33
Ze hadden afgesproken iets in het Algonquin te gaan drinken. Het was maart. Elle was laat omdat een telefonische vergadering met iemand in LA was uitgelopen. Toen ze was gearriveerd had Melissa al een martini op.
Sinds de afgeblazen bruiloft had Elle Melissa en Rhodes drie keer gezien. Eens per jaar met kerst. De eerste keer bij haar vader in Brighton. Elle had ertegen opgezien door wat ze misschien zouden zeggen en wat zij zou doen. Toen ze arriveerde, zo herinnerde ze zich nog goed, hadden ze er allebei heel resoluut uitgezien. Rhodes was steviger en groter dan ooit, de agressieve, gecontroleerde energie leek uit hem te barsten en zijn handen hingen als gebalde vuisten langs zijn zij. Melissa was pezig, evenwichtig, minzaam, altijd beleefd, had nooit iets te melden, in ieder geval niet aan hen.
Uiteindelijk was het prima gegaan, zoals altijd in dergelijke situaties, want Elle had geen rekening gehouden met het nieuws waarover ze geen controle had. Het was geweldig. Melissa was zwanger. ‘Het perfecte kerstcadeautje!’ had Eliza, Elles stiefmoeder, uitgeroepen – maar het gaf iedereen ook een goed excuus om niet te praten over de geannuleerde bruiloft, de daaropvolgende geheime bruiloft, wat er was gezegd en over degene die niet aanwezig was geweest. De olifant in de kamer genaamd Mandana.
Toen haar nichtje was geboren, had Elle haar een speelgoedolifantje van Barney’s gestuurd en achteraf had ze het zich herinnerd en zich afgevraagd of dit nog een onbewuste link was geweest. Maar Rhodes en Melissa waren van een flat in Battersea naar Primrose Hill verhuisd zonder het Elle te vertellen en het olifantje was nooit aangekomen.
Het tweede jaar had ze hen bij haar moeder gezien en had ze kleine Lauren voor het eerst ontmoet. Ze waren met de lunch gekomen, iedereen had kalkoen gegeten en met de baby getut. Het was heel leuk geweest om haar nichtje te zien, dat net zulke krullen als haar vader had en dat Elle op Mandana vond lijken. Ze vertrokken meteen na de lunch, waren heel beleefd, maar het was duidelijk dat ze niet konden wachten om te vertrekken, om Elle en haar moeder gezellig hangend voor de tv met cranberrysap en kerstcake achter te laten.
Het derde jaar had Elle hen weer in Brighton gezien, Lauren was toen achttien maanden geweest. Ze kon al lopen en ‘appel’ en ‘proost’ zeggen en ze was schattig. Ze hadden rondom de grote eiken tafel in de ruime kelder gezeten en net gedaan alsof ze een hechte, gezellige familie waren, hoewel Elle achteraf had beseft dat ze zowel met Rhodes als met Melissa geen gesprek van meer dan vijftien seconden had gevoerd. Zij woonden in Londen en zij in New York, en ze miste hen niet want ze kende hen tegenwoordig nauwelijks nog, ook haar broer niet. Ze wilde dat het anders was.
‘Het is leuk je te zien,’ had Elle beneden in de Algonquin-bar tegen Melissa gezegd, stampend met haar voeten tegen de kou. ‘Hoe gaat het met Lauren, heb je haar meegenomen? Heeft ze het boek Eloise gekregen? Waarom ben je hier?’ Te veel vragen. Haar stem klonk hoog en nerveus.
‘Ik ben bij vrienden op bezoek en ik heb een paar afspraken,’ had Melissa gezegd terwijl ze de rest van haar drankje opdronk. ‘Het kan zijn dat we terug hierheen verhuizen. We denken er op het moment over na. Lauren is bij haar tante. Ik zal haar de groeten doen.’
Het was druk in de bar, ze kon de verschillende gesprekken om zich heen horen zoemen. ‘Ik ben haar tante,’ zei Elle.
‘Natuurlijk. Ik bedoel haar andere tante. Mijn zus.’
