Hoofdstuk 20

 

 

Met haar lange donkere haren en heldere bruine ogen was Kate bijna net zo knap als haar moeder. Als vanzelf glimlachte Sebastian toen ze naar hem keek, haar blik licht verbaasd bij het besef dat hij meer was dan zomaar een vriendelijke passant.

Jane leek minder blij hem te zien. Het viel Sebastian op dat ze stijf reageerde, en hij begreep dat ze werk en privé absoluut gescheiden wilde houden.

‘Ga maar naar binnen, schat,’ zei ze tegen Kate toen hij hen genaderd was. ‘Ik kom zo.’

Te nieuwsgierig om te doen wat haar gezegd werd, bleef Kate aan haar moeders zij staan treuzelen. ‘Ik kan toch op je wachten?’

‘Dit gaat over werk,’ hield Jane vol. ‘Het duurt maar even.’

Teleurgesteld liet Kate haar smalle schouders zakken. ‘Oké dan,’ zei ze met een overdreven zucht.

Maar toen ze langs Sebastian heen wilde lopen, stak hij zijn hand uit en hield haar tegen. ‘Jij bent Kate zeker?’

Haar gezicht klaarde op. ‘Ja.’

‘Ik ben Sebastian Costas, een vriend van je moeder.’

‘Van het werk,’ verduidelijkte Jane.

Kate legde haar smalle hand in de zijne. ‘Werkt u ook bij De Laatste Linie?’

‘Min of meer. Tijdelijk,’ antwoordde hij ontwijkend.

‘Leuk om u te ontmoeten.’

Geraakt door de oprechtheid die ze in dat cliché wist te leggen, gaf hij haar een knipoog. ‘Ik vind het ook leuk om jou eens te zien.’ Hij was zo nieuwsgierig naar dit deel van Janes leven, het deel dat meer voor haar betekende dan wat dan ook ter wereld. ‘Ik zie al dat je later net zo’n schoonheid wordt als je moeder.’

Verlegen sloeg Kate haar ogen neer, een onverstaanbaar bedankje mompelend.

‘Toe nou maar,’ spoorde Jane haar aan.

Met zichtbare tegenzin slenterde Kate naar de deur van hun appartement, waar ze nog een laatste blik over haar schouder wierp.

De onrust in Janes ogen verdween gedeeltelijk zodra haar dochter buiten gehoorafstand was.

‘Zo erg was dat toch niet?’ vroeg hij.

‘Ik heb nooit gezegd dat het erg zou zijn. Het is gewoon… zinloos.’

Hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘Ik zal proberen dat niet als een belediging op te vatten.’

‘Ik wil niet dat ze erachter komt dat we… dat we meer zijn dan wat ik tegen haar gezegd heb.’

‘Kennissen van werk.’

‘Precies.’

‘Waarom?’ wilde hij weten.

‘Dat heb ik toch al verteld? Ik heb nooit meer een afspraakje gehad sinds de dood van haar vader. Misschien vindt ze het… ik weet niet… bedreigend. Eng.’

De man die Marcies lichaam had gevonden, liep zijn hond uit te laten. In de hoop dat hij niet hun kant op zou komen als hij Jane zag, praatte Sebastian zachter verder. ‘Tenzij je de rest van je leven alleen wilt blijven, zul je er toch ooit aan moeten beginnen.’

‘Mwah… Het bed in duiken met iemand die ik nauwelijks ken, is niet bepaald de beste manier om aan zoiets te beginnen,’ zei ze. ‘Ik denk dat we dat allebei wel beseffen.’

Dat was waar. Gezien de omstandigheden was het niet verstandig zo intiem met elkaar te worden. Waarom had hij haar dan zo graag weer willen zien? ‘Elke relatie begint ergens anders,’ zei hij.

‘Het gaat er niet om waar we zijn begonnen. We weten allebei waar dit zal eindigen.’

