15
Naar Bell Harbor verhuizen? Wat een belachelijk idee. Ik moest het onmiddellijk uit mijn hoofd zetten. Even alleen zijn op het strand zou me wel weer tot bedaren brengen.
Helaas werd me dat niet gegund. Ik had mijn blauwe gestreepte handdoek nog niet uitgespreid op het zand of daar had je Dody en Fontaine alweer. Ze klosten van het terrastrapje af beladen met parasols, strandstoelen en koelers. Dody had haar slappe rode hoed op en droeg een badpak met madeliefjes. Twintig minuten later kwam Jasper aanzetten met drie slungelige vrienden die allemaal een deel van een volleybalnet droegen. Kennelijk had ik de memo over een strandfeest over het hoofd gezien en ik was blijkbaar de enige die van niks wist. Tegen een uur of vier waren er zo’n tien mensen samengekomen op ons strandje. Kyle kwam opdagen en zag eruit als een glimmend onderbroekenmodel voor Calvin Klein. Dody’s beste vriendin Anita Parker kwam met een paarse zonnebril op en in haar hand een bierblikjeskoeler met veertjes erop. Ze was iel, sproeterig en praatte aan een stuk door.
‘Hallo Anita,’ zei ik. ‘Wat leuk om je weer te zien.’
‘Ook leuk om jou weer te zien, Sadie. Dody houdt me op de hoogte, hoor. Wat jammer van die waardeloze echtgenoot.’ Luid slurpend door een rietje nam ze een slok bier.
Ik wisselde een blik met Fontaine. ‘Dank je. Wat jammer dat je kat je vogel heeft opgegeten.’
‘O, dat was vreselijk, zal ik je vertellen. Een slagveld! Overal vacht en veren en ik kon helemaal niks doen. Ik geef de kat niet de schuld, hoor. Het was pure zelfverdediging. Birdie was altijd al gemeen, maar dit had ik niet verwacht. Het ene moment zit ik rustig op de bank naar mijn soap te kijken, en ineens begint die gestoorde kaketoe mijn arme oude poes te pikken.’
Fontaines ogen werden groot, maar voordat hij iets kon zeggen wat ongetwijfeld heel ongepast was, had ik hem al bij zijn shirt gepakt en sleurde ik hem naar het trapje, waar we dubbelklapten van het lachen.
‘Wat is er zo grappig?’ hoorde ik Des’ stem over mijn schouder vragen.
Mijn gelach verstomde. Wanneer was hij hier gekomen? Ik had hem niet eens zien aankomen! Opeens werd ik me heel erg bewust van het feit dat ik iets in moest trekken en iets vooruit moest steken. Ik wilde er niet pafferig uitzien in mijn badpak, ook al was ik boos op hem.
Fontaine kraaide als een vogel en lag weer dubbel, maar voor mij was de lol eraf. Ik deed mijn hand boven mijn ogen tegen de zon en keek omhoog naar Des. ‘O hoi. Niks bijzonders. De kat van mevrouw Parker heeft haar vogel opgegeten, maar ze vertelde het op een grappige manier.’
‘Hmm.’ Hij krabde afwezig op zijn hoofd en keek om zich heen. Het was alsof hij me niet aan wilde kijken. ‘Fontaine, zou je ons even alleen willen laten?’
‘Zekers, cowboy.’ Hij sprong overeind en was weg voordat ik zijn shirt weer kon grijpen. Aan hem had je ook niks.
Des ging naast me op een traptrede zitten en schraapte zijn keel. Hij sloeg zijn handen ineen en tikte zijn duimen tegen elkaar.
Ik leunde opzij. ‘Dus. Hoe is het, buur?’ Ik wilde onverschillig klinken, maar de irritatie in mijn stem was niet te maskeren. Ik had net zo goed kunnen zeggen: ‘Hoe is het, eikel?’
Hij lachte en liet zijn hoofd zakken. ‘Ik denk dat ik je mijn excuses moet aanbieden.’
Excuses? Ik wreef over de plek waar mijn trouwring had gezeten.
‘Ik heb je gewaarschuwd voor de sake,’ zei hij. ‘Maar ik denk dat ik het iets meer had moeten benadrukken. Ik had niet door hoe erg je eraan toe was tot die recruiter opdook. Nou ja, en toen ging je huilen. Toen was het wel duidelijk.’
Er begon iets in mijn hoofd te zoemen. ‘Wie?’
‘Reilly, die artsenrecruiter. Ze valt me al weken lastig over een verlenging in Bell Harbor. Ik heb haar al gezegd dat ik het nog niet zeker wist, maar ze houdt er maar niet over op. Daarom heb ik je niet aan haar voorgesteld. Anders was ze nooit weggegaan.’
Kleine cycloontjes van zand wervelden om mijn voeten. Er vloog een witte vogel over. De golven bleven de kust strelen en overal om ons heen hoorde ik mensen kletsen en lachen. Niets om mij heen was veranderd ten opzichte van tien seconden geleden, en toch was alles anders. Terwijl de woorden van Des tot mij doordrongen, begon ik me licht en zweverig te voelen, alsof iemand de zwaartekracht met een dimmer uitzette. Het gezoem zwol aan en verdween weer.
‘Een recruiter?’
