Maandag 3 april, 18.30 uur
Op vrijwel hetzelfde moment dat Rose klopte, deed Jane de deur open. 'Kom binnen, Rose, en stap over de rommel zoals altijd.' Rose laveerde tussen een stapel legoblokjes en een garage die was gemaakt van een Pampers-doos. In de voorkamer was iemand aan het gillen en een ander zette de televisie harder om boven het lawaai uit te komen. De muziek van 'Neighbours' was over de hele benedenverdieping te horen.
Jane gooide de deur open en duwde met de punt van een versleten sandaal auto's en boten opzij. 'Zet zachter! Brian, Lisa, komen jullie je moeder eens gedag zeggen.''Ha, mam. Mogen we hier naar 'Neighbours' kijken? Van Jane mag het als het van jou ook mag.' 'Ja hoor,' stemde Rose opgewekt toe. Dit was niet het juiste moment om de politieke correctheid van Australische soaps in twijfel te trekken. Jane grinnikte. 'Toch weer heerlijk om te zien hoe erg ze je missen, hè? Kom verder; voor de verandering ben ik in de keuken.'
Rose stoorde zich weleens aan de rommel bij Jane, maar deze keer beurde het haar op. Vier kinderen onder de twaalf en een man die regelmatig van huis was, een ziekelijke schoonmoeder boven, en een parttime- baan. Rose zou er gek van worden. 'Ga zitten, Rose. Het komende halfuur hebben we in ieder geval rust. Jim is weg en moeder is boven aan het rusten. Zin in koffie?' Rose had Jane nog niet eens begroet. Ze kon haar zelfs niet aankijken. Als het Jane al was opgevallen, liet ze het niet merken. Nu moest ze wel antwoorden. Voor de tweede keer die dag kon ze geen woord uitbrengen.
Tot haar ontzetting begon ze zachtjes te huilen. Grote, dikke tranen spatten op de tafel uiteen waar ze, met haar handen voor de ogen, met haar ellebogen op rustte. Jane wachtte tot de hevige snikken begonnen af te nemen. Ze kuste Rose op het hoofd en gaf haar een paar papieren zakdoekjes. Rose keek naar haar op, ze had het benauwd. De pijn op haar borst werd alleen minder als ze haar longen er zowat uithuilde. Was de pijn eenmaal weg, dan leek het alsof deze zich weer langzaam opbouwde om daarna een uitweg te zoeken via haar ogen, neus, mond - haar hele lijf. Ze probeerde te lachen, luchtig over te komen. 'Ben is vanmorgen bij me weggegaan. Hij zei dat hij niet meer van me hield.' De pijn op haar borst kwam weer in golven terug.
Jane hield haar vast totdat ze was opgehouden met huilen. Toen ging ze naast haar aan de keukentafel zitten en pakte stilletjes haar hand. 'Wat moet ik hierop zeggen? Ik vind het zo erg, zo verschrikkelijk erg. Wil je me vertellen wat er gebeurd is?' Rose knikte. Het kon geen kwaad om te zien hoe het overkwam als ze het hardop vertelde. Misschien viel het toch nog mee. Misschien was het niet meer dan een flinke ruzie geweest, een van het soort waar achteraf om werd gelachen. Van die felle woordenwisselingen die Ben en zij nooit hadden. Wetend dat het niet eenvoudig was, vertelde ze zonder omhaal Jane het hele verhaal. Door het te kunnen delen werd het probleem wezenlijker, maar ook wat makkelijker om te dragen. Zelfs het gevoel van schaamte ebde weg toen ze het verdriet in Janes ogen zag.
'Het ziet er dus naar uit dat het definitief is; hij zei dat hij ongelukkig was en dat hij het me nog wel zou laten weten als hij terugkwam. En dat was het dus.' 'Wilde hij er niet over praten?' 'Hij zei dat hij jaren heeft geprobeerd om met me te praten. Ik weet niet wat het meeste pijn doet: dat, of dat hij zei dat hij niet van me houdt.' 'Dat hij waarvandaan terugkwam?' 'Wat zeg je?' 'Je zei dat hij het je nog wel zou laten weten als hij terugkwam. Waarvandaan terugkwam?' Rose keek apathisch om zich heen. Zonder speciale bedoeling nam ze alle details van Janes keuken in zich op. 'Ik weet het niet. Dat heeft hij niet gezegd. En, goeie God, ik heb het ook niet gevraagd.'
In de kamer daarnaast barstte de hel los. Jane sprong van haar stoel en was bij de deur op vrijwel hetzelfde moment dat Kate, haar jongste, hysterisch gillend de keuken binnen wilde stormen. 'Hou onmiddellijk op met dat gegil,' zei Jane op gebiedende toon. 'Alison, neem Kate mee naar boven en help haar met uitkleden. En zorg dat je oma niet wakker maakt. Derek, jou zie ik zo in de gang. James, naar bed — nu. Geen commentaar, ik zei nu.'
