29
‘Waarom heb je het mij verdorie niet verteld?’
Elle stond in de deuropening van Rory’s kantoor. Hij keek op, de paniek stond in zijn ogen te lezen. Hij stond op en deed de deur dicht. Annabel Hamilton, die gehaast door de gang liep, keek bevreemd.
‘Je had het me moeten vertellen.’ Elle bewoog zijn richting op en schudde haar hoofd.
Rory zuchtte. ‘Elle, dat heb ik de afgelopen maand ook geprobeerd.’
‘Dan heb je niet erg goed je best gedaan.’ Elle wilde het liefst hysterisch gaan lachen, eens even flink doordraaien. De glazen wand met een honkbalknuppel kapot rammen, om vervolgens dat achterlijke t-shirt van de salesconferentie om zijn nek te binden en hem te wurgen. Ze balde haar handen tot vuisten, ze had zo haar best gedaan alles binnen te houden en nu ze hem sprak wilde ze alleen nog maar boos worden.
‘Dat heb ik gedaan!’ zei Rory hard. Hij sloeg met zijn handen op zijn bureau. Papieren vlogen alle kanten op en zeilden zachtjes omlaag op de groene tapijttegels. ‘Ik heb je zo vaak ge-sms’t om te zeggen dat ik je moest spreken, je wilde zien! Je reageerde niet!’
Elle schudde haar hoofd. Ze was zo boos: vooral op zichzelf omdat ze had gedacht dat ze misschien weer verliefd op hem was.
‘Ga zitten,’ zei Rory. ‘Laten we erover praten. Ik probeerde je uit te leggen…’
Ze zwaaide haar telefoon voor zijn gezicht heen en weer. ‘Ik moet steeds aan je denken,’ las ze hardop, haar stem druipend van verachting. ‘Ik mis je. Kunnen we alsjeblieft iets afspreken?’ Ze keek hem aan. ‘Niets met werk te maken? Dit was minder dan twee maanden geleden, rotzak. Wil jij me vertellen dat je haar toen nog niet neukte?’
‘Het is maar een paar keer gebeurd,’ siste Rory. ‘En nooit toen wij nog samen waren, dat hebben ze helemaal mis.’
‘Je liegt,’ riep ze. ‘Verdorie, je liegt. ‘Je hebt me bedrogen…’
Hij stond op en pakte haar polsen. ‘Niet waar. Ik zweer je dat ik dat niet heb gedaan. Het was Kerstmis, oudejaarsavond… Echt, het was niets. Niets!’
‘Kerstmis?’ Elles stem trilde. ‘Dus je hebt een paar dagen gewacht nadat wij uit elkaar waren. Bedankt. Hoe attent van je. Ik neem aan dat ik je dankbaar moet zijn, helemaal omdat je iedereen hebt genaaid, jij laffe, achterlijke…’
‘Elle, praat wat zachter.’ Hij bewoog zijn handen op en neer. ‘Een of andere lamzak heeft zijn mond voorbijgepraat en iedereen weet het. Ze is woedend. Ik had je niet moeten sms’en. Is het zo goed?’ Hij gebaarde dat ze dichterbij moest komen en probeerde haar als een leeuwentemmer op haar gemak te stellen. ‘Maar… ik miste je. Ik dacht dat ik het je moest vertellen en toen begon ik over ons na te denken en… ik dacht… Ik mis onze tijd samen. Het was leuk. Ik heb het verkeerd gedaan. Ik had je niet moeten laten gaan.’
‘Ik ben degene die het heeft uitgemaakt!’ riep Elle. ‘Ik heb het uitgemaakt! Je hebt mijn hart volledig gebroken, Rory, en je behandelt me alsof het er niet toe doet! Nou, voor mij wel, voor mij wel!’
Rory keek naar iets achter haar, en zijn mond viel open van verbazing. Elle draaide zich om en zag Bill Lewis langslopen, die geërgerd en nieuwsgierig naar hen staarde. Het kon haar niet schelen. Ze gooide de deur open.
