23
Ik stopte de kinderen in bed en gaf Paige de vereiste twintig nachtzoentjes. Jordan wilde er maar één, en het moest op zijn linkerwang zijn. Ik was moe van een dag hard werken voor een nieuwe klant, maar zag er ook naar uit om Des weer te zien. Het was al dagen geleden dat ik hem langer dan een paar minuten in het voorbijgaan had gezien, want hij had steeds avonddiensten gedraaid in het ziekenhuis.
Dody had aangeboden om op de kinderen te passen omdat zij vanavond toch thuisbleef om samen met Anita Parker een documentaire te kijken. Dus toen mijn kaboutertjes eenmaal in hun bedje lagen, ging ik ervandoor en hoopte op een heerlijke avond met Des.
Ik slenterde over de straat naar het huis van de Pullmans. De krekels tjirpten en het rook naar kampvuur. Wat was dit toch een gezellig straatje. Bell Harbor was echt een fantastische plek om te bezoeken. Zo jammer dat mijn lief en ik hier niet permanent woonden.
Bij Des aangekomen, liep ik naar binnen zonder te kloppen. Hij stond in de keuken door het raam naar het meer te staren. Toen hij zich omdraaide kreeg ik een koude rilling door zijn geërgerde gezichtsuitdrukking. Had ik toch moeten kloppen?
‘Sadie, hoi.’ Hij knikte naar me, maar lachte er niet bij. De koude rilling werd ijzig.
Ik wees naar de deur met mijn duim. ‘Eh, had ik moeten kloppen?’
Hij fronste. ‘Hè, wat? O nee, natuurlijk niet. Wil je wat drinken?’
Wat ik wilde, was naar buiten lopen en weer binnenkomen om dit allemaal opnieuw te doen. ‘Ja hoor. Wat drink jij?’
‘Whisky.’ Hij klonk opstandig, alsof hij me uitdaagde ertegenin te gaan.
‘Is er iets?’
Hij staarde naar me, maar ik had het gevoel dat hij me niet zag. Toen zuchtte hij diep en schudde zijn hoofd. ‘God, sorry. Het was een rotdag. Kom,’ zei hij en hij zette zijn glas neer en liep om de ontbijtbar heen om me te omhelzen. Hij voelde gespannen aan, maar hij drukte zijn wang tegen mijn haar en zei: ‘Ik ben blij dat je er bent.’
Ik leunde achteruit om hem aan te kijken.
Gefronst voorhoofd, diepe groeven; hij zag er helemaal niet blij uit. ‘Ben je dat echt?’ vroeg ik.
Hij knikte, één keer, en zuchtte opnieuw. ‘Ja, je bent het absolute hoogtepunt van mijn dag. Kom, neem iets te drinken.’ Ik liet me meevoeren, de keuken in. ‘Ik hoef geen whisky, hoor. Dat is gemeen spul. Heb je ook wijn?’
Hij maakte een fles open en schonk een glas voor me in, veel voller dan de etiquette voorschreef. Ik probeerde een gesprek op gang te brengen, maar hij ging nergens op in en moest niet eens lachen om mijn verhaal over Dody die was gaan skaten met Fontaine.
‘Vertel me eens over deze rotdag,’ zei ik uiteindelijk.
‘Nee.’ Hij schudde zijn hoofd en nam nog een grote teug whisky. ‘Ik weet dat we het over naar de film gaan hebben gehad, maar zou je het erg vinden om hier te blijven?’
‘Nee hoor, dat is prima.’
Hij trok aan mijn hand en leidde me naar de bank. Toen we zaten, pakte hij de afstandsbediening en begon te zappen. Zijn gedrag was zo vreemd dat ik niet wist wat ik moest doen. Het was overduidelijk dat hij niet wilde praten, en hij keek ook niet echt naar de tv. In stilte wachtte ik af tot hij eruit zou gooien wat hem dwarszat.
Ik nipte aan mijn wijn; hij dronk gulzig zijn whisky.
We bekeken het ene programma na het andere, maar ik merkte gewoon dat zijn gedachten lichtjaren ver weg waren.
‘Des,’ zei ik toen hij weer van zender veranderde. ‘Ik weet niet waarom je van streek bent, maar je weet toch dat ik je zal helpen als ik kan? En als er iets is waarom je boos op me bent, kun je het gewoon zeggen. Het is niet eerlijk om me ernaar te laten raden.’
Hij keek alsof hij verbaasd was dat ik er was. ‘Ik ben niet boos op je, Sadie. Helemaal niet. Het heeft niets met jou te maken.’
Hij stond op en schonk zijn glas bij.
Wat hij net had gezegd stak me. Zelfs als hij niet boos op mij was, was het niet waar dat ik er niets mee te maken had. Ik was hier en daardoor maakte ik er deel van uit. Ik stond op en zette mijn wijnglas op tafel.
‘Ik denk dat ik maar naar huis ga.’
Hij kwam de keuken uit. ‘Nee, nee. Niet naar huis gaan.’ Hij trok me zachtjes in een omhelzing. ‘Echt, ik wil dat je blijft. Ik zal vrolijker doen.’
Ik greep hem stevig om zijn middel. ‘Je hoeft voor mij niet te doen alsof je vrolijk bent, maar als je zo verdrietig en chagrijnig bent, spelen bij mij de moedergevoelens op.’
‘Moedergevoelens?’ Hij kreeg een kleur en ik besefte dat het waarschijnlijk de minst sexy opmerking was die ik had kunnen maken. Hij stapte achteruit, draaide zich om en haalde zijn hand door zijn haar.