Des knikte. ‘Ja. Stan Pullman heeft besloten met pensioen te gaan en naar Arizona te verhuizen. Daarom wil het ziekenhuis dat ik blijf tot ze een permanente vervanger hebben aangenomen.’ Hij keek me glimlachend aan. ‘Dat heb ik je allemaal proberen uit te leggen in het restaurant, maar tegen die tijd zat je al te huilen. En toen kwam Jasper erbij staan en was ik in verlegenheid gebracht.’
Daar ging de zwaartekracht, weer een tandje lager. Ik steeg bijna op van het trapje.
‘Jíj voelde je in verlegenheid gebracht?’
Hij knikte. ‘Meestal krijg ik vrouwen pas aan het huilen tijdens de derde of vierde date. Dit was een nieuw record.’
Deze dag werd steeds beter: eerst deed Richard beleefd, vervolgens ontdekte ik dat ik een baan had als ik wilde en nu was Des zijn excuses aan het aanbieden! En hij vertelde dat die vrouw een recruiter was. Was het mogelijk? Hij zou er natuurlijk over kunnen liegen, maar waarom?
‘Ze leek wel heel… vriendelijk.’
Des keek uit over het water. ‘Ik ga niet liegen, Sadie. We zijn een paar keer met elkaar uit geweest, maar ze is niet echt mijn type.’
‘Beeldschoon is niks voor jou?’
‘IJdel is niks voor mij.’
Ik sloeg mijn armen over elkaar. Niemand had mij ooit ijdel genoemd, dus dat kwam goed uit. En misschien had Penny gelijk; hij had bij die blondine kunnen zijn, maar had ervoor gekozen met mij uit te gaan. Was ik ook eens een keer ‘die andere vrouw’.
‘Ik heb me belachelijk gedragen,’ zei ik uiteindelijk. ‘Eigenlijk zou ik mijn excuses moeten aanbieden aan jou.’
Hij schudde zijn hoofd en grinnikte. ‘Nee, niet doen. Ik weet hoe ikzelf reageer op sake, dus ik had moeten beseffen dat het te sterk voor je was. En je had zowat drie liter op.’
Ik had inderdaad nog steeds een kater. ‘Hoe reageer jij erop dan?’
‘Eens even kijken. Een keer besloot ik daardoor dat wildplassen een grondrecht zou moeten zijn. Ik ben toen bijna afgevoerd. En een andere keer besloot ik pal voor het politiebureau een verkeersbord te stelen. Waarschijnlijk hangt mijn foto nog steeds aan de muur in een kleine gevangenis in Noord-Illinois.’
‘Echt?’ Als dat waar was, dan was mijn kleine huilbui misschien toch niet zo heel erg. Was het mogelijk dat ik overdreef? Ik?
Ik lachte, vanbinnen en vanbuiten. Het voelde goed om zo naast Des te zitten, verwarmd door de zon en door zijn begrip. Gewoonweg verrukkelijk, zou Dody zeggen. Voor het eerst sinds twee dagen kon ik ademhalen zonder pijn in mijn borst. Des schoof zijn zonnebril omhoog. Zijn ogen, zelfs het blauwe oog, waren helder, mooi en betoverend. Opeens was ik mijn tong verloren en ademloos. Dommig lachte ik naar hem en kon niks gevats bedenken om te zeggen. Ik kneep mijn knieën tegen elkaar.
Des maakte een raar geluidje in zijn keel en wendde zijn hoofd af.
Na een tijdje zei ik: ‘Nou ja, hoe dan ook was ik niet op mijn best. Het spijt me dat ik je avond heb verknald.’
‘Insgelijks. Dus, ik dacht, misschien kunnen we…’
Zand spatte op, een volleybal sloeg tegen mijn voeten, stuiterde omhoog en smakte tegen mijn wang.
‘O, hé Sadie, sorry!’ riep Jasper lachend. Hij kwam de bal halen, knikte naar Des en zei: ‘Voorzichtig man, het is een huilebalk, hoor.’
Ik probeerde het zand van me af te vegen, maar het bleef plakken als de vacht van Fatso op een zwarte broek. Des trok me overeind.
‘Kom, laten we dat er afspoelen in het water. Ik hoop trouwens niet dat we straks allebei een blauw oog hebben.’
Als een stel zestienjarigen spartelden we in het water en hadden zoveel pret dat Ariël de zeemeermin er nog wat van kon leren. De golven duwden me tegen hem aan en ik liet het gebeuren, want ik genoot van het gevoel. Toen een extreem hoge schuimkop me tegen zijn bovenlichaam gooide, greep Des me bij mijn middel en bleef me daar vasthouden. Eén tergende seconde lang dacht ik dat hij me zou gaan zoenen, maar hij boog alleen zijn hoofd naar mijn oor en fluisterde: ‘Jezus, je maakt me gek.’
Het water begon te stomen.
Uiteindelijk liepen we weer het strand op en ging Des een potje football spelen met Jasper en zijn vrienden. Ik pakte mijn handdoek die vlak bij Dody en Anita lag. Anita was net een verhaal aan het afsteken over haar meest recente medische drama.
‘De dokter zegt steeds dat ik meer vezels moet eten. Drie kommen vezelrijke cornflakes deze week en nog steeds kan ik voor geen meter poepen.’
‘Ik heb het al eerder gezegd, Anita. Probeer nou eens lijnzaad,’ zei Dody. Toen klapte ze de grote rand van haar slappe, rode hoed omhoog en lachte naar me. ‘Heb je lekker gezwommen, schat?’
‘Ja Dody, erg lekker.’