‘Dat was het dan,’ zei Rory. ‘Alsof ik nog niet genoeg problemen had. Wat een klotezooi.’ Hij liet zijn hoofd in zijn handen zakken. ‘Celine vermoordt me. Ze zei al dat ze niet zeker wist of het wel wat zou worden. Wat moet ik nu?’
Elle gaapte hem aan. ‘Ik weet het niet,’ zei ze. ‘Is er niet iemand anders met wie je naar bed kunt om je baan te behouden? Ik weet het niet. Misschien kun je Bill vragen of hij mee uit eten gaat?’
Het gaf haar op een vreemde manier een bevrijdend gevoel om haar schepen zo achter zich te verbranden. Ze vonden haar allemaal tweederangs, afwezig, niet veel soeps, nou, laat ze nu maar denken dat ze gek was geworden. Nu wisten ze de waarheid in ieder geval, de reden waarom ze deze baan had gekregen.
‘Ik weet niet hoe dit allemaal is gebeurd. Het is een grote vergissing,’ zei hij zachtjes. Hij haalde zijn handen door zijn haar en klampte zich aan zijn schedel vast. De vertrouwdheid van dat gebaar brak haar hart bijna. Alle dingen waaraan ze had geprobeerd niet te denken klopten hard in haar gedachten. Had Celine samen met hem op de grote grijze zachte bank in zijn flat gezeten, kijkend naar de heen en weer zwiepende bloesem op het plein? Had ze de moedervlek op zijn buik gezien, die glimlachte als hij rechtop ging zitten? Natuurlijk had ze die gezien. Wat bespraken ze, hoe waren ze samen? Elle hield haar handen over haar oren, hem onbewust nadoend, in een poging de stemmen in haar hoofd buiten te sluiten.
‘Ik kan hier niet tegen…’ Ze keek om zich heen. ‘Ik… Ik kan dit niet. Ik denk dat ik gek word.’
Rory’s gezicht stond somber. ‘O, Elle,’ zei hij. ‘Het spijt me, ik heb er een grote puinhoop van gemaakt. Ik had het mis. Helemaal mis.’
Ze zei niets, maar schudde haar hoofd, haar lippen stijf op elkaar. Ze wilde dat ze hem kon vasthouden, nog één keer, om zich te herinneren hoe het was, voordat ze weer afscheid moest nemen.
Toen zei hij: ‘Maar Elle, ik meen het serieus. Je moet het aan niemand vertellen.’ Zijn uitdrukking was dringend, zijn stem zacht. ‘Over ons, bedoel ik. Ik probeer het met Celine nog te redden. Dus…’
Elle kon er niet meer naar luisteren. ‘Rot op, Rory. Rot op.’
Ze liep weg en gooide de balsahouten deur hard achter zich dicht, waardoor het kantoorframe rammelde.
‘Elle, kun jij het omslag opzoeken van…’ zei Annabel Hamilton, die gehaast op haar af kwam en net deed alsof ze niet de hele tijd buiten had staan luisteren.
‘Niet nu, Annabel.’ Elle stak haar hand op en beende de andere kant op. ‘Ik ben druk.’
Ze duwde de deur van Celines kantoor open en gaf er een klopje op.
‘Eh…’ zei Celine, en ze keek geërgerd op, maar toen ze zag dat het Elle was, glimlachte ze breeduit. ‘Dit is een beetje vreemd, maar Elle…’
‘Je wist van Rory en mij, of niet?’ vroeg Elle. Ze stond voor Celines bureau met haar handen in haar zij.
‘Ja, ja, dat klopt.’ Celine deinsde niet terug, noch ontweek ze Elles harde blik. Ze knikte en klopte op haar bureau om Elle te gebaren dat ze moest gaan zitten. Deze beheerste houding bracht Elle een beetje in verwarring. Ze voelde zich gesterkt door haar gerechtvaardigde boosheid en had verwacht dat Celine voor haar zou kruipen. ‘Deze hele business is erg irritant.’
Ze sprak het uit als ‘biesniss,’ en Elle spitste haar oren omdat ze het niet goed verstond.
‘Hoe dan ook, het is op dit moment niet belangrijk. Ik heb net een reactie uit Amerika ontvangen. Ze willen je de baan graag geven.’
