•29•
Thomas Donovan zocht in de straten van de stad naar een plek om te parkeren. Georgetown stond niet bekend om zijn overvloed aan plaatsen waar je je auto kon neerzetten. Hij reed in een nieuwe huurauto, een bijna nieuwe Chrysler. Hij verliet M Street om rechtsaf Wisconsin Avenue in te slaan en vond ten slotte een plekje in een zijstraat niet ver van zijn bestemming. Toen hij de straat door liep, begon het een beetje te regenen. Al gauw kwam hij in een chique buurt met hoge huizen waar belangrijke zakenlieden en politici woonden. Hij keek in het voorbijgaan naar sommige van die huizen. In veel kamers achter de sierlijk ontworpen ramen brandde licht. Donovan kon de goed geklede bewoners voor hun warme haard zien zitten. Met een glas in de hand wisselden ze lichte kussen uit en ontspanden ze zich na weer een dag waarin ze misschien wel de wereld hadden veranderd of misschien alleen maar iets aan hun toch al omvangrijke beleggingsportefeuille hadden toegevoegd.
Er was zoveel rijkdom en macht in deze wijk geconcentreerd dat de huizen energie leken uit te stralen. Donovan liep in een stevig tempo door. Geld en macht waren nooit zijn grootste ambities geweest. Niettemin had zijn werk hem vaak in contact gebracht met mensen die aan niets zoveel waarde hechtten als geld of macht of beide. De gelegenheid om de altruïstische cynicus uit te hangen, deed zich dan ook vaak voor, en Donovan speelde die rol vaak met veel enthousiasme – om de simpele reden dat hij oprecht geloofde in het werk dat hij deed. De ironie daarvan ontging hem niet. Want als de rijken en machtigen er niet waren, met al hun slechte praktijken, naar wie zou hij dan zijn scherp gerande stenen werpen?
Donovan bleef ten slotte bij een ontzagwekkend huis staan: een honderd jaar oud bakstenen herenhuis van drie verdiepingen achter een muurtje van een meter hoog met daarop een zwart smeedijzeren hekwerk in een stijl zoals je alleen in deze omgeving aantrof. Hij stak een sleutel in het slot van het hek en ging het pad op. Een andere sleutel paste in het slot van de zware houten voordeur. Hij ging naar binnen en liet zijn jas van zich afglijden.
De huishoudster verscheen onmiddellijk en nam de natte jas van hem aan. Ze droeg een traditioneel dienstmeisjesuniform en sprak met geoefende eerbiedigheid.
‘Ik zal mevrouw zeggen dat u er bent, meneer Donovan.’
Hij knikte vlug en liep langs haar naar de salon, waar hij even bij het haardvuur bleef staan om zich te warmen. Hij keek tevreden om zich heen. Hij kwam uit een arbeidersmilieu, maar had er geen moeite mee om soms een beetje van luxe te genieten. Dat was een tegenstrijdigheid in zijn aard waar hij zich in zijn jeugd erg druk om had gemaakt maar die hij nu niet meer zo’n probleem vond. Sommige dingen werden beter als je ouder werd, vond hij, bijvoorbeeld dat je je steeds meer kon ontdoen van lagen van schuldgevoel die als de schillen van een ui om je heen zaten.
Tegen de tijd dat hij zich iets te drinken had gemixt uit de voorraad die achter een kast in een hoek van de salon was ondergebracht, verscheen de vrouw des huizes. Ze liep vlug naar hem toe en gaf hem een innige kus. Hij pakte haar hand vast en streelde die even.
‘Ik heb je gemist,’ zei ze.
Hij leidde haar naar de grote sofa die tegen een muur stond. Ze gingen dicht naast elkaar zitten, hun knieën tegen elkaar.
Alicia Crane was fijngebouwd, midden dertig, met lang haar dat met de dag meer op asblond dan goudblond ging lijken. Haar jurk was kostbaar en de sieraden aan haar polsen en oren deden in prijsniveau zeker niet onder voor de jurk. Toch was het algehele beeld er een van discrete rijkdom en verfijning. Haar gelaatstrekken waren delicaat. Haar neus was zo klein dat hij nauwelijks opviel onder de diepe glans van haar donkerbruine ogen. Hoewel ze geen traditionele schoonheid was, hadden haar duidelijke rijkdom en verfijning haar een aangename uitstraling gegeven. Op haar beste dagen kon worden gezegd dat ze er goed uitzag.