‘Dat is toch gewoonweg verrukkelijk?’
Ik ging bij Kyle zitten voordat Anita nog iets kon zeggen over haar darmproblemen.
‘Houdt die vrouw nooit eens haar klep?’ Kyle knikte met zijn hoofd in de richting van Anita Parker.
‘Ik geloof het niet, nee. Mag ik bij je komen zitten?’
‘Jazeker. Hier, neem iets te drinken.’ Hij verstelde de rugleuning van zijn strandstoel en haalde een fles uit de koeler. ‘Dus, hoe zit dat met jou en de man van Atlantis? Ziet er pril uit.’
Ik nam de fles aan. ‘Dank je. Eh, het is eigenlijk pre-pril. Het is nog niet eens begonnen.’
‘O jawel hoor. Het is wel degelijk begonnen. Vanuit hier leek het alsof hij zijn handen al niet meer thuis kon houden.’
Een meisjesachtig gegiechel ontsnapte me. ‘Hoe gaat dat eigenlijk bij een homostel?’
Kyle lachte en schudde zijn hoofd. ‘Nee, nee, nee, we gaan nu niet van onderwerp veranderen. Jij eerst.’
‘Er valt niks te vertellen. Hij woont dáár.’ Ik wees naar het huis van de Pullmans. ‘Hij is hier maar voor een paar maanden, net als ik, dus ik weet het niet. Hij is wel leuk, hè?’
Kyle schoof zijn zonnebril iets naar beneden om beter te kunnen kijken. Des, Jasper en een paar anderen waren pal voor ons de bal aan het overgooien. ‘Niet verkeerd hoor. En ben je verliefd?’
Ik verslikte me in een slok. ‘O god nee! Dat zou rampzalig zijn. Een nachtmerrie!’
‘Je bent het of je bent het niet, dat is de vraag.’
‘Wat?’
‘Shakespeare.’
‘Hmm.’ Ik kende Shakespeare natuurlijk net zo goed als iedereen die de middelbare school had afgemaakt, maar ik was afgeleid omdat ik keek hoe de zon over Des’ spieren rolde. Hij glinsterde zowat. ‘Eh, juist ja. Het stelt niet veel voor hoor. Gewoon een beetje oefenen voor het geval ik ooit besluit weer te gaan daten.’
‘Is een oefendate niet hetzelfde als een echte date?’
‘Nou ja, ik weet het niet. Het zou verschrikkelijk onhandig zijn als ik hem leuker ga vinden dan ik nu al doe.’
Kyle staarde naar het water. ‘Liefde is een ernstige vorm van krankzinnigheid.’
‘Shakespeare?’
Kyle schudde zijn hoofd. ‘Plato.’
Ik sloeg mijn armen over elkaar en bestudeerde hem een tijdje. ‘Oké. Nu jij. Hoe zit dat met jou en Fontaine?’
Hij keek me over de rand van zijn zonnebril aan. ‘Het zou ook verschrikkelijk onhandig zijn als ik verliefd op hem werd, nietwaar? Omdat hij voor me werkt.’
Ondanks alle sappige details die Fontaine met me deelde over zijn dates, had ik hem nog nooit over Kyle horen praten in romantische zin. Ik had zo mijn vermoedens, maar omdat ik het niet zeker wist, besloot ik het voor mezelf te houden.
De rest van de middag verstreek in een gelukzalige waas. Alles voelde goed en ik dacht niet aan morgen. Ik genoot van elk moment zoals het kwam en ging, precies zoals Madame Margaret had gezegd dat het moest. Niet dat ik ook maar enige waarde hechtte aan wat zij zei.
Wanneer de zon te heet werd, gingen we zwemmen. Wanneer het water ons had afgekoeld, lagen we lui als zeeleeuwen op het strand. Ik kon me niet herinneren wanneer ik voor het laatst zo’n luie, egoïstische dag had gehad. Ik vouwde mijn handdoek niet eens op als ik mijn plekje verliet.
Uren later, toen de zon achter de horizon zakte, plofte Des naast me op de badhanddoek en gaf me een biertje.
‘Dit zijn de laatste twee,’ zei hij en hij opende er een voor me met één hand.
‘Dank je.’
Kyle liep voorbij op weg naar het huis. ‘Hé Sadie!’ riep hij.
‘Wat?’
‘Plato was niet goed bij zijn hoofd.’
Ik moest lachen en legde zijn opmerking niet uit aan Des. Laat hem maar raden.
Het rumoer van de dag zwakte af. Mensen verzamelden hun spullen om te vertrekken of waren al weg. Zo meteen waren alleen Des en ik nog over.
‘Weet je, ik probeerde iets tegen je te zeggen vlak voordat je die volleybal in je gezicht kreeg waardoor ik mijn verhaal niet af kon maken.’
Diep vanbinnen werd ik warm en de gloed verspreidde zich snel. Hij ging me voor de tweede keer mee uit vragen.
Hij nam een slok bier. ‘Ik weet dat je hier niet lang meer bent en ik weet niet waar mijn volgende werkplek zal zijn. Dus, alles welbeschouwd denk ik dat het waarschijnlijk beter is als jij en ik het, nou ja, platonisch houden. Dat we gewoon vrienden zijn. Vind je ook niet?’
Vrienden.
Vrienden?
Vrienden!
Ben je nou helemaal?
