•58•

Het was eindelijk minder hard gaan regenen, maar de voorjaarsbuien waren nog lang niet voorbij. LuAnn had een deken over het kapotte raam van het huisje gehangen. Riggs had de kachel op z’n hoogst gezet en het was comfortabel genoeg. Op het aanrecht stonden de resten van een maaltijd. Riggs keek naar de vlekken op de vloer van de eetkamer. Zijn bloed. Charlie en Riggs hadden matrassen uit de slaapkamer op de bovenverdieping naar beneden gehaald en op de vloer gelegd. Ze hadden besloten de nacht in het huisje door te brengen. Charlie en Riggs hadden urenlang op LuAnn ingepraat om haar van gedachten te laten veranderen. Ten slotte had ze gezegd dat ze de volgende morgen de fbi mochten bellen voordat ze Jackson belde. Het was mogelijk dat de fbi de telefoonverbinding kon traceren. Dat had de mannen enigszins gerustgesteld. Ze vonden goed dat LuAnn de eerste wacht nam. Riggs zou haar na twee uren aflossen.

Uitgeput als ze waren, lagen beide mannen al gauw te snurken. LuAnn stond met haar rug naar het raam en keek in stilte naar hen. Ze keek op haar horloge; het was na middernacht. Ze vergewiste zich ervan dat haar pistool geladen was, knielde toen bij Charlie neer en drukte een lichte kus op zijn wang. Hij bewoog nauwelijks.

Ze ging naar Riggs en keek naar het gelijkmatig rijzen en dalen van zijn borst. Een hele tijd stond ze naar hem te kijken. Ze wist dat de kans groot was dat ze geen van beide mannen ooit zou terugzien. Ze kuste hem zachtjes op zijn lippen en kwam toen weer overeind. Daarna leunde ze een hele tijd met haar rug tegen de muur, diep ademhalend. Het dreigde haar allemaal een beetje te veel te worden.

Toen kwam ze weer in beweging. Om de piepende deur te vermijden, klom ze door het raam. Ze zette haar capuchon op omdat het nog steeds een beetje regende. Omdat de auto te veel lawaai zou maken, ging ze naar de schuur en zette de deur open. Joy was er nog. LuAnn was vergeten iemand te bellen die het paard daar kon weghalen, maar het was droog en warm in de schuur en er was nog water en hooi over. Vlug zadelde ze het dier en zwaaide zich op Joys rug. Nadat ze de merrie uit de schuur had geleid, ging ze bijna geruisloos het bos in.

Toen ze de rand van haar landgoed bereikte, stapte ze af en leidde Joy naar de paardenstal terug. Ze aarzelde even en nam toen de verrekijker van de wand, sloop door het dichte struikgewas en posteerde zich in een smalle opening in de boomlijn, precies op de plaats waar Riggs had gestaan. Ze tuurde naar de achterkant van het huis en trok zich meteen terug toen ze koplampen van een auto zag schitteren. De auto reed naar de garagekant van het huis, maar de garagedeuren kwamen niet in beweging. LuAnn zag een man uit de auto stappen. Hij liep om de achterkant van het huis heen, alsof hij op patrouille was. In het licht van de buitenlampen zag LuAnn de insignes van de fbi op zijn jack. Toen stapte de man weer in de auto en reed weg.

LuAnn kwam tussen de bomen vandaan en rende over het open terrein. Ze bereikte de zijkant van het huis nog net op tijd om de auto over de privéweg naar de grote weg te zien terugrijden, de weg waarover zij voor Donovan was weggevlucht, de confrontatie waarmee deze hele nachtmerrie was begonnen. De fbi bewaakte de ingang van het huis. Ze herinnerde zich opeens dat Riggs haar dat had verteld toen hij met Masters telefoneerde. Ze zou erg graag de bekwame hulp van de agenten hebben ingeroepen, maar ze zouden haar ongetwijfeld ter plekke arresteren. Aan de andere kant was angst voor arrestatie niet haar voornaamste beweegreden. Ze wilde gewoon niemand anders bij haar problemen betrekken. Er mocht niemand meer vanwege haar worden neergestoken of gedood. Jackson wilde haar, alleen haar. Ze wist dat hij verwachtte dat ze gedwee naar hem toe zou lopen om in ruil voor de vrijlating van haar dochter haar bestraffing te ontvangen. Nou, in dit geval zou hij meer krijgen dan hij wilde. Veel meer. Zij en Lisa zouden dit overleven. Hij niet.

Toen ze naar de achterkant van het huis liep, zag ze nog iets anders. Sally Beechams auto stond aan de voorkant. Dat verbaasde haar. Ze haalde haar schouders op en ging naar de achterdeur.

Ze was hierheen gekomen omdat ze tijdens haar telefoongesprek met Jackson een geluid op de achtergrond had gehoord. Het absoluut unieke geluid van de oude klok, het familiestuk dat ze van haar moeder had gekregen, de klok waarvan ze nooit had willen scheiden. Die klok was haar waardevolste bezit gebleken, want ze had hem op de achtergrond gehoord toen ze met Jackson belde.

Jackson was in haar huis geweest, had vanuit haar huis getelefoneerd. En LuAnn was er volkomen van overtuigd dat Lisa daar nu was. Jackson was daar ook, wist ze. LuAnn had onwillekeurig een zekere bewondering voor de man. Het getuigde van lef om hierheen te komen terwijl de fbi de wacht hield. Over een paar minuten zou ze oog in oog staan met haar ergste nachtmerrie.

