Hoofdstuk 24
‘Wat ben je aan het doen?’
Koortsachtig liet Sophia een hele reeks excuses de revue passeren, op zoek naar eentje die hij zou geloven.
‘Wat zoek je?’ wilde hij weten voor ze antwoord kon geven, en hij kwam de kamer binnen.
Hoewel ze op heterdaad betrapt was, kon ze niet de waarheid zeggen. Als ze geluk had, zou de vondst van Gary’s telefoonnummer op dat onderduikadres het eindelijk mogelijk maken het mysterie achter de moorden op de illegalen te ontrafelen. Zelfs als dat niet zo was, zelfs als het er helemaal niets mee te maken had, moest ze die informatie onder de pet houden tot ze wist wat het wel betekende.
Nadat ze het pistool weer in de la had laten glijden, drukte ze een vinger tegen haar lippen om aan te geven dat hij niet moest schreeuwen. Uitdagend stak ze haar kin naar voren. ‘Wat denk je dat ik zoek?’
Tot haar opluchting maakte de geschokte en achterdochtige uitdrukking op zijn gezicht plaats voor ergernis. ‘Je hoopt dat je die foto van jou hier kunt vinden.’
Stilletjes liet ze haar adem, die ze ongemerkt had ingehouden, ontsnappen. ‘Wat anders?’
‘Dat slaat nergens op, Sophia. In de winkel heb ik je al mijn portemonnee laten doorzoeken. En nu ben je hier en doorzoek je mijn kantoor? Wat geeft jou dat recht?’
‘Om te beginnen de leugens die Leonard over me rondvertelt!’ zei ze met een woedende blik.
Nu was het zijn beurt om te doen of hij niet wilde dat Anne iets zou horen. ‘Niet zo schreeuwen.’
‘Hij helpt mijn reputatie naar de haaien!’ bitste ze.
‘Maar ik heb niet zo’n foto!’
‘Hoe weet hij dan dat er iets ongepasts tussen ons is voorgevallen? En hoe trekt hij wat ongewenste intimiteiten op mijn zestiende en zeventiende door naar het heden en maakt hij daarvan dat ik nu een verhouding met je heb?’
De harde blik die in Gary’s ogen verscheen, zei haar dat het hem helemaal niet aanstond dat ze hem altijd maar weer aansprak op wat hij daadwerkelijk gedaan had. ‘Geen idee. Omdat hij de pest aan je heeft.’
Ze kreeg de indruk dat hij dat ook had, maar ze wist dat hij het zou ontkennen als ze hem daarvan beschuldigde. Haar moeder hoopte nog steeds dat ze vrede zouden sluiten als gezin. Voor hem was ze echter vanaf het moment waarop hij met haar moeder getrouwd was altijd op een of andere manier een probleem geweest. Zo lang ze wilde dat verantwoordelijkheid nam voor wat hij had gedaan, zou daar geen verandering in komen.
‘Misschien doet Leonard er alles aan om je het leven zuur te maken,’ zei hij. ‘Maar over mij liegt hij. Ik heb geen naaktfoto’s van je. En ik begrijp niet waarom je me niet wilt geloven. Ik vind je niet eens aantrekkelijk!’
Het was vooral door die opmerking dat ze wist dat hij in al die jaren geen steek veranderd was. Hij klonk als een puber, niet als een stiefvader. ‘Had je dat maar nooit gevonden.’ Niet op die manier, althans. In die tijd had ze een stabiele factor nodig gehad, iemand of iets die haar ineenstortende wereld overeind zou houden. In plaats daarvan had ze een op seks beluste viezerik gekregen, waardoor haar wereld des te harder in elkaar geklapt was.
‘Je hebt wat ik probeerde te doen, verkeerd begrepen. Je begreep alles verkeerd,’ zei hij.
‘Ach, hou op de martelaar uit te hangen.’
Daarop kwam hij op haar af, alsof hij haar wilde slaan. Instinctief hief ze haar armen om haar gezicht te beschermen, maar hij hield zich in en zei: ‘Ik wilde dat je eens ophield dat te zeggen.’
