Hoofdstuk 63


Kat strompelde blindelings naar de werkbank en ging met haar hand over het oppervlak. Ze slaakte een zucht van opluchting toen ze tegen Hillary’s waterflesje aansloeg. Ze pakte het op, spoot een druppel op haar vinger en proefde het om er zeker van te zijn dat er niets mis mee was. Gewoon water.

Waarom had ze Hillary het voordeel van de twijfel gegeven? Ze had zo langzamerhand kunnen weten dat alles wat Hillary deed, gericht was op eigenbelang. Zelfs als dat betekende dat ze Kat verraadde, of haar vader, of wie dan ook.

Ze hield het flesje omhoog en spoot water in haar ogen, een voor een. Ze spoelde ze uit tot het branderige gevoel verdween. Toen gebruikte ze de rest van het water om zo goed mogelijk haar gezicht schoon te maken. Haar ogen traanden nog wel, maar ze kon ze nu wel opendoen en om zich heen kijken.

De twee zakken met bestrijdingsmiddel waren weg.

Kat duwde tegen de zijdeur, in de wetenschap dat dat geen zin had. Ze had gehoord hoe Hillary het hangslot weer dicht had geklikt. Hoe kon Hillary haar hier gewoon achterlaten? Kat keek rond in de garage. Ze overwoog het raampje kapot te slaan, toen ze besefte dat ze ook op een andere manier naar buiten kon komen. De afstandsbediening van de kanteldeur!

Ze drukte erop. Een halve minuut later stond ze buiten in het achterstraatje. Ze snoof de frisse lucht op en liet de regen het vergif van haar huid en kleren spoelen.

Ze had niet langer de zakken die ze als bewijsmateriaal had willen ophalen. Hillary had dat voorkomen. Toch moest ze wat poeder verzamelen om dat te laten testen. Ze liep terug naar de garage en pakte een leeg yoghurtpak van de stapel die Harry onder de werkbank bewaarde. Ze schepte zoveel mogelijk op van de garagevloer.

Ze belde Connor Whitehall, maar er werd niet opgenomen, dus liet ze een boodschap achter waarin ze vertelde waar ze het poeder en de video-opname had neergelegd en waar haar reservesleutel te vinden was. Ze had geen tijd om op hem te wachten. Ze moest in het ziekenhuis zijn, voordat Hillary daar aan zou komen. 

****

Een uur later rende Kat door de gang van het ziekenhuis, maar Hillary was er al. Ze zat te wachten op een stoel naast Harry’s kamer.

Ondanks haar natte kleren brak het zweet haar uit. Had Hillary het voor elkaar gekregen? Had ze hem vermoord? Ze stond als aan de grond genageld naast Harry’s kamer. Kon ze iets doen?

Op dat moment keek Hillary op. Als ze al was geschrokken van de aanblik van Kat, liet ze dat niet merken. ‘Jij hoort hier niet.’ Ze maakte een wegwerpgebaar met een keurig verzorgde hand.

Kat negeerde haar en rende Harry’s kamer in. Een stuk of zes verpleegsters en dokters stonden om Harry’s bed met karretjes vol instrumenten en andere spullen. Een van de verpleegsters keek haar aan toen ze binnenkwam. Het was dezelfde verpleegster die eerder zo onvriendelijk tegen haar was geweest. Ze stak haar hand op en gebaarde dat Kat niet verder mocht komen.

Kats hart sloeg over. Was het al te laat? Ze ging weer naar buiten, waar Hillary zat met een gezicht dat geen enkele emotie verraadde.

Hillary’s publiek was verdwenen en daarmee ook haar tranen. Haar wangen waren droog en haar make-up zat nog netjes op zijn plaats. Kat wist dat het geen zin had om met Hillary te praten, maar ze kon zich niet bedwingen. ‘Wat heb je met hem gedaan?’

Hillary glimlachte. ‘Waarom denk je dat ik iets heb gedaan?’

‘Ik denk het niet, Hillary, ik wéét het.’

De verpleegster kwam tevoorschijn uit Harry’s kamer. Ze besteedde geen aandacht aan Hillary’s gesnotter en keek Kat recht aan. ‘Het gaat slechter met hem.’

‘Hè?’ Kat was verbaasd dat de verpleegster haar aansprak. Dat niet alleen, maar in haar ogen stond medeleven te lezen. Waarom vertelde ze dit niet aan Hillary? ‘Hoezo slechter?’

‘Hij is in een shock geraakt. Alle symptomen zijn terug, maar ze zijn nu nog ernstiger. Hij heeft weer vergif naar binnen gekregen.’

En zonder dat ik erbij was. Plotseling besefte Kat waarom de verpleegster zo aardig deed. Ze wist nu dat Kat geen vergif aan Harry had gegeven. Maar besefte ze ook dat Hillary dat dus wel had gedaan?

