Hoofdstuk 26
Leonards hand trilde van zowel verlangen als angst toen hij vanuit zijn truck Gary O’Connors gsm belde. Hij wist dat Gary boos op hem zou zijn. In zijn vastbeslotenheid Sophia te gronde te richten, was hij ongeduldig. In zijn overenthousiasme had hij wat slechte dingen over Gary rond verteld, maar dit was de ideale manier om hun relatie weer te lijmen.
De telefoon ging een paar keer over en ging toen naar de voicemail. Sliep Gary al? Elke morgen moest hij om vijf uur op om de winkel om zes uur open te kunnen doen. De ranchers moesten het van dat vroege tijdstip hebben; dan huurden ze het gros van hun landbouwmachines, hetgeen betekende dat Gary vroeg naar bed ging.
Nadat hij zonder een boodschap achter te laten had opgehangen, keek Leonard op zijn horloge. Het was halfelf. Zou hij het erop wagen naar Gary’s huis te bellen? Hij moest hem vertellen dat Sophia op weg was naar de winkel.
Er kwam een auto de straat in rijden, maar Leonard vond het niet erg gezien te worden. Zodra hij beseft had dat Sophia en Rod zo weg zouden gaan, was hij een paar straten verderop gaan staan. Hij ging liever wat verder de buurt in dan dat hij het risico wilde lopen hen toevallig in haar straat of op de hoofdwegen tegen te komen. Bovendien was het niet nodig Sophia en Rod daadwerkelijk te zien om te weten waar ze heen gingen, want hij had gehoord wat ze van plan waren.
Een tweede keer probeerde hij Gary’s mobiel te bellen, maar toen hij weer de voicemail kreeg, besloot hij hem thuis te bellen. Duimend dat Anne niet op zou nemen – hij wist hoe kribbig Gary altijd reageerde als je met iets kwam waar Anne nieuwsgierig van kon worden – liet hij de telefoon drie keer overgaan. Net toen hij op wilde hangen, hoorde hij een mannenstem.
‘Hallo?’
‘Gary?’
‘Ja?’
‘Met Leonard.’
‘O, eh… Hallo, Mac. Wacht even.’
Mac was Gary’s broer, die ergens in Texas woonde. Leonard had hem nog nooit ontmoet, maar hij had Gary af en toe over hem horen praten.
Op de achtergrond klonk wat geritsel en gepraat. Toen Gary weer aan de lijn kwam, sprak hij met gedempte stem, maar het klonk geërgerd. ‘Wat moet je? Waarom bel je me hier?’
Leonard zette het zendertje waarmee hij de gesprekken – en andere activiteiten van Rod en Sophia – had afgeluisterd uit. Wie had gedacht dat de keurige commissaris van Bordertown zo’n hete donder was, dacht hij enigszins jaloers. ‘Ik heb je mobiel geprobeerd, maar je nam niet op.’
‘Omdat het bijna elf uur is. We liggen al in bed. Had je dat niet kunnen bedenken?’
‘Sorry, maar dit is dringend.’
‘Interesseert me niks, want wij praten niet meer met elkaar,’ zei hij. ‘Wat bezielt je in vredesnaam die naaktfoto van Sophia rond te laten gaan en tegen iedereen te zeggen dat hij van mij was? Vanaf dat moment zit ze me continu op mijn nek. En als mijn vrouw de praatjes hoort, dan ben ik –’
‘Ik moest het wel doen,’ onderbrak Leonard hem. ‘Ik moest Sophia op stang jagen, haar in een kwaad daglicht stellen.’
‘Háár in een kwaad daglicht stellen? Idioot! Je stelt mij ook in een kwaad daglicht!’
‘Nee, door mij lijk jij de grootste bofkont die er is. Er is geen man in Bordertown die niet zo’n foto wil hebben.’
‘En mijn vrouw dan?’
‘Rustig nou maar, je maakt van een mug een olifant. Anne gelooft die geruchten toch niet, ze houdt van je. Vertrouwt je. Trouwens, het heeft gewerkt. Neil belde vanavond, Sophia heeft haar ontslag aangezegd gekregen. Over dertig dagen vliegt ze eruit.’
Even bleef het stil. ‘Ze wordt ontslagen?’