Ze drukte zich plat tegen de muur en keek door de zijdeur naar binnen. Ze tuurde door de ruit om te zien of het alarmlicht, dat van hieruit zichtbaar was, rood of groen was. Ze slaakte een zucht van verlichting toen ze het vriendelijke groen zag. Natuurlijk kende ze de code om het alarm uit te schakelen, maar dat uitschakelen zou één harde piep produceren en die piep zou alles in gevaar kunnen brengen.

LuAnn stak haar sleutel in het slot en maakte langzaam de deur open. Ze wachtte even en bewoog snel met haar pistool in het rond. Ze hoorde niets. Omdat het lang na middernacht was, vond ze dat niet zo vreemd. Toch zat haar iets dwars.

Het zou een geruststellend effect op haar moeten hebben dat ze weer in haar eigen huis was, maar dat was niet zo. Het kon juist in haar nadeel werken. Als ze nu haar aandacht liet verslappen, als ze het gevoel had dat haar in deze vertrouwde omgeving niets kon gebeuren, kon dat er gemakkelijk toe leiden dat zij en Lisa er niet meer waren als de volgende morgen de zon opkwam.

Ze sloop door de gang en bleef ineens staan. Ze kon duidelijk de stemmen van enkele mensen horen. Ze herkende geen van de stemmen. Toen hoorde ze de muziek van een reclamespotje en liet langzaam haar adem ontsnappen. Iemand keek naar de televisie. Er kwam een beetje licht uit een deuropening aan het eind van de gang. LuAnn sloop naar voren. Vlak voordat haar schaduw over de kleine opening tussen deur en muur zou vallen, bleef ze staan. Ze luisterde nog enkele ogenblikken. Toen duwde ze met haar linkerhand voorzichtig de deur iets verder open, terwijl ze met haar rechterhand haar pistool door de opening richtte. De deur zwaaide geluidloos verder open en LuAnn boog zich naar binnen. Het was donker in de kamer. Het enige licht kwam van de televisie. Wat ze nu zag, maakte dat ze meteen weer verstijfde. Ze zag donker haar, kort bij de nek en hoog opgebouwd in de vorm van een soort bijenkorf. Sally Beecham zat in haar kamer naar de televisie te kijken. Maar was ze dat wel? Ze zat zo stil dat LuAnn niet kon zien of ze nog leefde of niet.

Een ogenblik zag ze weer terug hoe ze tien jaar geleden door die caravan had geslopen en Duane op de bank had zien liggen. Ze ging naar hem toe, liep recht op hem af. En ze zag dat hij zich omdraaide, dat hij zich o zo langzaam naar haar omdraaide, zijn hele borst onder het bloed, zijn gezicht zo grijs als een marineschip. En toen zag ze hem van die bank vallen, stervend. En meteen daarna had zich van achteren een hand over haar mond geklemd. Van achteren!

Ze draaide zich meteen om, maar er was niemand. Toch had ze met haar abrupte bewegingen een beetje geluid gemaakt. Toen ze weer voor zich keek, zag ze Sally Beecham met afgrijzen in haar ogen naar haar staren. Ze herkende LuAnn en was meteen een beetje minder bang. Haar hand ging meteen naar haar borst, die wild op en neer ging.

Ze wilde iets zeggen, maar LuAnn legde een vinger op haar lippen en fluisterde: ‘Sst.’

‘Er is hier iemand,’ zei LuAnn. Sally keek verbaasd. ‘Heb je hier iemand gezien?’ Sally schudde haar hoofd en wees naar zichzelf. De zorgenrimpeltjes verspreidden zich over heel haar ziekelijk bleke gezicht. En toen drong het tot LuAnn door en werd haar eigen gezicht ook bleek.

Sally Beecham parkeerde nooit voor het huis. Ze parkeerde altijd in de garage die rechtstreeks naar de keuken leidde. LuAnns hand verstevigde zijn greep om het pistool. Ze keek weer naar het gezicht. In het halfduister was het moeilijk te zien, maar ze nam geen risico’s. ‘Weet je wat, Sally, ik wil dat je naar de provisiekast gaat, dan sluit ik je daar op. Voor alle zekerheid.’

LuAnn zag de vrouw verbaasd opkijken. Toen kwam een van de handen achter de rug van de vrouw in beweging.

LuAnn stak het pistool naar voren. ‘En dat doen we nu meteen of ik schiet je ter plekke neer. En haal dat pistool tevoorschijn, met de kolf voorop.’

Toen het pistool tevoorschijn kwam, wees LuAnn naar de vloer. Het wapen viel met een klap op het hardhout.

Toen de persoon voor LuAnn ging staan, stak LuAnn vlug haar hand uit en trok ze de pruik af, zodat de man in zicht kwam. Hij had kort, donker haar. Hij draaide zich snel om, maar LuAnn drukte het pistool in zijn oor.

‘Lopen, meneer Jackson! Of moet ik zeggen: meneer Crane?’ Ze maakte zich geen illusies over het lot van Sally Beecham, maar ze had momenteel zoveel aan haar hoofd dat ze zich daar even niet druk om kon maken. Ze hoopte dat ze nog in de gelegenheid zou zijn verdriet te hebben om de vrouw.

Toen ze in de keuken kwamen, duwde LuAnn hem de provisiekast in en deed de deur aan de buitenkant op slot. De deur hoorde bij het oorspronkelijke huis en was van massief eikenhout, zeven centimeter dik met een zware grendel. Die zou hem wel tegenhouden. In elk geval een tijdje. Ze had niet veel tijd nodig.