‘Heeft Tasha je verteld waarom Stephanie en ik zijn gescheiden?’ vroeg hij terwijl hij de andere kant op keek. Nu was het mijn beurt om een kleur te krijgen. Ik had hem niet verteld waar Tasha en ik het over hadden gehad. Het leek onnodig en ik dacht dat als hij erover wilde praten, hij er zelf wel over zou beginnen.
Misschien deed hij dat nu.
‘Ja.’
Hij pakte zijn drankje op, liep naar de bank en zakte achterover in de kussens. Ik ging bij hem zitten, voorzichtig op het randje, en wachtte tot hij begon te praten.
Toen hij dat eenmaal deed, klonk hij vlak. ‘Waarschijnlijk waren we vroeg of laat toch wel gescheiden. Als dit niet was gebeurd, was er wel iets anders gebeurd. Stephanie was niet iemand die rekening hield met de behoeftes van andere mensen.’ Hij lachte humorloos en nam nog een slok whisky. ‘Aangezien dat zo was, denk ik dat ze niet geschikt was geweest voor het moederschap en misschien heeft ze daarom gedaan wat ze gedaan heeft.’
Hij keek me met een intense blik aan. Bijna fluisterend ging hij verder: ‘Ik hou niet meer van haar, Sadie. Allang niet meer, dus ik weet niet waarom dit me zo raakt.’
Ik pakte zijn hand en kneep erin. ‘Hoezo? Wat is er dan?’
‘Vandaag hoorde ik dat Stephanie hertrouwd is. En ze verwacht een kindje. Het kan elk moment geboren worden.’ Hij dronk zijn glas leeg. ‘En weet je hoe ik daarachter kwam?’
Ik had geen idee en schudde mijn hoofd.
‘De verzekeringsmaatschappij belde om haar adres te verifiëren. Ik sta nog steeds genoteerd als haar contactpersoon bij noodgevallen. Snap jij dat verdomme nou? Ze heeft wél tijd om een andere man te vinden, te trouwen en een kind te krijgen, maar ze komt er niet aan toe om haar verdomde verzekering op orde te brengen.’
‘Weet je het zeker? Misschien heeft de verzekering een fout gemaakt.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik heb wat rondgebeld. Het is waar.’
Ik was sprakeloos. Wat kon ik daar nou op zeggen? Ik wist niet eens hoe ik mezelf voelde, laat staan dat ik me kon indenken wat hij doormaakte. Het enige wat ik wist, was dat ik hem wilde opvrolijken. Ik schoof dichterbij, pakte zijn lege glas en zette het op tafel. Vervolgens ging ik op zijn schoot zitten en sloeg mijn armen om hem heen. Hij leunde tegen me aan en begroef zijn hoofd in mijn hals en ik voelde hoe de spanning door zijn lichaam stroomde.
‘Weet je wat het allerergste is,’ zei hij zonder zijn hoofd op te tillen.
‘Nou?’ Ik gaf een kusje op zijn slaap.
‘Toen we net getrouwd waren, vertelde ze dat ze geen kinderen wilde en ik heb heel erg hard geprobeerd me daarbij neer te leggen. Voor haar. En nu blijkt dat ze gewoon míjn kinderen niet wilde.’
Mijn hart brak in een miljoen pijnlijke stukjes. Hoe kon je iemand zoiets aandoen? Helemaal zo’n geweldig iemand als Des. Ik omhelsde hem nog steviger, wetende dat hij nu niks aan holle woorden had. In plaats daarvan kuste ik hem, en daarna nog een keer.
Hij had mij al zo vaak naar zijn slaapkamer geleid en me laten zien dat ik mooi was, dat ik begeerlijk was en het verdiende. Maar vanavond had ik de leiding en ik troostte hem en stelde hem gerust. Zonder iets te zeggen, bewees ik hem dat zij ongelijk had en dat hij de moeite waard was.
‘Wat vinden jullie van mijn nieuwe schilderij? Ik heb het net af.’ Dody stapte bij haar schildersezel vandaan, zodat Paige, Jordan, Fontaine en ik haar creativiteit konden bewonderen. Zelf wist ik amper het verschil tussen een Picasso en een ‘pistachio’, maar dit schilderij leek op iets wat zo vanuit de blender op het doek was gespat.
‘Wauw, mam. Dat zijn krachtige streken,’ zei Fontaine.
‘Dank je. Het heet Piranha eet ravioli.’
Ik kneep mijn ogen tot spleetjes. Daar leek het inderdaad op.
‘Mama, er komt een man aan,’ zei Jordan. Hij wees met zijn plastic helikopter naar het raam.
Een zwarte auto die ik niet herkende, stond op de oprit geparkeerd. Even later klonk er een klop op de deur en volgde het onvermijdelijke geblaf van Lazyboy en Fatso. Ze galoppeerden in het rond en botsten tegen de meubels aan totdat Dody ze wegjoeg.
Toen ik de deur opendeed stond daar een muizig mannetje met een dikke bril op en een coltrui aan, ook al was het hoogzomer.
‘Hallo?’
‘Mevrouw Turner? Mevrouw Sadie Turner?’
Ik knikte.
Hij gaf me een envelop en liep zonder verder nog iets te zeggen terug naar de auto.
Ik keerde de envelop om en mijn maag maakte een buiteling. De brief was afkomstig van Richards advocatenkantoor Kendrew, Graham & Vollstedt. Of, zoals ik ze graag noemde: Verneuk, De Vrouw & Hoe Dan Ook. Mijn handen trilden. Ik verwachtte niets van zijn advocaat, dus dit was waarschijnlijk niet iets wat ik graag wilde lezen. Om bij de kinderen uit de buurt te zijn, liep ik het terras op. Dody en Fontaine kwamen achter me aan.