Hij had de hele dag rond lopen paraderen als een pauw, hij had me in het water betast, hij had me binnen gehengeld als een professionele sportvisser, alleen maar om me weer terug te gooien? Wat kregen we nou?
Ik zat hier al uren voor hem te smelten, en nu, in plaats van verliefd te worden, werd ik wanhopig.
Jezus, wat een eikel.
Ik was pisnijdig en dat was te zien ook. Hij keek nog een keer naar mijn boze gezicht en barstte toen in lachen uit. Wat was dit voor een sadist? Hij zat me nog uit te lachen ook! Dit was toch ongelooflijk?
Toen sloeg hij zijn arm om mijn middel, begroef zijn gezicht in mijn nek en fluisterde: ‘Ik zit je gewoon te plagen, Sadie. Ik wil je zo snel mogelijk uit de kleren krijgen.’
Ik was sprakeloos. Volledig sprakeloos. Uit de kleren krijgen? Zei hij dat nou echt?
Zo zo.
Eigenlijk zou ik verontwaardigd moeten zijn.
Ik zou ontzet moeten zijn.
Een keurig meisje zou hem een klap in zijn gezicht geven. Een aardig meisje zou opstaan en weglopen. Maar blijkbaar was ik noch keurig, noch aardig want ik begon ook te lachen. Waarom ook niet? Onze paringsdans was van het begin af aan al lukraak en klunzig geweest, dus waarom zou het nu anders gaan?
‘Dat was gemeen,’ zei ik uiteindelijk, nog steeds een beetje buiten adem van het lachen.
Hij omhelsde me nog steviger. ‘Sorry, maar je had je gezicht moeten zien.’
‘Ja, ja, oké.’ Ik streek met mijn hoofd langs zijn schouder. ‘Je bent nogal zeker van je zaak, of niet?’
Zijn gelach bedaarde en hij zei simpelweg: ‘Nee.’
Dat begreep ik niet, maar ik ging er niet op in, want ik zag in zijn ogen dat hij me eindelijk ging kussen.
Mijn allereerste kus was van een jongen geweest die naar kauwgum smaakte en naar vers gemaaid gras rook; een combinatie van scherp en zoet die ik nooit zou vergeten. Sindsdien had geen enkele kus meer zo goed gesmaakt, geroken of gevoeld. Tot nu toe. Deze was volmaakt. Voorzichtig, zoekend en dan opbloeiend met perfecte intensiteit. Hij was beter dan ik me had voorgesteld dat hij zou zijn. En ik had me hem uitgebreid voorgesteld. Des’ arm drukte tegen mijn taille toen ik me in zijn zijdelingse omhelzing liet zakken. De kus was te snel afgelopen en ik zuchtte als Julia die op haar balkon stond te smachten naar haar Romeo.
Huppelend kwam ik het trapje op en struikelde bijna over Fontaine en Kyle die gehurkt op het terras zaten.
‘Nou? Hoe was het?’ Fontaine grijnsde van bakkebaard tot zorgvuldig geschoren bakkebaard.
‘Zaten jullie me te bespioneren, stelletje smiechten?’
‘Natuurlijk.’
‘Het leek National Geographic wel,’ voegde Kyle eraan toe. ‘Kijken hoe de apen het dier kiezen waarmee ze gaan paren.’
Ik stapte om hen heen. ‘Leuk hoor, jongens. En trouwens, er werd niet gepaard, hij heeft me alleen maar gekust.’
‘En? Was het nat en klef?’ Fontaine wreef in zijn handen.
Ik moest er wel om lachen. ‘Nee.’
‘Droog en gespannen?’ vroeg Kyle.
‘Nee. Hij was precies goed.’ Ik liep door naar binnen, naar de trap. ‘En nu ga ik bij hem eten.’
Achter me echode de klap van hun high five.
Ik ging snel onder de douche en me klaarmaken, want als ik zou stoppen om erover na te denken zou ik te zenuwachtig worden. Maar ondanks mijn gehaast gebeurde dat toch. Iemand zou antiperspirant voor het hele lichaam uit moeten vinden voor zulk soort noodgevallen. Het zweet stond zelfs in mijn knieholtes.
Ik trok een zomerjurk aan en staarde in mijn la met ondergoed. Voor mij was het nog te vroeg om met Des naar bed te gaan, daar was ik zeker van, dus trok ik een zwangerschapsonderbroek uit de la die ik bewaard had voor periodes dat ik me heel dik voelde. Er bestaat geen grotere afknapper dan gehavend beige ondergoed waar je een hele familie in kunt huisvesten, maar toch legde ik hem terug. Ook al zou hij de onderbroek niet te zien krijgen, hij zou de aanwezigheid ervan wel merken.
Maar ik was ook weer niet van plan om het over de andere boeg te gooien en een string aan te trekken, die ik overigens alleen maar had omdat Richard die voor me had gekocht. Die stopte ik ook terug in de la en uiteindelijk koos ik voor een mooi pastelkleurig kanten setje dat ik had gekocht toen ik was gaan winkelen voor de rode jurk voor mijn date. Dit setje hield het midden tussen te uitgesproken en te preuts.
Eindelijk bevond ik me weer op de stoep voor het huis van de Pullmans, bijna net zo angstig en opgefokt als de eerste keer dat ik daar op de bel had gedrukt.
Des deed open met nat haar van het douchen.