De verpleegster keek naar Hillary; haar gesnotter was nu overgegaan in luid gehuil.

Hillary’s gejank klonk overtuigend, maar haar ogen lieten zien dat het niet echt was. Haar blik ging van de verpleegster naar Kat en weer terug in de hoop op een reactie.

Hillary moest haar vader een laatste dosis hebben gegeven. Een grotere dosis dan de vorige. Terwijl de medische staf probeerde een leven te redden, was Hillary eropuit geweest om een leven te beëindigen. En het was haar al bijna gelukt.

Hopelijk had Connor Whitehall inmiddels de video-opname in handen, samen met het monster van het bestrijdingsmiddel. Als alles volgens plan verliep, overhandigde hij die vanavond aan de politie. Het bestrijdingsmiddel zou overeenkomen met het vergif dat was aangetroffen in Harry’s bloedmonster en de autoriteiten zouden gedwongen zijn om actie te ondernemen.

Hillary brulde steeds harder alsof ze de enige overlevende was van een ramp. Om de paar seconden keek ze om zich heen om na te gaan of er nog iemand aandacht aan haar besteedde. Aangezien de artsen en verpleegsters zich allemaal met Harry bezighielden, bestond haar publiek alleen nog uit Kat.

Hillary´s krokodillentranen vervulden Kat met walging. Dacht ze echt dat ze daarmee mensen voor de gek kon houden? ‘Waarom heb je het gedaan, Hillary?’

‘Wat gedaan?’ Een sluwe glimlach verscheen op Hillary’s gezicht. ‘Ik heb geen idee waar je het over hebt. En zelfs als ik iets heb gedaan, dan kom jij daar nooit achter. Dan komt niemand erachter.’

‘Ik weet wat je hebt gedaan. Ik heb de bewijzen in handen.’

Hillary trok haar wenkbrauwen op. ‘O, ja? Wat heb ik dan gedaan?’

‘Ze weten dat jij het bent, Hillary. Ze weten van het geld en het vergif.’

‘Ze? Wie bedoel je met ze?’

‘De artsen, de politie. Bloedmonsters hebben aangetoond welk vergif is gebruikt en de politie heeft de bewijzen in handen. Er zijn opnamen van jou bij Garden Heaven. Er is bewijs dat jij vergif in Harry’s jus d’orange hebt gedaan. Ze hebben je door en je komt er niet mee weg.’ Kat noemde het sap om te zien hoe Hillary zou reageren.

‘Je bluft.’

‘De politie is al op weg hiernaartoe.’ Zelfs al had Connor de opname al aan de politie gegeven, dacht Kat niet dat ze zo snel hier zouden zijn. Maar dat kon Hillary niet weten.

‘Als jij iets waagt te zeggen, dan zorg ik dat je er spijt van krijgt, Kat, hele erge spijt,’ fluisterde Hillary, terwijl ze om de hoek van Harry’s kamer keek of iemand haar kon horen.

Maar niemand hoorde haar behalve Kat. De medische staf was nog steeds druk bezig met Harry.

Hillary haalde een klein make-upsetje uit haar tas en klapte dat open. Ze fatsoeneerde haar mascara met een tissue en keek Kat woedend aan. Weg waren de hysterische tranen, zoals altijd als er geen publiek meer was.

‘In de stad blijven, Hillary. Je hebt heel wat uit te leggen.’

Hillary staarde haar aan, doodrustig. ‘Probeer me maar eens tegen te houden.’

‘Ik heb je al tegengehouden.’

Hillary keek Kat aan met haat in haar ogen. ‘Ik krijg je nog wel.’

‘Daar ben je te laat voor.’ Kat beantwoordde Hillary’s blik en vroeg zich af waarom ze ooit überhaupt bang voor haar was geweest. Ze was blind geweest voor het feit dat Hillary niet in staat was om ook maar iets om een ander te geven. Ze dacht alleen aan zichzelf. Door dat besef had Kat niets meer van Hillary te vrezen. Wat Hillary zei, liet haar koud.

Kat hoorde hier wel degelijk; ze had het recht hier bij Harry te zijn. Ongeacht wat Hillary zei of dacht.

‘Als je me ergens van beschuldigt, wacht dan maar eens af.’ Hillary keek Kat aan met een dreigende blik.

‘De waarheid komt altijd aan het licht, Hillary. Dus ook in dit geval.’

Hillary keek nog eens Harry’s kamer in en rolde met haar ogen. Ze bleef nog even staan, maar draaide zich toen om en liep de hal uit door de dubbele deuren van de afdeling. Het geluid van haar hakken echode tegen de muren. Toen hoorde Kat het belletje van de lift.

Kat hoefde haar nooit meer te zien.