Melissa was beeldschoon, dat vergat Elle altijd. Ze wierp nog een blik op haar. ‘Juist,’ zei Elle. ‘Dat is geweldig, kan ik misschien…’
Melissa onderbrak haar. ‘Elle, ik heb tot acht uur de tijd. Ik wilde je even spreken om iets aan je te vragen. Want…’ Ze zat te wiebelen. ‘We willen graag weten hoe lang je van plan bent in New York te blijven,’ zei ze, en ze zwaaide met haar vinger naar de ober, die meteen naar haar toe kwam. Ze wierp een vragende blik op Elle. ‘Wat wil jij? Een martini?’ Elle knikte sloom. ‘Twee martini’s alsjeblieft, die van jou met een twist? Geweldig. En nog wat olijven. Dank je.’
Ze wendde zich tot Elle. ‘Het gaat om je moeder. Ze heeft hulp nodig. We willen graag weten wanneer je terugkomt.’
‘Mijn moeder? Met haar gaat alles goed. Ik heb haar gisteren nog gesproken. Ze… Ze stond op het punt met Bryan uit te gaan.’ Elle probeerde Melissa af te leiden van het onderwerp. ‘Hé, waar willen jullie gaan wonen als jullie hierheen verhuizen?’
Melissa zei kil: ‘Elle, ik ben hier niet om over de verhuizing te praten. Ik ben hier omdat ik je dit recht in je gezicht moet zeggen. Dit is niet langer iets wat je kunt negeren.’
‘Waar heb je het over?’
‘Och, kom op. Je weet dat ik onze eerste bruiloft vanwege je moeder heb gecanceld.’
‘Dat heb ik gehoord, maar je hebt me nooit verteld waarom,’ zei Elle, en ze moest op haar tong bijten om niet nog meer te zeggen. Ze kon een rode mist van woede in zich voelen opborrelen. Ze herinnerde zich haar moeders stem aan de telefoon de vorige avond toen ze had verteld dat ze iets met Melissa zou gaan drinken. ‘Wat leuk voor je,’ had Mandana op zeer sarcastische toon gezegd. ‘Wat zul jij een lol hebben. Vraag haar of ze je wil waarschuwen voordat ze glimlacht. Ik durf te zweren dat ze haar tanden weer heeft laten bleken. Ze heeft me laatst bijna verblind.’
Elle probeerde niet te glimlachen bij die herinnering.
Melissa zei: ‘De reden dat ik het heb gecanceld was dat ik wilde dat alles perfect zou zijn en dat kon niet, dus wilde ik er niet mee doorgaan. Dat weet je.’
‘Melissa, jullie hebben mij een week voor het vrijgezellenfeestje een kaartje gestuurd en dat is alles wat ik van jullie heb gehoord. Mijn vader heeft me verteld dat jullie ruzie met mijn moeder hadden gehad…’ Elle beefde van woede. ‘Mijn hemel, dit gaat niet om mij.’ Ze keek op, plotseling wanhopig verlangend naar een drankje. ‘Ik begreep het gewoon niet. Je was er zo druk mee, elk detail moest perfect zijn. Het was een enorm dure bedoening en twee maanden van tevoren hoor ik niets meer en dan zeggen jullie alles af. Het leek gewoon niet – ik heb het nooit begrepen – we wisten niet…’
Elle was energiek begonnen, maar ineens was ze doodmoe. Ze liet zich tegen de rugleuning zakken.
Melissa prikte met een cocktailprikkertje in een servet en zei: ‘Ik kan niet zeggen dat ik er geen spijt van heb gehad, want dat heb ik wel.’
‘Echt?’
‘Ja, natuurlijk. Maar ik kon er na dat weekend niet mee doorgaan, ik zou constant bang zijn geweest dat ze zich zo zou gedragen. Ik heb nooit…’ Ze prikte nu nog boosaardiger en stak zelfs in de houten tafel eronder. ‘Ik had nog nooit iemand zo gezien. Zelfs mijn vader niet toen het heel slecht met hem ging. Ze was net Mr. Hyde. Zo… Zo boos. Tegen mij, maar vooral tegen Rhodes.’ Melissa keek op naar de pianist, niet naar Elle. ‘Weet je dat ik denk dat ze soms in de war is en Rhodes en je vader door elkaar haalt?’