Elle lachte kort. Ze was echt witheet. Ze was blij dat ze geen pistool had. Het was alsof ze naar zichzelf stond te kijken, zo met haar handen op haar heupen. ‘Wat heb je tegen hen gezegd zodat ik hem kreeg? Heb je gezegd dat je me hier weg wilde hebben?’
‘Ik heb hun duidelijk gemaakt dat jij de beste kandidaat bent. Om vele redenen.’ Celine glimlachte bedeesd en trok aan haar oorlelletje.
‘Ik ga niet, niet op deze manier,’ zei Elle vastberaden. Celine lachte. Ze wipte haar haar over haar schouder, stond op en liep naar het grote raam met uitzicht over de daken van Soho.
‘Beste dame, je hebt geluk dat ik je deze kans überhaupt geef. Ik probeer je niet uit de weg te ruimen. Dit is juist een risico voor mij.’ Ze maakte een afwijzend gebaar. ‘Ze kennen je daar niet en dit kan ze niets schelen, het enige wat zij belangrijk vinden is of je goed bent. Het is een schone lei voor je.’ Ze trommelde met haar vingers op haar zachtroze lippen. ‘Hmm. Ik denk dat je talent hebt, je ziet het alleen zelf niet. Die nieuwe omslagen voor Dora Zoffany, die zijn veel beter. Je had gelijk.’ Elle zag dat de goedgekeurde omslagen op de boekenplank achter Celine stonden, een selectie om te laten zien wat Bookprint zoal deed. Ze glimlachte spottend. ‘Daarom heb ik jou uitgekozen. Jij hebt niets verkeerd gedaan. Libby wel. Rory heeft het mij misschien ingefluisterd, maar we weten allebei dat hij vaak niet de hele waarheid vertelt. Toch?’
Elle knikte. ‘Ja,’ zei ze.
Een hint van, wat was het eigenlijk, een lach, flitste over Celines gezicht. ‘Dus ik zou willen dat je inzag dat ik je probeer te helpen.’ Haar kleine tandjes glinsterden, en ze wendde zich weer tot Elle. ‘Zie je echt niet in dat ik dat probeer?’
Elle liet haar schouders hangen. ‘Ja, zei ze. ‘Ja, dat zie ik wel.’
‘Dus,’ zei Celine, ‘zal ik Caryn bellen om haar te laten weten dat je de functie aanvaardt? Is dat goed?’
Ze waren allebei stil, en Elle keek op en stak haar kin in de lucht. ‘Ja, graag.’
Om zes uur gingen ze allemaal naar de pub voor Libby’s verjaardag. Libby had de hele week reclame voor zichzelf gemaakt, mailtjes rondgestuurd en mensen opgezocht in hun cocons om hen praktisch te smeken om te komen. Met de verschijning van het artikel in Private Eye waren alle ogen op haar gericht, maar net als altijd floreerde Libby onder druk. De opkomst in de Crown, een kleine pub achter Carnaby Street, was indrukwekkend, gezien het feit dat het augustus was en de helft van het personeel op vakantie was.
Elle was niet van plan geweest te gaan. Ze was woedend op Libby, ervan overtuigd dat ze iedereen over haar affaire met Rory had verteld uit wraak op Rory, die tegen Celine zijn mond voorbij had gepraat over Bill en haar. Maar tegen het einde van de dag nam de behoefte aan een drankje het over, bovendien besefte ze ineens dat er zoveel was wat haar de afgelopen zomer niet had kunnen boeien, dat ook deze stinkende roddels haar niet meer interesseerden. Als ze naar New York zou gaan, en dat was het geval, waarom zou ze dan niet nog meer schepen achter zich verbranden voordat ze ging? Ze was vroeg en ging op de stoel naast Libby zitten.
‘Hoi, schat,’ zei Libby, haar glimlach misschien iets te groot, hoewel ze wallen onder haar ogen had en haar normale veerkrachtigheid ver te zoeken was. ‘Gaat het? Je ziet eruit alsof je een zware dag achter de rug hebt.’
‘Nee hoor,’ zei Elle. ‘Eigenlijk was het een geweldige dag.’
