Hoofdstuk 4
De rechter geeuwde even toen Kat klaar was met haar getuigenis. Dat was een slecht teken. In scheidingszaken waarbij grote belangen op het spel stonden, maakte de financiële analyse vaak het verschil of iemand er financieel heel goed uitsprong of volledig werd geruïneerd. Als forensisch accountant wist ze dat het altijd om de bedragen ging. Met een pennenstreek besliste de rechter over een hoge inzet. In dit geval was dat de pennenstreek van een rechter die zich zat te vervelen.
Hoe vaak Kat ook al deskundige analyses voor de rechtbank had geleverd, ze werd er altijd nerveus van. En ze voelde zich persoonlijk verantwoordelijk als de zaken voor haar cliënt verkeerd afliepen. Bij de zaak van Zachary Barron was dat ook zo. Ze verwenste zichzelf om haar gebrek aan voorbereiding. Ze had zich niet volledig kunnen concentreren. Als ze zo’n belangrijke zaak niet wist te winnen, dan zou ze haar reputatie te gronde richten en misschien ook haar praktijk. Dat was het laatste dat ze zich kon veroorloven. In verband met de zorg voor Harry had ze meer dan ooit geld nodig en het kon niet zo zijn dat slaapgebrek haar de das om deed.
Zachary Barron keek haar strak aan. Waarom staarde haar cliënt haar zo aan? Had ze iets vergeten te zeggen? Had ze iets verkeerds gezegd? Nee. Ze moest ophouden met dat twijfelen aan zichzelf.
Nu keek Zachary een andere kant op.
Ze ademde rustig uit. Ontspan je.
Ze waren nog maar tien minuten bezig en de zaken liepen nu al uit de hand.
‘Het lijkt erop dat u een paar nullen bent vergeten op uw rekenmachine, mevrouw Carter.’
Kat verwachtte half dat Connor Whitehall haar een knipoog zou geven, net alsof ze een trucje had laten zien –een grijze advocaat die een veel jongere getuige-deskundige de les las. Hij was zo’n dertig jaar ouder dan zij en zijn verschijning was indrukwekkend; hij zag eruit als een ervaren presentator van een nieuwsprogramma op de tv en hij droeg een duur pak. Die verschijning gebruikte hij om haar betrouwbaarheid in twijfel te trekken.
‘Ik heb niets over het hoofd gezien.’ Kat probeerde om niet te verdedigend over te komen. Ze zat met samengeknepen handen in de getuigenbank. Met uitzondering van het echtpaar Barron en hun advocaten was er verder niemand in de rechtszaal aanwezig. Victoria en Zachary Barron zaten aan weerszijden van de rechtszaal en vermeden zorgvuldig ieder oogcontact.
Whitehall schudde het hoofd. Hij richtte zijn blik op de rechter en slenterde zijn richting uit. De rechter keek op van wat hij aan het lezen was toen het geluid van Whitehalls voetstappen in de rechtszaal weerklonk.
Kat meende dat ze een blik van verstandhouding uitwisselden. De rechter was waarschijnlijk ook van mening dat ze dom was. Misschien was dat de reden dat hij niet luisterde.
Stel dat ze een fout had gemaakt? Met minder dan drie uur slaap en zonder tijd om vanmorgen nog te oefenen was ze niet echt in topvorm. Ze had oom Harry weer meegenomen naar de rechtbank, omdat ze geen andere mogelijkheid had gezien, Het was te riskant om hem alleen thuis te laten. Hij was ervan overtuigd dat de krakers in zijn huis hem wilden vermoorden. Deze keer had ze hem ‘gestald’ in de koffiehoek in de hal en de serveerster omgekocht om op hem te letten. Ze voelde zich daar schuldig over, maar ze had alle andere mogelijkheden opgebruikt.
Ze had niets over het hoofd gezien, stelde ze zichzelf gerust. Whitehall gebruikte gewoon oude advocatentrucjes om haar onder druk te zetten. Ze was de enige forensisch accountant in de rechtszaal en de enige gespecialiseerde fraude-expert. Toch was het achterhalen van de bezittingen van een multimiljonair nooit eenvoudig.
‘U heeft honderden miljoenen dollars over het hoofd gezien!’ Whitehall draaide zich om en om zijn mondhoeken speelde een hatelijke grijns. ‘En toch noemt u zichzelf forensisch accountant?’
Whitehall wachtte even voordat hij op zijn gemak terugliep naar de getuigenbank waar Kat zat. Hij leunde naar voren en kwam zo dichtbij dat Kat kon ruiken dat hij koffie had gedronken. Kat hield haar adem in. Waarom voelde het alsof zij terecht stond?