Elle dacht dat ze een grapje maakte, maar één blik op Melissa en ze wist dat het niet zo was.
‘Ze zien er hetzelfde uit. Ze kijkt naar hem, ziet je vader, geeft hem de schuld, het is heel raar. Ik kon het niet verdragen haar dat weer te zien doen, niet op mijn bruiloft.’ Ze glimlachte zwakjes. ‘Je weet het, ik ben een perfectionist. Ik wilde het hebben zoals ik het wilde. Dat was alles waaraan ik kon denken, ik kreeg nachtmerries over wat ze zou kunnen doen.’
Melissa pauzeerde even.
‘Ik wilde haar zelfs niet zien, aanraken of erbij hebben.’
Elle ging verzitten. Ze besefte dat ze haar tas en telefoon nog steeds in haar handen geklemd had. Ze legde ze op de grond. ‘Melissa, het spijt me. Ik…’
Melissa’s toon werd hard. ‘Rhodes en ik willen dit niet met je bespreken, maar we moeten wel, ik heb tegen hem gezegd dat je het ons moet vertellen. Wanneer ben je van plan terug te komen?’
‘Niet in de nabije toekomst,’ zei Elle, en ze hoopte dat ze kalm klonk. ‘Waarom wil je dat weten?’
‘We denken niet dat het alleen onze taak is om de hele tijd op je moeder te letten.’
‘Hoezo?’ zei Elle. ‘Doe het dan niet.’
‘Het gaat slechter met haar.’
‘Slechter? Helemaal niet,’ zei Elle. ‘Het gaat juist heel goed.’
‘Elle, in godsnaam. Ze drinkt weer. Dat moet je hebben gemerkt.’
Elle probeerde niet te zuchten. ‘Ik…’
Melissa gooide haar handen in de lucht. ‘Kom op. Ze is alcoholist, Elle. Jij bent degene voor wie ze het het meest verborgen houdt en daar gaat ze aan onderdoor.’ Elle schudde haar hoofd. ‘Kom op! Ze moet behandeld worden. Ze moet in therapie, ze moet cold turkey van de drank af. Ze is er afhankelijk van.’
De drankjes werden neergezet. Elle nam een slok en voelde de koude, dikke, heldere alcohol door haar keel glijden en ze vond het verschrikkelijk dat het zo goed voelde. Ze deed haar ogen even dicht en ordende haar gedachten. Ze probeerde niet te letten op de schijnheiligheid van hun wodka martini’s terwijl ze Mandana veroordeelden. ‘Melissa, ze drinkt niet echt meer.’
Melissa snoof, een gebaar dat het midden hield tussen boosheid en ongeloof. ‘Jij bent… Wauw, je leeft echt in een fantasiewereld,’ zei ze. ‘Natuurlijk drinkt ze wel.’
‘Melissa,’ zei Elle. ‘Zij en ik hebben het er vaak over. Ik heb vorig jaar zomer een week met haar doorgebracht toen ze hier op bezoek was. Ik weet dat ze het moeilijk heeft gehad en dat ze een paar keer is teruggevallen, maar ik meen het. Ze drinkt niet meer.’
‘Ze is haar rijbewijs afgelopen zomer kwijtgeraakt,’ zei Melissa. Elle liet het cocktailprikkertje vallen en haar mond zakte open van verbazing. ‘Kom op, Elle, wist je dat niet?’
Elle knipperde met haar ogen. ‘Ze… Nee, dat wist ik niet.’ Ze herinnerde zich vaag dat Mandana haar met kerst niet had kunnen ophalen, maar Elle had er geen aandacht aan geschonken, Mandana veranderde constant van gedachten.
‘Ze heeft een botsing veroorzaakt de dag nadat ze van jou terug is gekomen. Ze liegt tegen je, Elle en daar is ze erg goed in geworden. Kom op! Jij bent degene voor wie ze alles wil verbergen. Dat wij het weten kan haar niets meer schelen.’