Ze rende naar het eind van de gang en vloog de trap op. LuAnn ging van deur naar deur. Ze was er vrij zeker van dat Lisa in de slaapkamer van haar moeder was, maar kon geen risico’s nemen. Haar ogen waren aan de duisternis gewend geraakt en ze keek vlug in de ene na de andere kamer. Allemaal leeg. Ze ging verder. Er was nog maar één slaapkamer over: die van haarzelf. LuAnn spitste haar oren tot het uiterste. Het enige dat ze wilde horen, was Lisa die zuchtte, mompelde, ademhaalde, of wat dan ook waardoor haar moeder wist dat het goed met haar was. Ze kon niet roepen, dat was te gevaarlijk. Ze herinnerde zich dat Jackson nu iemand bij zich had. Waar was die persoon? Ze kwam bij de deur, legde haar hand op de knop, haalde diep adem en draaide hem om.

Een lange bliksemschicht sneed door de hemel, gevolgd door een oorverdovende klap van de donder. Op datzelfde moment waaide de deken van het raam weg en begon de regen naar binnen te komen. De combinatie van dat alles maakte Riggs wakker. Hij ging rechtop zitten, wist eerst niet waar hij was en keek toen om zich heen. Hij zag het open raam, en de wind en regen die naar binnen kwamen. Toen keek hij naar Charlie, die nog sliep. Op dat moment drong het tot hem door.

Hij wankelde overeind. ‘LuAnn? LuAnn?’ Daar werd Charlie wakker van.

‘Wat is er?’ zei hij.

Even later hadden ze het hele huisje doorzocht.

‘Ze is er niet,’ riep hij naar Charlie.

Ze renden naar buiten. De auto stond er nog. Riggs keek verbijsterd om zich heen.

‘LuAnn,’ schreeuwde Charlie boven het onweer uit.

Riggs keek naar de schuur. Het viel hem op dat de deuren open stonden. Hij rende erheen en zag dat de schuur leeg was. Hij keek naar de modder bij zijn voeten. Zelfs in het donker kon hij de hoefafdrukken duidelijk zien. Hij volgde de sporen naar de rand van het bos. Charlie rende met hem mee.

‘Joy was in de schuur,’ zei hij tegen Charlie. ‘Blijkbaar is ze naar het huis teruggegaan.’

‘Waarom zou ze dat doen?’

Riggs dacht even na. ‘Vond je het niet vreemd dat ze zomaar goed vond dat we morgen de fbi zouden bellen?’

‘Ja,’ zei Charlie, ‘maar ik was zo moe en zo opgelucht dat ik er niet over heb nagedacht.’

‘Waarom zou ze naar het huis gaan?’ Riggs herhaalde Charlies vraag. ‘De fbi bewaakt dat huis. Wat zou er daar zijn dat ze er zo’n risico voor neemt?’

Charlie verbleekte en wankelde even.

‘Wat is er, Charlie?’

‘LuAnn heeft me eens iets verteld wat Jackson haar verteld had. Een van zijn leefregels.’

‘Wat dan?’ vroeg Riggs.

‘Als je iets wilt verbergen, moet je het duidelijk in het zicht leggen, want dan ziet niemand het.’

Nu was het Riggs’ beurt om te verbleken. De waarheid was opeens tot hem doorgedrongen. ‘Lisa is in het huis.’

‘En Jackson ook.’

Ze renden naar de auto.

Terwijl ze in volle vaart over de weg reden, pakte Riggs de mobiele telefoon op. Hij belde eerst de politie en toen de plaatselijke fbi . Tot zijn schrik kreeg hij Masters aan de lijn.

‘Hij is hier, George. Crane is in Wicken’s Hunt. Breng alles mee wat je hebt.’ Riggs hoorde dat de telefoonhoorn op het bureau viel. Toen hoorde hij hem wegrennen. Hij verbrak de verbinding en drukte het gaspedaal zo ver mogelijk in.

De deur zwaaide open en LuAnn sprong de kamer in. In het midden stond een stoel en in die stoel zat Lisa, voorovergezakt, uitgeput. Het volgende dat LuAnn hoorde, was het moeizame tikken van die klok, die geweldige, prachtige klok. Ze deed de deur achter zich dicht, rende naar haar dochter, omhelsde haar. Toen haar dochter in haar ogen keek, kwam er een brede glimlach op haar gezicht.

En toen werd er een dik koord om LuAnns hals gelegd en strak aangetrokken. Plotseling kon LuAnn geen adem meer krijgen. Haar pistool viel op de vloer.

Lisa gilde en gilde zonder geluid te maken, want ze had de tape nog over haar mond. Ze schopte naar de stoel, probeerde hem om te gooien, probeerde bij haar moeder te komen, haar op de een of andere manier te helpen voordat die man haar doodde.

Jackson stond nu recht achter LuAnn. Hij had vanuit de duisternis naast de ladekast gezien hoe LuAnn op Lisa af gevlogen was. In haar opwinding had ze niet gekeken of er nog iemand anders in de kamer was. En toen had hij toegeslagen. Aan het koord zat een stuk hout vast en Jackson draaide dat strakker en strakker. LuAnns gezicht werd blauw en ze begon het bewustzijn te verliezen. Het koord groef zich dieper en dieper in de huid van haar hals. Ze probeerde hem te stompen, maar ze kon er niet goed bij. Haar vuisten gingen hulpeloos heen en weer en onttrokken het beetje kracht aan haar dat ze nog had. Ze schopte naar hem, maar hij was te vlug en ontweek haar trappen. Ze graaide met haar sterke vingers naar het touw, maar dat zat zo strak tegen haar huid dat ze er geen vat op kon krijgen.