‘Ik maak bezwaar!’ Zachary Barrons advocaat deed iets. Deed éíndelijk iets. Kat was al begonnen te denken dat ze voor de wolven was gegooid. Of nog erger, voor een roofzuchtige advocaat.
‘Toegewezen.’ De stem van de rechter verraadde geen emotie toen hij op zijn horloge keek. Hij telde de minuten af tot de lunch.
Scheidingszaken brachten het slechtste in de mens naar boven, nog meer dan in zaken waar het ging om fraude, witteboordencriminaliteit of dergelijke dingen. Maar deze kleinschalige oorlogen zorgden er wel voor dat haar praktijk als forensisch accountant op een regelmatige bron van inkomsten kon rekenen; ze brachten brood op de plank.
Deze keer werkte ze voor de cliënt die het geld had. Hij zou haar factuur op tijd betalen en ook voor het volledige bedrag. In de afgelopen weken had ze het voorwerk gedaan, had ze alle bezittingen vastgesteld, had ze de taxaties gecontroleerd, net als de ramingen en de wettelijke aanspraken en had ze zelfs een paar verrassende ontdekkingen gedaan. Ze moest zich daar gewoon op baseren en dan zou de zaak in twintig minuten geregeld zijn.
Kat keek naar haar cliënt. Zachary Barron zat met zijn hoofd naar beneden, want hij toetste het zoveelste bericht in op zijn mobieltje. Hij was midden dertig, net als zij, maar met meer geld dan zij in haar hele leven ooit bij elkaar zou zien. Hij zou op zich veel van dat geld in de komende tien minuten kwijt kunnen raken als Whitehall gelijk zou krijgen. Ook al stond er zo veel op het spel, hij beschouwde deze rechtszaak kennelijk als een hinderlijke onderbreking. Haar brak het zweet echter uit, en het ging niet eens om háár geld.
‘Mevrouw Carter?’ vroeg Whitehall.
‘Stelt u mij een vraag?’
‘Ja, ik stel u een vraag. Ik trek de taxatie in twijfel die u heeft gedaan van de gezamenlijke, echtelijke bezittingen.’
‘Dat lijkt niet echt op een vraag.’ Kat beantwoordde Whitehalls blik met eentje waaruit zo goed mogelijk haar verbazing en verwarring af te lezen was. Dat was misschien brutaal, maar wat hij kon, kon zij ook.
‘Mevrouw Carter! We doen hier geen spelletje Risk. U heeft de echtelijke bezittingen op dertig miljoen getaxeerd. Waarom heeft u het bedrijf van het echtpaar Barron buiten beschouwing gelaten?’ Hij tikte met zijn pen op haar documenten, wat harder dan noodzakelijk, om zijn punt kracht bij te zetten.
Prachtig. Nu had ze Whitehall boos gemaakt.
Zelfs Zachary keek op van de papieren die hij zat te lezen en glimlachte. Ze was van een ding overtuigd – als er voor háár miljoenen op het spel hadden gestaan, zou ze absoluut geen achterstallig werk hebben zitten doen zoals het lezen van documenten.
Victoria Barron, Zachary’s ex, ex-deeltijd-financieel manager en een lopend reclamebord voor plastische chirurgie, zat aan het tafeltje tegenover haar en deed haar benen over elkaar en weer van elkaar. Haar gelaatsuitdrukking bleef onbewogen, behalve dat er een voortdurend glimlachje om haar lippen speelde. Kat bedacht dat die glimlach wel een gevolg moest zijn van te veel plastische chirurgie.
‘Zal ik?’ vroeg Kat.
Ze stond op uit haar stoel en liep naar de flipover waarop haar overzicht stond van de bezittingen van de Barrons. Kat richtte haar laserpen op het deel van het organogram dat betrekking had op de bezittingen van Zachary: Edgewater Beleggingen.
Het was ingewikkeld. Werkmaatschappijen, holdings, offshore trusts. Zachary was zo voorzichtig geweest om zo weinig mogelijk onder zijn eigen naam te doen. Ze besteedde de volgende tien minuten aan uitleggen hoe de diverse onderdelen van het bedrijfsnetwerk zich tot elkaar verhielden.
Whitehall trok zijn wenkbrauwen op, liep weg en liet zich in de stoel naast Victoria Barron zakken. Hij kruiste zijn armen en wierp Kat een blik toe vol minachting.