Uit alle macht verbeet ze de boze reacties die in haar opborrelden. Ruziemaken over dezelfde oude koe zou het verleden niet veranderen. Ze moest zich concentreren op de reden waarom ze hier vandaag gekomen was. ‘Hoelang heb je al een pistool?’ vroeg ze.
Zijn ogen schoten naar de archiefkast die ze net dicht had gedaan. ‘Al jaren. Hoezo?’
‘Dat heb je nooit verteld.’
‘Ik heb je een heleboel dingen nooit verteld. Wij praten niet met elkaar, weet je nog?’
‘Hoe kom je eraan?’
Inmiddels was hij nu echt aan het pruilen. ‘Dat gaat je niets aan.’
‘Gary? Ben jij dat?’ kwam de stem van haar moeder vanuit de woonkamer. Ze was onderweg naar het kantoor.
‘Ik wil niet weer over dat oude… akkefietje praten,’ zei hij. ‘Nooit meer. Dit is je laatste waarschuwing.’
Wáárschuwing? Sophia deed een stap naar hem toe. ‘Of anders?’
Daar gaf hij geen antwoord op, maar zijn mond was zo’n dunne streep dat alle kleur uit zijn lippen geweken was. Het was duidelijk dat hij nog van alles te zeggen had. ‘Je maakt me…’ Hij week iets achteruit en gooide wanhopig zijn handen in de lucht. ‘…gek.’
‘Daar is mijn lief.’ Toen Anne op de drempel verscheen, besefte ze pas dat Sophia hier was in plaats van in het toilet. Nieuwsgierig keek ze van de een naar de ander. ‘Wat is er aan de hand?’
Het masker dat Gary altijd droeg als Anne in de buurt was, viel keurig op zijn plek. Het bezorgde Sophia een koude rilling dat hij zo moeiteloos in zijn rol stapte.
‘Niks,’ zei hij met een glimlach. ‘Ik liet Sophia alvast je verjaardagscadeautje zien.’
Blozend van plezier kwam Anne de kamer in. ‘Wat is het?’
Hij sloeg zijn arm om haar heen. ‘Van mij krijg je niks te horen. Niet tot de grote dag zelf.’
Smekend keek Anne naar Sophia. ‘Dan vertel jij het me wel. Toch?’
‘O, nee, je zult moeten wachten.’ De toon waarop ze het zei, was een beetje te vlak om haar enthousiasme over haar moeders verjaardag geloofwaardig te maken, maar haar moeder wist als geen ander een situatie zo’n draai te geven dat die haar altijd welgevallig was.
‘Is hij geen geweldige man?’ kirde ze.
Bijna begon Sophia te kokhalzen. ‘Ja, het is een blijvertje.’
Daarop kuste Gary Anne wat al te hartstochtelijk in het bijzijn van iemand anders. Kennelijk kon hij zelfs nu nog niet inschatten wat gepast was en wat niet, maar hij slaagde erin Annes aandacht af te leiden, wat waarschijnlijk zijn bedoeling was. ‘Wat erg wat er met Stuart gebeurd is, vind je ook niet?’ zei hij, terwijl hij zijn voorhoofd tegen dat van Anne drukte.
‘Het is afschuwelijk!’ beaamde die.
Intussen speelde Sophia met een presse-papier die op Gary’s bureau stond. Even stond ze in de verleiding hem naar zijn hoofd te gooien. ‘Jij weet niet toevallig wie hem dood zou wensen, wel?’
Peinzend fronste hij zijn voorhoofd. ‘Er zijn twee mogelijkheden. Of de Mexicanen slaan terug, of…’
‘Of?’
‘Of het is Roderick Guerrero.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee.’
‘Volgens de sheriff is hij de schuldige.’
‘De shériff?’ herhaalde ze.
‘Sheriff Cooper is een neef van Edna,’ mengde Anne zich in het gesprek.
In deze contreien leek iedereen wel familie van elkaar, of in elk geval een relatie te hebben. Dat was niet goed wanneer je met een moordonderzoek bezig was. ‘Nou en?’