Haar wang beefde enigszins toen hij hem streelde.
‘Ik heb jou ook gemist, Alicia. Heel erg.’
‘Ik houd er niet van als je ergens anders moet zijn.’ Haar stem klonk beschaafd en waardig, met een langzame, precieze intonatie. Die stem leek eigenlijk een beetje te formeel voor een betrekkelijk jonge vrouw.
‘Nou, het hoort bij mijn werk.’ Hij glimlachte naar haar. ‘Maar jij maakt het veel moeilijker voor me om dat werk te doen.’ Hij voelde zich enorm tot Alicia Crane aangetrokken. Ze mocht dan niet de meest schitterende ster van het universum zijn, ze was een goed mens, zonder de pretenties en airs van de meeste mensen die zo rijk waren als zij.
Toen keek ze hem geschrokken aan. ‘Waarom heb je je baard nou afgeschoren?’
Donovan wreef over zijn gladde kin. ‘Verandering van tempo,’ zei hij vlug. ‘Je weet dat mannen hun eigen soort menopauze hebben. Ik denk dat ik opeens tien jaar jonger lijk. Wat vind je?’
‘Ik vind dat je zonder baard net zo knap bent als met. Je doet me nu een beetje aan mijn vader denken. Toen hij jonger was, natuurlijk.’
‘Dank je voor het liegen tegen een oude man.’ Hij glimlachte. ‘Maar ik vind het al vleiend om met hem te worden vergeleken.’
‘Ik kan Maggie iets te eten laten opdienen. Je moet wel uitgehongerd zijn.’ Ze nam zijn hand in haar beide handen.
‘Dank je, Alicia. En daarna misschien een warm bad.’
‘Natuurlijk. Die regen is zo kil om deze tijd van het jaar.’ Ze aarzelde even. ‘Moet je gauw weer weg? Ik dacht dat we misschien naar de eilanden konden gaan. Het is daar zo mooi om deze tijd van het jaar.’
‘Dat klinkt geweldig, maar ik ben bang dat we dat moeten uitstellen. Ik moet morgen weer weg.’
De teleurstelling stond duidelijk op haar gezicht te lezen. Ze sloeg haar ogen neer. ‘Ik begrijp het.’
Hij legde zijn hand onder haar kin en keek in haar ogen. ‘Alicia, ik heb vandaag een ontdekking gedaan. Een ontdekking waar ik nauwelijks op had durven hopen. Het was riskant, maar soms moet je risico’s nemen als je iets wilt bereiken.’ Hij herinnerde zich de hevig geschrokken blik in LuAnn Tylers ogen die ochtend. ‘Al dat rondsnuffelen... je weet nooit of het iets oplevert. Maar dat hoort bij het spel.’
‘Dat is geweldig, Thomas, daar ben ik blij mee! Maar ik hoop dat je jezelf niet in gevaar hebt gebracht. Ik weet niet wat ik zou moeten beginnen als jou iets overkwam.’
Hij leunde achterover en dacht aan zijn roekeloze gedrag van die ochtend. ‘Ik kan op mezelf passen. Maar ik neem geen onnodige risico’s. Dat laat ik aan de jonkies over.’ Zijn stem had een kalmerende klank.
Hij keek naar haar. Ze had het gezicht van een kind dat haar favoriete held over een avontuur hoort vertellen. Donovan dronk zijn glas leeg. Een held. Hij vond dat wel een prettig gevoel. Wie niet? Wie had van tijd tot tijd geen behoefte aan dat soort onvoorwaardelijke bewondering? Hij glimlachte en nam Alicia’s kleine hand in de zijne.
‘Ik beloof je iets. Als ik dit verhaal in de publiciteit heb gebracht, gaan we een hele tijd op vakantie. Alleen jij en ik. Ergens waar het warm is, waar je veel te drinken kunt krijgen en waar ik mijn talenten als zeeman een beetje kan oppoetsen. Ik heb dat een hele tijd niet gedaan en ik zou niemand weten met wie ik het liever zou doen. Hoe klinkt dat?’
Ze legde haar hoofd tegen zijn schouder en kneep hard in zijn arm. ‘Geweldig.’