36

 

 

 

Nadat Will bij de bank was geweest, ging hij meteen door naar Linda. Hij was van plan geweest haar om geld te vragen als zijn eerste twee plannen zouden mislukken. Maar nu wilde hij alleen nog maar door haar geslagen worden. Hij had nog nooit naar lichamelijke pijn verlangd, maar nu hunkerde hij ernaar. Zou ze hem alsjeblieft met een pollepel voor zijn kop willen slaan? Hij verdiende het. Zou hij daardoor misschien ook alles één nachtje kunnen vergeten? Zou pijn dat mogelijk maken?

Zou de man van Linda er nog zijn?

‘Will! Hoe gaat het?’ zei Harry, de man van Linda, toen hij opendeed. Hij stond op twee voeten, dus de knielepisode was kennelijk voorbij. ‘Kom verder!’

De avond verliep niet volgens plan. Will kwam met Harry opgescheept te zitten, die maar doorzeurde over zijn werk. Vergeleken daarmee was Wills eigen arbeidsverleden zonder meer fascinerend te noemen: voor zover Will begreep knipte Harry artikelen uit alle belangrijke Britse kranten en stopte hij de knipsels in een archief.

‘Dus je bent een soort plakboekmaker?’ zei Will, vurig hopend dat de man zou ophoepelen of dat Linda op een ander onderwerp zou overgaan. (Waarom zat Linda er zo passief bij? Ze deed niets anders dan ja en aha zeggen, en vulde haar man zo nu en dan aan, alsof hij en dat wezenloze rotbaantje van hem haar nog interesseerden ook.)

‘Welnee! Kijk, hier heb je mijn visitekaartje. Ik ben senior pr-adviseur bij J.M. Brouwerijen.’

‘Krijg je gratis drank?’

‘Natuurlijk.’

‘Mag ik wat?’

Will wilde koste wat kost Linda even voor zich alleen hebben. Hij zou blijven tot die lul naar bed ging, of in ieder geval naar een ander vertrek. Hij had een strategie bedacht om dat voor elkaar te krijgen.

‘En, hoe gaat het met de geschiedenislessen van Archie?’ vroeg hij aan Linda.

Linda merkte nooit de transformatie op die ze bij anderen teweegbracht als ze het over haar kinderen had. Als iemand zo onverstandig was om naar hen te vragen, begon ze bij het begin (in dit geval bij het aspect van de Reformatie waarin Archie het meest geïnteresseerd was, en dat zeer gebrekkig behandeld werd in de les)…

Hoofden knikten, nauwelijks waarneembaar… hm-hm, hm-hm.

Ze rondde het begin heel langzaam af (in dit geval met: hoe ze de betreffende gebrekkige leraar had aangesproken op zijn gebrekkige lesmethoden)…

Schouders gingen een beetje hangen.

Ze begon heel geanimeerd aan het middengedeelte (in dit geval met: hoe – tegen alle verwachtingen in – haar geniale, niet-zieke, nog wél op school zittende zoon ‘zich erdoorheen had geslagen’ door in de bibliotheek extra leesmateriaal op te snorren en leerlingen van andere scholen te raadplegen)…

Ogen werden glazig.

Ze zou nooit uitgepraat raken.

Minstens de helft van haar gehoor stapte halverwege de afronding die geen afronding was meestal wel op.

En dat gebeurde in dit geval ook. Harry, die er geen woord tussen kon krijgen en bijna verstard was van verveling, stond gapend op, gebaarde dat hij naar bed ging – biddende handen tegen een schuin gehouden hoofd – en verliet de keuken.

Een seconde nadat hij vertrokken was, zei Will: ‘Ik wil dat je me pijn doet.’

Het leek hem aanvankelijk wel wat, mishandeld worden in de garage terwijl Harry in huis op bed lag. Will keek uit naar een paar klappen. ‘In mijn gezicht, als je het goedvindt,’ stelde hij voor terwijl ze haar mond weer naar de zijne bracht.

‘Denk je dat je ook maar iets te vertellen hebt?’ zei ze. De Linda uit The Exorcist was tevoorschijn gekomen.

Voordat Will het wist had ze zijn armen vastgebonden aan een ongebruikt imperiaal, met twee stukken waslijn die ze eerst met een schaar en daarna met knagende tanden inkortte. Daarna begon ze hem op zijn penis te slaan. Dat vond hij helemaal niet prettig. Hij vroeg of ze wilde ophouden. Ze weigerde, omdat hij stout was geweest. Hij zei: ‘Dat is niet waar. Ik ben een brave borst, weet je nog?’ Ze zei: ‘Nee hoor, je hebt een verhouding gehad.’ Hij zei: ‘Dat geldt ook voor die man daar op de bovenverdieping, die – tussen twee haakjes – me zou kunnen horen als ik een keel opzet.’

Ze zei: ‘Hou je mond en gehoorzaam me.’

Gehoorzamen hield in: niet schreeuwen terwijl ze in zijn scrotum beet. Dat kostte hem erg veel moeite.

