47

 

 

 

Will kon Heath pas de volgende dag bezoeken, en het leek hem beter om tot die tijd de meisjes niet meer te zien. Dat was toch ook beter? Ze zouden meteen in de gaten hebben dat hij slecht nieuws had. En al zouden ze geen besef hebben van de volle omvang ervan, hij kon hun niet onder ogen komen. Nee, hij moest eerst met Heath Jones praten.

‘Hoi jongens,’ sprak hij in op het antwoordapparaat, wetend dat ze in het ziekenhuis zouden zijn voor de dialyse. ‘Ik kom vanavond niet thuis. Er staat soep in de ijskast. Hoop dat alles goed is. Hier alles prima, ga alleen even bij Si langs in Edinburgh. Heb behoefte aan een avondje stappen met de jongens!’

Hij ging helemaal niet naar Edinburgh. Hij nam in het centrum een kamer in het Hilton, ging op het tweepersoonsbed zitten, dronk een halve fles whisky en raakte bewusteloos.

 

Toen hij de volgende ochtend de bezoekersruimte van de gevangenis betrad, had hij al vierentwintig uur niets gegeten. Zijn handen trilden. Zijn ogen waren rood en branderig van het huilen. Hij legde zijn gebalde vuisten op de tafel voor hem en wachtte tot de vader van zijn kinderen binnenkwam.

‘Nee maar, wie hebben we daar,’ zei Heath, en hij nam tegenover hem plaats. ‘Het mietje.’

Will boog zich voorover en sprak op de ferme toon die hij voor het eerst had gebezigd tegen de hufter in het daklozenpension en die hem sindsdien meer en meer was gaan bevallen. ‘Je bent een nutteloze klootzak, Heath Jones, en ik heb een bloedhekel aan je. Tot gisteren zou de wereld veel beter af zijn geweest zonder jou, en zou ik blij zijn geweest als je hier voor de rest van je leven zou vastzitten. Maar er is het een en ander veranderd. Nu kun je me van nut zijn. Luister naar wat ik te vertellen heb… Luister je? Ik ben van plan je de dienst te bewijzen die je nog van me te goed hebt.’

Heath, die verrast was door de verandering die het mietje had ondergaan, zei: ‘Je doet maar.’

‘Jij bent de vader van mijn dochters Georgie en Kay. Je hebt hun genen. En je bent in de gelegenheid om een van hen te redden.’

Heath barstte in lachen uit. ‘Nee maar!’

‘Ik wil een deal met je sluiten.’

‘O ja?’

‘Ja. Ik zal je helpen de reclassering ervan te overtuigen dat ze je moeten vrijlaten. Wat zeg ik, ik zal je als zo’n onzelfzuchtig en veranderd mens afschilderen dat ze in tranen zullen uitbarsten.’

‘En…’

‘Een paar onderzoekjes, een operatie, uitrusten in het ziekenhuis. Meer niet.’

Hmm. Heath beet op zijn duimnagel. Hij stelde zich zijn eerste avond in vrijheid voor: een en al liederlijkheid. Hij stelde zich het weerzien met Cynthia voor. Hij stelde zich nóg een jaar in dit ellendige oord voor. ‘Heb je een pen?’

Will gaf Heath de pen en begon de zinnen te dicteren die hij in gedachten had geformuleerd, ervoor zorgend dat hij niet klonk als een verstandelijk gehandicapte.

 

L.S.,

 

Ik heb zojuist vernomen dat ik twee dochters heb. Tot vandaag wist ik niet dat ik hun vader ben, en het maakt me dolgelukkig. Het is een tweeling. Ze zijn zestien jaar. Ze hebben hun hele leven voor zich, maar ze zijn doodziek. Ze zullen allebei aan een nierziekte sterven, tenzij ik vrijkom en hen help. Ik wil dat doen om alle slechte dingen die ik heb gedaan goed te maken. Ik wil Kay een nier schenken, want zij is het ziekst. Ze is een erg lief meisje. De man die voor hen heeft gezorgd, heet Will Marion. Hij heeft me vandaag bezocht en het nieuws verteld. Ik besef nu dat ik verantwoordelijkheden heb – en wíl hebben. Ik wil Kay redden, maar ik wil vooral eindelijk een vader zijn voor de beide meisjes. Het geeft me een doel, een reden om te leven, een reden om clean te blijven en de wet te respecteren. Ik heb me het afgelopen jaar goed gedragen. Ik word oud. Ik wil mijn leven veranderen. Ik wil een goed mens zijn. Ik wil mijn daden goedmaken. Ik zal onmiddellijk op geschiktheid worden getest. Zodra ik deze brief af heb zal ik me ook officieel als donor opgeven, voor het geval er iets met me gebeurt voordat ik de kans krijg bij leven donor te zijn. Als u me vrijlaat, zal ik een jonge vrouw redden. Als u me vrijlaat, zal ik een tijdje in het ziekenhuis liggen en geen overtreding kunnen plegen. Dat wil ik trouwens ook niet. Ik ben nu vader.