Elle negeerde dit. ‘Heeft ze iets gedaan, iets gezegd? Ze kan echt heel gemeen zijn en het spijt me als ze jou verdriet heeft gedaan.’
Melissa kneep haar ogen tot spleetjes. ‘Je weet niet waar je het over hebt. Je rent weg voor de waarheid, Elle.’
Je weet niet waar je het over hebt? Elle begon bijna te lachen. ‘Luister,’ zei ze. Ze legde haar hand op tafel. ‘Ik ben niet naar New York gegaan om bij haar uit de buurt te zijn. Heus, Melissa. Ze is vorig jaar een week bij me geweest en er was helemaal niets aan de hand. Ze is met Anita een bedrijfje begonnen, ze heeft Bryan, haar werk in de bibliotheek, als ik met haar praat lijkt het prima met haar te gaan. Ik wil graag geloven dat ze de waarheid spreekt.’ Ze haalde diep adem. ‘En dat doe ik ook.’
‘Ik heb die Bryan nog nooit ontmoet, jij wel? En weet je hoe ze die botsing heeft veroorzaakt? Weet je wat ze had gedaan?’ vroeg Melissa dringend. Haar wangen waren rood van de opwinding. ‘Ze was zo dronken dat ze probeerde naar je vaders huis te rijden. Ze heeft een botsing gehad op een of andere snelweg. De politie belde ons en toen we bij haar thuis kwamen lagen daar drie lege flessen wodka. Ze heeft onophoudelijk gedronken nadat ze uit New York was teruggekomen. Zo is ze haar rijbewijs kwijtgeraakt, Elle.’
‘Maar…’
Elle dacht terug aan de laatste avond dat ze bij haar moeder was geweest, bijna een jaar geleden. Een paar maanden nadat ze voorgoed naar New York was verhuisd, had ze een immigratieadvocaat ingehuurd om naar Mandana’s zaak te kijken en hij had drie soortgelijke zaken gevonden waarbij een visum was verstrekt, onder een aantal voorwaarden, en daaraan bleek Mandana te voldoen. Grappig dat Elle zich drie jaar daarvoor nooit had kunnen voorstellen dat ze zoiets doortastends zou doen. Ze waren in het park naar Henry V van Shakespeare wezen kijken en hadden in Upper West Side in een piepklein restaurantje gedineerd waar Mandana altijd naar terug had gewild sinds ze er in 1969 had gegeten toen ze op weg naar San Francisco was geweest. Ze hadden onophoudelijk gelachen om het bohemien stel naast hen bij het toneelstuk, dat zo overduidelijk de belangrijkste regels mee had gezegd. Mandana had goed in haar vel gezeten, ze was uitbundig en vrolijk geweest en had gebloosd van het lachen en de warmte omdat ze het zo leuk hadden. Elle kon haar naast zich horen ademen in het kleine tweepersoonsbed en ze had die nacht naar haar liggen luisteren, naar haar vredige uitdrukking gekeken, en ze had het gevoel gehad dat het echt goed met haar moeder ging.
En vierentwintig uur later – echt? Elles linkeroog begon te kloppen, als tromroffel in haar hoofd.
‘Wil je weten wat ze deed toen we haar vertelden dat we zwanger van Lauren waren?’
Elle haalde haar schouders op en hield ze daar, gespannen, haar handen ineengeklemd alsof ze zichzelf voor een volgende klap wilde behoeden.
Melissa streek met een hand over haar voorhoofd en haar blonde pony bleef aan een kant overeind staan. ‘We gingen naar haar toe, het weekend voor kerst, om haar het goede nieuws te vertellen en weet je wat ze deed?’
‘Nee,’ zei Elle met een klein stemmetje.
‘Ze was dronken toen we aankwamen.’ Melissa blies lang uit en deed haar ogen dicht. ‘Ze zei dat ze medelijden had met elk kind dat in onze familie werd geboren. Ze zei dat ze nooit foto’s van de bruiloft had gezien en dat het wat haar betrof een onecht kind zou zijn. En het kon haar niet schelen. Dat zei ze ook. Toen gaf ze over. Ze geeft continu over, daarom is ze zoveel afgevallen. Ze is ziek, Elle. Ze spuugde en wreef alles…’ Melissa sloeg haar handen voor haar gezicht. ‘Nee, het was echt heel goor.’
