgeput, en zijn hoofd zonk op zijn borst Hij overdreef zijn lichamelijke uitputting wel enigszins: hij probeerde alles om tijd te winnen, en alles om aan de volgende pijnaanval te ontkomen. 'Maar m'n beste jongen, dat had ik je nog niet verteld!' Le Chiffre lachte gemeen. "Na ons spelletje in het Casino hebben we elkaar nog ontmoet, en je was zo sportief dat je het goed vond, mij nog één kans te geven. Het was een prachtige geste. Echt iets voor een Engelse gentleman. Jammer genoeg verloor je, en dat bracht je zo van streek, dat je besloot Royale onmiddellijk met onbekende bestemming te verlaten. Je bent nu eenmaal een gentleman, en daarom gaf je mij een schriftelijke verklaring, waarin je de omstandigheden beschreef, zodat ik geen moeilijkheden zou krijgen als ik de cheque ging incasseren. Je ziet, m'n beste jongen, dat we overal aan gedacht hebben, en dat je je over mij geen zorgen hoeft te maken.' Hij lachte vuil.
'Zullen we nu maar verder gaan? Ik heb alle tijd, en om de waarheid te zeggen, ben ik er nieuwsgierig naar, hoe lang een man deze... eh... bijzondere behandeling kan ondergaan.' Hij sloeg met de matteklopper op de vloer. 'Dat was het dus,' dacht Bond, terwijl zijn laatste restje hoop verdween. De 'onbekende bestemming' zou onder de grond of onder de zeespiegel zijn, of misschien wel onder de verongelukte Bentley. Maar als hij nu toch moest sterven, dan maar op een moeilijke manier. Hij koesterde geen hoop dat Mathis of Leiter op tijd zouden komen, maar er was tenminste een kans dat ze Le Chiffre nog te pakken konden krijgen. Het zou nu wel bijna zeven uur zijn. De auto was misschien al gevonden, en hoe langer Le Chiffre de marteling liet duren, des te groter was de kans dat hij gewroken zou worden. Bond hief zijn hoofd op en keek Le Chiffre aan. Het wit van zijn ogen was nu met bloed doorlopen. Het leek alsof je naar twee in bloed gedrenkte krenten keek. De rest van het brede gezicht had een geelachtige kleur, behalve waar de zwarte baardstoppels de vochtige huid bedekten. De bruine koffievlekken in zijn mondhoeken gaven aan zijn gezicht een valse glimlach, en zijn hele gelaat werd gestreept door het licht dat door de jaloezieën naar binnen viel. 'Nee,* zei hij zachtjes,... 'jij...'
Le Chiffre gromde, en ging weer met hernieuwde woede aan de gang. Af en toe gromde hij als een wild beest. Na tien minuten was Bond goddank bewusteloos. En toen hield Le Chiffre op. Hij veegde met zijn vrije hand het zweet van zijn gezicht. Toen keek hij op zijn horloge en nam een besluit
Hij stond op en ging achter het bewegingloze lichaam staan. Bonds gezicht en bovenlichaam waren spierwit Boven zijn hart bewoog de huid zwakjes; verder was er geen teken van leven.
Le Chiffre pakte Bond bij zijn oren beet en boog ze hardhandig om. Toen leunde hij naar voren en sloeg hem hard op zijn wangen. Bonds hoofd rolde bij elke slag mee. Zijn ademhaling werd dieper. Een dierlijke kreet klonk uit zijn openstaande mond. Le Chiffre nam een glas koffie, goot hiervan wat in Bonds mond en gooide de rest in zijn gezicht. Bond opende langzaam zijn ogen.
Le Chiffre ging weer zitten en wachtte. Hij stak een sigaret op en keek naar de plas bloed die onder het onbeweeglijke lichaam op de vloer lag. Bond kreunde weer erbarmelijk. Het was een onmenselijk geluid. Zijn ogen gingen weer open en hij keek zijn beul wazig aan. Toen sprak Le Chiffre.
'Dat was het, Bond. We zullen er nu een eind aan maken. Begrijp je me? Je niet doden, maar er een eind aan maken. En dan zullen we het meisje binnenroepen en eens zien, of we uit jullie resten nog iets los kunnen krijgen.' Hij stak zijn arm naar de tafel uit 'Zeg het maar goeiedag, Bond.'