‘Reken maar van yes. En als jij me de steun geeft die ik nodig heb om haar baan te krijgen, zal je leven een stuk aangenamer worden, dat beloof ik.’
De verleiding van het extra geld dat Gary kon verdienen als Sophia van het toneel verdwenen was, was te groot om moeilijk te blijven doen over de foto. Dat wist Leonard maar al te goed.
‘Dat is tenminste iets,’ mompelde Gary.
‘Precies waar we op gehoopt hadden, maat.’
‘Is dat alles? Heb je me daarom gebeld? Om me dat te laten weten?’
‘Nee, dat had wel tot morgenochtend kunnen wachten.’
‘Wat is er dan aan de hand?’
‘Sophia is onderweg naar de winkel. Op een of andere manier is Rod op het onderduikadres geweest. Daar heeft hij je telefoonnummer zien hangen, en nu proberen ze erachter te komen wat het daar deed.’
‘O, god. Daar zocht ze natuurlijk naar.’
‘Wanneer?’
‘Eerder vanavond, hier in huis. Ik heb haar in mijn kantoor betrapt.’
‘Ja, daar hoorde ik haar ook iets over zeggen. Ze heeft je pistool gevonden, dus als dat bezwarend voor je is, dan zou ik maar zorgen dat ik er snel vanaf kwam nu het nog kan.’
‘Ik weet al dat ze mijn pistool gevonden heeft, maar hoe kom jij aan die informatie? Waar heb je dat “gehoord”?’
‘Dat gaat je niks aan. Ik doe gewoon waar ik voor betaald word, meer hoef je niet te weten.’
‘En nu zeg je dat ze onderweg naar de winkel is?’
‘Klopt, ze probeert je link met het onderduikadres te achterhalen, zoals ik al zei. De bastaardzoon van Bruce is bij haar.’
‘Verdomme! Wat nu?’
‘Hoe bedoel je, wat nu? Is dat niet zo klaar als een klontje? Je moet haar tegenhouden.’
‘Hoe dan? Als ze al weet dat ik banden met het onderduikadres heb, schiet ik er niets mee op als ik haar ervan weerhoud de winkel te doorzoeken.’
‘In elk geval krijgt ze dan geen bewijs te pakken, en dat heeft ze nodig.’
‘Ze geeft niet op, daar ken ik haar te goed voor.’
‘Misschien moet je dan actie ondernemen. Iets wat haar voorgoed het zwijgen oplegt.’
Gary’s stem was niet meer dan een rauwe fluistering. ‘Waar zie je me voor aan, zeg?’
‘Voor iemand die de rest van zijn leven in de gevangenis moet doorbrengen als hij niet snel iets doet.’
Een aantal gespannen seconden tikten voorbij. ‘Ik haat dat mens,’ klaagde Gary. ‘Al vanaf het begin is ze een nagel aan mijn doodskist.’
‘Heb dan verdomme het lef er iets aan te doen! Ruim haar uit de weg.’
‘Dat zou jou mooi uitkomen, hè? Daar zou ik je een groot plezier mee doen. Jij hebt nog meer de pest aan haar dan ik.’
‘In elk geval ben ik mans genoeg om te doen wat nodig is.’
‘Denk je dat jij haar wel een kogel door het hoofd kan schieten?’
Al maandenlang had Leonard over weinig anders gefantaseerd. ‘Meteen. Is dat wat je wilt? Dat gaat je wel flink geld kosten, want ik moet Rod meteen meenemen.’
‘Wat ben je toch een arrogante zak,’ zei hij bitter. ‘Heb jij Stuart vermoord? Heb jij hem door het hoofd geschoten, net zoals je nu bij Sophia wilt doen?’
Leonards hand klemde zich vaster om zijn telefoon heen. ‘Nee. Waarom begin je daar nu over?’
‘Omdat ik geloof dat jij hem wel vermoord hebt. En hij was nog wel je vriend.’
‘Ik zeg toch dat ik het niet gedaan heb. Dit gaat echter niet over vriendschap, dit is zakelijk.’
Opnieuw volgde er een stilte, waaruit Leonard afleidde dat Gary een inwendige strijd streed.
‘Hallo, we hebben niet de hele dag de tijd,’ bracht hij hem in herinnering.
‘We hebben het over mijn stiefdochter. Het is geen gemakkelijke beslissing.’
