8
Toen Elle die avond alles aan haar broer vertelde, was ze nog steeds van slag.
‘Dus ik morste koffie over haar heen en dat leek ze helemaal niet zo erg te vinden! Ze heeft helemaal niet geschreeuwd of zo. Ik dacht dat ik ontslagen zou worden, maar zij vroeg me wat ik van het manuscript vond!’ Ze schonk Rhodes nog een glas wijn in en dronk haar eigen glas leeg. ‘Werkelijk, Rhodes. Je zou haar moeten ontmoeten om te zien wat ik bedoel, maar ze is verbazingwekkend, echt heel bijzonder. Haar man is overleden toen ze dertig was en hij heeft haar laten zitten met een zoontje en dit bedrijf en ze heeft het allemaal voor elkaar gekregen. Ze kent iedereen, ze gaat naar de chicste feestjes. Vorige week is ze naar de Vrouw van het Jaar-lunch geweest, waar Joan Collins ook was. Niet te geloven, toch?’
‘Oké,’ zei Rhodes, terwijl hij zich volpropte met Twiglets. ‘En toen?’
Zijn toon verried beleefde verveling, maar Elle kon haar oudere broer de details niet onthouden, ze wilde hem vertellen hoe fantastisch haar nieuwe leven was. ‘Nou,’ zei ze, ‘en toen hadden we echt een heel interessant gesprek over literatuur. Over dat soort interessante dingen.’
Vanaf de versleten oude bank in de hoek van de keuken gilde Libby hen toe: ‘Elle, dat is onzin. Jullie hebben het over romans gehad en toen heeft ze je een oor aangenaaid. Als je het mij vraagt heeft ze je gewoon voor haar karretje gespannen.’ Ze gooide een paar pinda’s in haar mond en sloeg haar benen over elkaar, terwijl Rhodes haar goedkeurend bekeek.
‘Hoe dan ook,’ ratelde Elle verder, ‘Rory was superboos en zei dat ik alles had verpest.’ Ze herinnerde zich Rory’s sombere uitdrukking terwijl hij boven haar hing. Je bent een snob, Elle. Ze vond het verschrikkelijk dat hij zo slecht over haar dacht.
‘Hij spant jou ook voor zijn karretje,’ zei Libby. ‘Dat doen ze allebei. Soms heb ik echt zin om er weg te gaan. Het lijkt allemaal zo gezellig, maar hun politieke spelletjes zullen hun uiteindelijk de das omdoen.’
‘Mmm.’ Elle vond het niet leuk als Libby zo sprak. ‘Het eten is bijna klaar.’ Ze goot de pasta af en staarde er wanhopig naar, niet zeker wetend wat ze nu moest doen.
‘Ik barst van de honger,’ zei Rhodes, alsof hij haar gedachten kon lezen.
‘Nog heel even!’ galmde Elle, net even iets te hard.
Als Sam thuis was geweest zou ze bij Sainsbury een vierkazen-sausje hebben gekocht voor het geval dat. Sam plande haar maaltijden van tevoren, maar Elle improviseerde liever, met wisselende resultaten. Ze pakte een glas rode wijn waarvan ze toevallig wist dat het er al sinds de vorige dag stond en gooide het in de pan met een paar basilicumblaadjes van de verdorde plant op een schoteltje naast de gootsteen. Het leek nog niet echt ergens op, dus wanhopig als ze was, goot ze er een beetje sojasaus en plantaardige olie overheen.
‘Wie heeft er honger?’ vroeg ze klappend in haar handen in een poging als een Italiaanse mamma te klinken. ‘Nou? Schuif maar aan!’
Rhodes ging aan het kleine tafeltje zitten en staarde naar de pan, en Elle voelde een steek van vertwijfeling. Ze moesten de hele avond nog door zien te komen. Haar eigen broer was praktisch een vreemde voor haar.
‘Mmm,’ zei Libby. ‘Dat ruikt lekker. Komt Sam ook?’
‘Nee, ze is weg.’ Sam was toch naar Kensington Palace gegaan, samen met Dave. Elle was blij dat ze er niet was. Ze had een soort van naïviteit over zich waardoor de combinatie met Rhodes Elle niet zo geschikt leek. Om te beginnen wist ze dat hij gemeen zou doen over prinses Diana. Ze gaf Libby en Rhodes allebei een kom aan. De wijnachtige sojaolie had zich op de bodem verzameld en een vage rode droesem op de pasta achtergelaten. ‘Dus,’ zei ze. ‘Sorry dat ik zo doorzaagde over mijn werk, het is gewoon een rare dag geweest. Het is er fantastisch, maar vreemd. Je weet wel wat ik bedoel.’
