19

‘Het komt wel goed,’ zei Willem, maar Nadine zag aan zijn ontwijkende blik dat hij daar niet zo zeker van was. Hij pakte het koffiekopje waar haar vader uit gedronken had van de tafel en zette het in de afwasmachine.

‘Hoe, Willem?’ jammerde Nadine. ‘Hoe dan? Tover jij ergens twee ton vandaan?’

‘Ik begrijp je vader wel. Die man wil gewoon nog wat van zijn leven maken. En gelijk heeft-ie.’

‘Alsof ik het hem niet gun! Daar gaat het toch helemaal niet om, ik wil gewoon niet dat een stelletje rijke Parijzenaars ons huis gaat verbouwen, al onze sporen wist om er zo nu en dan eens een weekendje te vertoeven, want zo gaat het, kan ik je vertellen, er staan zoveel mooie huizen in die buurt bijna het hele jaar leeg omdat ze door van die decadente stadsgasten zijn opgekocht. Kunnen we onze hypotheek niet verhogen? Of een lening bij de bank afsluiten?’

‘Nou, als jij heel snel met een bestseller op de proppen komt...’

‘Jezus, Willem, jij bent toch van de oplossingen?’

‘Het zal allemaal niet zo’n vaart lopen, schat. Er zijn mogelijke kopers, er ligt nog geen bod. En voor zoiets helemaal rond is, ben je maanden verder, dus je tripje met je heldin loopt in elk geval geen gevaar.’

Nadine wierp hem een woedende blik toe.

‘En wie weet,’ ging hij tergend vrolijk verder, ‘kunnen we er zelfs in de zomer nog naartoe. Een mooie, laatste vakantie. Schrijf je daar meteen die bestseller over: Onze laatste zomer.’

‘Heel grappig, Willem, echt héél grappig.’

‘Ik vind het anders een prachttitel.’

Nadine zag hoe hij schokschouderend de ijskast opentrok en naar de melk greep. Niet doen, dacht ze, alsjeblieft niet; ze haatte het hoe Willem uit melkpakken dronk, hoe de druppels langs zijn kin sijpelden en het tuitje van het pak verweekte door zijn draderige spuug. Ze pakte een glas uit de kast, zette het met een knal op het aanrecht en ging voor het raam staan.

‘Ik denk trouwens dat mijn heldin, zoals je Ica noemt, helemaal niet meegaat.’ Nadine sloeg haar ogen op naar de lucht om de tranen tegen te houden.

‘Geef die vrouw even de tijd zeg, het is twee dagen geleden.’

‘Drie.’

‘Drie dan,’ verzuchtte Willem, en zonder zich om te draaien wist Nadine dat hij het pak melk naar zijn mond bracht.

Ica
titlepage.xhtml
Ica_split_000.html
Ica_split_001.html
Ica_split_002.html
Ica_split_003.html
Ica_split_004.html
Ica_split_005.html
Ica_split_006.html
Ica_split_007.html
Ica_split_008.html
Ica_split_009.html
Ica_split_010.html
Ica_split_011.html
Ica_split_012.html
Ica_split_013.html
Ica_split_014.html
Ica_split_015.html
Ica_split_016.html
Ica_split_017.html
Ica_split_018.html
Ica_split_019.html
Ica_split_020.html
Ica_split_021.html
Ica_split_022.html
Ica_split_023.html
Ica_split_024.html
Ica_split_025.html
Ica_split_026.html
Ica_split_027.html
Ica_split_028.html
Ica_split_029.html
Ica_split_030.html
Ica_split_031.html
Ica_split_032.html
Ica_split_033.html
Ica_split_034.html
Ica_split_035.html
Ica_split_036.html
Ica_split_037.html
Ica_split_038.html
Ica_split_039.html
Ica_split_040.html
Ica_split_041.html
Ica_split_042.html
Ica_split_043.html
Ica_split_044.html
Ica_split_045.html
Ica_split_046.html
Ica_split_047.html
Ica_split_048.html
Ica_split_049.html
Ica_split_050.html
Ica_split_051.html
Ica_split_052.html
Ica_split_053.html
Ica_split_054.html
Ica_split_055.html
Ica_split_056.html
Ica_split_057.html
Ica_split_058.html
Ica_split_059.html
Ica_split_060.html
Ica_split_061.html
Ica_split_062.html
Ica_split_063.html
Ica_split_064.html
Ica_split_065.html
Ica_split_066.html
Ica_split_067.html
Ica_split_068.html
Ica_split_069.html
Ica_split_070.html
Ica_split_071.html
Ica_split_072.html
Ica_split_073.html
Ica_split_074.html
Ica_split_075.html
Ica_split_076.html
Ica_split_077.html
Ica_split_078.html
f9357566fbbd.html