Een donkerblauwe handdoek hing om zijn nek en hij droeg een spijkerbroek, maar geen shirt. Dat bracht me van mijn stuk, ook al had ik geen idee waarom. Ik had hem al tientallen keren zonder shirt gezien, inclusief het grootste gedeelte van vandaag. Maar iets in de combinatie van een lange broek zonder shirt maakte het ondeugend en gewaagd. Ik beet op mijn lip.
‘Hoi, kom binnen. Ik ben bijna klaar.’
Ik zag dat de tafel in de hal nog op dezelfde plek stond waar ik hem had neergezet. Tuthola de Poes liep voorbij en gaapte. Als een poes met haar ogen kon rollen, weet ik zeker dat ze het zou hebben gedaan.
‘Ik ben even naar de winkel geweest, vandaar dat ik nog niet helemaal klaar ben. Doe alsof je thuis bent.’ Hij ging de slaapkamer weer in.
Ik was zo zenuwachtig dat ik niks wilde zeggen voor het geval ik een heliumstemmetje had.
‘Alles oké?’ vroeg hij toen hij de kamer weer in kwam en ik nog op precies dezelfde plek stond. ‘Wil je iets drinken?’
Ik knikte.
‘Vanavond geen sake, goed?’ Hij zwaaide met zijn hand in het rond. ‘Dit is een huilvrije zone.’
Hij was grappig. Ik begon eindelijk te ademen. Het kwam allemaal wel goed.
Hij opende een fles wijn en schonk me een glas in.
Ik proostte en zei: ‘Op National Geographic.’ Verdomme, Fontaine.
Des glimlachte nieuwsgierig, maar proostte toch en zei: ‘Wat jij wilt.’
Hij gaf me de taak de groenten te snijden. Ik overwoog om me in de vingers te snijden zodat hij mijn hand zou vasthouden om hem te onderzoeken, maar dat leek me een beetje te drastisch. Misschien kon ik ook boeiend zijn zonder tot automutilatie over te gaan. Hij zette muziek op en we neurieden mee. Ik had kunnen weten dat hij kon koken. Zelf was ik ook geen slechte kok, maar Paige en Jordan lustten maar zo weinig, dat mijn repertoire was gereduceerd tot alles met pasta en boter.
‘Volgens mij staat er een stoompan in de voorraadkast, wil jij even kijken?’ vroeg hij.
‘Tuurlijk.’ Ik liep naar de bijkeuken die ook dienstdeed als waskamer. Twee doktersjassen van Des hingen over een droogrek. Voordat ik het in de gaten had, aaide ik met mijn hand over een mouw. Toen zag ik de stoompan op de bovenste plank staan. Ik tikte even met mijn voet tegen de onderste plank en overwoog hem als opstapje te gebruiken.
‘Zie je hem?’ riep Des vanuit de keuken.
Mijn stem klonk afgeknepen terwijl ik naar de pan reikte. Ik kon net het randje aanraken. ‘Ja, maar hij staat iets te hoog.’
Des kwam achter me de kast in en reikte boven mijn hoofd. Hij leunde naar voren en raakte met zijn edele mannendelen mijn meisjeskont. Ik zuchtte zowel van verbazing als van genot. Alsof ik een oude bibliothecaresse was die porno ontdekte tussen de naslagwerken.
Uit plotselinge baldadigheid duwde ik terug. Zijn lichaam stond stil en hij ademde alleen langzaam uit, zijn adem warm tegen mijn slaap. Even bleven we zo staan terwijl we vanbinnen ontploften. Toen kwamen zijn armen omlaag en om mij heen, en snoof hij in mijn nek voordat hij een warme kus in het kuiltje onder mijn oor plantte.
Ik rende Dody’s huisje binnen en spurtte de trap op naar de veilige haven van mijn slaapkamer. Nadat ik de deur had dichtgeslagen, hing ik ertegenaan en greep met trillende vingers naar de telefoon op de toilettafel om Penny te bellen.
Na drie keer overgaan, nam ze op. ‘Hoi.’
‘Ik ben verloren.’ Ik stortte mezelf op het bed en krulde mijn benen op in foetushouding.
‘Wat is er nu weer?’ reageerde ze blasé, volledig onderschattend wat ik op het punt stond te onthullen.
‘Dronken worden en huilen in een restaurant? Kinderspel! Ik heb mezelf nu zo vernederd dat er echt niks meer aan te doen is.’
‘Hoe dan?’
De spijt in mijn borstkas voelde zo zwaar als een nijlpaard. ‘Ik ging bij Des eten, want het blijkt dat die blondine van eergisteravond een recruiter was. Dus ik ben daar bij hem thuis en we zijn aan het koken en zitten wat te flirten en zo. En voor ik het weet, ligt mijn slipje op de grond en word ik betast in de bijkeuken.’
‘De bijkeuken? Is dat een metafoor voor iets?’
‘Nee, suffie. Ik bedoel echt in de bijkeuken.’
‘Wat deed je in de bijkeuken?’
Jezus, wat kon ze toch traag van begrip zijn! ‘Die zit naast de keuken, Penny. En het doet er trouwens niet toe, maar we waren in de bijkeuken om de stoompan te pakken. En ik reikte er tegelijk met hem naar en toen zijn zaakje tegen mij aan botste, veranderde ik plotseling in een of andere geflipte pornonymfomane!’
Penny maakte snurkende geluiden van het lachen. ‘Dat meen je niet!’
‘O jawel. Ik heb me volledig op hem gestort en het wordt nog erger.’
