Persoonlijk zie ik meer heil in letters dan in cijfers, maar omdat Ica aan getallen een belangrijke betekenis toedicht, wil ik me daar toch over buigen. Maar laat ik mezelf eerst eens voorstellen.
Ik ben het koor. Het idee is dat ik tussen de bedrijven opduik om finesses te delen waarvoor binnen het werkelijke drama geen plaats is. Daarnaast heb ik de taak het moraliserende commentaar van de ideale toeschouwer (u?) te verwoorden. Ga d’r maar aan staan. Alsof ik gedachten kan lezen.
Ik weet niet hoe u erover denkt (wat dus wel zou moeten), maar ik vind de term ‘toeschouwer’ gek klinken in een schriftelijke vertelling als deze. Aristoteles ontwierp zijn regels voor toneelschrijvers, en het is prachtig om te zien hoe zijn ideeën de tand des tijds hebben overleefd en zelfs de veel later ontstane romankunst zijn binnengedrongen. Dat betekent niet dat ik alles klakkeloos hoef over te nemen. Noem me eigenwijs. Ik zie het meer als eigentijds.
Maar genoeg over mij. Laten we het weer hebben over Ica en Nadine.
De wereld is gebouwd op de macht der getallen, beweerde Pythagoras.
Daarmee legde hij de basis voor de numerologie, de leer die binnen de academische kringen waar Ica Metz zich schoolde als occulte pseudowetenschap wordt bezien. Ica heeft zich echter nooit iets aangetrokken van de heersende mening. Voor haar vertellen cijfers een verhaal. En alsof ze het toeval wil bezweren, zoekt ze vooral naar de samenhang tussen data.
Wanneer ik Ica en Nadine onder een dergelijke loep leg en gebeurtenissen uit hun levens naast elkaar bezie, in cijfers omzet en rubriceer, tref ik geen te bezweren toevalligheden, noch bijzondere verbanden. Slechts feiten en de verstrijkende tijd. Toen Nadine geboren werd, was Ica bijna veertien. Ze zijn allebei in november jarig, tweeëntwintig dagen van elkaar. In het jaar dat Ica debuteerde, ontmoette ze ook Simon Waterman, een vileine journalist met een zwak hart dat het vijf jaar later zou begeven, en Ica op haar veertigste voor de eerste maal in rouw zou dompelen. Zeven jaar voor Simon Waterman overleed, en dus twee jaar voordat Ica debuteerde, had Nadine haar moeder verloren. In 1998 werd ze verliefd op de toekomstige vader van haar kinderen, Willem Colijn, een klassiek geschoolde zanger en componist die met zijn muziek net een beetje naam begon te maken in de filmwereld. In 1999 kreeg Ica een verhouding met haar tweede grote liefde Arthur Kerstens en bracht ze de novelle Het relict uit, het Boekenweekgeschenk dat voor Nadine als een bijbel zou worden. In het jaar dat Ica vijftig werd, was Nadine zwanger van Katy en bracht ze Tom voor het eerst naar school; Willem en Nadine waren tien jaar samen toen Ica met Arthur Kerstens trouwde, die niet lang daarna zou overlijden. In 2008 ontmoetten de twee schrijfsters elkaar voor het eerst, in 2009 opnieuw, in 2011 ten derden male, meerdere malen.
Het zij zo. Maar wie weet valt de boel nog samen.