12
De ochtend na de Booker Prize zat Elle aan de ontbijtbar een tosti te eten terwijl de zon door het grote openslaande raam van Rory’s woonkamer naar binnen scheen. Rory was zich in de andere kamer aan het aankleden en luisterde naar Radio 4 met het nieuws over de onbesliste uitkomst van de Amerikaanse verkiezingen. Bush was tot winnaar uitgeroepen, maar dat was weer ingetrokken en er was een hertelling in Florida aangekondigd.
‘Ze zullen Bush nooit kiezen!’ zei Elle hardop. ‘Dat kan echt niet!’
Rory verscheen in de deuropening van de keuken annex eetkamer en rommelde met zijn stropdas. ‘Doe normaal, natuurlijk wel. Het is een uitgemaakte zaak. Zijn broer is gouverneur van Florida en ze hebben de hoogste ambtenaar van die staat in hun zak, die zegt dat ze de verkiezing hebben gewonnen. Het is verschrikkelijk. Dit is een vent die twee keer is gearresteerd. Ik ken zelfs niemand die één keer is gearresteerd, laat staan twee keer.’
Dat komt omdat je mijn moeder nog steeds niet hebt ontmoet, wilde Elle zeggen. Rory liep terug naar de slaapkamer en Elle, die met de mond vol tanden stond, at haar tosti op en vroeg zich af of ze de radio op Capital FM zou mogen zetten. Ze was er erg voor om op de hoogte te blijven van de actualiteiten, maar ze zag niet in waarom ze zich daarmee om zeven uur ’s ochtends bezig moest houden als haar geest net ontwaakte. Ze had behoefte aan vrolijke popmuziek en grapjes op dat tijdstip, niet aan John Humphries die sprak over Tsjetsjenië of wat er met de Millennium Dome zou gaan gebeuren.
Moedig stond ze op en zette de radio op een andere zender, net toen iemand zei: ‘En nu weer terug naar de verschrikkelijke overstromingen die de afgelopen twee weken in Sussex veel schade hebben aangericht…’
Er waren erge overstromingen geweest in de buurt van haar moeder. Mandana had er gisteravond in het Savoy iets over gezegd, herinnerde ze zich nu. Die borrel… Elle stond bij de radio, staarde uit het raam en beleefde de vorige avond opnieuw. Het was niet haar moeders veroordeling die haar had geschokt; dat was niet zo’n punt. Het was de sfeer. Het feit dat Rhodes’ verloving zo sterk had blootgelegd hoe de familie Bee zoals zij die kende gewoonweg niet meer bestond. Ze wisten niet hoe ze samen moesten zijn, zelfs niet op een beleefde manier.
Stukje bij beetje had ze ingezien hoe haar relatie met Rory haar had geholpen veel daarvan weg te duwen. Ze werd niet langer boos op haar vader en moeder, haar broer irriteerde haar niet meer en ze ergerde zich ook niet meer aan Sam als ze onder de douche enthousiast met Robbie Wiliams meezong. En dat was prima, alleen vroeg ze zich steeds vaker af, zoals met zoveel dingen, of ze door dit vreemde dubbelleven niet echt merkte wat er om haar heen gebeurde tenzij ze er direct mee werd geconfronteerd, zoals gisteravond. Elle besloot haar moeder te bellen om te vragen of ze zin had in het weekend langs te komen. Nee, ze zou naar haar toe gaan om haar te helpen en wat tijd met haar door te brengen.
‘Rory?’ riep ze, terwijl ze de andere kamer in liep. ‘Het was toch zo raar met mijn vader en moeder gisteravond… Wauw! Jij ziet er chic uit.’ Ze kuste hem.
‘Bedankt,’ zei hij. ‘Kun je die herrie afzetten en hem weer op Radio 4 zetten voor het geval er iets over de Booker wordt gezegd?’
‘Maar we weten toch al wie er heeft gewonnen?’ Elle verbaasde zich altijd over Rory’s obsessieve gedrag als het op de boekenwereld aankwam. Hij kon het niet uitstaan als hij niet tot in detail op de hoogte was. Als Posy bijvoorbeeld tegen Felicity zei: ‘Heb je gehoord dat Sue MacGregor in Today Helen Fraser heeft geïnterviewd?’, dan was Rory echt woedend als hij dat niet wist, alsof dat betekende dat hij een buitenstaander was, een melaatse.
‘Luister,’ zei ze. ‘Het was echt afschuwelijk met mijn vader en moeder gisteren. Ik heb het je nog helemaal niet verteld.’