‘Nee, niet echt,’ zei Rhodes. Elle deed haar mond open, maar hij ging verder. ‘Ellie, jij hebt helemaal niets verkeerd gedaan. Zij gebruiken jou, niet andersom.’ Hij nam een mondvol, stopte en zwaaide met zijn vork door de lucht. ‘Mmm. Wat zit er in deze pasta?’
‘Ja, het is zalig, Elle,’ zei Libby, hem onderbrekend. ‘Rhodes heeft gelijk, laat ze niet met je rotzooien, Elle. Wees wat voorzichtiger de volgende keer. Rory denkt alleen maar aan zijn eigen belang en Felicity ook.’
‘Rory denkt heus niet alleen maar aan zijn eigen belang.’
‘Tuurlijk niet,’ zei Libby sarcastisch. ‘Ook goed.’ Ze wendde zich tot Rhodes. ‘Wat doe jij eigenlijk? Iets met geld toch?’
‘Ik werk bij Bloomberg. Als analist,’ zei Rhodes. ‘In New York, ik heb daar gestudeerd en ben blijven hangen om mijn mba te doen en daarna heb ik een baan bij Bloomberg gekregen. Ze zijn daar dol op Britten.’
‘Mmm. Is New York niet gevaarlijk?’ vroeg Libby. ‘Mijn vader wil er graag heen, maar mijn moeder is doodsbang. “Geen denken aan, Eric! Ik zet daar geen voet aan de grond! Wie wil er nou bestolen en neergeschoten worden?”’ zei ze, haar noordelijke accent sterk aanzettend. Elle wist dat ze hem expres zat uit te dagen. Libby zei altijd dat ze eens een paar dagen naar New York zouden moeten gaan. Ze was geobsedeerd door die stad.
‘Hoezo? Het is er helemaal niet gevaarlijk,’ zei Rhodes. Hij leek beledigd. ‘Typisch die kleingeestige Britten weer. Echt totale onzin, het is 1997, zulke problemen waren er in de jaren tachtig, heel lang geleden. Het is er verdorie fantastisch.’
Hij duwde het bord van zich af.
‘Sorry, Ellie. Ik kan dit niet eten. Het komt vast door mijn jetlag. Heb je misschien een menu van de pizzakoerier?’
Elle staarde hem aan, een rode gloed van woede vermengd met schaamte kroop van haar borstkas naar haar hals. ‘Dat heb ik verdorie niet!’ zei ze.
‘Wat hangt er dan op de koelkast?’ Rhodes wees naar het afhaalmenu.
Ze had zo de pest aan de manier waarop hij haar op de kast joeg. Ze zou willen dat het haar niet kon schelen wat hij dacht, dat ze niet zou willen dat ze beter was dan hij of dat hij onder de indruk van haar zou zijn. Het was te sneu voor woorden. Iets knapte er in Elle. ‘Je krijgt verdorie geen pizza,’ gilde ze.
‘Waarom niet?’
Elle stamelde bijna. ‘Je kunt hier niet zomaar komen opdagen met zo’n houding van “Wat ben jij stom en ik werk in New York en ik ben zooo fantaaastisch”. Je moet altijd de coolste zijn, niet?’
‘Ik ben cooler dan jij,’ zei Rhodes bot. ‘Ik bedoel, jemig, Ellie…’
‘Noem me geen Ellie, dat is zo kinderachtig!’
Rhodes keek haar onverstoorbaar aan. ‘Word nou niet boos,’ zei hij. ‘Ik wil alleen maar weten hoe het met je gaat en wat voor werk je doet. Ellie.’
Elle veegde haar neus af aan haar mouw. ‘Nee, niet waar! Je komt hierheen omdat je moet, je vraagt nooit naar mam of hoe het met haar gaat…’
Rhodes onderbrak haar. ‘Nou! Jij hebt mij anders ook niet gevraagd hoe het met me gaat. Je ratelt maar door over je baan en mensen die ik helemaal niet ken, je zet me een soort van pastasmurrie met sojasaus voor en vervolgens gooi je allerlei dingen naar mijn hoofd en begin je tegen me te schreeuwen.’