Te nerveus om te gaan zitten, scheurde ik de envelop open. Nadat ik een paar regels had gelezen, knikten mijn knieën en zakte ik neer op een rieten stoel.
‘Wat is het, schat?’ fluisterde Dody.
‘Richard spant opnieuw een rechtszaak aan,’ zei ik stomverbaasd. ‘Het lijkt erop dat hij het huis terug wil en co-ouderschap wil.’
‘Kan hij dat zomaar doen?’ Fontaines stem was opeens een octaaf hoger dan normaal.
Ik las de brief verder door, waarbij ik hem plat op mijn schoot moest leggen omdat mijn handen niet ophielden met trillen. ‘Als ik het goed begrijp, staat er hier dat hij beweert dat ik het huis heb verlaten en de kinderen heb blootgesteld aan een onwenselijke omgeving.’
‘Belachelijk,’ siste Dody. Fontaine kreeg een rode kleur en draaide zich om.
Opeens vielen alle puzzelstukjes, die al weken in mijn onderbewuste rondstuiterden, op hun plek. Nu zag ik het hele plaatje. Dáárom was Richard zo vriendelijk geweest, en dáárom had hij aangeboden om het huis te controleren en de kinderen op te komen halen uit Bell Harbor. Hoe langer ik wegbleef uit Glenville, hoe meer kans hij had om te bewijzen dat ik mijn eigen huis verwaarloosde. Dat had hij de buren zeker ook verteld, de klootzak. Daarom was hij zo geïnteresseerd in mijn relatie met Des. Niet omdat hij jaloers was, hij was gewoon munitie aan het verzamelen. En waarschijnlijk deed hij daarom ook niet meer moeilijk over het feit dat Fontaine hier logeerde. Ik had het kunnen weten. Als je je leven lang al vooroordelen koestert, verdwijnen die niet van de ene op de andere dag. Richard wilde me mijn eigen huis uit gooien en mijn kinderen inpikken!
‘Ik moet een paar telefoontjes plegen, Dody. Hou jij de kinderen zolang in de gaten?’
‘Natuurlijk, schat. Neem je tijd. Ik weet zeker dat het goed komt.’
Ik rende naar boven en belde Jeanette, mijn advocaat. Ze was niet op kantoor, dus liet ik een uitgebreid bericht achter bij haar assistent. Daarna probeerde ik Penny te pakken te krijgen, maar ik kreeg haar antwoordapparaat. Ik overwoog om Des te bellen. Hij zou me zeker helpen en weten wat ik moest doen. Alleen door aan hem te denken werd ik al rustiger.
Het leek erop dat onze relatie een nieuw niveau had bereikt nadat hij me vorige week had verteld over zijn ex. Ik deed nu al een maand lang alsof we iets heel vrijblijvends hadden, maar dat was niet zo; ik was tot over mijn oren verliefd op hem. Hij was een deel van mijn leven geworden en ik moest er niet aan denken dat ik aan het einde van de zomer afscheid van hem moest nemen.
En ik wist zeker dat hij er net zo over dacht. We hadden het er natuurlijk niet met zoveel woorden over, maar ik kon het opmaken uit zijn aanraking en de tederheid in zijn ogen als hij naar me lachte. Ergens tussen de sake en de seks in, was hij verliefd op me geworden. En ik op hem.
Ik begon zijn nummer in te toetsen, maar hing op voordat de telefoon overging. Hij was aan het werk. Dit was geen goed moment om hem over Richards vuile streek te vertellen. In plaats van te bellen, stuurde ik een sms waarin ik vroeg of hij kwam eten. Hij antwoordde dat het enorm druk was op zijn werk. Hij zou proberen te komen, maar kon niks beloven. Daar moest ik om glimlachen, want ondanks het feit dat ik teleurgesteld was dat ik hem misschien niet zou zien, was ik ook blij dat hij niet het type man was dat beloftes doet die hij niet kan nakomen.
Fontaine klopte op mijn deur. ‘Hoe is het nu? Ik heb beneden ook zitten nadenken. Ik heb nog wel wat spaargeld opzijgelegd, dat je zo van me mag hebben als je een huurmoordenaar wilt inschakelen.’
Door zijn woorden ontvlamde er iets in mij.
‘Ik ben pissig, Fontaine. Zo ontzettend pissig dat ik niet eens goed kan nadenken. Hoe durft ie!’
‘Wat je zegt! Dat ouderschapsgedoe lijkt me trouwens sowieso niet bespreekbaar, want hij heeft nu al amper tijd om ze te zien, omdat hij het te druk heeft met zijn werk en het rokkenjagen.’ Fontaine liep naar mijn kast en begon uit de macht der gewoonte tussen mijn kleren te neuzen.
Ik stompte in een kussen dat op mijn bed lag, heel kinderachtig, maar dat kon me niets schelen. ‘Niet één keer! Niet één keer heeft hij het over gedeeld ouderschap gehad tijdens het hele scheidingsproces. Ik begrijp niet waarom hij het nu opeens wel wil.’
‘Denk je dat hij ze mist?’ Fontaine leunde tegen de deurpost van de kast.
Ik brieste van afschuw. ‘Het kan me niet schelen als hij ze mist! Toen we nog getrouwd waren bracht hij helemaal geen tijd met ze door. Waarom zou hij dat nu wel willen? Waarom in godsnaam?’
Fontaine bekeek zijn gemanicuurde nagels. ‘Het spijt me dat ik hier een aandeel in heb. Je hebt het nooit toegegeven, maar ik weet dat hij niet wil dat ik hier ben. Het spijt me echt.’