‘Hoor eens, het is zij of jij.’
‘Weet je zeker dat je het kunt doen zonder gepakt te worden? Als mijn vrouw er ooit achter komt dat ik –’
‘Relax. Binnenkort ben ik commissaris, weet je nog? Dan kan ik alles in de doofpot stoppen wat ik wil.’
‘Maar als je van de foeragehandel een plaats delict maakt, wordt alles in beslag genomen en grondig nagekeken. Dat risico kan ik niet nemen.’
‘Wat ligt daar dan?’
‘Alles! Ik run daar een bedrijf, dus er is een hele papierwinkel.’
‘Best, ik kan je wel bellen wanneer ik klaar ben, dan heb je de gelegenheid om het nodige op te halen. Maar ik moet het daar doen, een andere kans krijgen we misschien niet.’
‘Denk je dat ik daarheen ga en… En dan rustig over twee lijken heen stap om mijn dossiers te pakken?’
‘Heb jij een beter idee?’
Gary slaakte een putdiepe zucht. ‘Kun je… Kun je ze niet gewoon in de woestijn doodschieten?’
‘Ze zijn met zijn tweeën, en een van hen is toevallig wel een voormalige SEAL. Volgens mij is onze beste kans ze te verrassen, denk je ook niet?’
Het sarcasme droop er vanaf, maar Gary reageerde er niet op. ‘Ik wil geen bloederige toestanden.’
‘Liever bloederige toestanden dan levenslang achter de tralies. Misschien dat het de volgende keer dat je je druk hoeft te maken over bloed, het over dat van jezelf gaat. Naar wat ik hoor, kan het er heel ruig aan toegaan op de luchtplaatsen.’
Nog steeds wilde Gary er niet aan.
‘Kom op nou, man. Neem een beslissing. Ze heeft je al in verband gebracht met het onderduikadres. Daardoor is ze nu een bedreiging voor de hele operatie.’
Toen Gary uiteindelijk zijn mond opendeed, klonk zijn stem afgeknepen, maar de plotselinge vastberadenheid die in zijn woorden doorklonk, was onmiskenbaar. ‘Best. Doe het maar,’ zei hij, waarna hij ophing.
Rod voelde zich nog meer onder druk staan dan anders om de moorden op de illegalen op te lossen. Hij was hierheen gekomen om te helpen, met grootse plannen de doorslag te geven en voor eens en altijd te bewijzen, al was het alleen maar aan zichzelf, dat hij meer in zijn mars had dan iedereen altijd had gedacht. In plaats daarvan was hij regelrecht op de enige persoon afgegaan die hij met rust had moeten laten. Dankzij zijn betrokkenheid zat Sophia nu nog dieper in de problemen dan voor zijn komst.
Over helpen gesproken…
Hij moest alle schade die hij had veroorzaakt, ongedaan maken, zodat hij hier weg kon gaan zonder gevoelens van spijt. Op dit moment was dat de enige manier om zijn geweten te zuiveren. Als wat ze in de foeragehandel van Gary O’Connor zouden vinden nu maar van belang was.
‘Lukt het?’ Ineengedoken stond hij naast Sophia bij de achterdeur. Ze waren in zijn auto gekomen, maar die hadden ze in de straat bij de Firelight geparkeerd, zodat hij niet pontificaal op het parkeerterrein van de winkel zou staan.
‘Ja.’ De sleutel paste perfect. Even later zwaaide de deur wijd open, maar een piepje waarschuwde hen dat ze ongeveer een minuut hadden om het alarmsysteem uit te schakelen.
‘Wist je dat hij een beveiligingssysteem had?’ vroeg hij.
‘Nee. Waarom zou iemand bang zijn dat hier ingebroken werd? Het is niet zo dat Gary hier ’s nachts geld heeft liggen. Ik kan me niet voorstellen dat het gemakkelijk is een trekker te helen.’
Rod knipte een van de twee zaklantaarns die ze hadden meegenomen aan en scheen er verschillende kanten mee op. ‘Mensen stelen van alles. Zeg me alsjeblieft dat je de code hebt om dit stomme ding uit te zetten voor we betrapt worden.’
