39
De deur van de rechtszaal zwaaide open en Cotton kwam energiek en geconcentreerd binnenstappen. Goode, Miller en Wheeler waren er al. De bergbewoners en de totale bevolking van de stad hadden kans gezien zich, samen met dit driemanschap, in de rechtszaal te persen. Het feit dat er een half miljoen dollar op het spel stond had gevoelens bij hen wakker gemaakt die men in geen jaren had gekend. Er was zelfs een oudere man bij, die altijd had beweerd dat hij de oudste, nog in leven zijnde soldaat was van de opstandelingen uit de Burgeroorlog, en die nu de laatste ronde van deze juridische strijd wilde bijwonen. Hij kwam binnenstampen met zijn houten been, zijn rechterarm was nog slechts een stomp. Hij had een sneeuwwitte baard die tot op zijn broeksriem hing en ging gekleed in het officiële uniform van soldaat van de Confederatie. De mensen op de voorste rij maakten eerbiedig plaats voor hem.
Buiten was het koud en vochtig, hoewel de bergen genoeg leken te hebben gekregen van de regen en ten slotte de bewolking hadden gebroken en verjaagd. In de rechtszaal was de lichaamswarmte opgelopen en het was er zo vochtig dat de ramen besloegen. Toch zat iedereen stijf tegen het lichaam van zijn buurman, zijn stoelleuning of de muur gedrukt.
‘Ik geloof dat het tijd wordt dat het doek valt voor deze show,’ zei Goode op amicale toon tegen Cotton. Cotton zag echter een man met de voldane blik van een beroepsmoordenaar, die op het punt stond de rook van zijn revolver te blazen en vervolgens te knipogen naar het lijk dat op straat lag.
‘Ik denk dat het nu pas gaat beginnen,’ was Cottons scherpe reactie.
Zodra de rechter was aangekondigd en de jury was binnengekomen, stond Cotton op. ‘Edelachtbare, ik zou het Gemenebest een voorstel willen doen.’
‘Een voorstel? Wat bedoel je daarmee, Cotton?’ vroeg Atkins.
‘We weten allemaal waarom we hier zijn. Het gaat er niet om of Louisa Mae Cardinal wilsbekwaam is of niet. Het gaat om gas.’
Goode vloog overeind. ‘Het Gemenebest heeft een gevestigd belang om ervoor te zorgen dat de zaken van miss Cardinal…’
Cotton viel hem in de rede. ‘Het enige wat miss Cardinal moet doen, is besluiten of ze haar land wil verkopen.’
Atkins leek nieuwsgierig. ‘Wat is je voorstel?’
‘Ik ben bereid toe te geven dat miss Cardinal geestelijk onbekwaam is.’
Glimlachend zei Goode: ‘Zo, nu komen we ergens.’
‘Maar in ruil daarvoor wil ik onderzoeken of Southern Valley wel de geschikte partij is om haar grond te kopen.’
Goode keek verbaasd. ‘Lieve hemel, het is een van de grootste ondernemingen van deze staat.’
Cotton zei: ‘Ik heb het niet over geld. Ik heb het over morele principes.’
‘Edelachtbare,’ zei Goode verontwaardigd.
‘Komt u even naar voren,’ zei Atkins.
Cotton en Goode haastten zich naar de tafel waarachter de rechter zat.
Cotton zei: ‘Edelachtbare, er staat een lange alinea in de wet van Virginia waarin duidelijk wordt vastgesteld dat iemand die een fout begaat daar niet van mag profiteren.’
‘Dit is onzin,’ zei Goode.
Cotton ging dicht bij zijn tegenstander staan. ‘Als je me dit niet wilt laten doen, Goode, dan haal ik mijn eigen expert erbij die alles zal weerleggen wat doctor Ross heeft verklaard. En als ik nu verlies ga ik in hoger beroep. Tot het Hooggerechtshof aan toe, als het moet. Ik verzeker je dat we, tegen de tijd dat je cliënt bij dat gas kan komen, allemaal dood zullen zijn.’
‘Maar ik ben advocaat voor het Gemenebest. Ik heb geen volmacht om een particuliere onderneming te vertegenwoordigen.’
‘Een ironischer verklaring heb ik nooit gehoord,’ zei Cotton. ‘Ik wijs echter elk bezwaar van de hand en ik stem ermee in me te houden aan de beslissing van deze jury, zelfs al zit er zo’n ellendeling als George Davis in.’ Goode keek hulpzoekend naar Miller, dus Cotton gaf hem een zetje. ‘Vooruit, Goode, ga naar je cliënt en hou op met tijd verspillen.’
Met een schaapachtige uitdrukking op zijn gezicht ging Goode naar Miller. De mannen voerden een verhitte discussie, waarbij Miller herhaaldelijk naar Cotton keek. Ten slotte knikte hij, en Goode kwam terug.
‘Geen bezwaar.’
De rechter knikte. ‘Ga je gang, Cotton.’