Hij fluisterde in haar oor. ‘Tik tak, LuAnn. Tik tak doet het klokje. Als een magneet trok die klok je naar mij toe. Ik hield de telefoon erbij, dan zou je hem vast en zeker horen. Ik heb je verteld dat ik alles te weten wil komen over iemand met wie ik zaken wil doen. Ik ben in je caravan in het goeie ouwe Rikersville geweest. Ik heb het nogal unieke geluid van dat uurwerk meermalen gehoord. En toen ik hier die avond bij je op bezoek was, zag ik hem aan de muur van de slaapkamer. Je kleine, goedkope erfstuk.’ Hij lachte. ‘Wat zou ik graag je gezicht hebben gezien toen je dacht dat je me te slim af was. Was het een gelukkig gezicht, LuAnn? Was het dat?’

Jacksons glimlach werd breder toen hij voelde dat ze bezweek, dat haar geduchte kracht bijna was opgebruikt. ‘En vergeet je dochter niet. Daar is ze.’ Hij drukte op een lichtknopje en draaide haar met een ruk om opdat ze kon zien dat Lisa bij haar probeerde te komen. ‘Ze zal je zien sterven, LuAnn. En dan is het haar beurt. Jij hebt me een familielid gekost. Iemand van wie ik hield. Wat voor gevoel is het om verantwoordelijk te zijn voor haar dood?’ Hij trok het koord strakker en strakker aan. ‘Sterf, LuAnn. Geef er nou maar aan toe. Doe je ogen dicht en hou gewoon op met ademhalen. Doe dat nou maar. Het is zo gemakkelijk. Doe het nou maar. Doe het voor mij. Je weet dat je het wilt,’ snauwde hij.

LuAnns ogen barstten nu bijna uit hun kassen. Haar longen explodeerden bijna. Ze voelde zich alsof ze diep onder water lag; ze zou er alles voor geven om één keer adem te halen, één keer lucht in haar longen te zuigen. Terwijl LuAnn naar die uitdagende woorden luisterde, werd ze teruggevoerd naar een begraafplaats, naar een rechthoekje van zand, naar een klein koperen gedenkteken in de grond, vele jaren geleden. Precies waar zij nu heen ging. Doe het voor Grote Papa, LuAnn. Het is zo gemakkelijk. Kom naar Grote Papa toe. Je weet dat je het wilt.

Vanuit de hoek van haar bloeddoorlopen rechteroog kon ze Lisa in stilte om haar moeder zien schreeuwen, kon ze zien hoe haar dochter de kloof wilde overbruggen die over enkele seconden eeuwig zou worden. Op dat moment kwam, ergens uit een plaats zo diep dat LuAnn er nooit van had geweten, een kracht in haar op, zo’n ongelooflijk grote kracht dat ze er bijna van omviel. Met een schreeuw kwam LuAnn omhoog en boog zich toen naar voren. Ze tilde de verbijsterde Jackson daarbij helemaal van de vloer. Ze sloeg haar armen om zijn benen en droeg hem alsof hij paardje reed. Toen zwaaide ze naar achteren. Haar voeten stampten over de vloer, totdat ze Jackson met kracht tegen de zware ladekast gooide. De scherpe houten rand trof hem precies in zijn ruggengraat.

Hij gaf een schreeuw van pijn maar hield het koord vast. LuAnn stak haar hand omhoog en begroef haar nagels in de wond op zijn hand – die van het gevecht in het huisje – en scheurde de snee wijd open. Jackson gaf weer een schreeuw en liet ditmaal het koord los. LuAnn voelde dat en stuwde haar bovenlijf naar voren. Jackson vloog over haar schouders en smakte tegen een spiegel die aan de wand hing.

LuAnn wankelde door het midden van de kamer en zoog enorme hoeveelheden lucht in haar longen. Ze greep naar haar keel en trok het koord weg. Toen vestigde ze haar blik op de man.

Jackson greep naar zijn gewonde rug en probeerde overeind te komen. Dat was een beetje te laat, want met een schorre kreet stortte LuAnn zich op hem. Ze drukte hem plat tegen de vloer. Haar benen klemden zich tegen de zijne, maakten ze onbeweeglijk. Haar handen sloegen zich om zijn keel en nu begon zíjn gezicht blauw aan te lopen. De greep die hij nu op zijn keel voelde was tien keer zo sterk als de greep waartegen hij op de veranda van het huisje had geworsteld. Hij keek in haar ogen, die rood waren van haar vaatjes die gesprongen waren toen ze bijna stikte. Hij wist dat hij haar smorende greep nooit zou kunnen verbreken. Terwijl ze het leven uit hem bleef knijpen, tastten zijn handen over de vloer. Allerlei visioenen gingen door zijn hoofd, maar die gingen niet gepaard met een nieuwe stoot energie. Zijn lichaam begon slap te worden. Zijn ogen rolden in hun kassen. Zijn keel werd steeds verder dichtgeknepen. Toen vonden zijn vingers een stukje glas van de kapotte spiegel en pakten het vast. Hij zwaaide ermee naar boven, trof haar in haar arm en sneed door haar kleren heen, in haar huid. Ze liet haar greep niet verslappen. Hij sneed haar weer, maar ook dat haalde niets uit. Ze voelde geen pijn meer; ze zou hem gewoon niet loslaten.