De winkel zag er volkomen onschuldig uit, precies zoals hij verwacht had, maar dat gepiep was een probleem. Tegen een fysieke bedreiging kon hij Sophia beschermen, tegen strafrechtelijke vervolging niet.
‘Ik heb de code niet! Ik wist niet dat dit zou gebeuren.’
‘Misschien kan ik het laten ophouden.’
‘Hoe dan?’
‘Zoek met me mee naar het toetsenbord.’
De stralen van hun zaklampen dansten op en neer toen ze naar voren renden.
‘In mijn werk ben ik verschillende systemen tegengekomen,’ zei hij. ‘Als deze doorsnee is, zit het toetsenbord op een logische en praktische plek.’
‘Maar wat hebben we aan een toetsenbord als we de code niet weten?’
Het gepiep werkte hem op de zenuwen. ‘Het hart van het systeem zit waarschijnlijk hier dichtbij.’
‘Hier.’ Haar zaklamp omhooghoudend gebaarde ze naar een plank boven de toonbank.
Een paar seconden nadat het alarm aansloeg, sneed hij de draden door. In de daarna plotseling invallende stilte bleven ze onbeweeglijk staan luisteren of er een reactie van buiten kwam.
Toen er niets gebeurde, zuchtte ze van opluchting. ‘Denk je dat je het alarm hebt uitgeschakeld voordat het de meldkamer heeft ingeseind?’
‘Dat betwijfel ik. Ik heb alleen het geluid uitgezet zodat we geen aandacht in de buurt zouden trekken, maar…’ zei hij, onderwijl onderzoekend hoe complex dit systeem was, ‘…dit ziet er nieuw en duur uit, veel duurder dan je zou verwachten aan te treffen in Bordertown.’
De telefoon ging.
‘Dat is het beveiligingsbedrijf.’ Haar bij de hand nemend trok hij haar mee naar de achterdeur. ‘Wegwezen.’
Ze rukte zich echter los. ‘Er moet een reden voor zijn dat hij de moeite heeft genomen een duur alarmsysteem te installeren,’ zei ze. ‘We moeten even rondkijken. Er is hier iets waarvan hij niet wil dat anderen het zien.’
‘Als we het nu niet op een lopen zetten, gaan we de gevangenis in wegens inbraak.’
Inmiddels was de telefoon al drie keer overgegaan.
‘Kom op!’ drong hij aan, maar ze rende de andere kant uit.
‘Wat doe je?’
Met geheven hand maande ze hem tot stilte. Toen deed ze precies waar hij bang voor was: ze nam de telefoon op. ‘Hallo? Ja. Nee, niks aan de hand. Hm-m. Sophia St. Claire. Ik ben commissaris hier in Bordertown. Ik kreeg een melding dat er iemand met een zaklantaarn in de buurt van het gebouw rondhing. De winkel is van mijn stiefvader, dus ik heb de sleutel. Er lijkt niets aan de hand. Ik weet de code niet, maar het is niet nodig hem wakker te maken. Schrijft u mijn penningnummer maar op, dan kunt u het bij de meldkamer van de regio verifiëren. Tuurlijk, geen probleem…’ Ze lachte, waarna ze haar penningnummer opgaf. ‘Een gelukje dat ik toevallig in de buurt was. Ja, klopt. Bedankt.’
Omdat het binnen zo donker was, kon Rod de uitdrukking op haar gezicht niet zien. ‘En, trapten ze erin?’
Hoorbaar liet ze haar adem ontsnappen. ‘Volgens mij wel. De dame aan de telefoon begon tenminste niet te steigeren toen ik zei dat ze mijn nummer bij de regio na kon vragen. Als ik het goed heb gedaan, zal ze niet eens de moeite nemen.’
De straal van haar zaklamp scheen voor haar uit toen ze het kantoor binnen liep, dat tussen de winkel en de opslagruimte lag.
‘Stel dat ze dat wel doet?’ vroeg hij, achter haar aan lopend.
‘Waarschijnlijk gebeurt er niks. Ze krijgt gewoon te horen: ja, dat is het penningnummer van commissaris St. Claire.’
‘En als ze toch contact met Gary opneemt? Tenslotte is hij degene die de rekeningen betaalt.’
Nadat ze de deur dicht had gedaan, knipte ze het licht aan. ‘Ik blijf bij mijn verhaal dat ik een melding kreeg over een man met een zaklantaarn en dat ik op onderzoek ben uitgegaan.’