Lou was met Eugene in de Hudson naar het ziekenhuis gereden, maar Oz was thuisgebleven. Hij had gezegd dat hij niets meer met het gerechtshof of met de wet te maken wilde hebben. De vrouw van Buford Rose was naar de boerderij gekomen om voor Oz en zijn moeder te zorgen. Nu zat Lou op een stoel naar Louisa te kijken, wachtend tot haar wonder zou gaan werken. Het was koud in de steriele kamer en dat leek niet veel bij te dragen aan iemands herstel, maar Lou rekende niet op medicijnen om haar overgrootmoeder beter te laten worden. Haar hoop was gevestigd op een stapel oude stenen in een met gras begroeid weiland en een stapeltje brieven, die misschien wel de laatste woorden bevatten die haar moeder ooit zou uiten.
Lou stond op en slenterde naar het raam. Van hieruit kon ze de bioscoop zien, waar The Wizard of Oz nog altijd draaide. Lou was echter haar dierbare Vogelverschrikker kwijt, en de Laffe Leeuw was niet bang meer. En de Blikken Man? Had ze eindelijk haar hart gevonden? Misschien was ze het wel nooit kwijt geweest.
Ze draaide zich om en keek naar haar overgrootmoeder. Het meisje verstijfde toen Louisa haar ogen opende en haar aankeek. Er was een sterke gewaarwording van herkenning, een spoortje van een tedere glimlach, en Lou kreeg nieuwe hoop. Alsof niet alleen hun namen, maar ook hun gevoelens identiek waren, liep een traan over de wang van beide Louisa’s. Lou liep naar het bed, ze sloot haar hand om die van Louisa en gaf er een kus op.
‘Ik hou van je, Louisa,’ zei ze. Haar hart brak bijna want ze kon zich niet herinneren dat ze die woorden ooit eerder had uitgesproken. Louisa’s lippen bewogen en hoewel Lou de woorden niet kon verstaan, zag ze duidelijk aan die lippen wat de vrouw terugzei: ik hou van je, Louisa.
Daarna vielen Louisa’s ogen langzaam dicht. Ze gingen niet meer open en Lou vroeg zich af of dat haar hele wonder was.
‘Miss Lou, ze willen dat we naar het gerechtsgebouw komen.’
Ze zag Eugene met wijd opengesperde ogen in de deuropening staan. ‘Meneer Cotton wil ons allebei als getuige oproepen.’
Langzaam liet Lou Louisa’s hand los. Ze stond op en liep de kamer uit.
Een minuut later opende Louisa opnieuw haar ogen. Ze keek de kamer rond. Even leek ze geschrokken, maar daarna werd ze rustig. Ze begon zich overeind te duwen, eerst verward omdat haar linkerkant niet wilde meewerken. Ze bleef haar ogen op het venster gericht houden, terwijl ze zich tot het uiterste inspande om zich te bewegen. Ze vorderde, de ene kostbare centimeter na de andere, tot ze half overeind zat, met haar blik nog steeds op het raam gevestigd. Louisa haalde moeizaam adem, haar kracht en energie waren bijna geheel opgebruikt door deze korte worsteling. Maar ze liet haar hoofd tegen het kussen rusten en glimlachte, want door het grote raam was haar berg nu duidelijk zichtbaar. Ze vond het een prachtig gezicht, hoewel de winter de meeste kleuren had weggenomen. Maar volgend jaar zou het allemaal terugkomen. Zoals altijd. Als familie, die je nooit in de steek liet. Zo was de berg. Haar ogen bleven op de vertrouwde helling met de rotsen en bomen gericht, terwijl Louisa Mae Cardinal heel stil bleef liggen.
In de rechtszaal stond Cotton voor de tafel van de rechter, waar hij met luide stem aankondigde: ‘Ik roep miss Louisa Mae Cardinal op als getuige.’
Er ging een golf van opwinding door het publiek. Toen ging de deur open en Lou en Eugene kwamen binnen. Miller en Goode keken voor de zoveelste maal zelfvoldaan, toen ze zagen dat het slechts het kind was. Terwijl Eugene ging zitten liep Lou naar de getuigenbank.
Fred kwam naar haar toe. ‘Hef je rechterhand op, leg je linkerhand op de bijbel. Zweer je dat je de waarheid en niets dan de waarheid zult zeggen, zo helpe je God?’
‘Ik zweer het,’ zei ze zacht, om zich heen kijkend naar iedereen die haar aanstaarde. Cotton lachte haar geruststellend toe. Zonder dat iemand het kon zien stak hij zijn duim op om haar succes te wensen.
‘Nu, Lou, wat ik je zal moeten vragen is pijnlijk, maar het is nodig dat je op die vragen antwoordt. Oké?’
‘Oké.’
‘Op de dag dat Jimmy Skinner werd gedood was je bij hem, nietwaar?’
Miller en Goode wisselden bezorgde blikken. Goode stond op.
‘Edelachtbare, wat heeft dat met deze zaak te maken?’
‘Het Gemenebest heeft erin toegestemd me mijn theorie uiteen te laten zetten,’ zei Cotton.
‘Toegestaan,’ zei de rechter. ‘Maar neem er niet te veel tijd voor.’
Cotton wendde zich weer tot Lou. ‘Je was bij de ingang van de mijn toen de ontploffing plaatsvond?’
‘Ja.’
‘Kun je voor ons beschrijven wat er gebeurde?’