Ten slotte graaide hij, met het laatste beetje kracht dat hij nog had, onder haar arm en drukte zo hard als hij kon. Plotseling verslapten LuAnns armen, want Jackson had het drukpunt gevonden. In een oogwenk had hij haar van zich af geduwd en rende hij de kamer door, happend naar adem.

LuAnn zag tot haar schrik dat hij Lisa’s stoel greep en door de kamer naar het raam trok. Ze kwam overeind en vloog op hen af. Ze wist precies wat hij ging doen, maar ze zou zorgen dat het niet gebeurde. Hij tilde de stoel met Lisa en al op, en LuAnn dook eropaf, en haar hand sloot zich om het been van haar dochter op het moment dat de stoel tegen het raam sloeg, een raam met tien meter daar beneden een binnenplaats van klinkers. LuAnn en Lisa sloegen midden in de glasscherven tegen de vloer.

Jackson probeerde het pistool van de vloer te graaien, maar LuAnn was hem één stap voor. LuAnns been vloog omhoog en trof Jackson, die een beetje te dicht bij haar in de buurt was gekomen, recht in zijn kruis. Hij klapte kreunend voorover. Ze sprong op en stootte haar rechtervuist tegen Jacksons kin. Hij zakte op de vloer.

In de verte hoorden ze allemaal de politiesirenes naderen. Jackson vloekte binnensmonds, hees zich overeind en rende, zijn handen over zijn edele delen geklemd, de kamer uit. Hij gooide de deur achter zich in het slot.

LuAnn liet hem gaan. Schreeuwend en huilend van opluchting maakte ze vlug de touwen en tape van Lisa los. Moeder en dochter omhelsden elkaar. LuAnn drukte Lisa tegen zich aan, drukte haar gezicht in Lisa’s haar. Haar neus dronk alle geweldige geuren van het meisje in. Toen stond LuAnn op. Ze pakte haar pistool en schoot twee keer uit het raam.

Riggs en Charlie en de fbi -agenten voerden een verhitte discussie bij het begin van de privéweg, toen ze de schoten hoorden. Riggs gooide de auto in de versnelling en reed met grote snelheid de weg op. De fbi -agenten renden naar hun eigen auto.

Jackson rende de gang door, bleef abrupt staan en keek in Sally Beechams slaapkamer. Leeg. Hij zag het pistool op de vloer liggen en pakte het. Toen hoorde hij gebonk. Hij rende naar de keuken en maakte de deur van de provisiekast open. Roger Crane wankelde naar buiten, trillend en met zijn ogen knipperend.

‘Goddank, Peter. Ze had een pistool. Ze sloot me daar op. Ik... Ik deed precies wat je zei.’

‘Dank je, Roger.’ Hij bracht het pistool omhoog. ‘Doe Alicia de groeten van me.’ Toen schoot hij zijn broer recht in het gezicht. Het volgende moment was hij de deur uit en rende hij over het veld naar het bos.

Toen ze uit hun auto sprongen, was Riggs de eerste die Jackson zag. Hij rende meteen achter hem aan. Charlie volgde hem op de voet ondanks zijn verzwakte staat. Toen de fbi -agenten enkele seconden later ook arriveerden, renden ze naar het huis.

LuAnn kwam ze op de trap tegemoet. ‘Waar zijn Matthew en Charlie?’

De mannen keken elkaar aan. ‘Ik zag iemand het bos in rennen,’ antwoordde een van hen.

Ze renden allemaal naar het gazon aan de voorkant van het huis. Op dat moment hoorden ze het: het ronken van de helikopter waarvan de rotorbladen door regen en wind sloegen. Het toestel landde in het gras. Ze zagen allemaal de fbi -insignes op de zijkant. De groep rende erheen; LuAnn en Lisa waren er als eersten.

Een stuk of wat politiewagens stopten bij de fontein. Er stroomde een legertje agenten uit.

George Masters klom uit de helikopter, gevolgd door een team van fbi -agenten. Hij keek haar aan. ‘LuAnn Tyler?’ Ze knikte. Masters keek naar Lisa. ‘Je dochter?’

‘Ja,’ zei LuAnn.

‘Goddank.’ Hij slaakte een diepe zucht van verlichting en stak zijn hand uit. ‘George Masters, fbi . Ik was in de stad om Charlie Thomas te ondervragen. Toen ik in het ziekenhuis kwam, was hij weg.’

‘We moeten achter Jackson aan, ik bedoel Peter Crane. Hij ging het bos in,’ zei LuAnn. ‘Matthew en Charlie gingen achter hem aan. Maar ik wil dat Lisa in veiligheid is. Ik kan haar niet achterlaten zonder te weten dat ze absoluut veilig is.’

Masters keek heen en weer tussen moeder en dochter, die elkaars evenbeeld waren. Toen keek hij naar de helikopter.

‘We brengen haar met deze helikopter naar het fbi -kantoor hier in Charlottesville. Ik zet haar midden in een kamer met zes zwaarbewapende fbi -agenten om haar heen. Is dat goed genoeg?’ Hij glimlachte zwakjes.

Er kwam een dankbare uitdrukking op haar gezicht. ‘Ja. Dank u voor uw begrip.’

‘Ik heb ook kinderen, LuAnn.’