‘Er gaan geruchten dat Stuart een paar uur voor hij vermoord werd, de motelkamer van Rod vernield heeft,’ antwoordde Gary. ‘Dat is de aanleiding voor Rod geweest, maar hij had altijd al iets tegen Stuart, dat weet iedereen.’
‘Het is inderdaad nogal toevallig dat Stuart minder dan een week nadat zijn halfbroer hier terug is, dood gevonden wordt,’ zei Anne, alsof dat net zo bezwarend was als het vinden van Rods DNA op de plaats delict.
Sophia had al gedacht dat de Dunlaps het onwettig kind dat ze hadden afgewezen als schuldige zouden aanwijzen. Waarschijnlijk ging de sheriff daarin mee om paniek te vermijden en de kans op wraakacties jegens illegalen de kop in te drukken. Er was echter geen hard bewijs dat Rod in verband met de moord bracht, dus ze had zich niet al te veel zorgen gemaakt. ‘Vanwege toeval vervolgen we geen mensen,’ zei ze.
‘De klandizie van de Firelight zegt dat hij net voor de moord langs is geweest omdat hij op zoek was naar Stuart,’ merkte Gary op.
‘Dat is ook indirect bewijs. Het was Rod niet, ik was bij hem in de Firelight om hem te helpen zoeken.’
‘Maar wat heeft hij gedaan nadat hij bij je weg is gegaan?’ vroeg Gary. ‘Dat is de hamvraag. Hij wil tegen niemand zeggen waar hij geweest is.’
Over het onderduikadres konden ze niet praten, en hij had genoeg eergevoel om haar niet in het geheel mee te slepen door te zeggen dat hij uiteindelijk met haar mee naar huis gegaan was.
Nu had ze gehoopt dat ze haar seksleven privé had kunnen houden, vooral wanneer er toch al praatjes de ronde deden dat ze een verhouding met haar stiefvader had. Vooral omdat Rod een aantal uren ook alleen in haar huis geweest was. Maar nu had ze geen keus, ze moest hem zo veel mogelijk een alibi verschaffen.
‘Ik zeg je dat hij het niet gedaan heeft,’ zei ze. ‘Dankzij degene die zijn motelkamer vernield heeft, moest hij ergens anders onderdak zoeken, dus ik heb hem bij mij laten logeren.’
Blijkbaar was die onthulling niet duidelijk of specifiek genoeg om haar moeder van gedachten te doen veranderen, maar Sophia kon het haar niet kwalijk nemen dat ze het niet eerder door had. Nog geen twintig minuten geleden had ze beweerd dat ze amper contact met Rod gehad had.
‘Dat hoeft niet echt iets te zeggen,’ zei Anne. ‘Misschien is hij ertussenuit gegaan terwijl jij lag te slapen.’
‘Hij was inderdaad een tijdje alleen, maar hij was gewond en had geen vervoer. En toen ik weer terug was, wat ongeveer rond de tijd was dat Stuart waarschijnlijk is vermoord, is hij nergens meer heen gegaan.’ Veelbetekenend keek ze haar moeder aan, maar het hielp niet.
‘Weet je dat zeker?’
‘Ja. Anders had ik het geweten.’
‘Niet als –’ begon ze, maar Gary gaf haar een por, en eindelijk viel het kwartje. ‘Bedoel je… dat hij niet op de bank lag?’
‘Dat is precies wat ik bedoel,’ verzuchtte Sophia.
Rechercheur Lindstrom had Rod opgehaald voor verhoor bij de Boot and Spur Dude Ranch, vijftien kilometer ten westen van de stad. Omdat de kamers bij een dure verzorgde vakantie hoorden die bestond uit een week logies, eten in huifkarren, volksdansen en buitenritten te paard, en maar weinig mensen de week wilden doorbrengen met paardrijden bij meer dan veertig graden, waren ze een paar weken dichtgegaan om te renoveren. De manager was echter zo vriendelijk Rod toch een kamer te verhuren. Gelukkig hoefde hij niet bang te zijn dat ook de journalisten hem lastig zouden vallen om een kamer. De nieuwsploegen hadden er geen trek in zich buiten de stad af te zonderen, want ze wilden niets missen.