Elle staarde hem aan. Het was afschuwelijk zoals hij haar van streek maakte, zo was het altijd geweest, ze spraken nooit over dingen die onder de oppervlakte lagen. ‘Begrijp je niet…’
‘Ja,’ zei Rhodes, knikkend alsof hij redelijk probeerde te zijn. ‘Ik begrijp het wel. Echt. Alleen de feiten zijn gewoon niet zo eenvoudig. Je hebt koffie over je directeur gegooid. Daarom merkt zij jou voor het eerst echt op, dus heb je effectief genetwerkt, al zou ik die methode niet opnieuw gebruiken. Ze vraagt je naar je mening omdat ze back-up nodig heeft voor haar eigen strategie en jouw baas is boos omdat zij jou tegen hem heeft gebruikt. Het toont aan dat ze allebei waarde aan je mening hechten, tot op zekere hoogte. Dat is juist goed. En het toont aan dat het niet jouw strijd is, maar die van hen.’
‘Dat heb ik ook al gezegd,’ zei Libby.
‘Dus de vraag is nu,’ ging Rhodes verder, en hij zette zijn vingertoppen tegen elkaar, ‘wat ga je doen om deze situatie zo goed mogelijk te benutten?’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg Elle. ‘Is dat niet een beetje… goedkoop?’
Rhodes lachte en sloeg zijn benen over elkaar. Hij legde een hand op zijn dijbeen en ondersteunde zijn kin met de andere hand.
‘Het is gewoon business. De business kan zijn boeken verkopen aan oude dames die gek op breipatronen zijn, maar het is wel een business. En als zij met elkaar overhoop liggen, kun jij dat in je voordeel gebruiken. Maar eerst moet je erachter zien te komen wie de meeste lef heeft. Kies diegene en blijf hem of haar trouw. De oude dame of haar zoon? Zo te horen die oude dame, hij lijkt me een rotzak.’
‘Rory is geen rotzak,’ zei Elle. ‘Hij is geweldig. Niet waar, Libs?’
Libby schraapte haar keel en zei: ‘Maar Rhodes, als hij de rotzak is, betekent dat dan niet dat hij de meeste lef heeft?’
‘Nee,’ zei Rhodes, nog steeds ernstig. ‘Dat is iets heel anders.’
Libby ging staan en schudde met haar schouders. ‘Prima,’ zei ze. ‘Ik moet gaan. Ik heb Jeremy en nog een paar anderen beloofd naar de Filthy MacNasty’s te komen.’
‘Wat is dat in vredesnaam?’ vroeg Rhodes, zowel geïrriteerd als geïntrigeerd.
‘Een bar, Shane MacGowan gaat er altijd heen. Ze houden er boekenfeestjes, lezingen, beetje primitief. Best cool.’
Elle was in de zomer een paar keer naar Filthy geweest, maar vond het niets. Het was er altijd vol met jonge redacteurs en agenten met grote donkere brillen, die elkaar allemaal de loef af wilden steken en toen een van de auteurs had gezegd dat boeken dé nieuwe drugs waren, had ze het liefst hardop gelachen. Ze had geprobeerd een van zijn romans te lezen, onberijmde verzen zonder leestekens waarin niemand een naam had, de personages heetten roodharige man, man met bruine ogen, blonde vrouw, en natuurlijk moest de blonde vrouw haar kleren verschillende keren uitdoen, dat was zogenaamd nodig voor de plot maar eigenlijk super ordinair, en iedereen zei dat het kunst was, in tegenstelling tot de MijnHart-boeken, die natuurlijk beneden de stand van iedereen waren, zelfs al vond Elle dat de seksscènes aanzienlijk beter geschreven waren. Maar ja, als ze dit tegen iemand in Filthy zou hebben gezegd, zouden ze hebben gekeken alsof ze had gezegd dat Hitler niet helemaal goed begrepen was.
Rhodes leek onder de indruk; hij was onder de indruk van Libby in het algemeen, Elle zag het. Ze zei: ‘Weet je het zeker, Libs? Het is in Clerkenwell en het is al halftien.’
‘Geeft niet.’ Libby pakte haar jas. ‘Ik wil er graag heen en ik weet dat jij niet van dat soort tenten houdt. Daarvandaan is het niet zo ver naar huis. Ik zie je morgen. Bedankt voor de zalige pastasoep. Rhodes, leuk je te ontmoeten.’
‘Leuk je…’ begon Rhodes en hij stond op, maar Libby was al weg. Ze zwaaide even met haar slanke hand ter afscheid.
‘Ze is cool,’ zei hij, door de gang naar de voordeur starend.