Terwijl Masters de piloot instructies gaf, omhelsde LuAnn haar dochter nog een keer. Toen draaide ze zich om en rende naar het bos, op de voet gevolgd door een zwerm fbi -mannen en politieagenten. Snel als ze was, en met haar kennis van het terrein, liet ze hen al gauw achter zich.

Riggs kon voetstappen voor zich uit horen rennen. Charlie was een beetje achtergebleven, maar Riggs hoorde zijn zware ademhaling niet ver achter hem. Het bos was in nagenoeg volslagen duisternis gehuld, en de regen bleef maar naar beneden komen. Riggs knipperde vlug met zijn ogen om weer iets te kunnen zien. Hij trok zijn pistool en haalde met een snelle beweging van zijn vinger de veiligheidspal over. Toen bleef hij abrupt staan, want de geluiden voor hem hielden op. Hij hurkte neer en tuurde om zich heen, beschreef een wijde boog met zijn pistool. Hij hoorde het geluid achter zich net iets te laat. Een voet schopte in zijn rug en hij viel languit naar voren en kwam met een smak op de natte grond terecht. Zijn gezicht schuurde pijnlijk over het gras en zand, en uiteindelijk vloog hij tegen een boom. Zijn pistool kwam met een harde klap tegen de stam. Door de schok begon zijn gewonde arm weer te bloeden. Toen hij zich op zijn rug rolde, zag hij de man op hem af vliegen, zijn voet in de aanslag voor nog een verpletterende trap. Op dat moment vloog Charlie tegen Jackson op en sloegen beide mannen als een worstelende kluwen tegen de grond.

Een woedende Charlie beukte met zijn vuisten op Jackson in en haalde toen zijn arm naar achteren om hem een verdovende vuistslag toe te brengen. Zo snel als een paling stompte Jackson recht tegen Charlies wond. Charlie gaf een schreeuw en klapte voorover. Met de beweging van iemand die tegen een cimbaal slaat, sloeg Jackson met beide handpalmen tegen Charlies oren. Op die manier stuwde hij een plotselinge, pijnlijke stoot lucht in zijn gehoorkanalen, zodat er een trommelvlies scheurde. Misselijk en duizelig van de slagen, viel Charlie van Jackson af en bleef kreunend op de grond liggen.

‘Ik had in het motel je keel moeten doorsnijden,’ snauwde Jackson hem toe. Jackson wilde net een verpletterende schop tegen Charlies hoofd geven toen hij achter zich Riggs hoorde schreeuwen.

‘Ga van hem weg of ik schiet je kop van je romp.’

Jackson keek om en zag dat Riggs’ pistool recht op hem gericht was. Jackson liep van Charlie vandaan.

‘Eindelijk ontmoeten we elkaar. Riggs de crimineel. Zullen we het eens over een financiële regeling hebben die je erg rijk zal maken?’ zei Jackson. Zijn stem was nog schor en zwak van de wurgende greep van LuAnns handen. Hij greep naar zijn verwonde hand; zijn gezicht bloedde van Charlies slagen.

‘Ik ben geen crimineel, klootzak. Ik was fbi -agent en ik had een getuigenverklaring afgelegd tegen een kartel. Daarom zat ik in dat getuigenprogramma.’

Jackson kwam dichter naar Riggs toe. ‘Ex- fbi ? Nou, dan ben ik er tenminste zeker van dat je me niet in koelen bloede doodschiet.’ Hij stak waarschuwend zijn vinger naar Riggs uit. ‘Maar begrijp me goed: als ik voor de bijl ga, gaat LuAnn ook. Ik zal tegen je vroegere bazen zeggen dat ze aan alles meewerkte, dat ze me zelfs hielp met het maken van de plannen. Ik zal zo’n duister beeld van haar schilderen dat ze blij mag zijn als ze maar levenslang krijgt. Daar zullen mijn advocaten voor zorgen. Maar maak je geen zorgen, ik heb gehoord dat je in sommige gevangenissen tegenwoordig echtelijke bezoeken mag afleggen.’

‘Jij zult wegrotten in de cel.’

‘Dat denk ik niet. Ik kan me wel voorstellen welke deal ik met de fbi kan maken. Ik denk dat ze er alles voor over hebben om dit niet in de openbaarheid te laten komen. Als dit allemaal voorbij is, zie ik jou vast nog weleens terug. Daar verheug ik me zelfs op.’

Jacksons spottende stem brandde zich door elke vezel in Riggs’ lichaam heen. Wat hem nog woedender maakte, was het feit dat alles wat Jackson had voorspeld heel goed zou kunnen gebeuren. Maar het zou niet gebeuren, nam Riggs zich heilig voor. ‘Je vergist je,’ zei Riggs.

‘Waarin?’

‘Dat ik je niet in koelen bloede zal doden.’ Riggs haalde de trekker over. Er kwam geen geluid, en meteen was het of al het bloed uit Riggs’ lichaam werd gepompt. Het pistool weigerde dienst; het was defect geraakt door de klap tegen de boom. Hij haalde de trekker nog eens over, met hetzelfde misselijk makende resultaat.

Jackson trok meteen zijn eigen pistool en richtte dat op Riggs.

Riggs liet het nutteloze pistool vallen en trok zich terug, terwijl Jackson op hem af kwam. Ten slotte kon Riggs zich niet verder terugtrekken, want zijn voet voelde niets dan lucht. Hij keek achter zich: een steile afgrond. Beneden was het snelstromende water. Hij keek weer naar Jackson, die glimlachte en toen schoot.