 

HEATH JONES

 

Toen Heath klaar was, pakte Will de brief en vouwde die op. ‘We gaan hem meteen naar de directrice brengen. Wat haar betrof mochten we nu naar het kantoor komen, de tests regelen en je online als donor opgeven.’

Heath kreeg een geïrriteerde uitdrukking op zijn gezicht. Hij schakelde snel weer over op zogenaamd bereidwillig en zei: ‘Prima. Kom op.’

Will had deze zaken inderdaad met de gevangenisdirectrice geregeld. Hij had vóór zijn bezoek opgebeld en de situatie uitgelegd, en gevraagd of Heath onmiddellijk getest mocht worden, om vast te stellen of hij geschikt was als donor. Hij had ook het argument aangevoerd dat gevangenissen gevaarlijk zijn. ‘Als hem iets overkomt, moet hij zich als donor opgegeven hebben.’ De directrice, wier bejaarde moeder ook dialyse onderging, had met hem meegevoeld en was akkoord gegaan met het kort van tevoren aangevraagde bezoek. Ze had geregeld dat de gevangenisarts de noodzakelijke tests zou afnemen, en ze wist hoe je je online als donor moest opgeven. ‘Hij moet daar natuurlijk wel mee instemmen,’ had ze gezegd.

‘Uiteraard.’

Met behulp van Will gaf Heath zich in het kantoor van de directrice online op als donor. De schurk probeerde een zo braaf mogelijke indruk te maken op de vrouw die een rol zou kunnen spelen bij zijn vrijlating, en pinkte zelfs zogenaamd een traantje weg toen hij over zijn pas ontdekte vaderschap praatte. Toen ze klaar waren, vroeg hij Will of hij een foto van de meisjes mocht hebben.

Will had geen zin om hem er een te geven, maar hij bedacht ook dat de aanblik van hun mooie gezichtjes best weleens wat gevoel zou kunnen losweken bij Heath, zodat hij gemotiveerd zou zijn om zich aan zijn woord te houden. ‘Je mag deze wel hebben,’ zei Will, en hij overhandigde een foto van de meisjes op het strand van Arran. Ze stonden blootsvoets, met opgerolde spijkerbroek en de armen om elkaar heen schaterlachend aan de waterrand.

Hmm, dacht Will, toen hij een laatste blik op de foto wierp voordat hij hem afstond, op deze lacht Georgie wel degelijk.

‘Wanneer komt de commissie bijeen?’ vroeg Will aan de directrice.

‘Morgen,’ zei ze.

‘En als zijn vrijlatingsverzoek wordt ingewilligd?’

‘Dan hangt het verder van ons en de nazorg verlenende instanties af. Als aan alles is voldaan – alle voorwaarden, zoals een geschikt adres, verslavingsbegeleiding, cursus woedebeheersing, al het overige wat door de maatschappelijk werkers en de reclassering noodzakelijk wordt geacht, zou hij met onmiddellijke ingang vrijgelaten kunnen worden. Ik controleer wel even of aan alles is voldaan. Zo ja, dan hoeven we er alleen maar voor te zorgen dat de toestemming tot vrijlating direct schriftelijk wordt bekrachtigd. Aangezien de situatie met uw dochter dringend is, zou ik ervoor kunnen zorgen dat het allemaal zo snel mogelijk wordt afgehandeld. Maar u moet natuurlijk niet te vroeg juichen. De beslissing is aan de commissie. Je weet, Heath, als je weer in de fout gaat, wordt je voorwaardelijke vrijlating ingetrokken en zul je onmiddellijk weer in hechtenis genomen worden.’

‘Natuurlijk, dat begrijp ik.’ Heath keek nog steeds naar de foto. Will had zin om hem op zijn bek te slaan. Hoe durfde hij naar de meisjes te kijken?

‘Dat in aanmerking genomen: mag ik je komen ophalen als je verzoek morgen wordt ingewilligd en je onmiddellijk wordt vrijgelaten?’ vroeg Will aan Heath.

‘Kom op, zeg. Geef me één nacht met mijn vrouw.’

‘Oké. Eén nacht. Kom daarna naar mijn huis – je weet waar we wonen. Je liep er ruim zestien jaar geleden de deur plat. Kom tussen de middag naar mijn huis.’