Elle zette haar handpalmen op tafel en duwde zichzelf vermoeid omhoog. ‘De pizzatent zit hiernaast. Zal ik iets voor je bestellen?’
Rhodes draaide zich om. ‘Bedankt, Ellie. Ik bedoel, Elle. Dat klinkt goed.’ Hij schraapte zijn keel en fronste zijn wenkbrauwen. ‘Het spijt me. Dit was ook best lekker, hoor.’
Ze zuchtte en glimlachte. ‘Als… voorgerecht misschien.’
‘Precies.’ Rhodes glimlachte naar zijn zus en trok het pizzamenu van de koelkast. Elle zei: ‘Rhodes, heb je eigenlijk een vriendin? Sorry dat ik zo nieuwsgierig ben, maar ik meende het te begrijpen uit iets wat je zei.’
Rhodes keek vlug op. ‘Dat klopt. Wat vreemd, hoe wist je dat?’
‘Ik lees momenteel zo’n twee romans per week,’ zei Elle. ‘Noem het intuïtie gebaseerd op ervaring.’
‘We hebben allebei zo onze vaardigheden,’ zei Rhodes, maar Elle wist niet zeker of hij een grapje maakte. ‘Eh… ja dus. Ze heet Melissa en ik wilde haar al heel lang mee uit te vragen, maar haar vriendje was een megarijke Amerikaan en ik dacht dat ik geen kans maakte, maar van de zomer heeft ze hem gedumpt, dus toen heb ik mijn kans gegrepen. Ik ben cocktails met haar gaan drinken in het Plaza, heb mijn Britse accent aangedikt, haar alles verteld over mijn idyllische jeugd op het Engelse platteland en… voilà.’
‘Geweldig, ik ben blij voor je,’ zei Elle na een korte stilte. ‘Waar heb je haar ontmoet?’
‘Ze werkt ook als analist bij Bloomberg, ze doet global risk assesment,’ zei Rhodes. Elle knikte alsof ze wist wat dat betekende. ‘Ze heeft op Brown gezeten, dus supergoede connecties, en ze is erg leuk. Ik wil haar graag meenemen naar Engeland, maar…’
Zijn stem stierf weg en ze staarden elkaar aan, alsof hij wist dat Elle inzag hoe de glanzende kunstmatige wereld die hij had gecreëerd zou instorten. Een gezellige Engelse cottage, een moeder met appelwangen die koekjes bakt, een super betrokken vader, een amicale scheiding, twee geweldige nieuwe kinderen en een fantastische vrouw. ‘Ja,’ zouden mensen zeggen in deze fantasiewereld, ‘de familie Bee heeft het goed voor elkaar. Ze zijn zo’n heerlijk, hecht gezin.’
Elle wist niet wat ze moest zeggen, dus knikte ze maar.
In de kleinbehuisde pizzatent wachtten ze, samen met de minitaxichauffeurs, de jongens met capuchontruien op de fiets en de glazig kijkende magere blondines, op hun pizza en vervolgens gingen ze terug naar boven om te eten, en Rhodes vond hem zo slecht nog niet. Niet zo goed als de pizza in New York, maar goed voor Londen. Samen keken ze op de bank naar het nieuws, de hordes mensen voor het paleis, de Spice Girls gekleed in het zwart bij een of andere awardceremonie, de begrafenis die op zaterdag zou worden gehouden, nog vijf dagen van dit ongebruikelijke on-Britse verdriet. ‘Het zal niet altijd zo triest blijven voelen,’ zei Rhodes toen Elle even snikte, en ze was ontroerd. ‘Ik beloof het, Ellie.’
Hij hielp haar bij het opmaken van de slaapbank en ze bleven door praten. Elle vroeg hem naar Manhattan, en hij vertelde haar over de stoom die opsteeg uit de metro en het restaurant waar hij afgelopen weekend nog had ontbeten, de plek waar de orgasmescène uit When Harry Met Sally was opgenomen. En dat hij tijdens het eerste afspraakje met Melissa over Fifth Avenue was gelopen en een hoer voor Central Park tegen hem had geroepen: ‘Trouw met haar, je zou met haar moeten trouwen!’
‘Zo gaat het daar altijd,’ zei hij. Hij stelde haar nog een paar vragen over haar baan, hoe het met Karen ging, of de herfst een drukke tijd was in de uitgeefwereld en hoe lang ze zichzelf nog bij Bluebird zag blijven. Maar hij vroeg niet één keer naar hun vader of moeder, en Elle noemde hen ook niet.