Zijn gezicht betrok. ‘We weten helemaal niets. Het leven is niet iets wat zich laat plannen, Jane. Het zit vol verrassingen, en die verrassingen kunnen alles veranderen.’ Kijk maar naar wat er met hem gebeurd was. Met geen mogelijkheid had hij zich voor kunnen stellen dat hij zijn lucratieve en bevredigende baan zou laten schieten om wraak te nemen op Emily’s ex-man voor de moord op haar en Colton. Noch had hij zich voor kunnen stellen dat hij zo graag een ander kind wilde, zeker niet van een vrouw die hij nauwelijks kende. ‘Over verrassingen gesproken… Zou je willen dat ik zo’n zwangerschapstest voor je ging halen?’

‘Nee. Dat… Dat doe ik zelf wel als ik er klaar voor ben.’

‘Misschien kun je het maar beter weten.’

‘En misschien ook niet. Als ik niet ongesteld word, kunnen we ons zorgen gaan maken.’

Hij knikte. ‘Oké. Maar eigenlijk kwam ik niet om te praten over zwangerschapstesten. En hoe graag ik Kate ook wilde ontmoeten, ik kwam ook niet om haar te zien. Ik ben hier omdat jullie hier niet met zijn tweeën alleen kunnen blijven.’

Ze nam haar koffertje in haar andere hand. ‘Waar heb je het over? Ik woon hier.’

‘Malcolm associeert deze plek met mij. Hij komt vast en zeker terug. En als hij denkt dat ik je graag mag, dan…’ Hij maakte zijn zin niet af. Het was niet nodig alles voor te kauwen. Ze wist waar Malcolm toe in staat was, dat had ze vanmorgen zelf gezien.

‘Hij zal wel gek zijn om terug te komen,’ zei ze.

‘Hoezo?’

‘Omdat hij dan gepakt kan worden!’

‘Je begrijpt het niet. Dat soort risico’s neemt hij. Dit is iets tussen hem en mij…’ Hij haalde zijn hand door zijn haar. ‘Het is heel persoonlijk geworden. Hij zal doen wat hij kan om mij terug te pakken.’

‘Ook mij vermoorden.’

‘Ik weet niet zeker of hij van jouw bestaan op de hoogte is. Je zat niet bij mij in de auto toen ik hier aankwam. Maar hij houdt de omgeving natuurlijk in de gaten, op zoek naar elke aanleiding die hem dichter bij mij kan brengen.’

‘Waarom is hij niet bang? Waarom vlucht hij niet, maakt hij niet dat hij hier wegkomt voor hij gearresteerd wordt?’

Het was duidelijk dat zij Malcolm niet kende zoals hij hem kende. ‘Hij is het systeem een keer te slim af geweest. Ik weet zeker dat hij denkt dat het hem weer zal lukken.’

‘En dan ben jij opgelucht in plaats van bezorgd.’

‘Zoals ik al zei, ik wil dat hier een eind aan komt.’

Ze keek om zich heen naar het parkeerterrein, alsof de omgeving op de een of andere manier veranderd was, maar ze voelde zich hier veilig en dat gevoel wilde ze niet kwijt. ‘Hoe weet je zo zeker dat hij daarop uit is?’

Met een zucht haalde Sebastian een mailtje tevoorschijn dat hij een uur eerder geprint had en gaf dat aan haar.

Jane zette haar koffertje neer en vouwde het vel open. ‘Dit is van M.T.’

‘Hij knikte. ‘Malcolm Turner.’

‘Het wordt jij of ik, klootzak,’ las ze voor. ‘Probeert hij je uit te dagen?’ vroeg ze, naar hem opkijkend.

‘Hij zegt dat het pas voorbij is als een van ons dood is.’

‘Waar komt dit vandaan? Kunnen we het David laten natrekken?’

‘Dat zou zonde van de tijd zijn. Ik heb de mailtjes die hij naar Mary stuurde al na laten trekken. Ze komen van een server op afstand.’

‘Hoe gaat het met Mary?’ vroeg ze, hem het blaadje teruggevend.

‘Behoorlijk geschrokken, maar ik heb haar kunnen overhalen met de jongens een week of twee naar Phoenix te gaan. Daar woont een tante van haar.’