Ik sprong van het bed en omhelsde mijn neef stevig. ‘Doe niet zo stom. Jij hoeft je nergens voor te verontschuldigen. Je bent fantastisch met de kinderen en ze zijn hartstikke gek op je. Bovendien ben je een stuk discreter dan Dody. Zíj is degene die in haar ondergoed door het huis loopt. Richard bedoelt haar waarschijnlijk.’
Fontaine glimlachte zwakjes. ‘Misschien wel. Maar ik kan teruggaan naar mijn huis, als je denkt dat dat helpt.’
‘Je waagt het niet. Ik heb je nu meer dan ooit nodig. Trouwens, ik ga toch binnenkort terug naar Glenville. Misschien is dit wel een teken dat ik nu al moet gaan.’
‘Ik denk juist dat het een teken is dat je je hier moet settelen.’
‘Nu klink je net als Dody en haar paragnost.’ En Penny. En mijn hart.
‘Ik kan er niks aan doen. Ik wil je organisatietalent graag uitbuiten en bakken met geld aan je verdienen. Heb je het er al met Des over gehad?’
‘Nee, hij is nu aan het werk.’
‘Ik bedoel over verhuizen naar Bell Harbor.’
O dat. Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik weet niet wat ik moet zeggen. We hebben nog helemaal geen toekomstplannen gemaakt.’
‘Maar er is toch een kansje dat hij hier blijft? Daar had die recruiter het toch over?’
Ik knikte. ‘Ik heb daar wel over nagedacht, maar Des begint er zelf niet over en ik wil niet op de zaken vooruitlopen. Bovendien wil ik hem nog niet wegjagen voordat ikzelf heb besloten wat ik ga doen.’
Fontaine rolde met zijn ogen. ‘Hij is helemaal hoteldebotel van je, suffie. Je moet hem vertellen wat je voor hem voelt voordat hij tekent voor een baan in Nova Scotia.’
‘Laat me eerst nou maar dit gedoe met Richard afhandelen. Dan bedenk ik daarna wel wat ik tegen Des moet zeggen.’
Later sms’te Des dat hij wel kon komen eten, maar daarna nog moest werken en de volgende ochtend een vroege dienst had. Toen hij aankwam, stond Beth Jasper te helpen met koken, zaten de kinderen monopoly te spelen met Fontaine en was Dody aan het gokken op internet. Des zag er verfomfaaid en uitgeput uit. Zodra ik hem zag, wist ik dat het geen goed idee was om hem vanavond lastig te vallen met mijn sores over Richard. We konden het er de volgende dag wel over hebben. Als hij eenmaal uitgerust was, zou hij meelevend en liefdevol zijn en me alle steun bieden die ik nodig had.
Zoals gewoonlijk rende Paige op hem af. ‘Hoi Des. Hé, jij hebt stijl, net als Fontaine.’
‘Wat?’
Ze reikte naar zijn kin. ‘Stoppels.’
‘O ja,’ zei hij afwezig.
Jordan bracht hem een nieuwe tekening.
‘Dankjewel. Is dat een… koe?’
Jordan schudde zijn hoofd. ‘Het is een raket.’
Des draaide de tekening een beetje en bekeek hem vanuit een andere hoek.
‘Het is heel modern.’ Ik probeerde hem een kus te geven, maar hij hield zijn hand afwerend omhoog.
‘Je wilt echt niet te dicht bij deze kleren komen. Ik durfde niet eerst naar huis te gaan om me te verkleden, want ik was bang dat ik daar in slaap zou vallen.’
Even flitste er wat spanning tussen ons heen en weer. Er was iets anders dan anders en het was niet alleen mijn ongerustheid over Richards brief. Ik vroeg me af of Des meer nieuwtjes over zijn ex-vrouw had gehoord. Misschien was de baby geboren? Ik kreeg niet zo goed hoogte van hem en ik durfde niet verder te raden wat het was. Ik was de hele middag al zo in de war dat ik nergens meer zeker van was, behalve van het feit dat ik blij was dat hij er nu was.
‘Aan tafel!’ riep Jasper vanuit de eetkamer.
Als een kudde luidruchtige buffels dromden we om de tafel. Dody zat aan het hoofd in een ondeugend roodleren vest dat oom Walter voor haar had gekocht op een liefdadigheidsveiling van spullen van Liza Minnelli. Paige en Jordan zaten aan weerszijden van Des met mij ertegenover; Fontaine en Beth zaten rechts en links van Jasper, die aan het andere hoofd zat.
‘Ik wil mijn verjaardag verplaatsen,’ kondigde Dody aan toen iedereen had opgeschept en begon te eten.
‘Waarom? Er zit trouwens gemberboter op deze worteltjes,’ zei Jasper terwijl hij de schaal naar links doorgaf.
‘Ik wil graag dat Harry erbij is en op mijn echte verjaardag is hij de stad uit.’
‘Ik dacht dat je een beetje op Harry afgeknapt was toen je erachter kwam dat hij hoogtevrees heeft,’ zei Fontaine, waarna hij een stuk broccoli in zijn mond stak. Dody schudde haar hoofd waardoor haar met steentjes bezette haarband schitterde in het licht. ‘Dat kan ik hem toch niet kwalijk nemen? Ik was alleen maar verbaasd. Ik had geregeld dat we zouden parachutespringen en toen wilde hij ineens niet.’
‘Help me onthouden dat ik hem daar nog voor moet bedanken. Eerlijk waar, mam, wanneer ga je het nou eens wat rustiger aan doen?’ zei Jasper.
‘Waarom zou ik? Zoveel tijd heb ik niet meer.’
Des liet met veel lawaai zijn vork vallen. Alle ogen richtten zich op hem en hij bloosde.
‘Sorry,’ mompelde hij.
Jordan raapte de vork op en gaf hem terug aan Des.
