11

Tijdens het korte ritje naar het restaurant probeerde ik er niet aan te denken dat de wind mijn zorgvuldig gekapte haar verpestte. In plaats daarvan koos ik ervoor te genieten van het feit dat Des het portier van de auto voor me had opengehouden. Richard had nooit deuren voor me opengehouden, zelfs niet toen ik hoogzwanger was. Hij zat zich toen alleen maar op te winden over het feit dat mijn vliezen weleens konden breken in zijn nieuwe Lexus. Ik schudde mijn hoofd. Niet aan Richard denken vanavond. Ik had een date. Een heuse, echte date met iemand die me kende en desondanks met me uit wilde.

Des parkeerde de auto op de hoek van Chic en Pittoresk; een gedeelte van Bell Harbor dat zo ouderwets was dat het bijna zwart-wit leek. Oude gebouwen stonden langs een schaduwrijke, met kinderkopjes geplaveide boulevard. Hij stapte uit en terwijl ik me afvroeg of hij weer het portier voor me open zou houden, trok ik aan de zoom van mijn jurk. Vervolgens deed ik alsof ik wat zat te prutsen met de gesp van mijn schoen om tijd te rekken en zag hem toen inderdaad naar mijn kant van de auto lopen. Hoe hoffelijk! Als er een regenplas op de stoep lag, zou hij dan ook zijn cape eroverheen gooien? O, wacht. Hij droeg helemaal geen cape. Maakt niet uit, ik moest toch glimlachen bij de gedachte.

‘Waarom lach je?’ vroeg hij.

‘O niets. Ik ben gewoon blij dat we zo’n goed parkeerplekje hebben gevonden.’

Hij keek de vrijwel autoloze straat in. ‘Hmm.’

Zijn sportieve BMW was een laag model en ik moest zo ongeveer steltlopen op mijn nieuwe, geile stiletto’s, waardoor uitstappen een halsbrekende toer werd. Het was ontzettend dom van me geweest om mijn schoenen te laten uitkiezen door een homo die instappers met kwastjes droeg.

Toen pakte Des mijn hand en hielp me uit de auto.

Godsamme! Wat een briljant idee van Fontaine om mij deze schoenen aan te smeren!

Door Des’ onschuldige aanraking schoot er een rilling door me heen. Zijn greep was teder maar sterk, met een precies hard genoeg kneepje, en toen we naar het restaurant liepen liet hij mijn hand niet los. Ik onderdrukte een meisjesachtig gegiechel en moest me inhouden om niet met onze armen heen en weer te gaan zwaaien. Richard hield er niet van om hand in hand te lopen, dat vond hij benauwend. Verdorie, niet meer aan Richard denken! We liepen voorbij een artistiek boetiekje met grote, volle bloempotten bij de deur en kwamen langs de bistro waar ik met Fontaine en Kyle had geluncht. Ertegenover zaten een vliegerwinkel, een snoepwinkel en een ouderwetse ijssalon met rood-wit gestreepte markiezen. De stoep waar we op liepen, was brandschoon, om de zoveel meter stond er een bankje dat eruitzag als een oud wagenwiel en alle vogeltjes in de bomen floten de negende symfonie van Beethoven. Oké, misschien verbeeldde ik me dat laatste.

‘Wat dacht je van sushi?’ vroeg Des en hij wees naar een restaurant een eindje verderop met een stenen draak naast de deur. ‘Een collega zei dat dat een goede tent is.’

‘Lekker,’ antwoordde ik zonder toe te geven dat ik nog nooit sushi had gegeten. Richards brede scala aan vooroordelen besloeg zelfs restaurants met buitenlandse termen op het menu, waardoor Aziatische, Indiase en ook een paar Italiaanse restaurants afvielen.

We staken over, nog steeds hand in hand, en gingen naar binnen. Het was een elegant restaurant, met een barokke stenen fontein in het midden en een wand van hoge ramen met uitzicht op het meer. Het was prachtig en sereen, en zo chic dat er niet eens een afhaalloket was.

Een slanke gazelle met schitterend dik haar kwam naar ons toe en knipperde met haar reeënwimpers naar Des.

‘Goedenavond. Welkom bij Matsusaka’s. Ik ben uw gastvrouw, Eliza.’ Ze boog haar hoofd.

Ik voelde me tegelijkertijd onzichtbaar en reusachtig en plukte wat aan de halslijn van mijn jurk.