‘En hij zal haar niet achterna gaan?’

‘Niet als ik zijn aandacht trek, mezelf een aantrekkelijker doelwit maak.’

‘Doelwit?’ De kleur verdween uit haar gezicht. ‘Dat hoef je niet te doen, Sebastian. De politie lost dit wel op.’

‘Net zoals ze het de vorige keer opgelost hebben?’

‘Deze keer hebben we het over David. Die luistert wel naar ons. Sterker nog, ik heb hem net gesproken. Iemand anders gaat die andere tijdrovende zaak van hem overnemen. Nu heeft dit zijn prioriteit. De technische recherche neemt jouw auto al onder de loep. En morgen wordt er autopsie gepleegd op Marcies lichaam. Misschien dat dat iets van bewijs oplevert.’

‘Ze vinden niets. Hij is politieman geweest, Jane. Hij weet precies waar ze op letten. Trouwens, voordat daar iets uit komt, is deze zaak al geknald.’

Ze sloeg haar armen om zichzelf heen tegen de kou. ‘En wat nu?’

‘Nu? Vroeg naar bed. We zullen onze slaap hard nodig hebben.’

‘Waar?’

‘In mijn motel. Tenzij je me hier uitnodigt. Ik laat jullie niet alleen.’

‘En wat zeg ik dan tegen haar?’

‘Dat je collega een beetje pech heeft gehad en een slaapplaats nodig heeft.’

‘Voor één nachtje?’

‘Tot ik het gevoel heb dat het veilig is om jullie alleen te laten.’

‘Dat kan wel een week duren!’

Grijnzend keek hij haar aan. ‘Wat is er nou? Ben je bang dat je me niet zo lang kunt weerstaan?’ Het was plagend bedoeld, hij wilde haar opvrolijken, maar toen ze antwoord gaf, zag hij dat ze volslagen serieus was.

‘Inderdaad.’

 

Waarom had hij niet gereageerd? Malcolm wist dat Sebastian zijn mail gelezen moest hebben, het bericht moest hebben ontvangen. Hij had helemaal de moeite genomen om met Latisha naar een internetcafé te gaan. Dan kon Sebastian toch op zijn minst laten merken dat hij zijn mailtje ontvangen had? Malcolm wilde weten wat zijn reactie was geweest, wat er door hem heen was gegaan toen hij Marcie op zijn achterbank had gevonden. De stilte, het niet weten, maakte hem gek. Hij had de neiging om langs Mary’s huis te rijden, of langs het appartementencomplex waar Sebastian woonde, om te zien wat er gaande was. Maar dat kon niet; hij moest zich gedeisd houden tot hij een manier had bedacht om dichterbij te komen zonder gepakt te worden.

Hij keek naar de klok op zijn computer. Het was na twaalven, maar hij kon niet slapen. Niet nu zijn gedachten alle kanten op vlogen, en niet na de halve dag in bed gelegen te hebben om de slaap van de afgelopen nacht in te halen.

Waar hing Sebastian uit? Woonde hij alleen in dat appartement? Hoelang was hij al in Sacramento?

Malcolm had Constance gebeld, op kantoor. Zij was nog in New York. Hield dat in dat Sebastian nu met Mary ging? Lag hij op dit moment misschien met haar in bed?

Die gedachte was hem bijna te veel. Hij klemde zijn kaken op elkaar. Het was één ding om Mary tegen hem op te zetten, maar haar helemaal in te palmen, dat ging echt te ver. Na wat hij haar had aangedaan – eens een bedrieger, altijd een bedrieger – zag zij dit vast als de ultieme wraak. Maar hij kon er de lol niet van inzien.