Hoewel hij het afgelopen kwartier in een verhoorkamer had gezeten en had geprobeerd sheriff Cooper en zijn aangever rechercheur Lindstrom ervan te overtuigen dat hij niets met de moord op Stuart te maken had, luisterden ze niet naar hem. Net toen ze hem echt het vuur na aan de schenen wilden gaan leggen, stak een hulpsheriff met nog roder haar dan Lindstrom zijn hoofd om de deur.
‘Sheriff, er is telefoon voor u.’
‘Neem de boodschap maar aan.’ Vastbesloten resultaten te boeken schoof Cooper zijn stoel dichter bij die van Rod. ‘Het is voor iedereen een stuk gemakkelijker als je ons de waarheid vertelt, jongen.’
Ongetwijfeld was die gemoedelijke plattelandscharme bedoeld om Cooper te laten overkomen als een betrouwbare vaderfiguur. Waarschijnlijk had hij dat geleerd in Succesvol Verhoren voor Beginners, maar de enige ouder die Rod kon vertrouwen, was al lang dood, en dat zou hij niet licht vergeten. ‘Noem me geen jongen,’ merkt hij op. ‘En ik heb niets te zeggen. Klaag me nou maar aan of laat me gaan.’
‘Maak het jezelf nou niet nog moeilijker. Ik hoef je toch zeker niet uit te leggen –’
‘Sheriff?’
Toen Cooper besefte dat zijn hulpsheriff er nog steeds was, verschenen er diepe rimpels in zijn verweerde gezicht. ‘Wat nou weer, Phil?’
‘Dat telefoontje, sir.’
‘Wat is daarmee?’
‘Commissaris St. Claire zegt dat ze u onmiddellijk moet spreken. Ze zegt dat ze informatie heeft over de moord op Stuart Dunlap.’
Dat wekte zijn interesse. ‘Zei ze wat het was?’
‘Nee, sir.’
Iets mompelend wat klonk als ‘als ze maar wel met iets goeds komt’, hees hij zijn omvangrijke gestalte overeind, waarna hij wegliep.
Intussen sloeg Lindstrom haar armen over elkaar, vervolgens haar benen, en ze leunde achterover. ‘Heb je het gedaan?’
Rod nam niet de moeite daar antwoord op te geven. Dit was allemaal onzin, tijdsverspilling. Ze hadden geen enkel bewijs. Wat er buiten deze ruimte gebeurde, baarde hem veel meer zorgen. Hij wilde niet dat Sophia deed wat hij vermoedde. Nee, hij kon dit varkentje zelf wel wassen.
‘De officier van justitie zal het gemakkelijker voor je maken als je de waarheid vertelt,’ nam Lindstrom het woord weer.
Vuil keek hij haar aan. Als ze dacht dat ze het van Cooper over kon nemen en het beter kon doen dan hij, was ze nog onnozeler dan hij dacht, en dat wilde wat zeggen. ‘Gemakkelijker voor wie? Voor jou?’
‘Je weet hoe deze dingen in zijn werk gaan.’
‘Precies.’ Zelfs als hij wel iemand had vermoord, zouden er slimmere verhoorders voor nodig zijn dan Jut en Jul om hem te breken.
Opnieuw probeerde ze met hem te praten, maar hij steunde zijn ellebogen op zijn knieën en staarde zonder haar antwoord te geven naar de grond.
Toen ze eindelijk snapte ze dat ze zo geen steek verder kwam, viel ze stil, zodat Rod alle gelegenheid had zich af te vragen wat er aan de telefoon gezegd werd.
Zei Sophia tegen de sheriff dat ze bijna de hele nacht samen doorgebracht hadden?
Hij hoopte van niet, want hij wilde helemaal niets prijsgeven.