‘Dank u,’ antwoordde Des. ‘We willen graag een tafeltje bij het raam, alstublieft.’

‘Maar natuurlijk. Hebt u gereserveerd?’ Ze bekeek hem op een sensuele manier en ik hoorde de verborgen boodschap in haar stem. Ze zei dan wel ‘gereserveerd’, maar ze bedoelde eigenlijk: Dump die reuzin in de rode jurk, dan zie ik je zo bij de garderobe.

Hij knikte. ‘Jazeker. McKnight. Voor twee personen.’

‘Goed, volgt u mij maar.’

Des legde zijn hand onder op mijn rug en gebaarde dat ik hem voor moest gaan. Dat zou betekenen dat ik naast haar zou lopen en eerlijk gezegd wist ik niet of ik wel wilde dat hij haar en mijn kont tegelijkertijd kon bekijken. Ik zou er niet zo best bij afsteken.

De elegante Eliza leidde ons naar een knus tafeltje in de hoek. Hij schoof mijn stoel aan, waarmee hij weer een punt scoorde en ik even niet meer aan die slanke den van een gastvrouw dacht.

‘Ik hoop dat u een prettige avond bij ons zult hebben.’ Haar stem klonk kalm en hypnotiserend en ik vergaf het haar een klein beetje dat ze zo openlijk had zitten azen op mijn date. Even later verscheen een serveerster die ons de in leer gebonden menu’s gaf. Alweer zo’n ranke, zwartharige schoonheid met pronte borsten en een wespentaille. Waar haalden ze die toch vandaan? Uit een lingeriecatalogus?

Ik beet op mijn lip en vervloekte mezelf in stilte. Richard had altijd heel vervelend met de serveersters zitten flirten en beweerde dan dat hij dat deed om een betere service te krijgen. Ik heb nooit durven vragen over welke service hij het precies had. Maar Des schonk de dames geen speciale aandacht, dus gaf ik mezelf in gedachten een vermanende tik. Als ik toeliet dat mijn onzekerheid de overhand nam, zou ik deze avond verpesten voordat hij goed en wel begonnen was. Kom op, Sadie.

Des deed zijn zonnebril af en ik huiverde toen ik zijn blauwe oog weer zag. Het was niet meer zo gezwollen, maar nog steeds bont en blauw. Eigenlijk zag het er best stoer uit, maar toch voelde ik me er nog schuldig over.

‘Het spijt me dat ik die tafel in de hal verplaatst heb,’ zei ik.

Hij glimlachte. ‘Je krijgt nog wel de kans om het goed te maken.’

‘Ik dacht dat ik het al goedmaakte door met je uit eten te gaan?’

‘Het is een begin. Wil je iets drinken?’

Nadat ik even had nagedacht over zijn niet zo subtiele toespeling zei ik veel te enthousiast: ‘Ja!’

Des grinnikte en opende de wijnkaart. ‘Rood of wit?’

Vroeg hij dat aan míj? Richard vroeg nooit… Verdomme! Ik moest Richard echt uit mijn gedachten verbannen, al had ik er een exorcist bij nodig. ‘Beslis jij maar.’

Ik schoof heen en weer op mijn stoel en probeerde iets meer van mijn benen te bedekken met mijn rode jurk. Het was een vruchteloze poging, dus pakte ik mijn servet en legde dat als een dekentje over mijn knieën.

Des bestudeerde de wijnkaart, noemde wat feitjes over verschillende soorten druiven en koos uiteindelijk voor iets heel duurs. Ik durfde niet te zeggen dat dure wijn niet aan mij besteed was, omdat ik het net zo snel opdronk als het goedkope spul. Maar als hij zo nodig indruk op me wilde maken met zijn uitgebreide kennis over wijngaarden in Zuid-Frankrijk, dan vond ik dat best.

Nadat hij de wijn had besteld sloeg ik mijn menukaart open. De inhoud was heel cryptisch en op de California roll na, had ik geen idee wat het allemaal betekende. Sashimi klonk als een beweging die Dody maakte als ze haar badpak aantrok. Tempura was een soort matras, toch? En wat was miso in godsnaam?

‘Wat lijkt je lekker?’ vroeg Des.

‘Tjee,’ loog ik, ‘alles wel.’

De wijn arriveerde en ik nam al een grote slok toen Des net zijn glas hief om te toosten.

Ik slikte luidruchtig. ‘Oei. Sorry.’ Ik tikte zacht met mijn glas tegen het zijne. ‘Op…?’