Meer zei ze niet, maar ze gaf de stomverbaasde Libby een zoen en overhandigde haar een verjaardagskaart en bleef vervolgens drankjes bestellen. Drie wodka lime met sodawater en nog was het niet genoeg om het ergste weg te nemen. Rond acht uur nam ze een groot glas wijn en pas toen leek alles relaxter, grappig bijna. Het was grappig als je er goed over nadacht. Grappig op een belachelijke manier. Libby die met Bill neukte… Bill getrouwd. Elle die Rory neukte, Rory die Celine neukte… Elle die helemaal niemand neukte. Ze keek om zich heen. Het deed er allemaal niet meer toe.
Ik voel helemaal niets voor deze mensen, dacht ze. Ze sloeg het glas wijn achterover.
‘Jij tikt ze aardig weg vanavond,’ zei Bill Lewis. ‘Je verdriet aan het verdrinken?’
Elle gaf geen antwoord, hoewel het een van de weinige keren was dat hij haar direct aansprak. Ik haat je, zei ze binnensmonds.
‘Vroeger bij Bluebird viel Elle na één drankje al achterover,’ zei Libby. ‘Nu kan ze ons allemaal onder tafel drinken. Je bent echt vooruitgegaan.’
Vooruit. De stapel flessen thuis die elke week groter werd, die ze in de prullenbak gooide in plaats van in de glasbak omdat ze zich schaamde voor de hoeveelheid die ze dronk. Er was tegenwoordig een fles voor nodig om een waarneembaar verschil te voelen.
‘Je hebt een zware tijd achter de rug,’ zei Bill. ‘Maar…’ Hij zweeg en keek de drukke tafel rond, die volledig stil was gevallen. ‘Ik had gehoord dat je een goede smaak hebt, Elle. Wat ik vandaag heb gehoord, bewijst echter het tegendeel. Echt.’
O, ik haat je, Bill. Jij bent de baas, je zou je met de cijfers moeten bemoeien of thuis bij je gezin moeten zitten. Niet in een pub met een groep jongelui van in de twintig en je machobabbels, idioot. Woede borrelde in haar op maar ze herinnerde zichzelf aan New York. Ze ging naar New York. Ze kreeg een kans. Ze had alles verpest, maar ze kreeg een tweede kans.
Elle stond op en liep de pub uit. Ze zei niets, zwaaide niet, maar liep gewoon weg. Ze liep met een geheven hoofd de warme zomeravond in, langs de groepjes mensen voor de verschillende pubs en door de achterafstraatjes van Marylebone. Thuisgekomen sprong ze onder de douche om alle alcohol van haar lichaam te spoelen, de dag van zich af te scrubben. Ik zal niemand missen, dacht ze. Helemaal niemand.
Alleen Tom. Toen ze in haar topje en korte broek op bed zat besefte ze dat hij de enige in Londen was die ze zou missen. Ze telde op haar vingers de dingen die ze die zomer samen hadden gedaan. Het was maar een maand of zo, maar het voelde langer. Ze hadden The Royal Tenenbaums en The Godfather gezien. Ze hadden pizza, sushi, tapas en Thais gegeten. Ze waren naar die afschuwelijke bar in Wardour Street geweest, de Lardbroke Arms, en die tent waar je margarita’s kon drinken in St. Anne’s Court. Ze was naar zijn boekwinkel in Richmond geweest om hem op te halen, een paar keer zelfs. En dan was er nog de avond dat Caitlin halverwege was komen opdagen en Tom had geprobeerd haar af te schudden en hij achteraf tegen Elle had gezegd: ‘Het spijt me zo, ik wilde met jou uit, niet met haar.’
De gedachte aan zijn zachte stem die milder werd, zijn grijze ogen die haar recht aankeken, de lichte greep om haar arm… Elle glimlachte en ging in het donker van de kleine warme kamer op haar rug liggen. Ze zouden elkaar zaterdag weer zien. Ja. Die gedachte verwarmde haar. Ze zou Londen, haar familie, Bookprint of wat dan ook niet gaan missen, maar hem wel.