‘Ik bedoel alleen maar dat niemand weet hoeveel tijd we nog hebben,’ zei Dody. ‘Anita Parker morste laatst hete koffie in de auto en stortte toen bijna van de brug af, zo haar dood tegemoet.’
‘Wat morbide, mam.’
‘Nee hoor, ik ben gewoon realistisch. Er gaan elke dag mensen dood, dus we moeten geen minuut verspillen. Ik ga in elk geval niet stilzitten zolang ik nog kan bewegen.’ Ze propte een vork vol mie in haar mond. ‘Voor het feestje zat ik te denken aan de tweede week van augustus.’
‘Dat is al over tien dagen!’ sputterde Fontaine. ‘Ik kan niet alles organiseren binnen tien dagen, zelfs niet als we de uitnodigingen morgen al versturen. Je geeft de mensen niet genoeg tijd.’
‘Als ze niet kunnen komen, dan komen ze maar niet. Maar iedereen is gek op mijn feestjes, dus ik weet zeker dat ze hun best zullen doen. We hoeven het niet zo groots aan te pakken. Jij en Sadie kopen gewoon wat snacks en drank en Jasper bakt een taart. Wat heb je nog meer nodig?’
‘We moeten een thema hebben! En versieringen en stoelen en muziek. We kunnen niet iets gewoons doen, want de mensen hebben verwachtingen als ze naar een van mijn feestjes komen.’ Fontaine wilde er nog steeds niet aan, maar Dody hield vol.
‘Het is míjn feestje, en als je geen tijd hebt dan organiseer ik het zelf wel.’ Ze nam een hapje sla.
‘We willen heus niet dat jij je eigen feestje moet organiseren, Dody,’ zei ik. ‘Het is alleen nogal kort dag.’
‘Nou, ik moet mijn verjaardag toch kunnen vieren wanneer ik dat wil, vind je niet, Des?’
Des zat heel snel te eten en nu keek hij Dody aan alsof haar vraag beledigend was.
‘Wat ik denk doet er niet toe, Dody. Het is jouw beslissing,’ zei hij en hij ging weer door met eten naar binnen werken. Hij gedroeg zich vreemd. Hij moest wel heel erg moe zijn.
Dody staarde hem even aan met een vreemde uitdrukking op haar gezicht die zo snel weer verdween dat ik me afvroeg of ik het wel goed had gezien. Ze keerde zich naar Jasper. ‘Jij kunt toch wel voor het eten zorgen?’
‘Eh, ik denk het wel. Dan neem ik wel een avond vrij.’
‘Ik wil ook helpen met wat jullie maar nodig hebben,’ zei Beth.
Dody klopte op Beths hand en zei: ‘Dankjewel, schat. Zie je nou wel? Alles is geregeld.’
‘Er is nog helemaal niks geregeld!’ blafte Fontaine en hij duwde zijn bord van zich af.
Jasper grinnikte. ‘Rustig aan, Tim.’
Fontaine snufte en sloeg zijn armen over elkaar. ‘Noem me als-je-blieft niet zo. Je weet dat ik er een hekel aan heb.’
‘Waarom dan?’ vroeg Beth. ‘Tim is zo’n leuke naam.’
Jasper grinnikte weer.
‘Het is niet grappig!’ Fontaine blies als een boze kitten.
‘Het is best een beetje grappig,’ wierp Jasper tegen.
Het was inderdaad best grappig, daar waren we het allemaal over eens. Fontaine zat te pruilen terwijl Jasper aan Beth begon te vertellen waarom het zo grappig was. ‘Kijk, toen Fontaine klein was, was hij echt angstaanjagend klein. Dus toen hij een jaar of tien was…’
Fontaine porde hem met zijn elleboog in zijn zij. ‘Ik was acht!’
Jasper lachte. ‘Oké dan, toen hij acht was, verstuikte hij zijn enkel en moest hij naar school op oude krukken die mama had bewaard. Van die kleine, houten krukken.’
Jasper gebaarde met zijn handen om aan te geven hoe klein ze waren geweest en sloeg dubbel van het lachen.
Ik hield mijn lachen in.
‘Dus toen begonnen de kinderen op school hem Tiny Tim te noemen naar het jongetje uit A Christmas Carol van Charles Dickens. Overal waar hij kwam zei men: “God zegene ons allemaal. Het is Tiny Tim! Bah, onzin.” En die naam bleef hangen. Nog jarenlang werd hij Tiny Tim genoemd!’
Om de tafel klonk geroezemoes en gegrinnik. Fontaines mond trok ook bijna in een glimlach en hij nam het verhaal over. ‘Maar toen ik naar de brugklas ging, vertelde ik iedereen dat ik Fontaine heette.’
‘En je dacht dat je dan minder gepest zou worden?’ vroeg Des oprecht verbaasd.
Fontaine keek zelfingenomen met zijn eigen slimheid en vertelde: ‘Ik zei tegen mijn klasgenoten dat ik undercover voor de fbi werkte om gangs en georganiseerd spieken op te sporen. Het was namelijk in de periode dat 21 Jump Street op tv was.’
Eindelijk glimlachte hij.
‘Maar dat was nog niet het grappigste,’ onderbrak Jasper hem. Hij sloeg met zijn hand op tafel. ‘Vertel eens waardoor je een verstuikte enkel had gekregen? Dat is echt zo grappig.’ Hij kon zich bijna niet inhouden.
Fontaine glimlachte nu breeduit. ‘Ik was van de trap gevallen omdat ik op mama’s stilettohakken probeerde te lopen.’
Iedereen barstte in lachen uit, maar Dody glimlachte liefdevol naar hem. ‘Ik had het toen al kunnen weten.’