Misschien had ze wel keihard bewijs gevonden, iets wat naar iemand anders wees…
Een paar minuten later ging de deur open. Daar stond sheriff Cooper, teleurgesteld als een klein kind wiens snoep net is gestolen door de pestkop van de buurt. ‘Dat is alles voor vandaag. Je kunt gaan.’
‘Pardon?’ vroeg Rod.
‘Je hebt me wel gehoord,’ antwoordde Cooper. ‘Dit wil niet zeggen dat ik je niet weer naar het bureau laat komen als dat nodig is, maar voorlopig hebben we genoeg besproken. Lindstrom, zet hem bij zijn motel af.’
Verbaasd ging Lindstrom staan. ‘Maar… Wat is er dan veranderd?’
‘De lijkschouwer zegt dat Stuart om ongeveer halfvijf vermoord is. Zodra ik klaar was met commissaris St. Claire heb ik hem gebeld.’
‘En?’
‘Rod heeft vanaf vier uur een alibi.’
Haar wenkbrauwen schoten omhoog. ‘Waar was hij dan?’
Cooper schonk haar een blik die zei dat ze hiervan zou smullen. ‘In bed met de commissaris.’
Van pure verbazing viel haar mond open, maar ze herpakte zich snel. Toen werd ze boos. ‘Dus daarom koos je haar kant tijdens de vergadering met de FBI,’ snauwde ze. ‘Ze ging plat voor je!’
Shit. Sophia had niet moeten bekennen. Haar vijanden, waaronder Lindstrom, zouden dit tegen haar gebruiken, zouden proberen de publieke opinie te beïnvloeden, haar afschilderen als onverantwoordelijk en immoreel, allemaal omdat ze haar voorzichtigheid een beetje had laten varen en hem bij haar had laten slapen… ‘Dat had er niets mee te maken.’
‘Wat kan het anders zijn?’ zei ze snerend.
Vastbesloten om Lindstrom de mond te snoeren, althans voorlopig, grijnsde hij haar tartend aan. ‘Afgezien van het feit dat zij honderd keer meer waard is dan jij, onder wat voor omstandigheden dan ook, bedoel je?’
Het telefoontje kwam veel eerder dan Sophia had verwacht. Ze wilde dat ze het genegeerd had, de voicemail had laten opnemen en zichzelf de vernedering had bespaard om burgemeester Schilling en de andere vier raadsleden onder ogen te komen nu ze zich toch al zo belaagd voelde. Maar ja, ze wist niet zeker of ze zich er morgen beter toe in staat zou voelen. Het leek wel of alles met de dag erger werd, wat ze ook deed. Dus had ze de telefoon opgenomen, de aanzegging gekregen, en nu moest ze zich haasten om niet te laat te verschijnen.
Haar trots verhinderde dat ze hem zou smeren en ergens onder zou duiken omdat de bobo’s blijkbaar de geruchten over haar gehoord hadden. Ze had geen verhouding met haar stiefvader gehad. Ondanks Leonard en zijn pogingen haar reputatie te schaden, had ze niets ongepasts gedaan. Goed, ze was met Rod naar bed geweest, wat waarschijnlijk niet de allerslimste actie was, maar ze dacht niet dat een nachtje vluchten uit de werkelijkheid haar vermogen om haar werk te doen zou beïnvloeden. Als ze toch nooit echt vrij was, moesten ze haar genoeg speling geven om een klein beetje van het leven te genieten als ze wel dienst had, toch? En trouwens, strikt gesproken had ze geen dienst gehad.
Het zou echter niets uitmaken. Niet voor de meeste raadsleden. Bordertown was oerconservatief; het was een wonder dat ze haar überhaupt tot commissaris hadden gepromoveerd. Of haar privéleven nu wel of niet hun zaak was, ze moest verantwoording aan hen afleggen. Dus zou ze ook die verantwoordelijkheid met opgeheven hoofd aangaan.