Ze glimlachte naar hem. ‘Zal ik verder gaan?’
Hij keek haar woest aan.
Victoria Barron, die binnenkort Zachary’s ex-society-vrouw zou zijn, had haar pijlen niet alleen gericht op de helft van de echtelijke bezittingen, maar ook op de helft van Zachary’s bedrijf. Er hing een bedrag van honderd miljoen af van Kats interpretatie van wat er wel en wat er niet hoorde bij de echtelijke bezittingen. Maar Zachary had een huwelijkscontract waarin stond wat van hem was.
‘Edgewater Beleggingen is het bedrijf van de heer Barron. Het behoort zeker niet tot de gemeenschappelijke bezittingen, dus heb ik het niet opgenomen bij de bezittingen die moeten worden verdeeld.’ Ze ging met haar laserpen vanaf de plek boven het Edgewater-deel van het organogram naar twee andere rechthoeken met in elke rechthoek een holding. Een daarvan was eigendom van Zachary Barron, de andere van zijn vader, Nathan Barron.
‘Dat klopt niet. Mijn cliënt heeft recht op de helft daarvan.’
‘Als dat zo is, dan moeten we diezelfde redenering toepassen op het bedrijf van mevrouw Barron.’
‘Dat is alleen maar theoretisch zo,’ snoof hij. ‘Ze heeft geen bedrijf.’
Eigenlijk bestonden haar bedrijfsactiviteiten uit het sluiten van voordelige huwelijken. En haar derde huwelijk was bijna voorbij. ‘Weet u dat zeker?’ vroeg Kat.
‘Natuurlijk weet ik dat zeker!’ Whitehall sprong op uit zijn stoel en liep naar haar toe. ‘En ik ben degene die de vragen stelt en niet u.’
‘U moet echt met uw cliënt praten. Volgens mijn gegevens heeft ze omvangrijke beleggingen en ook een zeer riant inkomen. Heeft ze u daar niets over verteld?’
Whitehall deed een stap naar achteren, duidelijk verrast. Hij wierp Victoria Barron een boze blik toe. Haar ogen gingen wijd open en haar mond vormde een perfect ronde Botox-O.
Kat liet een tweede flap zien met de details van Victoria Barrons winstgevende beleggingen in wijn en onroerend goed, contracten met betrekking tot haar plastische chirurgie realityshow en een recent contract met een cosmeticafabrikant voor een nieuw geurtje. Ze had alles goed verborgen gehouden; de winsten werden weggesluisd naar offshorebedrijven op de Kaaimaneilanden. Maar een spreadsheet was een dodelijk wapen in de handen van een goede forensisch accountant.
‘Dat zijn geen beleggingen,’ schimpte Whitehall. ‘Dat zijn persoonlijke bezittingen.’
Kat keek naar Victoria. Ze had haar perfect gemodelleerde schouders laten zakken en haar ogen even dicht gedaan. ‘Misschien als het zou gaan om een paar flessen wijn. Maar vorig jaar heeft ze alleen al op haar wijnbeleggingen een winst van tweehonderdduizend dollar behaald. En de waarde van haar onroerend-goedportfolio is een getal van acht cijfers. Dat is wel meer dan een hobby.’ Haar analyse had de mythe van de afhankelijke huisvrouw doorgeprikt – nu was het aan de rechter om te beslissen.
‘Dat komt nauwelijks in de buurt van honderd miljoen.’ Whitehall klonk gelaten en verslagen.
‘Wat houdt ze nog meer voor ons verborgen?’ Kat draaide zich om en glimlachte naar de rechter, maar hij zat met zijn hoofd naar beneden de krant te lezen die Kat eerder had opgemerkt. Hij had de krant verborgen onder een dossiermap op zijn bureau.
Whitehall liep rood aan toen hij zonder iets te zeggen terugliep naar zijn stoel. Hij had dit niet verwacht en waarschijnlijk gedacht dat hem geen vragen zouden worden gesteld. Niet goed voorbereid. Zij had van hem gewonnen en hij wist het.
‘Dat is nog maar een van de tientallen verkooptransacties van het afgelopen jaar. Of heeft ze u dat niet verteld?’
Zijn gezicht werd nu donkerrood. Zelfs van zes meter afstand zag Kat hoe zijn knokkels wit werden doordat hij ze tegen de oude, eiken tafel drukte.
Stilte.
‘Waarom vraagt u het haar zelf niet?’ Kat wees met haar pen. ‘Zoals u hier kunt zien, is zij de heer Barron eigenlijk geld schuldig in plaats van andersom.’