De kogel kwam vlak voor Riggs’ voeten neer en hij ging een centimeter terug, balancerend op de rand.

‘Laat eens zien hoe goed je kunt zwemmen zonder armen.’ Het volgende schot trof Riggs in zijn goede arm. Hij kreunde van pijn, klapte voorover, zich aan zijn arm vastklampend, en deed zijn best om zijn evenwicht te bewaren. Toen keek hij op naar het spottende gezicht van Jackson.

‘Je kunt kiezen: de kogel of de sprong. Maar kies vlug, want ik heb niet veel tijd.’

Riggs had maar een seconde de tijd. Toen hij voorover was geklapt, was de arm die net was getroffen langs de hele lengte van zijn mitella geschoven – een erg natuurlijke beweging onder de omstandigheden. Jackson had zijn vindingrijkheid onderschat. Jackson was niet de enige die zich met zijn scherpzinnigheid en snelle verstand in leven had moeten houden, niet de enige die zich al uit menige lastige situatie had moeten redden. Wat Riggs nu ging doen, had zijn leven eens gered toen hij undercover aan een drugszaak werkte. Het zou deze keer zijn leven niet redden, maar wel dat van een aantal anderen, inclusief het leven waarom hij meer gaf dan om zijn eigen leven: dat van LuAnn.

Hij keek Jackson recht in de ogen. Zijn woede was zo intens dat hij de pijn in zijn beide armen niet voelde. Zijn hand sloot zich om de kolf van het kleine pistooltje dat in zijn mitella geplakt zat, het pistooltje dat hij vroeger in zijn enkelholster had gehad. De loop was recht op Jackson gericht. Ondanks zijn gewonde arm kon hij nu goed richten. En Jackson was maar een meter of zo van hem vandaan. Maar Riggs moest het met één schot doen.

‘Riggs!’ schreeuwde Charlie.

Jackson nam zijn blik niet van Riggs weg. ‘Jij bent de volgende, óóm Charlie.’

Matt Riggs zou nooit de uitdrukking op Jacksons gezicht vergeten op het moment dat Riggs’ eerste schot door de mitella kwam en de man recht in zijn gezicht trof. De kogel sloeg zich eerst door het poeder, de plamuur en de gom, en boorde zich een microseconde later in het bot. Het pistool viel uit de hand van de verbijsterde Jackson.

Riggs bleef de trekker overhalen, vuurde kogel na kogel op Jackson af. Hoofd, romp, been, arm – er was geen deel van hem dat Riggs miste, net zo lang tot het wapen na twaalf schoten leeg was. En al die tijd bleef die totale verbijstering zich op Jacksons gezicht aftekenen, het gezicht waarop bloed zich met valse haren en huid vermengde. De crèmes en poeders veranderden in een dofrode drab. Het totale effect was spookachtig, alsof de man oploste. Uit twaalf wonden stroomde het bloed. Hij zakte op zijn knieën, viel op de grond voorover en bewoog niet meer. Zijn laatste optreden.

Toen ging Riggs over de rand van de afgrond. Door de terugslagen van het pistool was hij zijn evenwicht helemaal kwijtgeraakt. Zijn voeten hadden geen vat meer op de glibberige rode klei. Maar terwijl hij viel, kwam er een grimmige voldoening op zijn gezicht, al keek hij meteen omlaag naar de afgrond waar hij op af ging. Twee nutteloze armen waaruit hij dood bloedde, diep en snel en ijskoud water, niets om zich aan vast te grijpen. Het was voorbij.

Hij hoorde Charlie zijn naam nog een keer roepen, en toen hoorde hij niets meer. Hij voelde nu geen pijn, alleen vrede. Hij smakte in het water en ging onder. Charlie krabbelde naar de rand en wilde net achter hem aan springen toen een lichaam hem voorbij vloog en over de rand ging. LuAnn ging met een perfecte duik door het wateroppervlak en kwam bijna meteen weer boven. Ze keek om zich heen in het snelstromende water dat haar al begon mee te voeren.

Charlie, op de oever, strompelde tussen de dikke bomen door, en door dicht struikgewas, om haar bij te houden. De kreten van de fbi -mannen en politieagenten werden luider, maar het zag er niet naar uit dat hun hulp op tijd zou komen.

‘Matthew!’ schreeuwde LuAnn. Niets. Ze dook onder, zocht systematisch van oever tot oever. Twintig seconden later dook ze op, happend naar lucht.

‘LuAnn!’ riep Charlie haar toe.

Ze negeerde zijn kreten. De koude regen sloeg op haar neer. Ze zoog haar longen weer vol lucht en ging weer onder. Charlie bleef staan, keek links en rechts, probeerde te voorspellen waar ze zou opduiken. Hij was niet van plan hen beiden te verliezen.

Toen LuAnn weer boven kwam, was ze niet alleen. Ze had haar arm om Riggs heen. De stroom voerde hen mee. Hij kokhalsde en spuwde water uit. Zijn longen deden verwoede pogingen om weer te functioneren. Ze probeerde dwars door de stroom te zwemmen, maar bereikte daar niet veel mee. Ze had het ijskoud. Nog een minuut en ze zou door onderkoeling niets meer kunnen beginnen. Riggs was alleen maar dood gewicht, en ze voelde dat haar krachten haar in de steek begonnen te laten. Ze schaarde haar benen om zijn bovenlichaam en hield hem zodanig vast dat zijn gezicht net boven het wateroppervlak kwam. Ze bleef druk op zijn maagstreek uitoefenen, dwong zijn diafragma om op en neer te gaan, hielp hem zijn longen leeg te krijgen.