Terwijl Beth en ik de tafel afruimden, gingen Dody en Des naar het terras. Door het raam zag ik dat hun gesprek niet echt luchtig was. Des balde zijn vuisten terwijl hij naar haar toe leunde en zij zag er ook behoorlijk pittig uit met haar handen in haar zij en haar kaken op elkaar geklemd. Oom Walter zou hebben gezegd dat haar Ierse bloed weer opborrelde. Wat het ook was dat Des haar probeerde wijs te maken, zij trapte er niet in.
‘Waar hebben ze het over?’ vroeg Beth die achter me was komen staan.
‘Ik weet het niet. Hij doet de hele avond al vreemd. Ik denk dat ik maar eens ga uitzoeken waarom.’ Toen ik het terras op liep, stond Des met beide handen zijn slapen te masseren.
‘Je kunt me hier niet bij betrekken, Dody. Dat is niet eerlijk, tegenover niemand.’
Toen ze me zagen stopten ze abrupt met praten en keken schuldig. Net als mijn kinderen wanneer ik ze betrapte met de koektrommel in de kast.
‘Waarbij betrekken?’ vroeg ik.
Des’ gezicht werd uitdrukkingsloos. ‘Ik vind het niet prettig hoe ze me voor het blok zette over dat verjaardagsfeestje.’
‘Meen je dat nou?’ Vond hij dat erger dan die keer toen ze vroeg of hij besneden was? Of hoe oud hij was toen hij het voor het eerst deed? Daarbij vergeleken leek dat verjaardagsfeestje me helemaal geen issue.
‘Ja, nou ja, ik heb daar niks over te zeggen. Luister, ik heb morgen een vroege dienst en ik ben kapot. Ik ga naar huis, oké?’
‘Ik zal jullie alleen laten.’ Dody legde haar hand op Des’ arm en zei: ‘Het spijt me dat we het hierover niet eens zijn, Des.’
‘Tja. Nog een fijne avond, Dody.’
Ze ging naar binnen. Het ongemakkelijke gevoel dat al de hele avond in me aan het sudderen was, kwam nu echt aan de kook. Dit ging niet over haar verjaardag. En ook niet over moe zijn. Ik dacht dat we na vorige week geen geheimen meer voor elkaar hadden. En ik wilde dolgraag met hem praten over Richard, maar dat moest nu echt even wachten.
‘Het spijt me als ze je lastigvalt.’
‘Luister, ik ben gewoon… moe. Er is van alles aan de hand op het werk en ik kan nu even geen beslissingen voor haar nemen.’
‘Beslissingen voor haar nemen?’
Hij omhelsde me snel en stapte weer achteruit. ‘Laat maar. Ik zal proberen je morgen te bellen, oké?’ Hij sprintte zowat door het huis, zwaaide naar iedereen in de woonkamer en vloog de voordeur uit.
Met een misselijk gevoel en behoefte aan antwoorden, ging ik weer naar binnen. Daar trof ik Dody bij de eettafel aan, waar ze in het niets stond te staren.
‘Dody, waar ging dat in godsnaam over? En doe nou niet alsof het over je verjaardag ging. Er is iets anders aan de hand.’
Ik had Dody nog nooit zien huilen en ze wilde beslist niet dat ik het nu zag. Ze knipperde de tranen weg en glimlachte geforceerd.
Ik kreeg het koud om mijn hart.
‘Beth, schatje, wil jij de kleintjes even naar bed brengen? Ik moet met mijn grote kinderen praten.’
Iedereen werd stil. De spanning was om te snijden, want het was wel duidelijk dat het hier niet ging om een van Dody’s bevliegingen waarbij ze aankondigde dat ze ging boogschieten of zich had opgegeven voor de verkiezing van Miss Bevallige Bejaarde.
Beth knikte en dreef de kinderen de kamer uit.
We gingen weer om de eettafel zitten.
Dody staarde een tijdje naar haar handen voordat ze begon te praten. Toen ze weer opkeek zaten haar ogen vol met nog niet gevallen tranen.
‘Dank jullie wel, jongens, voor dit heerlijke etentje. Het spijt me dat het verplaatsen van mijn verjaardagsfeestje voor zoveel opschudding heeft gezorgd. Dat probeerde ik nou juist te vermijden. Maar het lijkt er nu toch op dat ik jullie iets moet vertellen.’ Ze ademde in. Ze ademde uit. Seconden gingen voorbij en het voelde als een eeuwigheid. ‘Het schijnt dat ik een beetje kanker heb en ik wil mijn feestje geven voordat ik begin met de behandeling.’
De lucht werd opeens giftig en zwaar. Ik greep Fontaines hand. Zei ze nou wat ik dacht dat ze zei?
‘Wat betekent dat? Een beetje kanker?’
‘Het is iets met dukaten of zo. Ik weet de naam niet meer precies. O wacht, ik heb het opgeschreven voor het geval ik het vergat. Het papiertje zit in mijn tas.’
Vergeten? Was ze het vergeten? Wie vergeet er nou wat voor soort kanker hij heeft? De kamer begon te draaien en werd steeds kleiner. Ondertussen wachtten we en rommelde ze in haar tas. Ze haalde een poederdoos, een lippenstift en een koebel eruit en legde die op tafel, waarna ze een beduimeld papiertje tevoorschijn haalde.
‘Hier is het. Er staat dat ik een invasief ductaal carcinoom heb.’ Ze voelde onder haar arm en drukte. ‘Het zit hier ergens. Maar de dokter zei dat het al met al niet een van de ergste soorten kanker is, want ze kunnen het behandelen.’
‘Alle soorten kanker zijn erg, mam,’ zei Jasper zacht.