Hij wachtte even, alsof hij zijn woorden zorgvuldig afwoog.

‘Op nieuwe vrienden.’

Die stomp in mijn maag voelde verdacht veel als teleurstelling. Wat had je dan gedacht dat hij zou zeggen? Op Sadie, met haar lekkere, sexy, alleenstaanden...? Ik glimlachte geforceerd en klonk mijn glas weer tegen het zijne. ‘Tuurlijk. Op nieuwe vrienden.’

De rest van de wijn sloeg ik snel achterover en ik begon te ontspannen. Harpmuziek vermengde zich met het geklater van de fontein. We kletsten gemakkelijk over normale dingen, zoals hoe mooi het restaurant was en dat het zulk lekker weer was geweest. Dit was helemaal niet zo moeilijk. Dit kon ik wel.

Ik pakte de menukaart weer op en mijn tijdelijke gemoedsrust verdween weer. Dit ging helemaal niet werken. Ik zou moeten opbiechten dat ik niks wist van Japans eten, anders bestelde ik per ongeluk octopus en zou ik het nog moeten opeten ook!

‘Ik moet je iets bekennen.’

Des liet voorzichtig zijn menukaart zakken. ‘Ja?’

‘Ik heb nog nooit sushi gegeten.’

‘Je hebt nog nooit sushi gegeten?’ Zijn goede oog werd groot.

‘Nee, ik heb nog nooit sushi gegeten.’

‘Hoe is het mogelijk? Of lust je het niet?’

‘Waarschijnlijk wel.’ Ik legde mijn menukaart neer. ‘Maar Richard had een hekel aan vis. En rijst. En Aziaten. En Mexicanen die eruitzien als Aziaten.’

Des nam een slokje wijn. ‘Klinkt als een toffe peer.’

‘Hij is heel uniek. Hoop ik.’

Des ging met zijn hand door zijn haar. ‘Wil je soms ergens anders heen?’

‘Nee, ik hou wel van vis en rijst. Ik weet alleen niet wat ik moet bestellen.’ Ik ging wat zachter praten. ‘En even voor de duidelijkheid: ik heb zelf niks tegen Aziaten en Mexicanen, hoor.’

Hij glimlachte. ‘Gelukkig maar.’

Toen begon hij me de fijne kneepjes van de Aziatische keuken uit te leggen. Wat wist hij toch ontzettend veel.

‘En we moeten er eigenlijk ook sake bij drinken. Maar pas op: het is heel sterk,’ waarschuwde hij.

‘Is dat niet zoiets als rijstwater?’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Vergis je niet. Er zit weinig smaak aan, maar het geeft een behoorlijke trap na.’

‘Klinkt net als mijn ex.’

Des grinnikte. ‘Ook als de mijne.’

De serveerster kwam terug en we bestelden. Des was vriendelijk tegen haar, maar helemaal niet flirterig. Ik ontspande me nog iets meer en nipte aan mijn tweede glas wijn. En toen, gewoon voor de lol, sloeg ik mijn armen over elkaar op de tafel en leunde voorover, waarbij ik min of meer mijn borsten erbovenop legde. Penny noemde dit altijd ‘je waren uitstallen’. Zij kon het als geen ander en elke keer als ze het deed, kreeg ze een drankje aangeboden door een of andere kerel.

Ze had natuurlijk wel grotere waren dan ik en ze was niet twee keer zwanger geweest. Toen ik me dit bedacht, ging ik meteen weer rechtop zitten. De sake werd gebracht in een klein aardewerken flesje samen met twee minikopjes. Het deed me denken aan het speelgoedservies van Paige. Des schonk een van de minikopjes tot de rand toe vol en gaf het aan mij, waarna hij er een voor zichzelf inschonk. Deze keer wachtte ik af of er getoost zou worden, en ja hoor, hij hief zijn hand weer.

‘Op nieuwe avonturen,’ zei hij.

Dat was iets bemoedigender. ‘Op nieuwe avonturen,’ antwoordde ik knikkend en goot het kopje moedig in één teug naar binnen. Het verraste me dat de sake warm was, en naarmate het verder zakte werd het nog heter. Ik keek verbaasd naar Des en zag hoe hij me zat aan te gapen met een al even verbaasde uitdrukking op zijn gezicht.

‘Wauw!’ sputterde ik.

Toen begon hij te lachen. ‘Je hoort het in kleine slokjes te drinken, Sadie. Het is geen shotje.’