‘Wat?’ Hij draaide zich om en keek haar aan. ‘Zit mijn das recht?’
Ze negeerde hem. ‘Ik heb je toch verteld dat Rhodes zich heeft verloofd?’
‘Zeker,’ zei hij, ‘met een magere angstaanjagende Amerikaanse. Ze klinkt best tof. Kan ik haar niet ontmoeten?’
Er viel een stilte. ‘Je zou ze allemaal kunnen ontmoeten als je dat zou willen,’ zei Elle. ‘Dat weet je zelf ook.’
Rory ging er niet op in. ‘Ga verder. Ik ben laat,’ zei hij, en toen wat vriendelijker: ‘Kom, liefje, vertel het maar.’
Ze probeerde niet te laten merken hoezeer hij haar hiermee irriteerde en ging verder: ‘Nou, ze zeiden dat ze in Amerika wilden gaan trouwen en dat vonden we allemaal een leuk plan, maar toen verkondigde mijn moeder dat ze dat land niet meer in mag omdat ze in de jaren zeventig is veroordeeld voor het dealen van hasj en haar de rest van haar leven de toegang is ontzegd.’
Rory stond in de spiegel te kijken, maar draaide zich met een verbaasde uitdrukking op zijn gezicht om. ‘Echt waar?’
‘Echt, en nu valt alles ook op zijn plek.’ Elle beet bedachtzaam op haar vingertopje. ‘Ook waarom ze niet met ons mee naar Disney World is geweest.’
‘Wat?’
‘Lang verhaal,’ zei Elle. Dit was niet het juiste moment om hierop in te gaan, ze wilde het goed vertellen. ‘Te lang voor ’s ochtends vroeg, maar niet alleen dat, ook hoe zij en mijn vader elkaar hebben ontmoet en waarom ze zo vlug moesten trouwen – alles valt op zijn plek.’
‘Hoe vlug zijn ze getrouwd nadat ze elkaar hadden ontmoet? Als je begrijpt wat ik bedoel.’ Rory trok zijn blazer aan en borstelde zijn schouders om beurten af.
‘O, al na zes maanden,’ zei Elle. ‘Ze hebben elkaar ontmoet bij een cnd-mars tegen kernwapens. Mijn vader liep niet mee, maar heeft mijn moeder behandeld toen ze door een politieagent omver werd geduwd en naar het ziekenhuis moest.’ Elle staarde voor zich uit. ‘Ze was vast dronken. Daar heb ik nooit eerder bij stilgestaan.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Mijn arme moeder. Ze was zo… van streek gisteravond. Mijn vader deed echt heel onaardig tegen haar.’
‘Denk je dat ze weer zal gaan drinken?’
‘Ze drinkt niet echt meer, Rory.’ Een jaar geleden had ze hem over haar moeders alcoholprobleem verteld en hoe dat soms slechter en dan weer beter ging. Ze wilde dat ze dat niet had gedaan; hij vertelde haar altijd wat ze eraan moest doen, alsof ze een klein meisje was, en bovendien gebruikte hij altijd het woord ‘alcoholiste’. Mandana was geen alcoholiste, ze was een bibliothecaresse uit West Sussex.
‘Dat zeg je altijd,’ zei Rory. ‘Maar voor iemand als zij geldt, één dag tegelijk. Zei je niet dat ze een paar jaar geleden met kerst heel dronken was geworden en dat je broer daarom was weggegaan?’
‘Ja, maar…’ Elle zuchtte. ‘Rhodes haat mijn moeder. Hij geeft haar er de schuld van dat ze zijn gescheiden. Hij is ouder. Het is moeilijker voor hem.’
Rory keek haar bevreemd aan. ‘Misschien herinnert hij zich dingen die jij je niet herinnert.’
‘Ik weet niet hoe dat zou kunnen als hij er verdorie bijna nooit was,’ zei Elle.
‘Nou, misschien zou je haar eens moeten vragen hoe het met haar gaat.’
‘Ik ga van het weekend naar haar toe,’ mompelde Elle. ‘Vind je dat goed, baas?’
‘Ik meen het, Elle.’
‘Ze is mijn moeder, niet die van jou,’ zei Elle boos. ‘Ze is in orde. Vertel mij niet hoe ik voor mijn familie moet zorgen. Je hebt ze nog nooit ontmoet, je hebt duidelijk gemaakt dat je dat niet wilt, je wilt ze niet kennen. Oké?’