Terwijl ze achter in de vergaderkamer stond, keek Paul Fedorko op. Daarop stootte hij Liz Torres aan, die naast hem zat. Schilling was net een tirade aan het afsteken over de budgetoverschrijding van het stadspark dat aangelegd werd langs Hampton Street, maar al snel zaten alle raadsleden te fluisteren en te draaien, en Sophia wist dat het haar aanwezigheid was die hen afleidde. Het begon zo op te vallen dat de kleine, mollige burgemeester, die haar altijd deed denken aan de man achter de spiegels in de Tovenaar van Oz, zich uiteindelijk omdraaide om te zien wat er aan de hand was en zijn betoog maar staakte.
‘Commissaris St. Claire, dank dat u gehoor hebt gegeven aan onze uitnodiging,’ zei hij. ‘Komt u alstublieft bij ons zitten.’
Diep ademhalend dwong ze haar benen haar naar de vergadertafel te brengen, waar ze in een van de vijf lege stoelen ging zitten. Ondanks de beleefdheid van de burgemeester was er iets kils in zijn gedrag dat er vroeger niet geweest was. Gevoegd bij de weigering van sommige aanwezigen om haar recht in de ogen te kijken, voorspelde dat niet veel goeds. Waarschijnlijk zou ze weer een waarschuwing krijgen, een heel fikse deze keer. Ze zouden haar laten weten dat als ambtenaar haar gedrag continu onder de loep lag en dat ze verwachtten dat ze zich te allen tijde als een professional zou gedragen. Dan zouden ze het nog eens duidelijk maken dat ze een snelle oplossing voor de moorden wilden. En zij zou hun alles vertellen wat ze gedaan had in de hoop dat ze inderdaad aan haar functie-eisen voldeed.
Ze had echter geen idee wat ze te zeggen zouden hebben over de dood van Stuart. Sommigen van hen hadden hem net zo goed gekend als zij. Ze waren allemaal in de rouw, wat de situatie er niet beter op maakte en betekende dat ze antwoorden wilden hebben die zij niet kon geven. Rod was de enige die ze kende die echt iets op Stuart tegen had. Waarom iemand hem dood wilde hebben, kon ze niet bedenken, tenzij de moord nou juist dat was waar ze allemaal vanaf het begin al bang voor waren geweest: een wraakactie van de Mexicanen tegen de Amerikanen. Dat zouden ze niet willen horen, maar ze was niet van plan Edna en haar vrienden en familie Rod tot de boeman te laten maken. Goed, het had niet geboterd tussen hem en Stuart, maar hij had hem niet vermoord.
In de hoop dat ze dat helder en tactvol zou kunnen overbrengen, wachtte ze af tot Wayne Schilling het woord aan Liz Torres gaf. Raadslid Torres veegde ritselend de papieren voor zich bij elkaar, maakte er een net stapeltje van en stond op. In plaats van oogcontact met Sophia te vermijden, zoals ze daarnet gedaan had, bliksemde ze haar bijna neer met een boze, doordringende blik.
‘Commissaris St. Claire,’ zei ze afgemeten. ‘Tot mijn grote spijt moet ik u meedelen dat u een enorme teleurstelling voor deze stad bent gebleken, vooral voor de leden van deze raad, die zo hard voor uw aanstelling als commissaris hebben gelobbyd. U was de eerste vrouw in deze functie hier, en daar was vooral ik blij om. Ik had het gevoel dat u het goed zou doen, dat u eerlijk en oprecht zou zijn –’
‘En dat ben ik ook geweest!’ onderbrak Sophia haar, aanstoot nemend aan de toon waarop Torres dit allemaal zei.
‘Desalniettemin zijn er duidelijke bewijzen op tafel gekomen van gedrag dat ongepast is voor iemand in overheidsdienst.’
Ook Sophia stond op. ‘Als u het heeft over de foto die ze lieten zien in de –’
Gebiedend hief raadslid Torres haar hand. ‘Alstublieft, laat me uitpraten.’
Alle protesten die in haar keel opborrelden onderdrukkend, hield Sophia zich stil.