Terwijl hij zijn zaklantaarn neerlegde, zei hij: ‘Lieverd, je hebt niet eens dienst vanavond.’
‘Nou en, ik ben nog steeds agent. Bordertown beschermen doe ik dag en nacht, zelfs als ik dat in mijn ondergoed moet doen.’
Hij was onderweg naar de archiefkast, maar bleef lang genoeg staan om zijn blik over de zachte rondingen te laten gaan waar hij eerder zo van genoten had. ‘Leid me niet af met vieze praatjes.’
Intussen was zij achter het bureau gaan zitten, en ze begon de laden te doorzoeken. ‘O, kan ik je afleiden? Op zo’n moment als dit?’
Man, ze had geen idee! ‘Ik vlei mezelf met de gedachte dat ik mijn broek aan kan houden als ik dat wil.’
Ha, ze had een zekere macht over hem! Met een grijns ging ze verder met de lade doorzoeken. ‘Dat klonk niet heel overtuigd.’
‘Dankzij jou ben ik iets van mijn zelfvertrouwen kwijt,’ zei hij, een stapel personeelsdossiers en rekeningen doorbladerend. ‘Nou, wat ga je zeggen wanneer je gevraagd wordt wie je over die zaklantaarn verteld heeft?’
Haar hoofd was gebogen, dus ze was moeilijk te verstaan. ‘Dan zeg ik dat jij dat was. En jij staat achter me, toch?’
‘Ben je dan nog steeds in je ondergoed?’
‘Vergeet nou maar dat ik dat gezegd heb. Ik overdreef, nou goed?’ Ondanks het feit dat ze met vliegende haast zo veel mogelijk moesten doorzoeken in zo min mogelijk tijd moest ze lachen. ‘En je moet helder kunnen blijven nadenken.’
‘Ik kan helder nadenken,’ zei hij, maar dat was een leugen. Dat had hij al niet meer gekund vanaf het moment waarop ze op hem af was komen lopen op de plaats delict en hij zich weer die puber van vijftien had gevoeld. De puber die elke keer dat ze langsliep, moest oppassen dat zijn tong niet op zijn schoenen belandde.
Leonard zette zijn koplampen uit, waarna hij langzaam het smalle steegje achter de foeragehandel in reed. Zijn auto parkeerde hij naast het piepkleine huisje van Trudy Dilspeth, waar ze ook haar achenebbisj kapperszaakje dreef. Als alleenstaande moeder greep Trudy alles aan om te overleven. Ze had vier kleine kinderen van verschillende vaders, die geen van allen lang bij haar waren gebleven.
Met zo’n kinderschaar zou ze nu vast al in bed liggen, wat de donkere ramen leken te bevestigen. Zelfs als ze nog niet sliep, was ze iemand die hij kon vertrouwen. Jarenlang had ze hem eenmaal per maand voor vijftig dollar per keer vermaakt. Dan kwam hij langs om zijn haar te laten knippen, em vervolgens verdwenen ze in het kamertje waar ze haar massageklanten ontving. Daar harste ze zijn rug, waarna ze hem nog eens een kwartiertje verwende.
Ze flirtte constant met hem, zo trachtend hem vaker te laten komen. Omdat hij getrouwd was, probeerde hij dat zo min mogelijk te doen, maar in de loop der jaren had hij haar een behoorlijk aantal andere klanten bezorgd. Vandaar dat ze zich niet zou mengen in situaties die haar niet aangingen, zoals die van vanavond. Daar zou ze haar kinderen mee tekortdoen. Ze verdiende veel minder met haar knippen dan met wat ze in het massagekamertje deed, zoveel was zeker. Bovendien had ze een goede reden om jaloers op Sophia te zijn. Vanaf het moment waarop ze in Bordertown was komen wonen, had ze een oogje op Stuart Dunlap gehad. Ooit had ze er zelfs op gezinspeeld dat ze zwanger van hem was, maar er was nooit een kind gekomen. Leonard wist niet of ze een miskraam had gehad of dat Stuart erop had gestaan dat ze het kind weg zou laten halen. Waarschijnlijk het laatste. Niemand die zo rijk was als Stuart wilde dat de dorpshoer zwanger was van zijn kind.