Met een prepaid mobiele telefoon die hij een paar uur eerder gekocht had, belde hij Constance. In New York was het drie uur later. Vijf voor halfvier ’s nachts dus. Ze nam niet op, maar hij sprak een boodschap in. ‘Jouw liefje slaapt met mijn schoolvriendinnetje. Ik dacht dat je dat wel wilde weten.’ Het was een prettig gevoel dat hij haar hiermee had gekwetst, of dat hij Sebastian in verlegenheid had gebracht als ze nog steeds bij elkaar waren, maar het was niet genoeg. Een paar seconden later overwoog hij om Sebastian direct te bellen. De kans was best groot dat hij nog hetzelfde nummer had, toch?

‘Is er iets?’

Latisha was achter hem komen staan. Vanavond liet hij haar zo veel mogelijk vrij, deels ter compensatie voor wat hij met haar zus had gedaan, deels om haar ervan te overtuigen dat hij heel aardig kon zijn als hij haar kon vertrouwen. Vandaag waren ze samen naar het winkelcentrum geweest om kleren te kopen die echt goed zaten, en een ring. Het was geen dure ring, maar ze bleef naar het kleine diamantje staren alsof ze nog nooit zoiets moois had gezien.

Hij had gezegd dat hij eens met haar hoopte te trouwen. Daar vielen vrouwen voor, voor dat soort onzin. Als ze daardoor om hem ging geven, al was het maar een klein beetje, dan hoefde hij zich niet continu zorgen te maken dat ze weg zou lopen. ‘Er is niets,’ zei hij. ‘Ik heb alleen een boel energie over.’

‘Zal ik iets te eten voor je maken?’

Hij trok haar op schoot zodat hij haar borst kon strelen. ‘Ik heb geen trek.’ Toen grijnsde hij. ‘Anders haal je een fles olie uit de keuken, en dan gaan we daarmee naar de slaapkamer.’

‘Olie in de slaapkamer?’ herhaalde ze.

‘Volgens mij is het tijd dat ik je een massage geef.’

‘Ik heb nooit een massage gehad.’

‘Dan is het extra speciaal.’

Ze staarde naar haar ring. ‘Meende je wat je zei, vanmiddag?’

‘Over wat ik voor je voel?’

Ze knikte.

‘Natuurlijk.’ Hij liet haar borst los en pakte haar hand. ‘Ik weet dat het niet goed is wat ik gedaan heb, Latisha. Ik weet dat ik jou en Marcie niet onder dwang had moeten meenemen. En het spijt me dat ik jullie zo behandeld heb toen jullie hier net waren.’

‘Waarom deed je het dan?’ mompelde ze.

‘Ik was eenzaam. Soms word ik zo… boos op de wereld. Als je wist wat er met mij gebeurd is, zou je het wel begrijpen.’

‘Vertel het me dan.’

Om de indruk te wekken dat hij er nauwelijks over kon praten, deed hij net alsof hij een brok in zijn keel had. ‘Iemand heeft mijn vrouw en kind vermoord toen ik nog in het oosten woonde.’

Medelijdend trok ze haar wenkbrauwen op en bukte zich, om hem recht in zijn gezicht te kijken. ‘Hoe?’

‘Het was iemand die ik gearresteerd had, ene Sebastian Costas. Toen hij vrijkwam, wilde hij wraak nemen. Sindsdien ben ik naar hem op zoek.’

‘Wat erg,’ fluisterde ze.

Hij legde zijn voorhoofd tegen haar schouder. ‘Zeg dat wel.’

‘Zit je dan nu niet meer bij de politie?’

‘Ik heb mijn baan opgezegd om hem te zoeken.’ Hij gaf haar een kus op de achterkant van haar hand. ‘En toen ik jou en Marcie in die auto zag, toen… knapte er iets in me, denk ik. Andere mensen gaan gewoon door met hun leven, maar ik moet het doen zonder de twee mensen van wie ik met heel mijn hart hield. Ik besloot het leven naar mijn hand te zetten, zodat het meer zou lijken op wat ik wilde.’

‘Je kunt het leven niet naar je hand zetten,’ zei ze, maar het klonk meer beschouwend dan veroordelend.