Lou slikte en haar ogen schoten vol tranen.
‘Eugene had het dynamiet geplaatst en kwam naar buiten. We zaten te wachten tot het zou exploderen. Diamond – ik bedoel, Jimmy – holde de mijn in om Jeb, zijn hond, te halen, die naar binnen was gegaan omdat hij achter een eekhoorn aan zat. Eugene ging Jimmy halen. Ik stond voor de ingang toen het dynamiet ontplofte.’
‘Was het een luide explosie?’
‘De luidste die ik van mijn leven had gehoord.’
‘Kun je ook zeggen of je twee explosies hoorde?’
Ze keek verbaasd. ‘Nee, dat niet.’
‘Het is ook niet waarschijnlijk. Wat gebeurde er toen?’
‘Nou, er kwam een grote golf lucht en rook naar buiten, die me tegen de grond gooide.’
‘Dat moet met heel veel kracht gebeurd zijn.’
‘Ja. Dat was ook zo.’
‘Dank je, Lou. Geen vragen meer.’
‘Meneer Goode?’ zei Atkins.
‘Geen vragen, edelachtbare. In tegenstelling tot de heer Longfellow ben ik niet van plan de kostbare tijd van de jury te verdoen met deze onzin.’
‘Ik roep nu Eugene Randall op,’ zei Cotton.
Een nerveuze Eugene nam plaats in de getuigenbank, met de hoed die Lou hem had gegeven stijf in zijn handen geklemd. Alle ogen waren op hem gericht.
‘Nou, Eugene, jij bent dus naar de mijn gegaan op de dag dat Jimmy Skinner verongelukte, klopt dat?’
‘Ja, meneer.’
‘Je gebruikt dynamiet om er kolen uit te halen?’
‘Ja, dat doen de meeste mensen. Kolen geven veel warmte. Veel beter dan hout.’
‘Hoe vaak denk je dat je dynamiet hebt gebruikt in die mijn?’
Eugene dacht erover na. ‘Door de jaren heen, zo’n dertig keer, of meer.’
‘Dan kan ik dus aannemen dat je een expert bent.’
Eugene lachte bij die benaming. ‘Ik geloof van wel.’
‘Hoe ga je precies te werk wanneer je dynamiet gebruikt?’
‘Nou, ik steek de staaf dynamiet in een gat in de wand, zet hem vast, rol de lont uit en steek het uiteinde ervan aan met het vlammetje van mijn lantaarn.’
‘Wat doe je daarna?’
‘De schacht maakt een paar bochten, dus soms wacht ik om de bocht, als ik niet veel dynamiet gebruik. Soms ga ik naar buiten. Het geluid begint de laatste tijd pijn te doen aan mijn oren. En de ontploffing jaagt heel wat kolenstof op.’
‘Ja, dat neem ik aan. Om precies te zijn, op de dag in kwestie ging je naar buiten. Is dat juist?’
‘Ja, meneer.’
‘Daarna ging je terug naar binnen om Jimmy te halen, maar je slaagde er niet in.’
‘Ja, meneer,’ antwoordde Eugene met neergeslagen ogen.
‘Was het de eerste keer na een hele tijd dat je in de mijn kwam?’
‘Ja, meneer. Sinds het begin van het jaar. De afgelopen winter was niet zo streng.’
‘Oké. Toen de explosie plaatsvond, waar was je toen?’
‘Vijfentwintig meter de schacht in. Nog niet bij de eerste bocht. Ik heb last van mijn been en kan niet zo snel meer lopen.’
‘Wat gebeurde er met je toen de ontploffing plaatsvond?’
‘Ik werd 3 meter de lucht in geslingerd. Kwam tegen de wand terecht. Ik dacht dat ik doodging. Maar ik hield mijn lantaarn nog steeds vast. Ik weet niet hoe.’
‘Lieve hemel, 3 meter? Zo’n grote man als jij? Herinner je je nog waar je de lading had aangebracht?’
‘Dat vergeet ik nooit, meneer Cotton. Voorbij de tweede bocht, 100 meter diep de mijn in. Daar loopt een goede kolenader.’
Cotton deed alsof hij het niet begreep. ‘Er is me iets niet helemaal duidelijk, Eugene. Je verklaarde dat je soms in de mijn bleef wanneer het dynamiet explodeerde. En die keren raakte je niet gewond. Hoe komt het dan dat je nog meer dan 70 meter van de staaf dynamiet verwijderd was, niet achter één maar achter twéé bochten, en dat je door de ontploffing toch 3 meter de lucht in werd geslingerd? Als je dichterbij was geweest, zou je waarschijnlijk gedood zijn. Hoe verklaar je dat?’
Eugene was nu totaal in de war. ‘Ik kan het niet verklaren, meneer Cotton. Maar zo is het gebeurd, ik zweer het.’
‘Ik geloof je. Je hebt Lou horen verklaren dat ze tegen de grond geworpen werd terwijl ze buiten de mijn was. Is dat, de keren dat jij búíten de mijn wachtte, ooit met jou gebeurd wanneer het dynamiet ontplofte?’