‘Ja, natuurlijk. Maar het is niet de ergste soort. Na een operatie en chemokuur ben ik weer zo goed als nieuw.’ Haar lip trilde en sprak haar optimistische woorden tegen.
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Niemand wist het. Ik vond het al erg dat Richard mijn huis en kinderen wilde afpakken. Maar dit was minstens zo erg.
Dody vulde de stilte op met haar gewoonlijke, zonnige optimisme. ‘Dus nu weten jullie het. Maar waag het niet me als een invalide te behandelen, want ik voel me prima. En dat blijft ook zo. Het is gewoon verbazingwekkend wat ze tegenwoordig allemaal kunnen genezen, dus ik wil geen gedoe. En ik wil ook niet dat jullie het aan anderen vertellen voordat ik mijn feestje heb gegeven, horen jullie dat?’ Ze zwaaide met haar wijsvinger naar ons. ‘Niemand anders weet dit, behalve Des natuurlijk. Hij is mee geweest naar mijn biopsie. Daar ben ik hem echt heel erg dankbaar voor. Zeg dat alsjeblieft tegen hem, Sadie.’
De kamer kromp, de muren kwamen op me af. Mee naar haar biopsie? Hoe lang wist hij het al?
‘Wanneer was die biopsie, Dody?’
‘Drie weken geleden. Toen ben ik waarschijnlijk ook mijn oorbel in zijn auto verloren. Maar ik heb gisteren pas de uitslag gekregen.’ Ze liet het papiertje weer in haar tas vallen, deed haar poederdoos open en begon doodleuk haar neus te poederen. Alsof ze niet net de meest schokkende mededeling had gedaan die wij ooit hadden gehoord.
‘Drie weken? Waarom heb je niks gezegd, mam?’ riep Fontaine uit. Jasper staarde haar aan alsof ze al een geest was.
‘Omdat ik wist dat jullie je zorgen zouden maken en dat heeft geen zin. Totdat ik de uitslag had kon toch niemand er iets over zeggen. Maar Des was heel behulpzaam. Je wordt echt als een filmster behandeld als je je eigen dokter meeneemt naar een biopsie, dat kan ik je wel vertellen. Ik voelde me net Shirley MacLaine.’
Het begon nu pas te dagen. Hij had haar meegenomen naar de biopsie? Des wist dit al drie weken en had niks tegen me gezegd? Hoe kon hij zoiets geheimhouden?
Fontaine begon allerlei vragen op Dody af te vuren terwijl we allemaal dit onbegrijpelijke nieuws probeerden te verwerken. Op het laatst stak ze beide handen in de lucht.
‘Alsjeblieft, schatten van me. Overmorgen heb ik weer een afspraak met mijn dokter en dan weet ik meer. En als je mee wilt, dan kan dat.’
Fontaines stoel schraapte over de vloer. Hij stond op en liep nagelbijtend naar het raam.
‘Dit is geen tragedie, hoor jongens. Horen jullie mij? Dit is niet het einde van mijn leven en al helemaal niet het einde van dat van jullie. Maar als jullie niet het allergrootste feest aan deze kant van Lake Michigan voor me organiseren, ga ik expres dood om jullie te komen plagen als geest.’
‘Dat is niet grappig, mam,’ fluisterde Jasper.
Ze klopte op zijn hand. ‘Dat weet ik, schat. Maar als we ook al niet meer lachen, hebben de terroristen gewonnen. Dus hou op met kniezen en ga een feest organiseren!’
De tijd stond even stil terwijl we elkaar ongelovig aankeken. Fontaine draaide als eerste bij, schraapte zijn keel en vouwde zijn handen achter zijn rug. Met de ernstige blik van een rechter zei hij: ‘Ik neem aan dat je dezelfde mensen als altijd wilt uitnodigen?’
Dody glimlachte. ‘Natuurlijk.’
‘En je wilt een grote, lelijke taart en heel veel drank?’
‘Zekers.’
‘Dat moet lukken.’
Gedreven door de kracht van pure, rauwe ontkenning, begonnen we plannen voor het feest te maken in plaats van behandelingen te bespreken. Die zouden gauw genoeg onderwerp van gesprek worden.
Maar nu wilde Dody het hebben over ballonboeketten, mariachibands en of de zijden jurk die Walter in Thailand voor haar had gekocht te chic was voor dit feestje. Gedurende dit alles deden we alsof we het nieuws hadden geaccepteerd en dacht ik aan Des en hoe hij het drie hele weken geheim had gehouden. Dat was onvergeeflijk.
Die avond stopte ik Paige en Jordan nog eens in en gaf ze zoveel kusjes dat ze me op een gegeven moment smeekten om op te houden. Dody’s nieuws had alles veranderd en ik zag mijn leven plotseling met een scherpere blik. Familie ging voor alles. Omringd zijn door de mensen van wie je houdt, maakte het leven tot… tot het leven. De rest deed er niet toe. Het maakte me opeens ook niet meer uit dat Richard dat stomme huis in Glenville wilde hebben. Het stond vol met troep die ik niet nodig had en zat vol met lelijke herinneringen die me alleen maar tegenhielden. Maar hij zou me geen seconde van mijn leven bij mijn kinderen vandaan kunnen houden, en daar zou ik tegen vechten met alle kracht die ik in me had.
Toen de kinderen eenmaal sliepen, checkte ik of Fontaine thuis zou blijven voor het geval ze iets nodig hadden en liep vervolgens de straat op, naar het huis van Des. Het feit dat hij me niks over Dody had verteld, maakte me haast verdoofd van kwaadheid. Ik voelde me zo onnozel en verraden. Had hij niet tegen Tom en Tasha gezegd dat hij slecht was in liegen? Daar leek het nu niet op! En als hij zo goed geheimen kon bewaren, wat hield hij dan nog meer voor me verborgen? Hete tranen brandden in mijn ogen. Wat een verschrikkelijke dag.