‘We hebben uitgebreid overleg gehad over wat er aan uw gedrag gedaan moet worden,’ ging ze verder. ‘Bijna de hele middag, zelfs. Tot mijn grote spijt en met enige tegenzin moet ik u meedelen dat we een verandering moeten doorvoeren.’
Dit klonk helemaal niet als de voorgaande waarschuwingen die ze had gehad. Niemand mengde zich in het gesprek, niemand stuurde het een andere kant op, niemand verkondigde dat hij het er niet mee eens was, niemand kwam met details. Iedereen, behalve Torres, die, zoals Sophia nu begreep, was uitverkoren als ‘beul’, zat stil.
‘Wat zegt u nu precies?’ vroeg ze. ‘Word ik ontslagen?’
‘Ja, met een opzegtermijn van dertig dagen, commissaris St. Claire. We gaan zo snel mogelijk met nieuwe kandidaten voor de functie in gesprek.’
Met bonkend hart rechtte Sophia haar schouders. Ze had zoveel te zeggen, en toch was er een vraag die belangrijker leek dan al het andere. ‘Zit Leonard Taylor ook bij die kandidaten?’
Even boog Liz haar hoofd. ‘Als Mr. Taylor wil solliciteren, zullen we zijn sollicitatie in overweging nemen.’
‘Hij heeft een vrouw verkracht!’
‘Dat was een ernstige beschuldiging, maar die is nooit bewezen. Wie weet loog degene die hem aangegeven heeft wel om wraak te nemen op iets wat hij gedaan had. Of… hebt u dat gedaan.’
‘Dat meent u toch niet!’
‘Neem van mij aan dat ik dat niet wil geloven, maar we kunnen er niet omheen dat u er alle reden voor had.’
‘Jezus, dit is niet te geloven!’
‘Meer heb ik op dit moment niet te zeggen. U krijgt per officiële brief uitgebreid bericht van onze klachten.’
Met een gebaar in het rond zei Sophia: ‘Waarom niet nu? Nu we hier toch bij elkaar zitten?’
Richard Lantus kuchte in zijn hand. Diep vanbinnen wist hij, en dat gold ook voor een paar anderen, dat ze roddels als excuus gebruikten om haar aan de kant te zetten. De echte redenen achter dit alles waren haar leeftijd en haar geslacht, net als dat de redenen waren geweest voor alle problemen bij haar aanstelling. Zolang de orde in de stad bewaren uit niet meer bestond dan een paar verkeersboetes uitdelen en dronkenlappen oppakken, was er niets aan de hand, maar nu ze een moordzaak onder handen had, trok zelfs Paul Fedorko zijn steun in. Nu de situatie precair was geworden, waren ze bang hun nek voor haar uit te steken. En hoewel Liz beweerde op te komen voor vrouwenrechten, vond ze het belangrijker Sophia te straffen voor een seksuele escapade dan zich in te zetten voor de emancipatie van de vrouw. Onlangs was ze streng christelijk geworden, en het leek erop dat ze zich geroepen voelde haar geloof aan anderen op te dringen.
‘Prima,’ zei ze. ‘Als u het echt wilt weten, we hebben een getuigenis van rechercheur Lindstrom –’
‘Die een goede vriendin van Leonard Taylor is!’ onderbrak Sophia haar. ‘Snapt u het dan niet? Dit is dezelfde strijd die we eerder gevoerd hebben. Alleen zijn degenen onder jullie die eerst lef genoeg hadden om een standpunt in te nemen tegen Leonards machtsmisbruik, nu bereid die strijd weer aan te gaan, zolang dat het lastige parket waarin we ons bevinden, oplost. Jullie geloven niet dat ik in staat ben de moorden op de illegalen op te lossen. Maar hoe weten jullie dat de volgende het beter zal doen? Dit zijn willekeurige moorden, de allermoeilijkste die er zijn.’
‘Leonard Taylor zegt dat hij de moorden nu al opgelost had kunnen hebben.’ Dit was Paul Fedorko, wat haar overtuiging dat hij was overgelopen alleen maar bevestigde.
‘Als hij iets over die moorden weet en dat niet meldt, verdient hij samen met de dader gestraft te worden,’ zei ze.