Eugene zat al met zijn hoofd te schudden nog voor Cotton was uitgesproken. ‘Het kleine beetje dynamiet dat ik gebruik, heeft niet zoveel kracht. Ik haal maar een beetje kolen, genoeg voor een emmer. In de winter gebruik ik meer, wanneer ik er met de slee en de ezels naartoe ga, maar zelfs dan zou er niet zoveel druk naar buiten komen. We hebben het hier over 100 meter de schacht in en achter twee bochten.’
‘Jij hebt Jimmy’s lichaam gevonden. Was het bedekt met stukken rots en stenen? Was de mijn ingestort?’
‘Nee, meneer. Maar ik wist dat hij dood was. Ziet u, hij had geen lantaarn. Als je zonder licht de mijn in gaat, kun je de weg niet meer vinden. Je raakt erdoor in de war. Hij heeft waarschijnlijk niet eens gezien dat Jeb langs hem heen naar buiten rende.’
‘Kun je ons precies vertellen waar je Jimmy hebt gevonden?’
‘Nog eens 40 meter verderop. Voorbij de eerste bocht, maar niet voorbij de tweede.’
Boeren en winkeliers zaten en stonden naast elkaar te kijken hoe Cotton te werk ging. Miller zat met zijn hoed te spelen, daarna boog hij zich naar Goode om hem iets in het oor te fluisteren. Goode knikte, keek naar Eugene, glimlachte en knikte nog eens.
‘Laten we aannemen,’ zei Cotton, ‘dat Jimmy vlak bij de staaf dynamiet was toen die ontplofte. Daardoor zou zijn lichaam een flink eind kunnen zijn weggeslingerd, nietwaar?’
‘Als hij er dichtbij was, ja.’
‘Maar zijn lichaam lag niet voorbij de tweede bocht?’
Goode stond op. ‘Dat is eenvoudig te verklaren. De explosie kan de jongen om de tweede bocht heen hebben geworpen.’
Cotton keek naar de jury. ‘Ik begrijp niet hoe een door de lucht vliegend lichaam een bocht van 90 graden kan maken om daarna nog een heel stuk verder terecht te komen. Tenzij meneer Goode aanneemt dat Jimmy Skinner op eigen kracht kon vliegen.’
Een golf van gelach ging door de rechtszaal. Atkins leunde achterover op zijn krakende stoel, maar gaf geen klap met zijn hamer om het rumoer te laten ophouden. ‘Ga door, Cotton. Dit begint interessant te worden.’
‘Eugene, kun je je herinneren of je je niet lekker voelde toen je die dag in de mijn was?’
Eugene dacht erover na. ‘Ik weet het niet precies meer. Misschien had ik een beetje hoofdpijn.’
‘Goed. Nu, kan, naar jouw deskundige mening, enkel en alleen die dynamietontploffing ervoor hebben gezorgd dat Jimmy Skinners lichaam terechtkwam op de plek waar het werd aangetroffen?’
Eugene keek naar de jury; hij nam er de tijd voor om hen een voor een aan te kijken. ‘Nee, meneer!’
‘Dank je, Eugene. Geen vragen meer.’
Goode stond op. Hij legde zijn handen plat op de rand van de getuigenbank en boog zich naar Eugene toe.
‘Jongen, jij woont bij miss Cardinal, in haar huis, nietwaar?’
Eugene schoof een eindje naar achteren, zijn blik strak op de man gericht. ‘Ja, meneer.’
Goode keek de jury veelbetekenend aan. ‘Een kleurling en een blanke vrouw, in hetzelfde huis?’
Cotton was al opgesprongen voor Goode zijn vraag had uitgesproken. ‘Edelachtbare, dat kunt u hem niet laten zeggen.’
‘Meneer Goode,’ zei Atkins, ‘misschien kunt u iets dergelijks uithalen in Richmond, maar het gebeurt niet in míjn rechtszaal. Als u de man iets wilt vragen omtrent deze zaak, doet u het dan, of anders gaat u zitten. En voorzover ik weet is zijn naam meneer Eugene Randall, en niet ‘‘jongen”.’
‘Natuurlijk, edelachtbare, natuurlijk.’ Goode schraapte zijn keel, ging een paar passen achteruit en stak zijn handen in zijn zakken. ‘Nu dan, menéér Eugene Randall, u hebt gezegd dat u, volgens uw deskúndige mening, zo’n 70 meter bij het dynamiet vandaan was, en dat meneer Skinner op ongeveer de helft van die afstand verwijderd was van het dynamiet. Herinnert u zich dat u dat alles hebt gezegd?’
‘Nee, meneer. Ik zei dat ik 25 meter de mijn in was, dus ik was 75 meter van de springlading. En ik zei dat ik Diamond 40 meter verder gevónden heb dan waar ik was. Dat betekent dat hij op ruim 30 meter was van de plek waar ik het dynamiet had gelegd. Ik kan niet zeggen hoe ver hij is weggeblazen.’
‘Juist, juist. Hebt u op school gezeten?’
‘Nee.’
‘Nooit?’
‘Nee, meneer.’
Dus u hebt nooit leren rekenen, optellen en aftrekken. En toch verklaart u hier onder ede dat al die afstanden juist zijn.’
‘Ja.’