‘Oké, oké.’ Rory liep naar haar toe en legde zijn arm om haar heen. Hij kuste haar haar, en ze ontspande in zijn omhelzing. Ze voelde de ruwe stof van zijn wollen pak tegen haar wang, zijn warme slanke lijf tegen dat van haar. ‘Het spijt me, Elby,’ zei hij. ‘Arm meisje, jij bent degene om wie ik geef, niet zij. Het spijt me.’
Hij hield haar even stevig vast en deed een stap naar achteren. ‘Ik moet gaan,’ zei hij. ‘Ik ben wat later op de redactievergadering, ik ga even met Paris Donaldson ontbijten.’
‘O, oké. Je hebt hem vorige week toch ook al gezien?’ Elle zocht haar vest, dat de avond ervoor ergens onder het bed was beland in een verhitte worsteling om hun kleren uit te trekken. Plotseling keek ze op. ‘Hé, ik moest net ergens aan denken. Weet Wc-bril het?’
Hij stond bij de deur in zijn zakken naar zijn sleutels te zoeken en deed zijn das om. ‘Wat?’
‘Over ons. Ze was aardig dronken gisteravond, maar ze zei iets…’
‘Stom wijf.’ Zijn gezicht betrok onmiddellijk. ‘Wat zei ze?’
Elle huiverde van verbazing. ‘Jemig, ik weet het niet. Iets in de trant van dat het wel duidelijk was dat ik een oogje op je had en dat we maar eens met elkaar naar bed moesten. Ze was dronken, Rory. Ze bedoelde er niets mee.’
‘O.’ De frons op zijn gezicht verdween. ‘Nou, dat betekent niet dat ze iets weet. Stom gewauwel. Gelukkig maar.’
‘Hoezo?’ zei Elle zachtjes. ‘Waarom zou het zo verschrikkelijk zijn als ze erachter zou komen.’
‘Dat vind ik nou eenmaal, schat,’ zei Rory. ‘Luister, Elby, ik wil ook dat de mensen het weten. Ik wil het vieren. Ik wil je ouders ontmoeten, ik wil dat je bij me komt wonen en dat dit allemaal voorbij is. Maar dit is niet het juiste moment.’ Hij zuchtte. ‘Je lijkt het niet te begrijpen. Voor mij is het ook niet makkelijk.’
‘Hoezo niet? Waarom is het voor jou dan moeilijk?’ Elle sloeg met haar hand tegen de muur. ‘Ik heb er een gruwelijke hekel aan om als een jengelend meisje te klinken, Rory, maar je kunt niet steeds maar blijven zeggen dat dit niet het juiste moment is,’ zei Elle, en haar stem klonk steeds hoger. ‘Wanneer? Wanneer is het dan wel het juiste moment?’ Het leek haar te overspoelen, het gevoel van hulpeloosheid, van wanhoop, ze was net haar moeder, een verliefde gek. Ze schraapte haar keel. ‘Werkelijk waar, Rory.’ Haar stem trilde toen ze sprak. ‘Het is nu al bijna een jaar gaande en volgens mij is er helemaal niets veranderd, behalve dat ik… Ik dacht dat dit voor eeuwig was.’
‘Het is ook voor eeuwig,’ zei hij met een klein stemmetje. ‘Elle, zeg niet van die dingen.’
‘Je snapt het niet,’ zei ze. ‘Ik weet gewoon niet of… of ik dit nog langer kan. Ik meende wat ik van de zomer zei. Dit moet veranderen. En ik geloof niet dat je naar me luistert, ik geloof niet dat je het wilt veranderen.’
In juli, na een soortgelijke ruzie, was Elle uit de flat vertrokken en had ze tegen hem gezegd dat ze nooit meer terug zou komen, dat ze er niet meer tegen kon. En dat was ook zo. Ze kon het niet. Ze vroeg Sam op het werk te vertellen dat ze griep had en dat ze op bed lag, waar ze zich wentelde in haar eigen vettige, ongewassen vuil. Ze huilde zo hard dat Sam haar, elke keer als ze bij haar kwam kijken, door de roodomrande ogen en loopneus geloofde. Na zes dagen wist Elle dat ze hier niet mee door kon gaan. Ze belde hem huilend op, en hij kwam meteen naar haar toe met een lijkbleek gezicht en een bosje chrysanten van de benzinepomp in zijn hand. ‘Ik heb je zo gemist,’ zei hij. ‘Het was verschrikkelijk. Ga nooit meer bij me weg, Elby.’