Ik kon mezelf er bijna niet toe zetten haar de rest te vertellen. Maar het moest wel. Ik kon deze last niet in mijn eentje dragen. ‘Penny, ik… ik kwam…’
‘Kwam waar?’ Ze kon amper praten door al het gegiechel en geproest. ‘Hoe bedoel je, je kwam?’
‘Ik bedoel, je weet wel!’ Ik moest iets zachter praten. ‘Ik kreeg een orgasme. En hij raakte me alleen maar aan met zijn hand. Twee minuutjes of zo!’ Ik kneep in de telefoon en wachtte tot Penny’s hysterische lachstuip voorbij was.
‘Dus, wacht even hoor,’ sputterde ze. ‘Hebben jullie het nou gedaan of niet?’
‘Nee! We hebben het níét gedaan. Het enige wat we hebben gedaan was een beetje zoenen en tegen elkaar aan rijden, weet je wel. En wat gegraai. Heel wat gegraai, eigenlijk.’ Mijn herinneringen waren vaag, vertroebeld door respectievelijk zijn testosteron en mijn wanhoop. ‘Het gebeurde allemaal zo snel, het kwam heel onverwacht.’
Door mijn onhandige woordkeus schoot Penny weer in een hysterische lachstuip. ‘Meen je dat nou?’
‘Kom op, Penny! Ik schaam me al dood. Je hoort me te helpen.’
‘Helpen met wat? Geen sukkel te zijn? Ik zie het probleem helemaal niet.’
‘We waren verdomme in de bijkeuken. Dat is toch niks voor mij? Dat is eerder iets wat Richard zou doen.’
Penny was even stil. ‘O, nu snap ik het. Maar luister nou eens goed naar mij, Sadie Turner. Er is niks mis mee als twee volwassen mensen van elkaar genieten, hoe en waar zij maar willen. Wat Richard deed was overspel. Wat jij deed is gewoon ouderwets plezier hebben.’
‘En waarom voel ik me dan zo stom?’
‘Omdat je stom bent. Niet omdat je met Des geflikflooid hebt, maar omdat je je er zorgen over maakt. Ontspan nou eens een keertje. Je gaat steeds meer op mama lijken.’
‘Ik lijk helemaal niet op mama!’
‘Tuurlijk wel. Je maakt je zoveel zorgen over wat andere mensen denken dat je niet eens kunt beslissen wat je zelf wilt. Kap daarmee. En vertel, wat gebeurde er daarna?’
Ik had niet de puf om boos te worden om haar belediging. We zouden een andere keer wel uitmaken hoezeer ik wel of niet op mijn moeder leek. ‘Daarna?’
‘Ja, wat gebeurde er na het handwerk?’
Ik kneep mijn ogen dicht. ‘Jezus, Pen, ik had het je nooit moeten vertellen.’
Ze lachte weer. ‘Wat ben je toch preuts. Oké, wat gebeurde er na jouw niet-zo-keurige reactie op zijn stimulatie?’
Ik hield de telefoon dicht bij mijn mond. ‘Ik ben gaan rennen.’
‘Je bent… gaan rennen? Definieer rennen?’
‘Ik bedoel dat ik me zo kapot schaamde nadat ik… je weet wel, dat ik hem weg heb geduwd en het huis uit ben gerend. Ik ben helemaal naar huis gerend en toen heb ik jou gebeld.’
‘O. Mijn. God. Sadie! Wat ben je toch een idioot! En wat deed hij?’
‘Weet ik veel!’ riep ik. ‘Ik bedoel, hij kon moeilijk achter me aan rennen. Hij had een, nou ja, je weet wel! Kerels kunnen niet rennen met zo’n ding, of wel?’
Penny’s telefoon kletterde neer op iets hards en haar krijsende lachbui zal voor altijd in mijn geheugen gegrift staan. Toen ze eindelijk weer kon praten, was haar boodschap eenvoudig.
‘Ga terug. Zeg dat je een of andere medische afwijking hebt of zo, iets als orgasmofobie. En beloof hem dat het niet weer zal gebeuren.’
‘Hij is arts, Penny. Hij weet heus wel dat er niet zoiets als orgasmofobie bestaat.’
‘Oké, dan vertel je de waarheid. Dat je hem woest aantrekkelijk vindt, maar dat je geen idee hebt wat je moet doen als het op mannen aankomt, en dat je te bang bent om een relatie te beginnen.’
‘En daarmee moet ik hem voor me winnen?’ Ik ging rechtop op mijn bed zitten.
‘Je had hem al gewonnen. Tenminste, totdat je hem voor lul liet staan in de bijkeuken, om maar eens een toepasselijke uitdrukking te gebruiken,’ voegde ze eraan toe.
‘Ga alsjeblieft niet weer lachen.’ Ik liet mijn hoofd op mijn hand rusten.
‘Sorry, maar je moet er nu meteen heen. Als je nu niet gaat, kom je daar waarschijnlijk nooit meer. Ha! Die was per ongeluk. Ik ben op dreef!’ Ik hoorde haar met haar vingers knippen.
Meer van haar hulp kon ik niet verdragen. ‘Goed. Ik ga. Ik bel je morgen.’
Deze keer deed Des een stuk minder enthousiast de deur open. Hij was niet verbaasd om me te zien, maar ook niet blij.
‘Hoi,’ zei hij.
Ik friemelde aan de stof van mijn zomerjurk. ‘Hoi, mag ik even binnenkomen?’
