45
Nadine had zich leren voegen naar Ica’s gemoedstoestanden, die even voorspelbaar als doorzichtig waren. Het aanbreken van de dag ging gepaard met uitbundige levenslust, alsof ze vierde dat de nacht voorbij was. Dan was ze op haar scherpst en sleepte ze Nadine mee naar stadjes, winkels of dorpscafés. Daarna had ze behoefte aan afzondering, tot het borreluur, waarop ze een gretigheid over zich had die aanhield tot ze klaar was met koken. Eenmaal aan tafel begon ze naar binnen te keren en viel er een zwaarte over haar heen die zich voortzette bij de haard, en waaraan ze zich finaal overgaf zodra de muziek aanging. Ondertussen ging ze rechtdoor over de route van de verdoving, het angstaanjagende slapengaan tegemoet.
Maar de avond na de ontmoeting met Cécile merkte Nadine dat er iets veranderd was. Ica schuifelde op haar nieuwe espadrilles door de keuken; ze grilde de lamskoteletjes die ze op de markt hadden gekocht en koos zorgvuldig een fles wijn uit de collectie die ze inmiddels had aangelegd. Haar schouders waren hoog opgetrokken, alsof ze het koud had, en ze had iets bedaards over zich: haar bewegingen, zelfs haar manier van roken, leken trager dan anders, mechanisch, en om haar mond lag een bevroren glimlach. Eenmaal aan tafel liet ze niet alleen haar bord, maar zelfs haar glas onaangeroerd. Haar verwrongen gezicht deed Nadine vermoeden dat haar gedachten waren bij het gemis van de man die haar bestaansrecht had gegeven en zo goed een vuur kon opstoken. Een vuur dat Cécile met al haar luidruchtigheid weer had aangewakkerd.
Terwijl ze afscheid namen voor café Le Commerce, had Cécile hen uitgenodigd voor een van haar proustiaanse bijeenkomsten voor hooggeleerd volk, die ze cercles noemde. Een cercle steeg boven iets triviaals als vriendschappelijkheid uit, wat verklaarde waarom Nadines ouders nooit hadden mogen aanzitten. Nu was het Cécile uiteraard om Ica te doen, omdat ze elkaar zo nodig kennen lernen moesten, en zonder Nadine geen Ica, dat begreep Cécile ook wel. Ica kreeg je niet voor niets. In dit geval was Nadines aanwezigheid de prijs, hoewel Nadine bevroedde dat die voor haar hoger was dan voor Cécile. Wat moest ze tussen allerlei wetenschappers die zich als stieren in een arena op een discussie wierpen, vochten om het hoogste woord en elkaar overtroefden met hun kennis? Zich meteen onder de rode lap verstoppen en vrijwillig laten plattrappen om de vernedering maar achter de rug te hebben?
Ica prikte afwezig met haar vork in een lamskoteletje. De stilte was om te snijden. Nadine zocht naarstig naar woorden om die te doorbreken, maar vond ze niet. Toen de telefoon begon te rinkelen, draaiden ze allebei, even verbaasd als verstoord, hun hoofd in de richting van het schelle geluid dat zich als een ongenode gast aan hen opdrong, tot Nadine na een paar tellen uit haar stoel sprong en de hoorn met een ruk van het toestel lichtte.
‘Hallo?’
‘Ah, oui, c’est monsieur La Rousse.’
Nadine liet zich op de dekenkist naast het telefoontafeltje zakken, met haar rug naar Ica toe, en probeerde zich te concentreren op wat de man te vertellen had, hij stak zijn verhaal in moordend tempo af, en bovendien in dat onmogelijke dialect waar door de telefoon al helemaal niets van was te verstaan. In haar rechterzij, net onder haar ribbenkast, begon iets te steken. Ze duwde met haar elleboog op de pijnlijke plek en keek even achterom. Ica staarde gekweld naar haar bord, met hangende mondhoeken die de huid rond haar kin verkreukelden. Zo ziet eenzaam eruit, dacht Nadine.
‘Lentement, s’il vous plaît,’ onderbrak ze de makelaar, waarop hij wat gas terugnam en er uit de woordenbrij eindelijk iets verstaanbaars kwam bovendrijven: wanneer hij kon langskomen avec sa cliente. Cliente. Vrouwelijk enkelvoud. Een of andere pinnige Parijse dame waarschijnlijk, die eerst zelf wilde kijken of het iets was, voor haar man zijn kostbare tijd verspilde. Donkerblauw mantelpakje met gouden knopen. Een onnatuurlijk bol staand kapsel, dunne lippen. Parelmoer gestift, nog zuiniger samengetrokken bij het aanschouwen van de scheuren in de muren, de door houtworm aangevreten balken en alle spuug-en-touwtjesreparaties die het huis al zo lang overeind hielden.
Het huis staat niet meer te koop. Ze zou het nu kunnen zeggen. Feit. Jammer maar helaas. Zou hij haar vader onmiddellijk opbellen? Uw dochter zegt dat het niet doorgaat, klopt dat? Nadine bracht haar borst wat naar voren om haar ribben meer ruimte te geven en stamelde dat ze haar plannen voor de komende dagen moest bezien en nog contact zou opnemen. Ze legde de hoorn rustig op de haak en bleef nog even op de kist zitten om de steek in haar zij te laten wegebben. Ze vroeg zich af wat Ica precies had opgevangen, of ze enig idee had waar het over ging. Misschien moest ze haar toch maar deelgenoot maken van de kwestie. Dan hadden ze in elk geval weer een gespreksonderwerp, hoe banaal ook. Maar op het moment dat ze overeind kwam, stond Ica op van tafel.
‘Ik ga naar bed, welterusten.’
Nadine maakte aanstalten om met haar mee te gaan, maar Ica liep zonder op of om te kijken de kamer uit.