‘Dat weet ik, en dat had ik me ook wel gerealiseerd als ik niet zo hondsmoe was geweest. Ik was de hele nacht bezig geweest de zoveelste waardeloze aanwijzing na te trekken en kon niet meer helder denken. En toen ik jullie eenmaal had, zag ik niet hoe ik jullie kon laten gaan zonder dat ik zelf in de gevangenis zou belanden.’ Hij zweeg even, voor het effect, en zei toen: ‘Het kwam me zo oneerlijk voor, weet je. Dat ik mijn leven slechter had gemaakt terwijl ik het beter had willen maken.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Tot voor kort was ik zo depressief en boos dat al het andere er niet toe leek te doen. De enige uitweg die ik zag was ons allemaal ombrengen. Daarom stond ik toen met dat pistool in de deuropening. Maar toen…’ Hij legde zijn hand tegen haar rechterwang. ‘…toen was jij daar.’

‘Ik?’

‘Jij gaf me nieuwe hoop, jij bracht me weer op het rechte pad.’

Dat bracht haar in verwarring. ‘En Marcie dan?’

‘Daarom moest ik haar laten gaan, schatje. Ik realiseerde me dat ik dat moest doen, wat het ook voor mij zou betekenen. Tot iets anders kon ik me niet zetten, omdat ik wist hoeveel pijn het jou zou doen.’

Ze staarde naar zijn vingers, die figuren tekenden op haar bovenarm. ‘Waarom liet je mij ook niet gaan?’

‘Omdat het mijn hart zou breken om jou te verliezen. Jij bent de eerste om wie ik echt weer geef – sinds mijn vrouw.’

Ze draaide de ring heen en weer aan haar smalle vinger. ‘Betekent dat dat ik kan gaan – als ik zou willen?’

Dat was een test. Dat begreep Malcolm meteen en hij liet zijn hand vallen zodat ze geen enkele weerstand zou voelen. ‘Ik hoopte dat je lang genoeg zou blijven om mij echt te leren kennen. Maar als je wilt gaan, houd ik je niet tegen.’

Ze stond op en wierp een blik op de deur.

Doe het niet, smeekte hij inwendig. Als ze naar de deur zou lopen, zou hij haar met geweld tegen moeten houden en dan waren ze weer terug bij af. Of hij moest haar vermoorden. Hij had liever de vrolijkere versie van het leven dat hij net voor zich begon te zien.

‘Wil je graag dat ik blijf?’ vroeg ze, frunnikend aan de zoom van haar T-shirt.

‘Jij bent mijn hoop voor de toekomst. Als ik die klootzak die mijn vrouw en kind vermoord heeft, eenmaal te pakken heb gekregen, kan ik je alles geven waar de vrouw van een agent recht op heeft: een mooi huis, kindertjes, wat je maar wilt. Geef me twee weken. Meer heb ik niet nodig.’

‘Mag ik naar huis bellen?’

‘Nee. Je weet wat Marcie dan doet: ze heeft een hekel aan me, dus zij zegt dat je bij me weg moet gaan. Zij wil me alleen maar zwart maken.’

‘Ik wil alleen mijn andere zus laten weten dat alles goed met me gaat.’

Hij zocht een excuus en vond een oplossing. ‘Heeft je zus een computer?’

‘Het is een afdankertje van haar baas, maar ze kan wel mailen.’

‘Prima.’ Hij schoof zin laptop naar haar toe en keek toe hoe ze inlogde in een e-mailprogramma en een kort berichtje typte.

 

Gloria,

Maak je over mij geen zorgen. Ik ben veilig. Alles is goed en over twee weken neem ik contact met je op. Tot dan. Pas goed op jezelf en wees gelukkig. Liefs,

Latisha.

 

De gekwelde uitdrukking op haar gezicht bracht Malcolm aan het twijfelen. Straks bedacht ze zich nog. Ze miste haar zus, haar thuis.

‘Twee weekjes maar?’

‘Twee weken,’ beloofde hij. ‘Dat is niks, toch?’

Ze haalde diep adem. ‘Oké.’

Hij gaf haar een goedkeurend kneepje en begroef zijn gezicht in haar nek. ‘En nu is het tijd voor de beloofde massage,’ zei hij. Vastbesloten haar voor zich te winnen, droeg hij haar naar de slaapkamer.

