De vier ruiters van het vetverlies
PAGK
ZOMER 2007, NOORD-CALIFORNIË
Zonder knoflook zou
ik gewoon niet willen
leven.
De rook kringelde de lucht in te midden van de geluiden van een zomerse maaltijd: gelach, tegen elkaar tikkende bierflessen en het onmiskenbare gesis van tri-tip steak op drie enorme grills. Alles was goed in Willow Glen, San Jose, waar mijn ouders bij mij op bezoek waren. Ik was thuis, maar zij waren op pad om op deze prachtige middag Lincoln Avenue te verkennen, en zo kwamen ze bij La Villa, een Italiaans restaurant.
Mijn vader stond de enorme grill te bewonderen toen er een magere dakloze naast hem kwam staan. Na enkele minuten zwijgen en staren naar het vlees en de tangen, begon de dakloze:
‘Weet je hoe ik zo ben afgevallen? Meer dan 45 kg?’
Mijn vader was 1,65 m en woog toen bijna 115 kg. Het bleef weer even stil, en mijn vader, die het wel grappig vond en ook nieuwgierig was, vroeg toen: ‘Hoe dan?’
‘Knoflook. Het ene teentje na het andere. Zo simpel is het.’
De dakloze wilde niets en vroeg niets. Hij meende het. Na zijn advies liep hij gewoon weer door.
Hoe ongewoon die ontmoeting ook was, ik hield me inderdaad al enige tijd bezig met knoflook. Dat was net het laatste duwtje dat ik nodig had om met mijn experimenten te beginnen, maar dan met veel hogere doses. De bijdrage van de dakloze aan mijn laatste cocktail gaf de doorslag.
De laatste feedback van een proefpersoon, een semiprofessionele atleet met ongeveer 9% lichaamsvet en een gewicht van 90 kg, was tekenend: ‘Ik ben de afgelopen week 2,5 kg vet kwijtgeraakt. Het is niet te geloven.’
Allicine, een bestanddeel van knoflook, leek het ontbrekende vierde ingrediët te zijn in een verzameling supplementen die ik nu al twee jaar lang aan het verfijnen was: PAGK.
Ervoor: ECA
Van 1995 tot 2000 heb ik geëperimenteerd met een vet afdrijvende cocktail die bestond uit efedrine hydrochloride, cafeïne en aspirine, de alom bekende en door onderzoek effectief bewezen ‘ECA-stack’. Dat mengsel gebruikte ik driemaal per dag toen ik het Cyclische Ketogene Dieet volgde om voor het eerst in mijn leven de aderen in mijn buik te kunnen zien, en dat in minder dan acht weken:
Efedrine hydrochloride: 20 mg
Cafeïne: 200 mg
Aspirine: 85 mg
Biochemisch helder, en tientallen onderzoeken onderschreven de effecten. Als E = 1, C =1 en A = 1, dan hebben de drie samen een synergetische effect van 1 + 1 + 1 = 6 tot 10.10
Jammer genoeg is de ECA-stack niet zonder risico. De effecten zijn schitterend en voorspelbaar, maar er moet wel een prijs voor worden betaald: bijwerkingen.
Al snel ontwikkelt zich een gewenning aan de oppeppende werking,11 en stoppen kan zware hoofdpijn veroorzaken. De ontwenningsklachten leiden tot een dominoeffect in het gebruik van stimulantia. Ofwel mensen stoppen nooit meer met eca, of ze vervangen het door even sterke middelen om chronische vermoeidheid te vermijden. Ik vrees dat er een hele generatie is van krachtsporters en atleten met door eca veroorzaakte chronische vermoeidheid, die nu afhankelijk zijn van andere stimulerende middelen om normaal te kunnen functioneren. Ik ken er die kiezen voor 6-10 dubbele espresso’s per dag. Efedrine en efedra, gebruikt in hoge doses bij een hoge luchtvochtigheid of bij hitte, worden in verband gebracht met hartaanvallen en sterfte.
