Vrijdag 7 april 19.30

'Word wakker, mam, alsjeblieft!' Rose had moeite weer bij haar positieven te komen. Er was iets aan de hand. Damien schudde haar door elkaar. 'Mam, alsjeblieft, word wakker!' Er klonk paniek in zijn stem. Zich plotseling bewust van haar slaapkamer, haar zoon, het tijdstip van de avond, was Rose ineens klaarwakker. 'Kom op, word wakker!' 'Wat is er? Wat is er gebeurd? Vlug, zeg op!'

Ze zocht naar haar ochtendjas en haar pantoffels, maar realiseerde zich dat ze al aangekleed was. Wie was er gewond? Zou ze in staat zijn naar Temple Street te rijden, of zou ze een ziekenwagen bellen? Welke ramp was er nu weer gebeurd?

'Niets, ma, alles is goed. Ik kon je alleen niet wakker krijgen.'

Damiens gezicht zag lijkbleek, zijn ogen stonden groot, zijn lippen trilden. Rose wist meteen wat hij had gedacht. Ze voelde zich uiterst kalm, zelfs bij het zien van zoveel verdriet.

Hij had er zelfs aan gedacht de deur van de slaapkamer dicht te doen. Had hij die ook op slot gedaan? Dit kon ze meteen aanpakken. Geen dubbelzinnigheid, geen schuldgevoel.

Ze schoof de gordijnen open zodat hij haar gezicht goed kon zien. H et was een prachtige avond. De zee was rustig, glinsterend. Het was eindelijk opgehouden met regenen en de lucht was helder lenteblauw. Ze liep terug naar het bed, ging zitten en keek hem aan.

'Damien, zelfmoord plegen is wel het aller- allerlaatste waar ik aan zou denken!'

Damien wendde zijn gezicht af, hij voelde zich in verlegenheid gebracht. Ze bleef hem constant aankijken, haar blik liet hem zelfs geen moment los.

'Ik neem je niet kwalijk dat je bent geschrokken. De hele week hangt er hier in huis al een geladen sfeer.'

Terwijl ze dit zei, besefte ze hoe waar dat was. Het leek of zelfs de linnen verlies en droefheid uitstraalden. Het hele huis, waar regelmaat ooit normaal was, leek zich verloren te voelen nu de hoofdrolspeler er niet meer was. Was dit wat mensen bedoelden met een spookhuis? Als ze dit huis nu zouden verlaten, acuut, zou hun onverwerkte verdriet dan door de volgende bewoners worden gevoeld?

Terwijl alles voor haar radicaal was veranderd, besefte Rose dat het voor Damien nog ingrijpender moest zijn. Voor Ben wegging, was al Damiens energie opgegaan aan haatgevoelens ten opzichte van hem. Hij wilde in geen enkel opzicht op zijn vader lijken. Soms kon hij het zelfs niet opbrengen om naast hem te zitten. Terwijl ze naar Damiens ongelukkige gezicht keek, realiseerde Rose zich plotseling dat hij zich schuldig voelde omdat zijn vader misschien mede door hem was weggegaan.

De gedachte maakte haar bedroefd. Iedereen had schuld, behalve Ben. Het kon een verklaring zijn voor Damiens enthousiasme om te helpen, zijn bereidheid om meer te doen dan nodig was.

'Wat er is gebeurd, is niet jouw schuld, Damien,' zei Rose rustig. 'Dit heeft niets met jou te maken. Dit is iets tussen alleen je vader en mij.'

Ze wachtte, maar hij keek haar niet aan. 'Ik weet dat jullie twee niet met elkaar konden opschieten, maar dat is op jouw leeftijd normaal. Jongelui moeten zich nu eenmaal tegen hun ouders afzetten , willen zich onderscheiden.'

'Ik haat hem.'

'Dat weet ik. Misschien dat dit nog een keer verandert, misschien ook niet. Wat je niet moet vergeten,' en hier dwong Rose hem haar aan te kijken, 'wat je niet moet vergeten, is dat ik nog veel te veel heb om voor te leven om ooit maar aan zelfmoord te denken.'

Rose week niet voor zijn schaamte; ze gaf er niet aan toe. Ze sprak openhartig tegen hem, als volwassene tot volwassene. Misschien was het maar goed dat hij zijn vader niet verafgoodde. Zijn woede gaf hem tenminste kracht. Hij werd snel volwassen.

'Ik heb mijn eigen leven, Damien, ik heb jullie drie en ik heb werk te doen. Ik ben niet van plan om dat allemaal op te geven, nooit.'

Hij knikte en zat ondertussen naar zijn handen te kijken. Toen stond hij stil op. Hij leek iets te willen zeggen. Hij veranderde echter van gedachten en liep abrupt de kamer uit.