Ik keek naar het kopje in mijn hand. ‘Niet? Weet je dat zeker?’

Hij lachte nog harder. ‘Honderd procent.’

‘O.’ De warme sake vermengde zich met gloeiende schaamte terwijl ik van top tot teen begon te blozen.

Hij schudde zijn hoofd en vulde mijn kopje opnieuw. ‘Kleine slokjes,’ zei hij weer.

Dus ik nam kleine slokjes, maar het was zo lekker dat ik nog steeds sneller dronk dan Des.

Terwijl we zaten te praten en genoten van onze drankjes kwamen er steeds meer gasten binnen. Vervolgens kwam het eten en ontdekte ik dat ik sushi al net zo lekker vond als sake. Tot zover verliep de avond behoorlijk goed en in gedachten gaf ik mezelf een schouderklopje. Ik was ofwel charmant en levendig van nature, of het kwam door de drank dat ik een soort superverleidster werd.

Ik vertelde grappige anekdotes over de kinderen totdat ik me herinnerde dat Fontaine me hiervoor had gewaarschuwd: ‘Niet de hele avond over je kinderen praten.’ Ik veranderde meteen van onderwerp.

‘Jij hebt toch drie zussen?’ Hij had al het een en ander over hen verteld, maar het leek me een prettig en veilig onderwerp. Bovendien: hoe meer hij praatte, hoe meer ik naar dat heerlijke accent van hem kon luisteren.

Hij knikte. ‘Ja. Bonnie, mijn oudste zus is kinderarts. Shannon is de lerares en Robin is conservator in een museum. Ik heb geen broers.’

‘Twee dokters in het gezin, dus. Interessant.’

Hij pakte behendig een stukje sushi met zijn stokjes.

‘Bonnie en ik waren altijd al behoorlijk competitief ingesteld, dus toen zij naar Harvard ging kon ik dat niet op me laten zitten. Uiteindelijk heeft het voor ons allebei goed uitgepakt: omdat de rest van het gezin in Illinois zat, waren we wel genoodzaakt elkaar te steunen.’

‘Zijn jullie nog close?’

Hij at zijn mond leeg voordat hij begon te praten. Als ik van mezelf nog een vergelijking tussen hem en Richard had mogen maken, dan had ik opgemerkt dat mijn ex-man regelmatig met volle mond praatte en Des niet.

‘Ja, we zijn allemaal heel hecht,’ antwoordde Des uiteindelijk. ‘Ik ben de laatste jaren veel verhuisd, dus ik zie ze niet zo vaak, maar het is altijd fijn om naar huis te gaan.’

‘Waarom heb je besloten om zo’n loco tenen… Hoe heette het ook al weer?’ Ik nam nog een slokje sake.

‘Locum tenens.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Heel eerlijk gezegd wist ik na mijn scheiding niet zo goed wat ik moest doen. Chicago was thuis, maar ik moest er even tussenuit, weet je wel.’

Ik knikte en schonk nog eens bij.

‘Op dat moment had ik de banen voor het uitkiezen, maar geen een daarvan voelde goed. En ik wilde niet ergens heen gaan om maar ergens heen te gaan. Toen stelde een vriend van me voor om dit eens te proberen totdat ik een plek vond waar ik me thuis voelde.’

‘En heb je dat? Een plek gevonden waar je je thuis voelt, bedoel ik?’ Ik beet op mijn lip en hoopte dat hij ja zou zeggen, maar besefte tegelijkertijd dat mijn vraag een hoog ‘hartstikke Dody’-gehalte had.

Hij lachte raadselachtig en nam nog een slok wijn voordat hij antwoordde: ‘Sommige plekken hebben meer voordelen dan andere.’

Dat was niet bepaald de gloedvolle bekrachtiging waar ik op hoopte, maar toen knipoogde hij naar me en ontsnapte mijn adem met een klein zuchtje. Jeetje, wat was hij toch een lekker ding.

Het gesprek veranderde van onderwerp. Ik vertelde over mijn voorzichtige uitstapje naar het vak van professional organizer en hij was zo beleefd om te doen alsof dat interessant was. Terwijl we zaten te praten, probeerde ik na te doen hoe hij de eetstokjes hanteerde, maar dat ging me niet goed af. Ik bleef voornamelijk de sushi over mijn bord heen en weer schuiven en af en toe propte ik een stukje met mijn vingers in mijn mond als hij niet keek. Met het hanteren van het wijnglas had ik echter geen enkel probleem. Dat was gemakkelijk, dus bleef ik maar drinken.