‘Hoe kan een ongeletterde kleurling als u zoiets weten? Iemand die nooit onder het toeziend oog van een onderwijzeres een en een bij elkaar heeft opgeteld? Waarom zou de jury hier u geloven wanneer u met al die getallen aankomt?’
Eugene wendde zijn ogen geen moment van Goodes zelfvoldane gezicht af. ‘Ik ken de cijfers heel goed. En ik kan rekenen. Dat heeft miss Louisa me geleerd. En ik ben heel goed met hamer en spijkers. Ik heb heel wat mensen op de berg geholpen met het bouwen van hun stallen. Wanneer je timmerman bent, moet je kunnen rekenen. Als je een plank van een meter afzaagt om een gat van 1,5 meter dicht te maken, waar ben je dan mee bezig?’
Opnieuw klonk gelach in de zaal, en opnieuw reageerde Atkins er niet op.
‘Mooi,’ zei Goode, ‘dus u kunt een plank afzagen. Maar hoe kunt u, in een stikdonkere, bochtige mijnschacht zo precies weten wat u zegt? Vooruit, meneer Eugene Randall, vertelt u ons dat eens.’ Bij die woorden keek Goode naar de jury, terwijl een lachje om zijn lippen speelde.
‘Omdat het daar op de wand staat,’ zei Eugene.
Goode keek hem aan. ‘U zegt?’
‘Ik heb de wanden van die mijnschacht gemerkt met witkalk, op afstanden van 3 meter, over meer dan 120 meter. Een massa mensen doet dat. Als je dynamiet in een mijn laat ontploffen, moet je verdraaid goed weten hoe diep je erin bent, om eruit te kunnen komen. Ik heb het gedaan omdat ik last heb van mijn been. En op die manier weet ik waar de goede kolenaders lopen. U kunt nu naar de mijn gaan, meneer de advocaat, met een lantaarn, dan kunt u die tekens duidelijk zien. Dus wat ik hier gezegd heb, kunt u beschouwen als de waarheid.’
Cotton wierp een snelle blik op Goode. De advocaat van het Gemenebest keek alsof iemand hem zojuist had meegedeeld dat er in de hemel geen juristen werden toegelaten.
‘Hebt u nog vragen?’ vroeg Atkins aan Goode. De advocaat gaf geen antwoord, hij drentelde terug naar zijn tafel als een verdwaalde hond en liet zich op de stoel zakken.
‘Meneer Randall,’ zei Atkins, ‘u kunt gaan. Het hof spreekt zijn dank uit voor uw deskúndige getuigenis.’
Eugene stond op en ging naar zijn plaats terug. Vanaf het balkon zag Lou dat hij nauwelijks hinkte.
Daarna riep Cotton Travis Barnes op als getuige.
‘Dokter Barnes, op mijn verzoek hebt u het dossier met betrekking tot de dood van Jimmy Skinner bekeken, nietwaar? Waaronder een foto die buiten de mijn werd genomen.’
‘Ja.’
‘Kunt u ons zeggen wat de doodsoorzaak was?’
‘Zware verwondingen aan het hoofd en het lichaam.’
‘Hoe zag het lichaam eruit?’
‘Het was letterlijk aan flarden gereten.’
‘Hebt u vaker iemand behandeld die slachtoffer was geworden van een dynamietexplosie?’
‘In een mijnstreek? Ja, dat kan ik wel zeggen.’
‘U hebt de verklaring van Eugene gehoord. Kan volgens u, onder deze omstandigheden, de lading dynamiet de verwondingen van Jimmy Skinner hebben veroorzaakt?’
Goode verwaardigde zich niet om op te staan en bezwaar aan te tekenen. ‘Dit vraagt om speculatie door de getuige,’ zei hij nors.
‘Edelachtbare, naar mijn mening is dokter Barnes volledig competent om die vraag te beantwoorden,’ zei Cotton.
Atkins zat al te knikken. ‘Ga door, Travis.’
Travis keek Goode minachtend aan. ‘Ik ben heel goed bekend met de dynamietladingen die de mensen hier gebruiken om een emmer kolen uit de mijn te halen. Op zo’n afstand van de lading, en om een bocht in de mijngang, is het absoluut onmogelijk dat dynamiet de verwondingen heeft veroorzaakt die ik bij die jongen heb gezien. Het is onbegrijpelijk dat niemand daar eerder aan heeft gedacht.’
Cotton zei: ‘Ik denk dat men, wanneer iemand een mijn binnengaat waar dynamiet ontploft, eenvoudigweg aanneemt dat hij daardoor werd gedood. Hebt u wel eens eerder dergelijke verwondingen gezien?’
‘Ja. Bij een ontploffing in een fabriek. Daarbij kwamen twaalf mensen om. Precies als Jimmy. Letterlijk aan flarden gereten.’
‘Wat was de oorzaak van die explosie?’
‘Een gaslek.’
Cotton draaide zich om en keek Hugh Miller recht in zijn gezicht.
‘Meneer Goode, tenzij u dokter Travis nog wilt ondervragen, roep ik de heer Judd Wheeler op als getuige.’
Goode keek naar Miller, hij voelde zich verraden. ‘Geen vragen.’
Een nerveuze Wheeler zat ongemakkelijk in de getuigenbank heen en weer te schuiven toen Cotton voor hem kwam staan.