Dat was het moment, terwijl ze hem aanstaarde, staand op de drempel in de sjofele deuropening, dat Elle besefte dat ze hoe dan ook al te diep in zijn netten verstrikt zat. Ze hield van hem en dat wist hij, en ze zou naar hem teruggaan en dat wist hij ook. Die herfst kon het haar enige tijd niet schelen, omdat ze zoveel van hem hield. Ze hield om zoveel redenen van hem. Hij maakte haar aan het lachen. Hij gaf haar voor het eerst het gevoel dat ze een volwassen, verstandige vrouw was in een volwassen relatie, die nadacht over de toekomst. Ze werkten in dezelfde wereld, ze dacht dat ze hem kende. En ze wilde hem, zo eenvoudig was het. Elle had gedacht dat ze verliefd was geweest op Max, haar studievriendje, maar dat was niets in vergelijking hiermee. Ze kon Rory niet weerstaan als hij haar aanraakte. Hij kende haar zo goed, en ze kon slecht om meer vragen. Hij had haar onder controle in bed, kon haar laten schreeuwen en gillen van genot. Elle had daarvoor niet geweten hoe het was om iemand zo graag te willen dat je je nergens anders meer op kon concentreren. Elke keer wilde ze zijn naam ter sprake brengen, ook als die totaal niet ter zake deed, als een talisman, een bewijs van toewijding. Rory was zeven jaar ouder dan zij en had veel meer ervaring. Op alle vlakken. De laatste tijd had ze het gevoel dat hij haar inhaalde, haar voorbijstreefde, en ze kon niet precies zeggen waar dat aan lag.
‘Gauw,’ zei Rory. Hij trok haar tegen zich aan en keek op haar neer, zijn heldere, koele ogen speurden haar gezicht af alsof ze op zoek waren naar instemming. ‘Luister, eerst moet de kerst achter de rug zijn. Het nieuwe jaar zal een heel nieuw begin zijn. Ik kan niet zeggen wat, maar ik heb een verrassing. Je zult het geweldig vinden, ik beloof het. Vertrouw me.’ Hij kneep even in haar schouders. ‘Vertrouw je me?’
‘Ja, jawel,’ zei Elle glimlachend.
Hij aarzelde weer. ‘Luister, waarom zeg ik mijn afspraken voor het weekend niet af. Wat zullen we gaan doen?’ Hij kuste haar voorhoofd. ‘We kunnen hier blijven, misschien ergens een dagje heen gaan. Naar Whitstable, een frisse neus halen, oesters eten. Hé, we zouden zelfs een weekendje weg kunnen gaan, als we snel iets regelen.’
Elle voelde haar hart tekeergaan; ze waren twee keer een nachtje weg geweest, naar een boetiekhotel, heel romantisch op het platteland, maar verder hadden ze nog nooit een weekend samen doorgebracht. ‘Het spijt me, maar ik kan dit weekend niet,’ zei ze. ‘Ik moet echt naar mijn moeder.’
‘Natuurlijk.’ Hij knikte. ‘Volgende week dan. Laten we het volgend weekend doen.’
‘Schat, dan kan ik niet. Ik ben er niet.’
‘Waar ben je dan heen?’ vroeg hij vlug.
‘Naar Bristol. Naar Hester.’
‘Wie?’
‘Een oud-studiegenootje?’ Hij keek volkomen wezenloos. Ze probeerde zich niet te ergeren; hoe kon hij haar vrienden ook kennen als hij hen niet wilde ontmoeten? Terwijl ze het zei, vroeg ze zich af of ze eronderuit kon komen. Nee. Je hebt Karen al niet meer gezien sinds jullie vakantie in Griekenland en zij is je beste vriendin; je hebt Libby al twee maanden niet meer gezien en je weet heel goed waarom. Doe niet hetzelfde met je studievriendin.
‘O.’ Hij keek triest, maar toen vrolijkte zijn gezicht weer op. ‘Een andere keer dan. Dan neem ik je mee naar Whitstable om je oesters te voeren en je te verslinden terwijl de wind tegen de ramen beukt.’ Hij legde een vinger onder haar kin. ‘Is alles weer goed? Ben je weer oké?’
‘Ja, oké dan,’ zei ze met een glimlach. ‘Ga maar. Het is al goed. Je ziet er erg goed uit en ik hou van je. Tot straks.’
‘Ik hou van je. Ik wil dat je me vertrouwt. Vergeet dat niet. Wacht maar af. Tot straks, lief meisje.’
Hij pakte zijn sleutels, deed de deur achter zich dicht, en zij bleef alleen achter in de galmende flat.