Des praatte en ik zat me ondertussen te verwonderen over het feit dat ik een date had. Met hém. Die lange, knappe, donkere hém.

Maar hij was meer dan alleen maar aantrekkelijk. Hij was aardig en lief en grappig en schunnig. Hij lachte om mijn stomme grappen en vertelde zelf flauwe verhaaltjes over zijn studententijd en gekke dingen die bij de spoedeisende hulp gebeurden. Hij vroeg me naar mijn leven in Glenville en naar mijn jeugd en familie. Ik dronk nog wat wijn en zag opeens dat zijn neus lichtelijk scheef stond en dat het puntje een klein beetje bewoog als hij kauwde. Ik keek naar het kleine litteken bij zijn oog en vroeg me af hoe hij eraan kwam. Het stak bleek af bij de blauwe plekken. Technisch gezien waren dit kleine gebreken, maar ze maakten hem prachtig en onvervalst. Hij was niet langer dat mooie, gladde, anonieme wezen dat mij op het strand voorbij rende. Hij was Des.

En ik viel voor hem.

Ik schrok net zo van deze gedachte als ik van de warme sake was geschrokken, want ik hoorde helemaal niet voor iemand te vallen. Dat was niet handig, niet logisch en ook niet slim. En het lag ook niet in mijn planning. Toen hij naar zijn bord keek, nam ik nog een grote slok sake. Ik voelde een paniekaanval opkomen. Daar had ik er al een paar van gehad sinds ik Richard met de roodharige dame had betrapt, maar ik dacht dat het nu wel over zou zijn. Blijkbaar niet.

De ruimte begon te draaien. Het was warm met al die mensen om me heen. Ik keek weer naar Des in zijn gestreken overhemd met zijn gekamde haren en mijn paniek nam toe. Het werd me allemaal te veel. Híj was te veel. Des, wiens intense blik over me heen rolde als hete lava, die me liet sidderen tot op het bot. Ik was hier niet klaar voor.

Maar ik wist niet of ik het zelf nog in de hand had.

Het zoemende geluid van de mensen om me heen drong tot me door en het werd moeilijker om te horen wat hij zei. Niet dat ik echt luisterde, ik keek vooral naar zijn bewegende lippen. Het waren heerlijke lippen, vol maar niet té en de kuiltjes in zijn wangen werden dieper wanneer hij lachte.

In het kaarslicht glom Des als een bronzen vruchtbaarheidsbeeld. Hij nam een slok van zijn water en opeens wilde ik dat ík dat glas in die grote, stevige hand was. Of nog beter, dat ik het water was en mezelf in hem goot.

Wacht eens even.

Wat?

O… nee…

O shit!

Ik was straalbezopen.

Verdomme. Ik was ladderzat. ‘Mezelf in hem goot’? Wat betekende dat in godsnaam? Shit, shit, shit. Als ik dronken was, hoe moest ik dan in jezusnaam mijn kleine rode jurkje aanhouden?

Ik voelde volledige paniek opkomen.

Ik moest meer eten, en snel. Iets wat de drank kon opzuigen. Maar de eetstokjes lachten me uit en weigerden eten naar mijn mond te brengen.

Ik keek hulpeloos naar Des. Hij glimlachte terug, zich absoluut niet bewust van de alarmbellen in mijn hoofd. Hij moest ophouden zo naar me te kijken, alsof ik interessant en begeerlijk was, want ik was ver genoeg heen om hem te geloven. Ik was wazig en niet bij zinnen. Mijn hoofd en maag tolden in tegengestelde richtingen. Ik was echt heel erg dronken. En daarnaast was ik ook nog eens heel erg dronken.

Hij leunde voorover om iets te zeggen, vast en zeker iets ongepasts en verleidelijks. Zijn hand gleed over de tafel naar de mijne. Zo meteen zou hij vragen of ik met hem mee naar huis wilde. En ik zou ja zeggen.

Maar voordat hij begon te praten werd hij afgeleid door iets in zijn ooghoek. Hij ging abrupt rechtop zitten en liet zijn hand in zijn schoot vallen. Ik voelde een vlaag koude lucht en toen zag ik haar. Ze was lang, met witblond haar en volle pruillippen die in een verleidelijke glimlach waren opgekruld. Terwijl ze op ons tafeltje af slenterde, deed haar strakke zwarte jurk datgene waar strakke zwarte jurken zo goed in zijn. Des schoof heen en weer op zijn stoel. Ik zag hoe hij bloosde en het kraagje van zijn overhemd rechttrok.