Het hield in: niet gillen terwijl ze metalen klemmen op zijn tepels zette. Dat kostte minder moeite, maar fijn was anders.

Het hield in: niet ‘Maak me godverdomme los!’ roepen, terwijl ze zijn (uiteraard niet-stijve) penis als natte was uitwrong.

Het lukte hem niet. ‘Maak me godverdomme los!’ brulde hij.

Als reactie daarop wierp Linda een blik door het raam van de garage. (Harry had het vast gehoord. Hij had het slaapkamerlicht aangedaan.) Ze greep haar kleren, rende de garage uit, deed de deur achter zich dicht, sloot de keukendeur af en verdween in het huis.

 

Hoe hij ook zijn best deed, Will kon zich niet losmaken van het imperiaal. Ze had zijn handen zo strak vastgebonden dat de waslijn geen millimeter week, hoe vindingrijk hij ook wrikte met zijn armen en handen. Als gevolg van de Jezushouding waarin ze hem had gedwongen, kon hij met zijn handen niet bij zijn mond komen. Hij was poedelnaakt. Hij had geen andere keus dan in deze toestand de garage uit te gaan.

Toen de meisjes aan het puberen waren, wist hij altijd precies wat ze in hun schild voerden. In deze wijk vol rijtjeshuizen wemelde het van de bemoeials die niets beters te doen hadden dan met elkaar roddelen over wat deze of gene de vorige avond had uitgespookt. Bijvoorbeeld:

‘Misschien zou ik dit eigenlijk niet moeten doorvertellen, maar Kay heeft op het sportveld met een jongen gezoend.’

‘Zou je willen weten of Georgie drinkt, Will? Nou? Want dat doet ze, hoor. Martha’s vader, uit Second Avenue, heeft het Martha’s moeder verteld, en die heeft het weer doorverteld aan Belle van hiernaast. Ze heeft gisteravond in het park een liter cider gedronken en pal voor de nieuwe delicatessenzaak gekotst.’

Dus toen Will de garage van Linda uit liep, er op de een of andere manier in slaagde met twee vingers het hek van de achtertuin open te krijgen, en het laantje achter haar huis in ging om aan de tweehonderd meter lange wandeling naar huis te beginnen, wist hij dat de buurtbewoners a) dit met eigen ogen zouden zien of b) het de volgende dag van anderen zouden horen (en misschien zelfs een foto ervan te zien zouden krijgen).

Hij kwam op weg naar huis één iemand tegen. Een vrouw die haar hond uitliet en een dochter had die bij Kay op de padvinderij had gezeten. Ze was typisch een padvinderijmoeder. Heel georganiseerd, en nauwgezet wat betreft de uniforms van haar kinderen en hun huiswerk, activiteiten en gedrag. Nog maar drieënveertig, en nu al ouderling van de kerk. En hondenliefhebster. Ze zag de naakte man over straat lopen, met uitgestrekte armen en een metalen geval op zijn rug, waaraan zijn polsen aan weerszijden vastgebonden waren. Ze keek hem met open mond aan toen hij naderbij kwam.

‘Goeienavond,’ zei Will.

‘Goeienavond,’ antwoordde ze.

‘Lang verhaal,’ zei hij.

‘Vanzelf.’ De vrouw had besloten aardig te zijn. Ze deed alsof haar hond moest poepen. Toen Will haar voorbijstrompelde liep ze naar de goot, en terwijl hij voortrammelde draaide ze hem de rug toe en zei verder niets meer.

Ah, maar reken maar dat ze er morgen héél wat over te zeggen had.

 

Telkens wanneer Georgie boos was, stormde ze het huis uit en liet ze de deur openstaan. Toen Will zijn huis naderde, zag hij dat ze dat deze avond ook had gedaan. De voordeur stond op een kier van minstens vijfentwintig centimeter. Meestal raakte hij in paniek en werd hij boos – Was er ingebroken? Hoeveel kostbare warmte was er ontsnapt? Woonden ze soms in een tent? – maar ditmaal niet. Ditmaal was hij maar wat blij dat Georgie blijkbaar weg was en dat hij nog naar binnen kon ook. Will manoeuvreerde zich door de deuropening en zijdelings de keuken in, waar hij een uur bezig was om met zijn mond een mes te pakken, dat klem te zetten in de bestekla, die hij met zijn heup stevig aandrukte, en te proberen zijn vastgebonden handen los te snijden.

Toen hij de wonden op zijn penis, tepels en handen had verzorgd, barstte hij in lachen uit. Je kon zeggen wat je wilde van Linda, maar je afleiden kon ze als de beste.

De pijn had alleen niet geholpen. Aan deze afschuwelijke situatie viel niet te ontsnappen. Kay lag boven te slapen. Georgie was nergens te bekennen. Wat had ze na de dialyse gedaan? Waar was ze naartoe? En waarom was ze nú weer het huis uit gelopen zonder de deur achter zich dicht te doen?