Dinsdag 4 april, 22 uur

Jane vulde het glas van Rose vaker bij dan dat van zichzelf. Rose leek het niet in de gaten te hebben. Ze bleef afwezig aan haar glas nippen terwijl ze als een bezetene door de stapel rekeningen en credit- card afschriften bladerde. Toen ze binnen was gekomen, had ze stapels papieren uit een koffer gehaald. Plotseling was ze gestopt. 'O, Jane, sorry. Ik doe net alsof je niets anders te doen hebt. Het spijt me echt. Waar ben ik in 's hemelsnaam mee bezig?' En ze begon de papieren weer terug in de koffer te stoppen. 'Ik heb je hier vanavond uitgenodigd, dan kun jij je toch niet hebben opgedrongen? Ik ga een kurkentrekker halen. En jij haalt gewoon die papieren weer te voorschijn.' Jane kwam terug met twee glazen, een kurkentrekker, een kladblok en een pen. 'Begin maar te lezen en zeg me als je iets belangrijks tegenkomt. Dan schrijf ik het op, zodat jij er straks nog wijs uit kunt.'

Rose knikte en Jane keek en luisterde aandachtig. Ze wilde niets missen dat belangrijk kon zijn. Rose zag bleek. De schok stond op haar gezicht te lezen. Ze moest deze papieren eerder hebben doorgenomen. Het leek alsof ze ze uit haar hoofd kende. Keer op keer kwam ze met dezelfde feiten. Jane zag dat ze het er moeilijk mee had dat te accepteren wat er duimdik bovenop lag. Ben had een - wat? Minnares? Maîtresse? Hoe heette zo iemand eigenlijk? En dat al enige tijd. Het bewijs was overduidelijk.

Dit was niet het juiste moment om Rose te vertellen over de avond dat zij en Jim Ben met een andere vrouw in het Westbury Hotel hadden gezien. Jim had zijn schouders opgehaald toen zij hem op hen attent had gemaakt. Hij zei dat ze slechte gedachten had. Misschien was dat wel zo, maar aan de manier waarop deze vrouw zich naar Ben had gebogen en hij naar haar luisterde, was duidelijk dat de vonken eraf vlogen. Haar instincten waren goed; ze had het zelden bij het verkeerde eind. Dit was geen zakelijke bijeenkomst geweest. Jane hield het voor zich.

'Hoe kan het dat ik het niet geweten heb? Mijn God, wat ben ik stom geweest!' Rose dronk boos haar glas leeg. 'Dat komt omdat je hem vertrouwde, Rose. Je was niet op zoek naar aanwijzingen, dat is alles. Maar vergeet ondertussen niet dat hij degene is die een verhouding heeft, dus waarom zou je jezelf de schuld geven?' 'Omdat ik het idee heb dat het mijn schuld is.'

Jane probeerde Rose de grote rotsblokken van schuld die ze op haar weg zag te laten omzeilen. Ze hielp haar de middenweg te vinden. Tegelijkertijd wilde ze ook niet te veel zeggen. Ze mocht Rose graag. Ze wist, dat als zij en Ben weer bij elkaar kwamen, ze haar waarschijnlijk als vriendin zou verliezen. Rose zou zich terugtrekken, zich schamen dat ze te veel had verteld en de terugkeer van haar man goedpraten. Jane had het al eerder meegemaakt. Ze wilde helpen en de vriendschap behouden. Ze moest een middenkoers varen.

Het was ruim na middernacht dat Rose opstond om naar huis te gaan. Dankzij de wijn zag ze in ieder geval minder bleek. Wel een paar keer bedankte ze Jane. Ze wilde niet hebben dat Jane met haar mee naar huis liep en hield vol dat het wel ging. De wandeling in de frisse lucht zou haar goed doen. Jane bleef niettemin kijken totdat Rose bij de hoek was en er de helft van de wandeling op had zitten. Ze draaide zich om en zwaaide, ze was duidelijk te zien onder de straatlantaarn. Jane wachtte tot de telefoon driemaal was overgegaan en weer ophield. Gerustgesteld ruimde ze de rommel in de keuken op en ging naar bed.