Rose moest lachen toen het lawaai minder werd. In de gang hoorde ze zachte stemmen. Die van Jane klonk erbovenuit. Ze kwam terug de keuken in en deed de deur dicht. 'Nu Kate weg is, hebben ze niemand meer om te vervelen. Het zou nu dus rustiger moeten zijn. Zo, waar waren we gebleven?' 'Ik weet niet eens waar mijn eigen man naartoe is. Alles is zó snel gegaan dat ik zelfs niet in staat ben geweest om na te denken.'
Jane knikte. 'Weet je waar zijn paspoort ligt?' 'Ja, dat ligt in zijn bureau en daar heb ik de reservesleutels van. Als ik terug ben, kijk ik meteen.' Het werd opeens enorm belangrijk om te weten waar Ben was. Zelfs al wilde hij niet meer thuiskomen, dan nog moest ze weten waar hij uithing. Als er iets zou gebeuren als hij weg was... Wat dan? Wat zou hij doen? Wat moest zij doen?
De Ben die zij kende, zou er dan zijn - zoals hij er ook was geweest toen Damien hersenvliesontsteking had. Hij was teruggevlogen vanuit Londen, gewoon om thuis te zijn, zelfs toen het gevaar al was geweken. Maar de Ben die vanochtend met zijn koffer vertrok? Dat kon onmogelijk in een opwelling zijn gebeurd, al had het wel zo geleken. Hij was op weg ergens naartoe, hij moest van tevoren iets hebben geregeld. En toch had hij haar niets verteld, haar niet eens een kans gegeven de redenen voor zijn vertrek te begrijpen. Dat was behoorlijk zwak na twintig jaar.
Rose had het idee dat dit alles een ander aan het overkomen was. Ze begon het gevoel te krijgen dat ze los van haar lichaam stond. De woorden 'in de steek gelaten echtgenote' doemden voor haar op. Toen ze wegtrokken, zag ze dat Jane een fles wijn had opengetrokken en een glas voor haar had ingeschonken. Ze begon te protesteren. 'Nee, niet voor mij, de kinderen...'
'Drink op, of ik zet mijn moederlijk gezag in. De kinderen gedragen zich gewoon fantastisch. Ik heb Derek om een videofilm gestuurd; Lisa en Brian kunnen blijven slapen als ze willen - van een nachtje met z'n tweeën in één bed liggen gaan ze niet dood. Dan kan ik ze morgen naar school brengen en heb jij even de ruimte. En als alles morgen wat helderder is, neem je ze weer mee naar huis.' Rose knikte, bang om iets te zeggen. 'Ik praat zo met ze. Mag ik Damien even bellen?' 'Natuurlijk.'
Rose zette haar opgewekte stem op. Damien leek er absoluut geen problemen mee te hebben dat hij nog een paar uur het rijk voor zich alleen had. Rose stond even in tweestrijd; daarna vond ze dat wat hij ook van plan was, het vanavond zijn verantwoording zou zijn. 'Proost - of wat in dit geval gepast is.' 'Proost is goed. Bedankt, Jane. Het lucht werkelijk op om het aan iemand te kunnen vertellen. Wat ik maar niet begrijp, is: waarom? Waarom nu? Waarom is het niet tot me doorgedrongen dat er iets zó fout zat?' 'Dat is voor later. Het belangrijkste is nu om je krachten te bundelen. Verzamel je vrienden om je heen en bekommer je om je kinderen en om jezelf. Je hebt nog heel wat praktische zaken te regelen, zelfs als Ben maar een paar weken wegblijft.'
Rose keek haar verschrikt aan. 'Jezus, ik heb geen geld. Ben doet de geldzaken; wat als hij me met niets heeft achtergelaten?' Jane stelde haar gerust. 'Daar geloof ik niets van, Rose. Ga morgenochtend naar de bank. Ik ben ervan overtuigd dat je te horen krijgt dat het in orde is.' 'Mijn hemel, Jane, vanmorgen om acht uur had ik een gelukkig gezin en een man van wie ik hield. Twaalf uur later is daar niets meer van over en vraag ik me af of Ben werkelijk zo'n klootzak is om ons zonder iets achter te laten.'
Rose zei niet wat ze nog meer dacht. Zoiets kon haar toch niet gebeuren. Dit soort dingen overkwam andere mensen. Mensen met kleine huizen en horden kinderen, mensen bij wie het vocht van de muren droop, en bij wie de mannen van het energiebedrijf kwamen om de elektriciteit af te sluiten. Dit gebeurde niet bij degelijke, nette gezinnen waar iedereen de regels van het spel kende en zich daar ook keurig twintig jaar lang aan hield. Dit overkwam haar niet.
Jane schonk haar glas nog eens vol. 'Laten we een plan de campagne maken voor morgen. Het ergste wat je kunt doen, is helemaal niets doen. Wat je ook ontdekt, het is altijd beter dan in het ongewisse te blijven.' Rose nam de pen en het papier aan die Jane haar gaf, en samen begonnen ze een lijst op te stellen van de dingen die gedaan moesten worden voordat Rose zich kon richten op wat er met haar verdere leven ging gebeuren. En zo werd het avond: de eerste dag was voorbij.