‘Wat deed ze?’ Elle was bang dat ze zelf ook zou moeten overgeven.
‘Het doet er niet toe. Zo is het genoeg. Ze was net… Ik weet het niet! Mijn hemel, net Quasimodo? Een aap, een monster, ze denderde door de keuken en sloeg van alles stuk, haar handen waren overal en ze was, jemig, ze was zo gemeen. Zo gemeen, alsof ze continu dacht, wat is het ergste wat ik nu kan zeggen? En nu?’ Melissa hield haar mond, haar gezicht was rood en haar ogen waren vochtig. ‘Ik was zwanger van haar eerste kleinkind. Dit is je moeder. Zo is ze. Alleen denk jij op de een of andere manier dat het jouw probleem niet is.’ Melissa ademde uit, haar neusvleugels wijd opengesperd. ‘Maar het is jouw probleem wel. Ik ben niet verantwoordelijk voor haar.’ Ze keek omlaag en controleerde haar telefoon en horloge. Ze dronk het glas leeg. ‘We hebben ons best gedaan, maar Rhodes is het eerlijk gezegd spuugzat en ze heeft hulp nodig.’ Ze pauzeerde weer. ‘Het is een misleidende ziekte. Ze wil dat jij gelukkig bent en daarom verbergt ze het voor jou en dat wordt haar dood nog. De arts in het ziekenhuis heeft ons na de botsing verteld dat haar lever eraan is, maar ze heeft zichzelf ontslagen voordat er nog meer onderzoeken konden worden gedaan. Het gaat nu wel, maar wie weet hoe lang ze dit volhoudt.’ Ze ademde langzaam uit, fluitend tussen haar lippen. ‘Zoals ik al zei, je moet met haar praten. Het is nu jouw beurt. Het gaat steeds slechter met haar. Er moet iemand ingrijpen.’
‘Juist…’ zei Elle. Ineens hoorde ze vreemd genoeg haar vaders stem weer, tijdens die lunch zo lang geleden in de hitte, de dag dat hij de planken voor haar had opgehangen. ‘Ik denk dat je naar New York moet gaan. Je moet je moeder achter je laten’. Dat had ze gedaan. Ze had gedaan wat hij had gezegd. Ze had het voor zichzelf gedaan en het was juist geweest. Alleen…
‘Jouw beurt,’ zei Melissa. ‘Je moet het zelf weten. Als je er bent, zul je zien wat ik bedoel, Elle. Jullie Britten, jullie ontkennen alles en weigeren een etiket te plakken op iets wat een ziekte is.’
Je klinkt net als een Woody Allen-film, had Elle gedacht. Ontkenning, etiketten. In plaats daarvan zei ze: ‘Bedankt,’ omdat dat het enige was wat in haar opkwam. Bedankt dat je me hebt verteld dat het nu mijn probleem is en niet meer dat van jou.
Na een ongemakkelijk afscheid was Elle naar huis gegaan, vanaf de metro door de ijskoude sneeuwbrij, en ze had lange tijd op de rand van haar bed gezeten. Ze wist niet wat ze moest doen, ze voelde zich zo alleen. Ze kon Mandana niet opbellen en haar vragen of ze dronk, hoe het met haar ging; ze zou het niet zeggen. Elle kende haar moeder goed genoeg om te weten hoe misleidend ze was; wat dat betreft was ze het wel met Melissa eens. Ze wist dat als ze gewoon op de stoep zou verschijnen haar moeder zou dichtklappen. Uiteindelijk beantwoordde ze de uitnodiging die haar al twee dagen vanaf haar nachtkastje verwijtend aanstaarde en had ze een ticket geboekt. Ze wilde niet terug voor de bruiloft. Maar ze moest terug om een kijkje bij haar moeder te nemen. Om het met haar eigen ogen te zien.