‘U bent geoloog bij Southern Valley?’
‘Ja.’
‘U gaf leiding aan het team dat onderzocht of er mogelijk aardgas te vinden was op het terrein van miss Cardinal?’
‘Ja.’
‘Zonder haar toestemming of medeweten?’
‘Nou, ik weet niet of…’
‘Had u haar toestemming verkregen, meneer Wheeler?’ beet Cotton hem toe.
‘Nee.’
‘U hebt aardgas aangetroffen, nietwaar?’
‘Dat is juist.’
‘Het was iets waar uw bedrijf zeer veel belangstelling voor had, klopt dat?’
‘Ja. Aardgas wordt heel waardevol als brandstof. Meestal gebruiken we daarvoor fabrieksgas, dat kolengas wordt genoemd. Het wordt verkregen door steenkool te verhitten. Dat gas voedt bijvoorbeeld de straatlantaarns in deze stad. Maar je kunt niet veel geld verdienen met kolengas. En we hebben nu naadloze, stalen buizen waardoor we gas via pijpleidingen over grote afstanden kunnen transporteren. Dus ja, we hadden er veel belangstelling voor.’
‘Aardgas is explosief, nietwaar?’
‘Als er goed mee wordt omgegaan…’
‘Is het explosief of niet?’
‘Ja, het is explosief.’
‘Wat hebt u precies gedaan in die mijn?’
‘We hebben boringen verricht en proeven genomen en we stuitten op iets wat een enorme gasvoorraad bleek te zijn, in een bel die niet diep onder het oppervlak van die mijnschacht lag, ongeveer 200 meter de mijn in. Kolen, olie en gas worden dikwijls dicht bij elkaar gevonden omdat alle drie de grondstoffen het gevolg zijn van gelijksoortige, natuurlijke processen. Het gas bevindt zich altijd bovenop, omdat het lichter is. We hebben boringen verricht en we zijn op die gasbel gestuit.’
‘Kwam er gas vrij in de mijngang?’
‘Ja.’
‘Op welke datum vond u de gasbel?’
Toen Wheeler hem de datum noemde, zei Cotton luid en duidelijk tegen de jury: ‘Een week voor de dood van Jimmy Skinner! Had iemand het gas kunnen ruiken?’
‘Nee. In natuurlijke vorm is het gas kleurloos en reukloos. Wanneer bedrijven het gas verwerken, voegen ze er een bepaalde geur aan toe zodat mensen wanneer er een lek ontstaat, het merken voor ze erdoor bevangen raken.’
‘Of voor het kan ontploffen?’
‘Dat is juist.’
‘Als iemand een lading dynamiet zou aanbrengen in een mijngang waar aardgas aanwezig was, wat zou er dan gebeuren?’
‘Het gas zou exploderen.’ Wheeler zag eruit alsof hij zichzelf wilde opblazen.
Cotton wendde zich tot de jury. ‘Ik denk dat Eugene veel geluk heeft gehad, omdat hij zo ver weg was van het gat waar het gas uit stroomde. En hij had nog meer geluk omdat hij geen lucifer aanstreek om de lont aan te steken. Maar toen het dynamiet ontplofte, was er geen houden meer aan.’ Daarna vroeg hij Wheeler: ‘Wat voor soort explosie? Zwaar genoeg om de dood van Jimmy Skinner te veroorzaken, zoals dokter Barnes die heeft beschreven?’
‘Ja,’ moest Wheeler toegeven.
Cotton legde zijn handen op de rand van de getuigenbank en boog naar Wheeler toe. ‘Hebt u er nooit aan gedacht om waarschuwingsborden te plaatsen, die mensen erop attent moesten maken dat er aardgas vrijkwam?’
‘Ik wist niet dat ze er met dynamiet werkten! Ik wist niet dat die oude mijn nog ergens voor werd gebruikt!’
Cotton dacht dat hij een nijdige blik van Wheeler in de richting van George Davis opving, maar hij wist het niet zeker.
‘Als iemand de mijn zou binnengaan, zou hij toch door het gas bewusteloos kunnen raken? Wilde u de mensen niet waarschuwen?’
Wheeler begon snel te spreken. ‘Die mijngang is erg hoog, en er is bovendien natuurlijke ventilatie door openingen in de rots, dus er zou zich niet al te veel explosief methaangas ophopen. We waren van plan het gat af te dekken, maar we wachtten op materiaal dat we daarvoor nodig hadden. We wilden niet dat iemand gewond zou raken. Dat is de waarheid.’
‘De waarheid is dat u geen waarschuwingsborden kon plaatsen omdat u daar illegaal bezig was. Dat is toch zo?’
‘Ik volgde alleen orders op.’
‘U gaf zich veel moeite om te verbergen dat u in die mijn bezig was, nietwaar?’
‘Nou, we werkten alleen ’s nachts. Het materiaal dat we binnen gebruikten, namen we weer mee naar buiten.’
‘Zodat niemand zou merken dat u er geweest was?’
‘Ja.’
‘Omdat Southern Valley hoopte miss Cardinals boerderij voor veel minder geld te kunnen kopen als ze niet wist dat ze op een oceaan vol gas zat?’