Ik had in mijn post-ECA-tijd zo veel last van voorhoofdsholteontsteking dat ik naar een specialist van de Stanford Universiteit ging, die me, na een MRI te hebben gemaakt van mijn schedel, zonder aarzelen vroeg: ‘Drink je veel cafeïne of gebruik je andere stimulerende middelen?’ Bijna alle holtes waren volledig dichtgeslibd met samengeperste, uitgedroogde rommel. Het verbaasde haar dat ik ’s ochtends nog uit mijn bed kon komen.
Vanaf dat moment heb ik stimulerende middelen voor korte maar steeds langere perioden geschrapt, hoe pijnlijk dat ook was, totdat mijn bijnieren weer naar behoren functioneerden. Het was duidelijk dat ik vetverlies op een andere, duurzamere manier zou moeten aanpakken.
Ik wilde een stack vinden zonder stimulerende middelen met een heel andere benadering.
Erna: PAGK
Het eindresultaat was PAGK.
Policosanol: 20-25 mg
Alfa-liponzuur: 100-300 mg (ik neem 300 mg bij elke maaltijd, maar sommige mensen krijgen al van 100 mg last van opkomend maagzuur)
Groenetheeflavanolen (gedecafeïniseerd met minstens 325 mg EGCG): 325 mg
Knoflookextract: 200 mg
Ik neem mijn dagelijkse portie PAGK voor de maaltijden en voor het slapengaan, dus volgend onderstaand schema:
Voor het ontbijt: AGK
Voor de lunch: AGK
Voor het avondeten: AGK
Voor het slapengaan: PAGK
AGK is gewoon PAGK zonder policosanol.
Dit schema volg ik zes dagen per week. Elke week neem ik een dag vrijaf, en elke twee maanden een week. Die week vrijaf is uiterst belangrijk.
Laten we eens zien wat voor vlees we in de nieuwe kuip hebben.
POLICOSANOL
Policosanol is een extract van plantaardige was, vaak van suikerriet, en het is het meest controversiële onderdeel in de PAGK-stack. Eerst heb ik ermee geëxperimenteerd in lage en hoge doses om het HDL in mijn cholesterol te verhogen en mijn LDL te verlagen. In combinatie met niacine in gereguleerde afgifte, een sinaasappel voor het slapengaan en chroom polynicotinaat (níét picolinaat) gedurende het vier weken durende ‘Van nerd tot freak’-project, dat verderop ter sprake komt, ging mijn totale cholesterol omlaag van 5,7 naar 3,6 terwijl mijn HDL zowat verdubbelde.
En er was een prettige bijwerking: een niet-bedoelde maar duidelijk meetbare vermindering van lichaamsvet. Gedurende een aantal weken nam ik alleen policosanol, om het verder uit te testen. Onderzoek is beslist niet doorslaggevend voor wat betreft de effecten van policosanol op cholesterol: de meeste tonen geen enkel effect. Dat kan te maken hebben met het feit dat policosanol niet wordt toegediend wanneer de cholesterolproductie piekt, namelijk tussen middernacht en 04.00 uur. Hoe dan ook, de toevoeging van policonasol (10-25 mg voor het slapengaan) aan de PAGK (toen nog AGK) levert naar mijn ervaring en die van mijn proefpersonen veel betere resultaten voor vetverlies dan AGK alleen. Dit is uitgetest met drie merken en drie doseringen (10, 23 en 40 mg per dag). Ik vind 23 mg per dag optimaal voor vetverlies, met weinig extra effect bij hogere doses.
ALFA-LIPONZUUR (ALA)
Alfa-liponzuur of ALA (met de a van acid) vernietigt vrije radicalen en is een krachtige antioxidant waarvan bewezen is dat het de werking van vitamine C en vitamine E versterkt, dat het het niveau van intracellulair glutathione herstelt (een belangrijke antioxidant die met de jaren afneemt), en dat het de uitscheiding van giftige zware metalen als kwik vergroot.
Het is in de jaren 70 van de vorige eeuw voor het eerst gemaakt en uitgetest bij de behandeling van chronische leverkwalen. Door intraveneuze toediening genas de ziekte in 75 van de 79 gevallen.