Ze keek wanhopig achter zich, op zoek naar een uitweg. Haar blik viel op een gevallen boom, en vooral op de dikke tak die uit het water stak en daaroverheen hing. Het zou erop of eronder zijn. Ze spande haar spieren en schatte de afstand en hoogte. Ze klemde haar benen nog steviger om Riggs heen en deed toen een uitval naar de tak. Haar handen sloten zich om de tak en hielden hem vast. Ze trok zich op. Zij en Riggs waren nu voor een deel uit het water. Ze probeerde zich nog verder omhoog te trekken, maar dat lukte niet; Riggs was te zwaar. Ze keek omlaag en zag hem naar haar kijken. Hij haalde hortend adem. Toen zag ze tot haar schrik dat hij zich uit haar benen probeerde te bevrijden.

‘Matthew, niet doen! Alsjeblieft!’

Tussen zijn blauwe lippen door, die pijnlijk langzaam bewogen, zei hij: ‘We gaan niet allebei sterven, LuAnn.’ Hij duwde weer tegen haar benen en ze verzette zich nu tegen hem en de stroom en de doffe pijn in haar ledematen, waarin de verdovende kou zich had vastgezet. Haar lippen beefden van woede en hulpeloosheid. Ze keek weer naar hem omlaag, zag dat hij wanhopige pogingen deed zich te bevrijden, haar van de last te verlossen. Ze kon gewoon loslaten, samen met hem in het water vallen, maar hoe moest het dan met Lisa? Ze had enkele seconden om een keus te maken, maar toen hoefde het niet meer. Voor het eerst in haar leven begaf haar kracht het en werd haar greep verbroken. Ze viel langzaam naar beneden.

Een dikke arm die zich om haar lichaam sloeg, maakte een eind aan haar val, en het volgende wat ze voelde, was dat zij en Riggs helemaal uit het water werden getrokken.

Ze hield haar hoofd schuin achterover en zag zijn gezicht.

Charlie zat schrijlings op de boomstam, met gewonde arm en al. Grommend en met een verwrongen gezicht trok hij hen veilig op een smalle oever, waar ze alle drie in elkaar zakten, vlak langs het water. LuAnns benen hielden Riggs nog omklemd. Ze lag op haar rug, met haar hoofd op Charlies borst, die zwaar op en neer ging van alle inspanning. LuAnn stak haar rechterhand naar Riggs uit. Hij pakte hem vast en hield hem tegen zijn wang. Haar linkerhand ging omhoog en pakte Charlies schouder vast. Hij legde zijn eigen hand eroverheen. Geen van drieën zei een woord.

Duister Lot
titlepage.xhtml
Duister_lot_split_0.xhtml
Duister_lot_split_1.xhtml
Duister_lot_split_2.xhtml
Duister_lot_split_3.xhtml
Duister_lot_split_4.xhtml
Duister_lot_split_5.xhtml
Duister_lot_split_6.xhtml
Duister_lot_split_7.xhtml
Duister_lot_split_8.xhtml
Duister_lot_split_9.xhtml
Duister_lot_split_10.xhtml
Duister_lot_split_11.xhtml
Duister_lot_split_12.xhtml
Duister_lot_split_13.xhtml
Duister_lot_split_14.xhtml
Duister_lot_split_15.xhtml
Duister_lot_split_16.xhtml
Duister_lot_split_17.xhtml
Duister_lot_split_18.xhtml
Duister_lot_split_19.xhtml
Duister_lot_split_20.xhtml
Duister_lot_split_21.xhtml
Duister_lot_split_22.xhtml
Duister_lot_split_23.xhtml
Duister_lot_split_24.xhtml
Duister_lot_split_25.xhtml
Duister_lot_split_26.xhtml
Duister_lot_split_27.xhtml
Duister_lot_split_28.xhtml
Duister_lot_split_29.xhtml
Duister_lot_split_30.xhtml
Duister_lot_split_31.xhtml
Duister_lot_split_32.xhtml
Duister_lot_split_33.xhtml
Duister_lot_split_34.xhtml
Duister_lot_split_35.xhtml
Duister_lot_split_36.xhtml
Duister_lot_split_37.xhtml
Duister_lot_split_38.xhtml
Duister_lot_split_39.xhtml
Duister_lot_split_40.xhtml
Duister_lot_split_41.xhtml
Duister_lot_split_42.xhtml
Duister_lot_split_43.xhtml
Duister_lot_split_44.xhtml
Duister_lot_split_45.xhtml
Duister_lot_split_46.xhtml
Duister_lot_split_47.xhtml
Duister_lot_split_48.xhtml
Duister_lot_split_49.xhtml
Duister_lot_split_50.xhtml
Duister_lot_split_51.xhtml
Duister_lot_split_52.xhtml
Duister_lot_split_53.xhtml
Duister_lot_split_54.xhtml
Duister_lot_split_55.xhtml
Duister_lot_split_56.xhtml
Duister_lot_split_57.xhtml
Duister_lot_split_58.xhtml
Duister_lot_split_59.xhtml
Duister_lot_split_60.xhtml
Duister_lot_split_61.xhtml
Duister_lot_split_62.xhtml
Duister_lot_split_63.xhtml
Duister_lot_split_64.xhtml
Duister_lot_split_65.xhtml
Duister_lot_split_66.xhtml