‘Bezwaar!’ riep Goode.
Cotton daverde door. ‘Meneer Wheeler, u wist dat Jimmy Skinner is omgekomen bij die mijnontploffing. En u moet geweten hebben dat het gas daar een rol bij heeft gespeeld. Waarom bent u toen niet meteen met de waarheid voor de dag gekomen?’
Wheeler frunnikte aan zijn hoed. ‘Er was me opgedragen dat niet te doen.’
‘En wie heeft u dat opgedragen?’
‘Meneer Hugh Miller, de vice-president van de maatschappij.’
Iedereen in de rechtszaal keek naar Miller. Cotton eveneens, terwijl hij zijn volgende vraag stelde. ‘Hebt u kinderen, meneer Wheeler?’
Wheeler keek verbaasd, maar hij antwoordde: ‘Drie.’
‘Die maken het allemaal goed? Zijn ze gezond?’
Wheeler sloeg zijn ogen neer alvorens hij antwoord gaf. ‘Ja.’
‘Dan bent u een gelukkig mens.’
Goode richtte zich met zijn slotpleidooi tot de jury.
‘We hebben veel meer bewijzen aangehoord dan nodig is om u te laten beslissen dat Louisa Mae Cardinal wilsonbekwaam is. Om precies te zijn, haar eigen advocaat, de heer Longfellow, heeft dat bevestigd. Al dit gepraat over gas en explosies en dergelijke, wat heeft dat nu eigenlijk met deze zaak te maken? Als Southern Valley op de een of andere manier betrokken was bij de dood van meneer Skinner, dan kunnen zijn nabestaanden misschíén aanspraak maken op een schadevergoeding.’
‘Hij heeft geen nabestaanden,’ zei Cotton.
Goode reageerde er niet op. ‘Dus meneer Longfellow vraagt zich af of mijn cliënt een geschikte partij is om hier land op te kopen. Het is zo, mensen, dat Southern Valley grote plannen heeft voor uw stad. Goede banen, die voor u allen de welvaart terug zullen brengen.’
Hij ging vlak voor de jury staan, als hun beste vriend. ‘De vraag is: mag Southern Valley worden toegestaan het leven van u allen, ook dat van miss Cardinal, te ‘‘verrijken”? Ik denk dat het antwoord daarop voor de hand ligt.’
Goode ging zitten. Daarna sprak Cotton de jury toe. Hij liep langzaam heen en weer, zijn optreden was zelfbewust maar niet bedreigend. Met zijn handen in zijn zakken zette hij ten slotte een van zijn versleten schoenen op de onderste lat van het hekje voor de jurybank. Toen hij begon te spreken was zijn accent meer dat van het zuiden dan dat van New England, en ieder jurylid, met uitzondering van George Davis, leunde naar voren om niets te missen van wat de advocaat zei. Ze hadden gezien hoe Cotton Longfellow een van de, naar werd aangenomen, beste advocaten uit de grote stad Richmond, had afgestraft. En hij had een bedrijf vernederd dat in hun democratische land een monarchistische positie innam. Nu wilden ze ongetwijfeld weten hoe de man het zou afronden.
‘Laat me u eerst de juridische kant van de zaak uitleggen. Die is helemaal niet ingewikkeld. Om precies te zijn, het is net zoiets als een goede jachthond, de neus wijst voortdurend in één enkele richting.’ Hij haalde een hand uit zijn zak en wees daarmee, als een goede jachthond, recht naar Hugh Miller. ‘De roekeloze handelwijze van Southern Valley heeft Jimmy Skinner het leven gekost, daar kunt u niet aan twijfelen. Southern Valley betwist het niet eens. Ze waren zonder toestemming op het terrein van Louisa Mae. Ze plaatsten geen waarschuwingsborden dat de mijn gevuld was met explosief gas. Ze lieten toe dat onschuldige mensen de mijn binnengingen, terwijl ze wisten dat het levensgevaarlijk was. Het had ieder van u kunnen overkomen. Daarna zijn ze niet met de waarheid voor de dag gekomen, omdat ze wisten dat ze verkeerd hadden gehandeld. En nu proberen ze de tragedie van Louisa Mae’s beroerte te gebruiken als middel om haar land van haar af te nemen. In de wet staat duidelijk dat men niet kan profiteren van een onrechtmatige daad. Wel, als iets op deze wereld een onrechtvaardige daad genoemd kan worden, dan is het datgene wat Southern Valley gedaan heeft.’ Tot dit moment had zijn stem langzaam en vastberaden geklonken. Nu verhief hij die licht, maar hij bleef met zijn vinger naar Hugh Miller wijzen. ‘Er komt een dag dat God hen rekenschap zal laten afleggen voor de dood van een onschuldige jongeman. Maar het is uw taak om ervoor te zorgen dat ze vandaag gestraft worden.’