‘Best,’ zei hij droog, stapte opzij en deed de deur verder open. ‘Ik zal deze maar openlaten, voor het geval je ’m weer wilt peren.’
O, dus we gingen het zo spelen?
Ik was in ongenade gevallen, net zoals Fatso wanneer hij een boterham van het aanrecht had getrokken. Behoedzaam deed ik de deur achter me dicht. Daar stond ik dan, met mijn mond vol tanden terwijl Des me verwachtingsvol aankeek.
‘Sorry,’ fluisterde ik.
Hij fronste. ‘Sorry? Verdomme, Sadie.’
‘Ik wilde niet zo wegrennen.’
‘Oké…’ Blijkbaar vond hij mijn verontschuldiging onvoldoende. ‘Ik begrijp gewoon niet wat er gebeurde. Het ene moment gaat alles goed, heel erg goed zelfs, en het volgende moment duw je me opzij en ga je ervandoor?’ Hij sloeg zijn armen over elkaar.
Ik voelde rode vlekken in mijn nek en gezicht branden.
‘Heb je ooit van orgasmofobie gehoord?’
Hij maakte een grommend geluid en keek me boos aan.
Ik zuchtte. ‘Ik raakte wat geagiteerd, nou goed?’
‘Geagiteerd?’
‘Ja.’ Ik staarde naar mijn vingernagels om zijn blik te vermijden.
Hij hield zijn hoofd schuin. ‘Geagiteerd? Wat betekent dat?’
‘Het betekent van streek of in de war.’
Hij liet zijn armen langs zijn zij vallen alsof hij niet precies wist wat hij ermee moest doen. Hij zuchtte diep. ‘Ik weet heus wel wat het wóórd betekent, maar ik weet niet wat je ermee bedoelt. Waarom was jíj geagiteerd?’
Ik beet op mijn lip.
Hij balde zijn vuisten. De frustratie straalde van zijn gezicht af. ‘Luister, ik wil niet vervelend zijn, maar ik snap gewoon niet wat ik nu weer gedaan heb om je van streek te maken.’
Verbazing schoot door me heen. Dacht hij dat? Dat het zijn schuld was? ‘Je hebt niks verkeerd gedaan.’
‘Waarom ging je dan weg?’ Zijn stem kraakte van ergernis.
‘Omdat ik bang werd!’ flapte ik eruit.
En daar was hij dan. De akelige waarheid die ik zo hard probeerde te vermijden. Ik voelde me zo sterk tot hem aangetrokken dat het overweldigend was. En ik wilde nooit meer iemand zoveel macht over mij geven, niet na wat er met Richard was gebeurd.
Des wreef over zijn kin en ademde langzaam uit. ‘Ik ben de grote boze wolf niet, Sadie.’
‘Weet ik.’ Ergens diep verborgen in mijn sterk verwaarloosde verstand wist ik dat heus wel. ‘Maar gewoonlijk ben ik nooit zo… spontaan. En zo… ontvankelijk.’
Ik zag zijn mondhoeken trekken.
‘Ik had dit gewoon niet verwacht, denk ik,’ mompelde ik.
Hij liep naar de bank, ging zitten en haalde beide handen door zijn haar. Na een lange stilte vroeg hij: ‘Hoe lang ben je nu gescheiden?’
‘Ongeveer een jaar.’ Dertien maanden en twintig dagen om precies te zijn.
Hij keek me nog een tijdje aan en klopte toen naast zich op de bank. ‘Het wordt gemakkelijker.’
Ik ging naast hem zitten, wederom verbaasd over zijn geduld.
Blijkbaar had hij Hoe leer je daten met een volslagen idioot gelezen terwijl ik bezig was in Hoe leert een volslagen idioot daten. ‘Ik hoop dat je gelijk hebt. Want ik vind je echt leuk. Maar je brengt me nogal in verwarring.’
Zijn gezicht ontspande enigszins. ‘Jij mij ook. Dus wat gaan we daaraan doen?’
Dit was het moment waarop ik er een waardig einde aan kon breien. Ik kon zeggen: Heel erg bedankt, maar ik ben nog niet klaar voor jou. Of ik kon blijven en afwachten wat er zou gaan gebeuren.
‘Misschien kunnen we het wat rustiger aan doen? Ik bedoel op fysiek gebied. Zouden we dat kunnen proberen?’ vroeg ik.
‘Oké,’ antwoordde hij knikkend en hij leunde achterover op de bank.
‘Echt?’ Ik was aangenaam verrast. Richard zou… O, wat deed het er ook toe wat Richard zou hebben gedaan?
Des schonk me voor het eerst sinds ik terug was gekomen een oprechte glimlach. ‘Natuurlijk kunnen we het rustig aan doen, Sadie. Ik ken niet zoveel mensen in Bell Harbor en ik vind het leuk om wat gezelschap te hebben, met of zonder secundaire voorwaarden.’
Gezelschap? Dat kon geregeld worden. En over die voorwaarden zou ik later wel een beslissing nemen. Of niet. Het leek erop dat ik de touwtjes in handen had.
‘Oké,’ zei ik.
‘Oké.’ Hij knikte.
Even koesterden we ons in de gloed van de overeenkomst om geen seks te hebben, maar toen dat al snel ongemakkelijk werd, wreef Des in zijn handen en zei: ‘Heb je zin in een filmpje?’