Geen antwoord.
Zachary maakte een beweging.
Kat voelde dat haar gezicht rood werd. Was ze te ver gegaan?
‘Helemaal niet, mevrouw Carter. Uw cijfers kloppen niet.’
Kat haalde diep adem en liet een derde flap zien. Ze stond op het punt uit te leggen waarom Whitehall ongelijk had, toen de deur van de rechtszaal met een klap openging. Ze keek verschrikt op.
‘Kat!’
Oom Harry stond in de deuropening en zwaaide met zijn sleutels.
‘Je moet me helpen! De Lincoln is weg.’
Oom Harry – die zich opnieuw niets meer kon herinneren van het ongeluk.
Kat gebaarde dat Harry moest gaan zitten. Rechters waren onvoorspelbaar. Dit was precies iets waardoor de rechter zich tegen haar cliënt zou kunnen keren.
Oom Harry deed zijn armen in de lucht met een overdreven gebaar, maar liet zich toen zakken in een stoel op de tweede rij. Ze hoopte dat hij nog een paar minuten zijn mond zou houden.
‘Kennis van u?’ Whitehalls wenkbrauwen gingen omhoog.
Kat reageerde er niet op.
Harry’s stem klonk opnieuw, een ongelukkig gevolg van de goede akoestiek in de zaal.
‘Die stomme sleepbedrijven! Waarom kunnen ze geen briefje achterlaten of een telefoonnummer of zoiets?’
De rechter wenkte de gerechtsdeurwaarder achter in de zaal.
‘Edelachtbare, het spijt me. Staat u mij toe.’ Als ze de zaak al niet eerder had verknoeid, dan was dat nu zeker het geval. Ze liep met grote passen op Harry af zonder te gaan rennen.
‘Waar, oom Harry? Op de stoep?’ Kat fluisterde toen ze hem zachtjes op zijn arm klopte. ‘Nog tien minuten. Dan gaan we je auto zoeken.’ De Lincoln stond veilig geparkeerd in Harry’s garage.
Ze had de afstandsbediening om de garagedeur open te doen uitgeschakeld als extra voorzorgsmaatregel, aangezien hij weigerde afstand te doen van zijn autosleutels.
‘Ze hadden me in ieder geval kunnen bellen.’ Hij tuitte zijn lippen en deed zijn armen over elkaar.
Whitehall draaide zich om en keek de rechter aan. ‘Edelachtbare, moeten we hier echt nog verder naar luisteren?’
‘Nee, mijnheer de advocaat, dat denk ik niet.’
Whitehall keek triomfantelijk.
Kat nam weer plaats in de getuigenbank. Ze keek naar Victoria Barron, die glimlachend in haar handspiegeltje keek om haar make-up te checken.
De glimlach verdween van haar gezicht toen de rechter sprak.
‘Het oordeel van de rechtbank is dat er drie miljoen aan echtelijke bezittingen gelijkelijk te verdelen is. Daarmee is de zaak afgedaan.’
Zachary Barron klapte zijn map dicht en ging rechtop zitten. Hij had weer alle aandacht. Alsof iemand een schakelaartje had overgehaald.
Kat had een goed gevoel moeten hebben, maar van echtscheidingszaken raakte ze altijd van slag. Hoe konden twee mensen verliefd worden en dan elkaar binnen drie jaar zo haten? Geld bracht het slechtste in mensen naar boven. Ze waren bereid ervoor te sterven en er een moord voor te doen. Ze had dat al tientallen malen meegemaakt in haar werk.
Daarom zou zij nooit trouwen. Zelfs niet met Jace, ondanks zijn aanzoek. Ze hadden er verhitte discussies over gevoerd en ze waren twee jaar geleden om die reden uit elkaar gegaan. Het laatste jaar hadden ze weer geprobeerd samen te wonen en ze ging dat niet verpesten door te gaan trouwen.
Ze schoof haar papieren in haar koffertje en ging recht op Harry af.
‘Laten we naar buiten gaan.’ Ze stak haar arm door de zijne en leidde hem de hal uit. Het was vandaag al de tweede keer dat Harry dacht dat hij zijn Lincoln kwijt was. ‘Oom Harry – misschien wordt het tijd dat je...’
Harry stak bij wijze van protest zijn arm in de lucht.
‘Wil je alsjeblieft ophouden, Kat? Ik heb gewoon het recht om te rijden. Ik rijd beter dan al die andere dwazen op de weg. Zij zijn het die de problemen veroorzaken.’