Gegeven die indrukwekkende effecten, is het opvallendste kenmerk van ALA dat het zo te zien niet schadelijk is voor de mens.12 Zijn NOAEL (No Observable Adverse Effect Level, de concentratie waarbij geen nadelig effect optreedt) staat op 60 mg per kg lichaamsgewicht, zodat 4091 mg per dag veilig zou zijn voor iemand van 68 kg. Onze dosering ligt op 300-900 mg in totaal per dag.
Hoewel liponzuur van nature voorkomt in orgaanvlees en in groenten, waaronder spinazie en broccoli, stelt dat niet veel voor. Ik wil niet 10 ton lever moeten eten voor 30 mg liponzuur, dus ging ik in 1995 het synthetisch vervaardigde alfa-liponzuur gebruiken.
Ik ben met ALA begonnen vanwege het indrukwekkend effect ervan op de opname van glucose en de beperking van de triglycerideproductie.
Ik wilde vóór alles het vermogen van mijn spieren vergroten om de calorieëen de supplementen die ik gebruikte, te absorberen, en ALA bleek de perfecte versterker te zijn. Hoe meer calorieën door de spieren worden opgenomen, hoe minder er worden afgezet als vet en hoe sneller je je spierkracht vergroot.
Dat doet ALA deels door GLUT-4-glucose in te schakelen, die glucose naar het celmembraan van de spieren brengt. Dat bootst insuline na en versterkt de gevoeligheid voor insuline. Daarom wordt ALA onderzocht als ‘insulino-mimetische’ stof die kan worden gebruikt om diabetes type 2 en het metabolisch syndroom te behandelen.
Niet alleen dat, maar ALA remt ook de productie van triglyceride en dus ook van vetopslag. Hieronder een citaat uit een artikel dat in 2009 is gepubliceerd in de Archives of Biochemistry and Biophysics en waarin het punt duidelijk wordt:
De lever van met LA (liponzuur) behandelde ratten bevat meer glycogeen, hetgeen erop wijst dat koolhydraten uit het voedsel als glycogeen zijn opgeslagen en niet als lipogeen substraat.
Dus: waarom is ALA zo geschikt voor onze doeleinden? Omdat het helpt de koolhydraten die je eet, op te slaan in je spieren en in je lever, en niet als vet.
FLAVANOLEN IN GROENE THEE (EGCG)
Epigallocatechine-3-gallaat (EGCG) is een catechine of flavanol die in groene thee zit.
De stof is uitgetest voor een heel scala aan toepassingen, waaronder de vermindering van het risico op huidletsel door UV-straling, een remmende werking op de groei van kankercellen en de vermindering van mitochondriale oxidatieve stress (tegen veroudering).
Ik heb groene thee en EGCG ook uitgetest op te weinig besproken, ‘onofficiëe’ positieve werkingen. Met name op twee zaken die verband houden met lichaamsverandering.
- EGCG vergroot net als ALA de GLUT-4-toevoer naar het oppervlak van de skeletspieren. En zeker zo interessant, het remt de toevoer van GLUT-4 naar vetcellen af. Met andere woorden, het remt de opslag af van overtollige koolhydraten als lichaamsvet en stuurt ze naar spiercellen.
- EGCG blijkt de geprogrammeerde celdood (apoptose) in volgroeide vetcellen te versnellen. Dat betekent dat die zo moeilijk te doden ellendelingen zelfmoord plegen. Het gemak waarmee mensen weer opnieuw dik worden, is te wijten aan een zeker ‘vetgeheugen’ (de grootte van vetcellen vermindert, maar niet het aantal). Dat maakt EGCG tot een fascinerende kandidaat om dat gruwelijke jojo-effect te voorkomen, dat de meeste mensen op dieet kennen. Hartstikke cool en belangrijk.