Rose liet hem gaan. Voor het ogenblik was er niets te zeggen.

Om negen uur kwam hij binnen omdat hij geld nodig had. Rose was opgestaan en had zich gedoucht en andere kleren aangetrokken. Ze aten samen. Zij en Damien dronken er een glas wijn bij en de kinderen brachten ieder apart een toost uit op haar succes bij de Bonne Bouche. Rose had het gevoel dat ze een andere positie had gekregen. Ze had de waarheid verteld op een manier die de kinderen begrepen en ze had vrede met zichzelf. Voor het eerst sinds maandag had ze het gevoel dat ze niet langer meer op de hielen werd gezeten. Het eten was op en het had iedereen gesmaakt. De twee jongste kinderen waren voor een keer eens niet aan het kibbelen. Ze boden zelfs aan mee te helpen afwassen. Rose had het gevoel dat ze bij een oase was beland en ze had geen haast om verder te gaan.

John en Philip kwamen ook even binnen om gedag te zeggen. Damien stond al te wachten.

'Hoeveel wil je? Sorry, ik bedoel eigenlijk, hoeveel heb je nodig?' Rose hield hem liefdevol voor de gek. John en Philip keken grinnikend toe. Rose was zich ervan bewust dat ze met haar oudste aan het flirten was in bijzijn van zijn vrienden. Zij zagen er de lol van in en Damien eveneens toen zij hem een pond gaf. Ze had er behoefte aan te worden gezien als een leuke moeder - al was het alleen vanavond maar. Een moeder die betrokken was, die alles onder controle had. Een die nooit zoiets stoms zou doen als zich van het leven beroven.

Ze deed net of ze schrok toen hij om meer vroeg. Lachend gingen de drie uiteindelijk tevreden weg. Rose deed een schietgebedje dat Damien haar vanavond uit zijn hoofd zou zetten, dat hij ophield zich zorgen over haar te maken, dat hij weer gewoon zeventien zou zijn.

Toen ze de drie vrienden over de halfronde oprit zag lopen,'was ze helemaal gerustgesteld. Ze stond bij het raam en keek hoe ze elkaar een duw gaven, beentje lichtten, genegenheid toonden op een manier zoals alleen jongelui dat kunnen.

Aan de manier waarop ze liepen, zag ze dat ze er zin in hadden. Damien deed zelfs geen poging om om te kijken. Terwijl ze het drietal, dat nu bijna bij het hek was, gadesloeg, zag Rose hen ineens door de ogen van een vreemde. Het was alsof haar ogen gericht waren op een andere realiteit, een ander bestaansniveau. Dit waren drie jongemannen met lange benen, slungelig, zelfverzekerd. Van de drie zag Philip er het mannelijkst uit. Breedgeschouderd, sluik haar, grote, capabel uitziende handen. Ineens sloegen ze de hoek om en waren ze uit het zicht verdwenen.

Wat nu? Het was rustig in huis. Rose speelde met de gedachte haar volgende levering aan de Bonne Bouche voor te bereiden, maar besloot het niet te doen. Ze wilde even niets, alleen genieten van dit nieuwe gevoel van rust dat haar omringde. De muren die de hele week op haar af waren gekomen, weken terug, zodat ze weer de kans kreeg adem te halen. De hoeken waren niet langer gevuld met donkere gedaanten. Hoewel het buiten donker werd, baadde de keuken nog steeds in een comfortabele westelijke gloed. Rose trok een stoel naar zich toe en legde haar voeten erop. Nog zo'n gewoonte waar Ben een hekel aan had. Ze had dit in jaren niet gedaan.

Ze probeerde te ontdekken wat er ineens zo anders was geworden. Haar hele tijdsbesef was drastisch veranderd. Het was alle kanten uit getrokken, zodat het ineens leek alsof de tijd langer was geworden, compacter. Met een schok realiseerde ze zich dat ze de hele dag niet aan Ben had gedacht. Ze werd uiteraard steeds geconfronteerd met de gevolgen van zijn vertrek, maar aan hem , de man, haar echtgenoot, had ze eigenlijk nog niet gedacht.

En ineens wist ze wat er zo anders was. Voor het ogenblik, vanavond, miste ze hem niet. Ze voelde zich compleet. Ze rekte zich eens lekker uit.

Een telefoontje, een kind dat huilde, een plotselinge herinnering kon er een einde aan maken. Ze was dan ook van plan ervan te maken Wat ervan te maken viel. Ze deed de kurk op de fles wijn en zette deze terug in de koelkast. Op de plank onder de magnetron lagen nog steeds de kranten van afgelopen zondag.

Rose zette water op en sloeg het nieuwskatern van de Tribune open. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

En zo werd het stilletjes avond.

De vijfde dag.