Hoofdstuk 5
Kat en Harry aten de restjes op van de Chinese afhaalmaaltijd die ze had besteld nadat ze Harry twee uur eerder had gevonden op de trap van het gerechtsgebouw. Het leek erop dat het voedsel haar maag tot rust had gebracht en het voelde goed aan weer terug te zijn bij Carter & Partners na alle hectiek in de rechtszaal van die ochtend. De honderd jaar oude bakstenen muren van haar kantoor zouden niet bestand zijn tegen een sterke aardbeving, maar vandaag leek haar kantoor wel een vesting. De wat ongure buurt en de ‘rustieke’ meubels voelden geriefelijk aan, vooral nu haar oom eindelijk weer gezond en wel aanwezig was.
‘Hillary is weer terug, Kat. Het is net alsof ze nooit is weggeweest.’ Harry’s ogen straalden toen hij de woorden sprak.
De terugkeer van Hillary was een van Harry’s waanideeën waar Kat geen behoefte aan had. Er ging een huivering door haar heen toen ze zich de eerste week herinnerde dat ze bij Harry en Elsie in huis woonde. Ze kwam terug uit school en Hillary stond grijnzend bij de open haard. Ze stond voor het vuur met Kats foto’s in één hand, terwijl ze met haar andere hand Kat wenkte dichterbij te komen. Toen liet ze de foto’s een voor een in de vlammen vallen. De foto’s van haar moeder waren voorgoed weg. Alles wat ze nu nog had, waren herinneringen en die werden elk jaar vager.
‘Oh ja?’ Kat speelde het spelletje mee. Ondanks haar eigen gevoelens zou het alleen maar meer stress bij Harry veroorzaken als ze hem eraan herinnerde dat hij het bij het verkeerde eind had.
‘Echt. Fantastisch, vind je niet?’
Kat stak haar hand uit om een tweede loempia te pakken. ‘Wanneer is ze teruggekomen?’
‘Een poosje geleden. Ze komt weer naar huis. Ik wou dat Elsie er was om haar te zien. Ze zou zo trots zijn.’
Harry zat achter het bureau bij de receptie en Kat zat met gekruiste benen op de bank. Ze voelde zich meer ontspannen na even te hebben hardgelopen. Ze had een loopband in het tweede kantoor laten zetten, zodat ze nog steeds kon gaan fitnessen en toch haar oom in de gaten kon houden.
‘Trots?’ Trots dat zijn dochter het lef had haar gezicht te laten zien na wat ze had gedaan?
‘Ze heeft een nieuwe baan.’
‘Als wat?’ Hillary had nog nooit in haar leven een dag gewerkt. Tenzij je het bedriegen van mensen en geld van ze aftroggelen als werk zag. Ze had Harry en Elsie overgehaald om haar al het geld te lenen dat ze voor hun pensioen hadden gespaard met de belofte dat terug te betalen. Ze hadden nooit meer iets van haar gehoord. Sommige dingen kon je maar beter vergeten.
‘Weet ik niet meer. Maar het is iets heel belangrijks.’
‘Dat zal vast wel,’ zei Kat. Als het niet zo was, zou Hillary het al gauw mooier voorstellen of, nog waarschijnlijker, gewoon iets verzinnen.
‘En ze ziet ernaar uit jou weer te ontmoeten.’
Kat voelde een steek van angst. Hillary betekende altijd moeilijkheden. Maar haar angst was nergens op gebaseerd: Hillary bestond nu toch alleen nog maar in Harry’s verbeelding?
‘Zakenlunch?’
Kat werd opgeschrikt door het horen van de mannenstem. Ze had het eerstkomende uur nog niemand verwacht.
Zachary Barron stond in de deuropening en staarde naar haar. Ze was zich plotseling bewust van hoe ze er uitzag: roodbruin piekhaar en opgedroogd zweet op haar gezicht van het rennen. Als hij iets dichterbij kwam, zou hij haar vochtige, stinkende trainingskleren ruiken. Ze slikte zo vlug als ze kon haar hap Chow Mein door en toen werd ze gered door Harry.
Hij kwam vlug achter de receptie vandaan, verrassend vlug voor iemand van tachtig. ‘Ik geloof niet dat we elkaar al ontmoet hebben. Mijn naam is Harry Denton, Kats zakenpartner.’
Harry stak zijn hand uit. Zachary schudde die en was zo fatsoenlijk niet te zeggen dat ze elkaar eerder op de dag ook al waren tegengekomen.
Op het naambordje op de kantoordeur stond Carter & Partners, maar in werkelijkheid zat Kat al zonder partner sinds ze twee jaar geleden het kantoor had betrokken. Niettemin had Harry altijd excuses bedacht om langs te komen, dus had Kat hem formeel als haar partner aangesteld.
Het was in ieder geval zo dat zijn aanwezigheid op het kantoor haar de mogelijkheid gaf hem in de gaten te houden, wat belangrijk was omdat hij inmiddels voor praktisch niets of niemand enige belangstelling had. Zijn maatjes op de curlingclub veegden nu het ijs zonder hem en in zijn eens goedverzorgde tuin groeide nu alleen nog maar onkruid.
Naarmate ze meer tijd met elkaar doorbrachten, werd ze zich steeds meer bewust van de achteruitgang in zijn mentale gesteldheid. Hoe dan ook, ze vond het prettig dat hij bij haar op kantoor zat en vond het goed dat hij daardoor nog contact met mensen had.
‘Mmm. Excuses.’ Kat slikte een hap bami door. Ze stond op en veegde haar hand af aan haar korte broek. ‘Normaal gesproken zie ik er niet zo, eh...’
‘Je hoeft niets uit te leggen. Dit kan heel snel.’
Snel rijk worden, snel trouwen, snel scheiden. Moest Zachary Barron echt alles snel doen?
‘Had je niet twee uur gezegd?’
‘Ik doe niet echt aan afspraken. Kunnen we wel of niet praten?’ vroeg Zachary.