 

Terwijl Jane haar dochter zover probeerde te krijgen dat ze naar bed ging, glipte Kate steeds de woonkamer in om stiekem een blik op Sebastian te werpen. Ze vond het heerlijk, de opwinding van een man in huis, en bleef maar vragen of Jane niet vond dat hij knap was.

Jane deed haar best er onverschillig onder te blijven, maar meer nog dan Kate was ze zich permanent bewust van de aanwezigheid van de man die op haar bank tv zat te kijken.

Toen ze eindelijk haar dochter in bed had gekregen, haalde ze een stapel beddengoed en een kussen voor Sebastian en legde die op een stoel.

Meteen zette hij het geluid van de tv uit. ‘Lukt het?’

‘Prima.’ Ze knikte naar de laptop op zijn schoot. ‘Al nieuws van Mary?’

‘Nog niet. Waarschijnlijk is ze zich druk aan het installeren in Phoenix. Ik betwijfel of ze me vandaag nog iets zal laten horen.’

‘Maak je je zorgen over haar?’

‘Ik vind het vervelend dat door mijn toedoen haar leven zo overhoop ligt, maar… volgens mij redt ze het wel.’

‘Had ik jouw vertrouwen maar wat Latisha betreft.’

Hij gaapte. Hij zag er vermoeider uit dan ze hem ooit had gezien. ‘Heb je Gloria nog gesproken?’

‘Alleen toen ik bij haar thuis was.’ Jane wist dat ze weer moest bellen maar had geen idee wat ze nog kon zeggen. Met een diepe zucht klopte ze op de stapel dekens. ‘Hier vind je alles wat je nodig hebt vannacht.’

‘Dank je.’

‘Graag gedaan.’ Hun blikken kruisten elkaar en de intimiteit die ze al gedeeld hadden, dreef hen weer naar elkaar toe. Even wilde Jane dat Kate nog bij haar schoonouders was. Voor haar gevoel was Sebastian het beste wat haar ooit was overkomen. Ze verlangde naar hoe hij smaakte, hoe hij rook, hoe hij haar streelde – naar hém. Maar Kate was niet bij de Burkes. Kate lag twee deuren verder.

‘Oké. Tot morgen,’ zei ze.

‘Ja. Tot morgen.’ Het geluid van de televisie werd weer zachtjes aangezet.

Met haar handen tot vastbesloten vuisten gebald beende Jane naar haar slaapkamer, deed de deur dicht en kroop in bed, waar ze voor haar gevoel uren wakker lag.

 

Hoewel Sebastian weggedommeld was, had hij het beddengoed dat Jane hem gegeven had, niet gebruikt. Zelfs zijn computer had hij niet weggezet. Hij zat nog in dezelfde stoel, met de tv aan, toen hij om twee uur wakker werd.

Hij maakte een bed voor zichzelf maar kon de slaap niet vatten. De macabere beelden van de dag drongen zich steeds opnieuw aan hem op, alleen verzacht door de wetenschap dat Jane een paar meter verder lag te slapen.

Zou hij naar haar toe gaan? Hij wilde zich verliezen in haar warmte, haar tegen zich aan voelen smelten, net als gisteren. Kate sliep, die zou er niets van weten… Maar Jane had haar wensen duidelijk gemaakt.

In de hoop dat een douche hem goed zou doen, liep hij naar de badkamer.

In het donker kleedde hij zich uit, zette de kraan op warm en ging eronder staan. Zo probeerde hij zijn hoofd leeg te maken, de beelden van Emily, van Colton, Mary, Malcolm en Jane – vooral van Jane – uit zijn gedachten te bannen. En dat leek hem aardig te lukken, tot hij de deur open hoorde gaan.

Hij rook Janes parfum. Hij had bewust de deur niet op slot gedaan, met precies deze gedachte hoopvol in zijn achterhoofd. Toen de deur met een klik dichtging, begreep hij dat die nu wel op slot zat.