Cotton keek ieder jurylid afzonderlijk aan, tot zijn blik op George Davis bleef rusten, en toen sprak hij rechtstreeks tot hem. ‘Laten we nu overgaan tot het niet-juridische deel van deze kwestie, want ik denk dat u zich daar door een berg leugens heen moet worstelen. Southern Valley is hier gekomen en heeft u zakken vol geld voorgehouden en u gezegd dat hun bedrijf de redding van de hele stad betekent. Maar dat hebben de houthakkers u ook verteld. Ze zouden hier voorgoed blijven. Weet u het nog? Maar waarom stonden alle houthakkerskampen dan op rails? Wat kan duidelijker maken dat het tijdelijk was? En waar zijn ze nu? Voorzover ik weet maakt Kentucky geen deel uit van het Gemenebest van Virginia.’
Hij keek naar Miller. ‘De mijnbouwondernemingen hebben hetzelfde verteld. En wat hebben zij gedaan? Ze zijn gekomen, ze hebben alles genomen wat ze wilden hebben en ze hebben u achtergelaten met niets anders dan uitgeholde bergen, mensen met stoflongen en dromen die hebben plaatsgemaakt voor nachtmerries. Nu zingt Southern Valley hetzelfde liedje, maar dan over gas. Weer een naald in de huid van de berg. Weer iets wat eruit kan worden gezogen tot er niets overblijft!’ Daarna richtte Cotton zich tot de gehele rechtszaal.
‘Het gaat hier echter niet wezenlijk om Southern Valley, of om kolen, of om gas. Uiteindelijk gaat het allemaal om u. Ze kunnen heel eenvoudig de top van die berg afhalen, het gas winnen, hun mooie, naadloze, stalen pijpleiding aanleggen, en dat kan wel tien, vijftien, zelfs twintig jaar doorgaan. Maar daarna is alles weg. Want, ziet u, die pijpleiding brengt het gas naar andere plaatsen, zoals de treinen de kolen wegbrachten en de rivier de bomen. En waarom gebeurt dat, denkt u?’ Hij pauzeerde even om de zaal rond te kijken. ‘Ik zal u zeggen waarom. Omdat daar de echte welvaart heerst, mensen. Althans, de welvaart zoals Southern Valley die opvat. Dat weet u allemaal. Deze bergen hebben precies wat zíj nodig hebben om die welvaart in stand te houden en hun zakken te vullen. Daarom komen ze hier en nemen ze het ons af.
Dickens zal nooit New York worden, en ik wil u wel vertellen dat daar verdomme niets mis mee is. Eerlijk gezegd geloof ik dat we genoeg grote steden hebben, maar dat er steeds minder plaatsen zijn als die van ons. U zult nooit rijk worden door aan de voet van deze bergen te werken. Degenen die grote rijkdommen binnenhalen, zijn de Southern Valleys van deze wereld, die van alles uit het land halen maar er niets voor teruggeven. Willen jullie écht gered worden? Kijk dan naar jezelf. Vertrouw op elkaar. Zoals Louisa Mae het haar hele leven gedaan heeft, op die berg. Boeren leven bij de gratie van het weer en van het land. Sommige jaren levert het niets op, andere jaren gaat alles goed. Maar voor hen raken de grondstoffen van de berg nooit uitgeput, omdat ze het hart er niet uit rukken. Hun beloning daarvoor is dat ze een fatsoenlijk, eerlijk leven kunnen leiden zolang ze willen, zonder de vrees voor mensen die op niets anders uit zijn dan het verdienen van een berg goud, door bergen te plunderen, met mooie beloften te komen en daarna weer weg te gaan wanneer er niets meer te halen valt, en daarbij onschuldige levens te verwoesten.’
Hij wees naar de plek in de rechtszaal waar Lou zat. ‘De vader van dat meisje heeft veel prachtige boeken over deze streek geschreven, en over dit land en de mensen die erop wonen. Jack Cardinal heeft door zijn woorden ervoor gezorgd dat deze streek eeuwig blijft voortleven. Net als de bergen. Hij had een voorbeeldige lerares, want Louisa Mae Cardinal heeft haar leven geleefd op een manier zoals wij allen dat zouden moeten doen. Velen van jullie heeft ze op tal van momenten in uw leven geholpen en ze heeft er nooit iets voor teruggevraagd.’ Cotton keek naar Buford Rose en naar enkele andere boeren die hem aanstaarden. ‘En jullie hebben haar geholpen wanneer het nodig was. Jullie weten dat ze nooit haar land zal verkopen, omdat die grond evenzeer deel uitmaakt van haar familie als haar achterkleinkinderen, die nu afwachten wat er met hen gaat gebeuren. Jullie kunnen Southern Valley niet de familie van die vrouw laten stelen. Alles wat de mensen op die berg hebben is elkaar en hun land. Dat is alles. Misschien lijkt het niet veel in de ogen van degenen die er niet wonen, of van mensen die niets anders willen dan de rotsen en de bomen vernietigen. Maar jullie kunnen ervan overtuigd zijn dat het álles betekent voor de mensen die de bergen als hun thuis beschouwen.’
Cotton stond in zijn volle lengte voor de jurybank en hoewel zijn stem effen en kalm bleef, leek de grote zaal niet toereikend om zijn woorden te bevatten.
‘Jullie hoeven geen juridische deskundigen te zijn om in deze zaak de juiste beslissing te nemen. Het enige wat jullie moeten gebruiken is jullie hart. Laat Louisa Mae Cardinal haar land houden.’