‘Het gaat niet alleen om de moorden,’ antwoordde Torres op hetzelfde afkeurende toontje. ‘We hebben ook met dokter Vonnegut gesproken. Iederéén heeft problemen met u. En nu is een van onze eigen mensen dood, moge hij rusten in vrede.’
‘Daar geeft u míj de schuld van?’
‘Natuurlijk niet, maar we moeten ons wel afvragen of we, als we iemand hadden die zijn baan serieuzer nam –’
De felheid waarmee Sophia de lege stoel tussen hen in opzij schoof, deed Liz verbaasd zwijgen. ‘Serieuzer dan er dag en nacht aan werken?’ riep ze.
‘Nou, nou, gisteravond was u niet echt aan het werk, wel, commissaris?’ Dit keer was het Neil Munoz, die vanaf het begin achter Leonard had gestaan. Zijn zelfingenomen glimlach zei haar dat hij net zo naar dit moment had uitgekeken als Leonard zelf.
‘Tenzij Mr. Guerrero er buiten ons medeweten op een of andere manier voor betaald heeft…’ voegde hij er tegen Schilling aan toe, die grinnikte.
‘Ik had vrijwillig seks met een man van mijn eigen leeftijd, in mijn eigen huis,’ zei ze. ‘Ik zie niet in hoe dat van invloed op mijn werk is.’
Daarop mengde Liz zich weer in het strijdgewoel. ‘Dat past niet. U bent godbetert commissaris. Een beetje zelfbeheersing zou u niet misstaan. Er gaan naaktfoto’s van u rond en… En geruchten dat u een seksuele relatie met uw stiefvader heeft en –’
‘Daar is allemaal niets van waar! Ik ben met Rod naar bed geweest, maar dat is alles.’
Haar uitdrukking droop van afkeuring. ‘Toch…’
‘Toch?’ barstte Sophia uit. ‘Niemand is volmaakt, raadslid Torres. Bent u niet ooit uw kerk uit gezet omdat u ongehuwd zwanger raakte?’
Liz’ ogen sprongen bijna uit hun kassen. De aanblik van haar geschoktheid en gêne deden haar zoveel deugd dat Sophia het liefst een rondje door de zaal had gemaakt en van iedereen iets had genoemd dat hen het schaamrood op de kaken zou jagen, maar wat had dat voor zin? Deze mensen hadden behoorlijk veel macht in Bordertown, en ze hadden het gevoel dat dat hun het recht gaf over een ander te oordelen en hun mening aan anderen op te dringen als hun dat zo uitkwam. Blijkbaar was de politieke wind gedraaid en stond zij nu op de tocht.
‘Hoe durft u!’ sputterde Liz toen niemand haar te hulp schoot.
‘Nee, hoe durft ú!’ antwoordde Sophia.
‘Betekent dit dat u op staande voet ontslag neemt?’ kreet Neil.
Pas toen besefte Sophia dat ze al haar hoop op een carrière bij de politie de grond in boorde als ze haar woede de overhand liet krijgen. Bovendien bereidde ze zo de weg voor Leonard om te krijgen wat hij wilde. Ze moest haar woede beteugelen, zichzelf onder controle zien te krijgen.
Met alle waardigheid en kalmte die ze kon opbrengen, wendde ze zich tot Neil. ‘Nee, ik neem geen ontslag,’ zei ze. ‘Ik ben het deze gemeenschap verschuldigd hen zo goed mogelijk te beschermen tijdens de komende overgangsperiode. Misschien bent u vergeten wat er hier gaande is, maar ik niet. Er loopt minstens één moordenaar vrij rond. En wat mij betreft, zou die moordenaar best eens Leonard Taylor kunnen zijn. Hou dat maar voor ogen wanneer hij op sollicitatiegesprek komt voor de functie van commissaris, want hij speelt met u. Hij speelt met ons allemaal.’
Met een ruk draaide ze zich om, waarna ze op hoge poten de zaal uit liep en de deur met een klap achter zich dichtsloeg.