Onderzoek bij mensen heeft al enig mogelijk vetverlies aangetoond bij een enkele dosis van 150 mg EGCG, maar wij mikken op 325 mg, 3 of 4 keer per dag, omdat het resulterende vetverlies bij een dosis tussen 900 en 1100 mg per dag ineens sterk stijgt bij de mensen tussen de 68 en 90 kg met wie ik gewerkt heb. Ik adviseer pillen met gedecafeïeerd groenethee-extract als bron, tenzij je high en ziek wilt worden. Eindeloos koppen thee drinken is te weinig precies en geeft je te veel cafeïne .
Als je tegen kanker behandeld wordt, praat dan met je arts voordat je met EGCG begint, want het kan de werking van bepaalde medicijnen versterken (het anti-oestrogeen tamoxifen, bijvoorbeeld), en dat van andere verzwakken,13 zoals VelcadeI waarmee het een verbinding aangaat. Ook als je in behandeling bent voor multipel myeloom of voor mantelcel lymfoom, kun je EGCG beter vermijden.
KNOFLOOKEXTRACT (ALLICINEPOTENTIAAL, S-ALLYLCYSTEÏNE)
Knoflookextract en de bestanddelen daarvan worden op ruime schaal toegepast, onder andere om het cholesterolgehalte in de hand te houden en dodelijke MRSA-infecties af te remmen.
Vreemd genoeg hebben anderen en ik de beste resultaten met vetverlies geboekt met extracten die relatief hoge doses allicine afgeven. Als allicine in een stabiele vorm wordt afgegeven, schijnt deze stof te voorkomen dat je opnieuw aankomt. De reden dat onze resultaten ‘vreemd’ waren, heeft te maken met die ‘stabiele vorm’. Het meeste onderzoek wijst uit dat allicine een biobeschikbaarheid van bijna 0 heeft vanaf 6 dagen na het winnen ervan uit knoflookteentjes, zeker na blootstelling aan maagzuur. Onze verwarrende resultaten kunnen te danken zijn aan een combinatie van andere organische bestanddelen, met name een voorganger van allicine: S-Allylcysteïe of alliine. Deze stof vertoont een uitstekende orale biobeschikbaarheid: bijna 100% bij de grote zoogdieren.14
Totdat nader onderzoek anders uitwijst, adviseer ik een gefermenteerd (‘aged’) knoflookextract te gebruiken (aged-garlic extract, AGE) met een hoog allicinepotentiaal en dat alle bestanddelen bevat, inclusief S-Allylcysteïe. Als je geen AGE kunt vinden, neem dan niet-gefermenteerd knoflookextract, dat met een wat hogere dosering ook schijnt te werken.
Ik heb geprobeerd knoflook vers te gebruiken door op teentjes te kauwen, maar dat is niet zo leuk voor je spijsverteringskanaal. Als je het biologisch wilt doen, gebruik knoflook dan in de keuken en verniel je maag er niet mee.
Voor het gemak gebruik ik supplementen om mijn basishoeveelheid binnen te krijgen, en ik gebruik verse knoflook in mijn eten als een smakelijke (maar niet noodzakelijke) verzekering boven die starthoeveelheid.
Waarschuwingen
Let erop dat je voldoende vitamine B-complex binnenkrijgt als je PAGK gebruikt, en praat eerst met je arts als je onder behandeling bent voor wat dan ook (hoge bloeddruk, hypoglycemie of diabetes) of medicijnen neemt, met name bloedverdunners (warfarine, aspirine, enz.), medicijnen voor de schildklier of middelen tegen angstaanvallen als clozapine.
Als je zwanger bent of borstvoeding geeft, kun je beter geen PAGK gebruiken. Bloedverdunners zijn niks voor baby’s.
MATERIAAL EN TRUCJES
Ik heb de volgende producten gebruikt bij mijn tests. Bij geen van de middelen heb ik een financieel belang:
Vitamin Shoppe Allicin 6000 Garlic, 650 mg, 100 capsules (www.fourhourbody.com/garlic)
Mega Green Tea Extract (gede cafeïne erd), 725 mg, 100 capsules (www.fourhourbody.com/greentea)
Vitamin Shoppe Alfa-liponzuur, 300 mg, 60 capsules (www.fourhourbody.com/ala)
Nature’s Life Policosanol, 60 tabletten (www.fourhourbody.com/policosanol)