‘Mogen autorijden is een voorrecht en maakt het leven gemakkelijker. Maar als we ouder worden, is het soms beter als...’
‘Zo moet je niet met me praten, jongedame! We! Ik ben misschien wel oud, maar je moet me niet als een klein kind behandelen!’
Harry sprak met stemverheffing en hij was goed te horen in de holle, marmeren foyer. Groepjes juristen, gerechtsdeurwaarders en anderen draaiden zich om en keken naar haar; de meesten wierpen haar wantrouwende blikken toe.
‘Wind je niet zo op, oom Harry. Ik maak me gewoon zorgen om je.’
‘Dat weet ik wel.’ Zijn stem kraakte. ‘Maar het is frustrerend. Wat is er met me aan de hand, Kat?’ Harry wreef met zijn hand over zijn kale hoofd.
‘Het is goed, oom Harry.’ Kat raakte zijn arm aan. ‘Je hebt het gewoon druk gehad. We vergeten allemaal weleens dingen.’
De onverwachte hartaanval van tante Elsie, kort na de zaak van de Liberty Diamantmijnen, had Harry hard getroffen. Dokter McAdam dacht dat de stress die dat had veroorzaakt de achteruitgang in zijn mentale gesteldheid had versneld. Nu was Kat eigenlijk zijn enige familie. De volgende fasen in dit proces van dementeren maakten ook haar bang.
‘Het is gemakkelijker om de bus te nemen. Dan hoef je je geen zorgen te maken over je auto en over parkeren.’ Kat kneep in zijn hand. ‘Als je ergens naar toe moet, kan ik je ernaartoe rijden.’
‘Nadat je vorig jaar je auto de Fraser in hebt gereden?’ Harry trok zijn hand weg. ‘Nee, liever niet.’
Zijn langetermijngeheugen was duidelijk nog prima in orde.
‘Kat...wacht even.’
Kat draaide zich snel om. Zachary Barton maakte zich los uit de menigte en kwam op haar af. Aan weerszijden maakten de mensen ruimte en lieten de doorgang voor hem vrij alsof hij van koninklijken bloede was. Een man in een strak pak van het merk Ermenegildo Zegna betekende succes en macht. Kats wandeling met Harry van zoeven had meer weg gehad van een worstelpartij; arm in arm hadden ze zich al zigzaggend en gebruikmakend van hun ellebogen een weg gebaand door de menigte.
Zachary kon onmogelijk kwaad zijn over de uitspraak. Of misschien toch? Al bespaarde ze een cliënt honderd miljoen, toch vond hij wellicht nog iets om over te klagen. Hij had haar factuur nog niet eens gezien.
‘Kat? Ik moet met je praten.’
‘Natuurlijk. Je begrijpt toch dat de uitspraak heel gunstig voor je is. Het is moeilijk om—’
‘Het gaat niet over de scheiding.’ Hij keek om zich heen om na te gaan wie zich binnen gehoorsafstand bevond en leunde naar haar toe. ‘Je behandelt toch ook fraudezaken?’
‘Ja, natuurlijk.’ Bedrijfsfraude en scheidingszaken waren de twee belangrijkste componenten in haar praktijk van forensisch accountant. Maar Harry was zich aan het opwinden; ze moest hem kalmeren zodat hij de Lincoln uit zijn hoofd zou zetten.
Harry! Kat draaide zich om, maar hij was al weg. Het was lunchtijd en Harry was opgeslokt door de menigte. Haar ogen speurden de menigte af, net zoals bij een zoekplaatje, maar dan met echte mensen. Ze zag niets. Een golf van paniek overspoelde haar. Hoe kon ze een korte, kalende man van tachtig vinden in deze menigte?
Plotseling zag ze hem vanuit haar ooghoek. Een grijze haarlok, een beige regenjas. Harry – of in ieder geval iemand die op Harry leek –ging in de verte de hoek om.
‘Zachary – kan ik je later vanmiddag terugbellen? Er is net iets gebeurd.’
Ze toetste het nummer van Harry in op haar mobieltje in een poging hem te bellen en terug te laten komen. Zelfs als hij zijn mobieltje bij zich had, zou hij waarschijnlijk niet opnemen, maar het was het proberen waard.
‘Er is haast bij,’ zei Zachary. ‘Ik kom vanmiddag naar je kantoor. Twee uur.’
Het was meer een bevel dan een verzoek. Kat keek op van haar mobieltje om te protesteren, maar Zachary Barron was er al vandoor.