De muziek waar hij naar had geluisterd toen hij aan kwam rijden, zweeg zodra hij de motor uitzette, maar hij bleef nog een paar minuten zitten genieten van de rust van deze zomeravond. Hij was dol op zwoele zomeravonden. Het deed hem denken aan betere tijden, toen zijn vrouw nog graag met hem getrouwd was en zijn kinderen op blote voeten krijsend door de tuin renden.
Hij had zoveel meer van het leven verwacht, zoveel meer dan hij gekregen had.
Het was echter nog niet te laat. Het feit dat Sophia ontslagen was, betekende dat zijn leven zich eindelijk ten goede keerde. En hij was klaar voor nog meer veranderingen. Nu al had hij twee raadsleden zover dat ze hem graag aan het roer zagen. Als Gary en een aantal ranchers nu ook nog zijn kant kozen, zou hij een comeback maken.
Nadat hij zijn geweer achter de stoel vandaan had gehaald, waar hij verschillende wapens verstopt had, duwde hij zijn cowboyhoed zo laag mogelijk op zijn hoofd om zijn gezicht te verbergen, en hij stak een sigaret op. Normaal gesproken rookte hij niet, alleen maar als hij zich Clint Eastwood voelde. En alleen maar wanneer hij het kalmerende effect van nicotine nodig had.
Na een paar trekjes liet hij de sigaret nonchalant tussen zijn lippen zitten. Met grote passen liep hij naar de achterkant van de foeragehandel.
Hij besloot op de parkeerplaats te blijven wachten. Daar kon hij zich tussen de trekkers en graafmachines verstoppen en Sophia en Rod neerschieten wanneer ze de achterdeur uit kwamen. Tenslotte zouden ze niet zo stom zijn door de voordeur weg te gaan, waar iedereen die zich toevallig op Bordertown Boulevard bevond hen zou kunnen zien.
Ja, dat was de beste strategie. Twee lijken op de parkeerplaats was veel beter dan twee lijken in de winkel. Het ruimen zou veel gemakkelijker gaan, iets wat Gary op prijs zou stellen. Zelf kon hij op veilige afstand van Rod blijven, die eruitzag of hij in zijn eentje van Californië naar China kon roeien. Bovendien was de kans veel kleiner dat iemand sporen of DNA zou kunnen vinden.
Wanneer hij eenmaal commissaris was, kon hij wat er gebeurd was doen voorkomen zoals hij maar wilde, dus uiteindelijk zouden sporen er niet zoveel toe doen, maar hij nam liever het zekere voor het onzekere. Zodra de FBI de moorden had opgelost, was zijn kostje gekocht.
Wel moest dat wat hem betrof zo snel mogelijk gebeuren. Hij had te veel beloftes gedaan die hij niet kon nakomen toen hij had beweerd dat hij de zaak zo kon oplossen. Hij had gebluft en Sophia en alle anderen die tegen hem waren, getart met de bewering dat hij het allemaal veel beter had kunnen doen. Echt zorgen maakte hij zich echter niet. Volgens wat hij vanochtend in de krant had gelezen, was de FBI er nu bij betrokken, en die wisten wat ze deden. Die zouden de klootzak wel vinden. En als ze dat niet snel genoeg deden, kon hij altijd doen of ze hem voor de voeten liepen.
Met een glimlach stelde hij zich voor hoe het komende jaar zou gaan. Sophia zou gestraft worden voor alles wat ze hem had aangedaan. Dat zou zijn trots herstellen. Zijn vrouw en kinderen zouden bij hem terugkomen. Hij zou dichter naar de stad toe verhuizen en een groot, chic huis kopen. Jezus, misschien zou hij zelfs wel met de Dunlaps en de Fedorko’s omgaan. Die hadden altijd gedaan alsof ze boven zijn stand waren, maar zodra hij nieuw aanzien in de gemeenschap had verworven, zouden ze zijn hielen likken. Als dat eenmaal zover was, was het nog maar een peulenschilletje burgemeester Schilling voor zich te winnen.
Binnenkort. Zodra Sophia dood was en hij aan het hoofd stond van de politie in Bordertown, zou niemand hem meer in de weg staan. De zaken zouden floreren… voor hem en iedereen die hem steunde.