De lichten in Des’ huis waren aan, dus ik wist dat hij nog wakker was. Hij had gezegd dat hij moe was en naar bed ging, maar blijkbaar was dat ook gelogen.
Ik klopte snel op de deur. Toen hij opendeed porde ik in zijn borstkas. Heel hard.
‘Jij wist het? Jij wist al drie weken dat ze kanker had en hebt me niks verteld?’
Hij stapte achteruit, maar ik stapte mee en porde nog een keer in zijn borstkas, nu nog harder. ‘Hoe kon je dat voor me achterhouden?’
Verdedigend hief hij zijn handen omhoog. ‘Tot gisteren wisten we niet zeker of het kanker was en ethisch gezien mocht ik die informatie niet delen.’
‘Ethisch? Wat een onzin, Des! Vind je het ethisch om haar familie in het ongewisse te laten?’ Ik probeerde nog een keer te porren.
‘Hou daarmee op!’ Hij weerde mijn hand af. ‘Ik had geen keus. Ik wilde het je wel vertellen, maar ik moest van Dody beloven dat ik dat niet zou doen.’
‘Natuurlijk had je wel een keus! Je had dat toch kunnen weigeren? Zoiets geheimhouden is hetzelfde als liegen.’
Dat geloofde ik zelf ook niet echt, maar ik had zin in ruzie.
Hij stak koppig zijn kaak vooruit. ‘Verdomme, Sadie. Dat is al de tweede keer dat je me voor leugenaar uitmaakt. Ik heb gewoon gedaan wat Dody graag wilde en als je daar problemen mee hebt, dan moet je het met haar uitvechten.’
‘Maar jij bent arts. Ze zou naar je hebben geluisterd. Nu zijn er drie weken verspild waarin we een of andere behandeling hadden kunnen uitstippelen.’
‘Ja, ik ben arts, maar ik ben niet háár arts.’ Hij draaide zich om, liep naar de bank en plofte neer.
‘Luister, ik heb geprobeerd haar te helpen door mee te gaan naar de biopsie toen ze dat vroeg en de oncoloog waar ze heen gaat is een van de besten. Maar veel meer kan ik niet doen. Ik word betrokken bij een situatie waar ik niets mee te maken heb. Dat wil ik niet.’
Mijn boosheid maakte bijna plaats voor tranen. ‘Niemand wil dit. En ik heb een heel goede reden om van streek te zijn.’
‘Ja, dat is zo. Maar je moet niet boos op mij zijn. Tenminste niet daarover.’
Een kogelvis zette zijn stekels op in mijn buik. ‘Wat bedoel je daarmee?’
Hij wreef over zijn voorhoofd. ‘Ga even zitten.’
‘Ik wil niet zitten.’
Hij wilde me niet aankijken. Wat zou hij nu nog kunnen zeggen dat deze dag nog slechter kon maken?
Hij haalde zijn hand door zijn haar.
Iets in zijn gezichtsuitdrukking vervulde me met de grootste angst die ik kende.
‘Ik weet dat de timing echt klote is, maar ik moet je iets vertellen, Sadie.’
Dit wilde ik niet horen. Wat het ook was, ik zou het niet leuk gaan vinden.
‘Ik heb een baan aangeboden gekregen. Echt een fantastische baan. In Seattle. Ze willen dat ik zo snel mogelijk begin.’
Seattle. Seattle in Washington? Jezus, dat was een ongelooflijk eind bij Bell Harbor vandaan!
‘Voor hoe lang?’ hoorde ik mezelf fluisteren.
Toen hij me aankeek waren zijn ogen donker en zwaar.
‘Voor altijd.’
De aarde helde over en ik ging bijna tegen de vlakte. Voor altijd was wel heel erg lang. Voor altijd was langer dan mijn huwelijk had geduurd.
‘En je hebt al ja gezegd?’ Het was mijn stem wel, maar de woorden kwamen uit het niets. Mijn hersenen waren offline en ik had alle concentratie nodig om te blijven ademen.
‘Het is een goede baan, Sadie. Ik zou stom zijn als ik het niet deed.’
Ik knikte en mijn keel kneep dicht. Ik had kunnen weten dat het zo zou lopen. Stom van me, dat ik had gedacht dat het anders zou aflopen. Ik wilde woest op hem worden, omdat hij had gelogen, omdat hij me aan het lijntje had gehouden. Maar dat had hij niet.
En al had hij dat wel, dan maakte dat nu niet meer uit. Mijn leven zou straks in beslag worden genomen door een voogdijzaak en de zorg voor Dody. Dan zou ik toch geen tijd meer hebben voor deze dwaze, zinloze affaire.
Des keek de andere kant op. ‘Ik zou willen dat ik er nu voor je kon zijn, Sadie. Echt waar. Maar het gaat niet.’
Ik weet niet hoe ik naar huis ben gekomen en ik weet ook niet meer of ik nog wat gezegd heb voordat ik zijn deur uit strompelde. Het enige wat ik weet, is dat ik weer in Dody’s huis was en in mijn kussen lag te snikken. Mijn hart ging tekeer alsof ik de wedstrijd van mijn leven had gerend, maar met een neuslengte had verloren.
Des ging weg, Dody ging dood en Richard probeerde mijn kinderen af te pakken. Alles in mijn binnenste zat los en vol met stekels.
Uren later, na mijn eerste huilronde, klom ik bij Paige in bed. Ik snoof de zoete, zachte geur van haar huid op en hoopte met heel mijn hart dat ze nooit, maar dan ook nooit, verliefd zou worden.