Was dat wat seksloze stellen deden? Ik vermoedde van wel en zei: ‘Ja hoor.’
We installeerden ons op de comfortabele bank met hapjes en drankjes en een of andere mannenfilm met veel geschiet en nodeloos geweld. De verhaallijn interesseerde me niet, maar ik vond het wel lekker om tegen Des aan te kruipen. Hij zat aan de kant van de bank met de chaise longue en had zijn benen recht vooruit gestrekt. Ik lag opgekruld aan de andere kant en leunde tegen hem aan. Na een tijdje durfde ik zelfs mijn hoofd op zijn schouder te laten rusten en sloeg hij zijn arm om me heen. Wat een dag. Ik was kapot.
Opeens werd ik gedesoriënteerd wakker van mijn eigen gesnurk. Het duurde even voordat ik besefte dat we allebei in slaap waren gevallen. De film was afgelopen. Des had zijn arm om zijn hoofd geslagen en lag met zijn gezicht in het holletje van zijn elleboog. Mijn arm lag over hem heen en mijn hoofd rustte stevig op zijn buik, vlak bij zijn schoot. Ik richtte me een beetje op en zag een donkere, ronde vlek op zijn T-shirt van (o god!) mijn eigen kwijl! Ik was in slaap gevallen en had op zijn buik gekwijld. Verdorie! Ik veegde mijn mond af met de rug van mijn hand en vroeg me af welk advies Lieve Mona nu zou geven.
Ik bekeek het gezicht van Des dat ontspannen was in zijn slaap. Hij had bijna pruilende lippen, snufte en zuchtte een beetje. Hopelijk had hij een droom waarin ik de hoofdrol speelde. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om hem eens goed te bestuderen. Hij was prachtig. En ik wist dat hij zou lachen en een grapje zou maken als hij de kwijlvlek op zijn T-shirt zou zien. Want zo was hij gewoon. Hoe raar ik me ook gedroeg; hij deed alsof het doodnormaal was.
Mijn hart zwol op toen ik besefte dat zijn charme en aantrekkingskracht niet het product van mijn eenzame verbeelding waren. Misschien was hij niet de zoveelste eikel die zich voordeed als een goeie vent. Misschien wás hij wel een goeie vent. Ze bestonden echt! En het lot had er één op mijn pad gebracht. (Wat stond me nog meer te wachten? Eenhoorns?)
Vervolgens realiseerde ik me nóg iets heerlijks, iets wat nog aanlokkelijker was dan het vorige. Zelfs als dit alleen een kortstondige affaire zou worden, zelfs als ik aan het eind van de zomer terug naar Glenville zou gaan en Des een nieuwe werkplek in Buiten-Mongolië aannam, dan nóg wilde ik dit. Ik wilde hem. We hadden het hier en nu en dat was genoeg. Dody zei altijd dat het leven te kort was om geen plezier te hebben. Mijn kinderen zouden over 96 uur thuiskomen, dus als ik het onderste uit de kan wilde halen, moest ik nu maar eens spijkers met koppen gaan slaan.
Ik leunde over hem heen en kuste hem lichtjes op zijn mond, waardoor hij wakker werd.
Hij knipperde en probeerde te focussen. ‘Sadie?’
‘Ik heb me bedacht,’ fluisterde ik, hopend dat het verleidelijk klonk.
‘Wat?’ Hij sliep nog half.
Ik kuste hem nog een keer. ‘Ik ben niet bang. Laten we de secundaire voorwaarden toevoegen.’
Ik trok de zoom van zijn T-shirt iets omhoog om duidelijk te maken wat ik bedoelde (en tegelijkertijd heel handig de kwijlvlek te verbergen).
Hij begreep wat ik bedoelde en legde zijn hand over mijn pols. ‘Het hoeft niet, Sadie. Ik vind het zo ook gezellig.’
‘Wil je het niet?’
‘Echt wel,’ zei hij met een hese stem.
Mijn ogen gleden langzaam langs zijn lichaam naar beneden en weer omhoog. ‘Ik ook. Ik weet het zeker.’
Hij staarde me aan en zijn ogen werden donker. Toen zuchtte hij alsof hij al heel lang zijn adem had ingehouden. Zijn hand gleed langs mijn arm omhoog en pakte de achterkant van mijn nek. Hij trok me naar zich toe en hoewel ik de extra aansporing niet nodig had, vond ik het fijn. Ik kuste hem vurig en hij lachte diep in zijn keel. Ik glimlachte met mijn lippen op de zijne, streek met mijn hand over zijn buik en voelde hoe zijn spieren trilden. Mijn vingers smolten bijna door de warmte van zijn huid. Ik voelde nog verder onder zijn T-shirt, streelde, onderzocht en kuste hem tot hij een geluid van verrukte frustratie maakte en overeind kwam om me stevig te omarmen.
Redelijkheid maakte plaats voor pure noodzaak en ik trok zijn shirt over zijn hoofd. Hij duwde de bandjes van mijn zomerjurk opzij. Ik had maar heel even de tijd om dankbaar te zijn dat ik mijn kanten beha aan had getrokken want voor ik het wist had hij de sluiting al los en vloog de beha door de kamer. Ik lachte, opnieuw zenuwachtig en verlegen, totdat hij mijn gezicht pakte en omhoog naar het zijne keerde.
‘Je bent mooi, Sadie,’ fluisterde hij.
En op dat moment geloofde ik hem.