‘Goh, Des. Wat een verrassing. Probeer je me te ontlopen? Wat is er met je oog gebeurd?’

Hij stond op en ze duwde zichzelf tegen hem aan en kuste de lucht naast zijn oren.

Hij leunde achteruit. ‘Lang verhaal. En nee, ik was je niet aan het ontlopen, ik heb gewoon geen tijd gehad om je terug te bellen.’

‘Wat jammer nou. Je weet toch dat mijn aanbod niet eeuwig geldig is?’

De koude vinger van de realiteit porde me op een heel onaangename manier. Dit was net als met Richard. De lichaamstaal van de vrouw schreeuwde praktisch uit dat ze minnaars waren geweest. En als dat niet zo was, dan wilde zij dat het wel zo was. Ze was oogverblindend. Ik daarentegen, had twee kinderen, een litteken van een keizersnee en 104 kilo aan ex-man in mijn rugzakje. Waarom zou Des geïnteresseerd zijn in een vrouw zoals ik als hij een vrouw zoals zij kon krijgen? Waarschijnlijk was hij dus ook niet in mij geïnteresseerd en had ik me vergist. Ik goot nog een kopje sake naar binnen en liet het door mijn lijf heen branden.

Des glimlachte. ‘Ik ben het heus niet vergeten, maar het lijkt me nu niet het moment om het daarover te hebben.’ Hij keek naar mij en ik sloeg mijn armen over elkaar en staarde terug in de hoop er eerder verveeld dan moedeloos uit te zien.

‘O, ik snap het. En wie is dit?’ Ze stak een gemanicuurde hand uit. ‘Hallo, ik ben Reilly Sommers.’

Onwillig schudde ik die klauw van haar en voordat ik me kon voorstellen zei Des: ‘Dit is mijn buurvrouw, Reilly. Zoals je ziet zijn we nog aan het eten, dus als je ons wilt excuseren? We spreken elkaar later wel.’

Buurvrouw? Noemde hij me nou een buurvrouw? Niet zijn date, niet eens een vriendin. Jezus, ik was niet eens een kennis! Ik was iemand bij wie je een kopje suiker leende. Mijn angst werd bevestigd: hij was niet geïnteresseerd. De sake wervelde in mijn maag en kwam bijna terug op tafel.

‘Natuurlijk. Sorry dat ik stoorde. Maar vergeet niet te bellen, Des. We moeten echt een keer praten.’

Hij knikte. ‘Ik bel je gauw. Beloofd.’

Ze gleed weg en ik vroeg me af of ze überhaupt iets aanhad onder die jurk.

Des plofte terug in zijn stoel.

‘Sorry daarvoor. Waar waren we?’ Zijn opgewekte glimlach bereikte zijn ogen niet helemaal. Ik overwoog hem nog een blauw oog te geven.

Waar waren we? We waren net bij dat stukje waarin je mij je buurvrouw noemde.

Ik glimlachte geforceerd terug. ‘Ik denk dat we op het punt stonden te vertrekken, of niet?’

Zijn gezicht betrok. ‘Trek je alsjeblieft niks van haar aan. Ik wilde je wel voorstellen, maar…’

‘Geeft niks,’ onderbrak ik hem. ‘We zijn gewoon buren. Het maakt niet uit.’

Hoe vaak had Richard dat niet gezegd: trek het je niet aan. Alsof mijn boosheid over zijn gedrag het probleem was.

Maar ik zou niet boos worden op Des, in elk geval niet zo dat hij het kon zien. Het was aardig van hem om me mee uit eten te nemen. Hij had waarschijnlijk medelijden met me gehad; die zielige, eenzame, gescheiden vrouw met die gekke tante. Wedden dat zij dit geregeld had? O god, waarschijnlijk wel! Typisch Dody. Ik nam nog een slok wijn en liet me overspoelen door de kolkende kracht ervan. Ik was al behoorlijk ver heen, maar nu wilde ik echt tot het gaatje gaan.

Hij zuchtte. ‘Wil je koffie?’

Onze gastvrouw kwam als een topmodel voorbij geparadeerd en ik wilde dat ik er zo uitzag als zij.

‘Sadie?’ vroeg Des.

‘Wat?’ zei ik bitser dan de bedoeling was.

‘Wil je soms koffie?’

Koffie? Echt niet! Ik wilde mijn hoofd in een vissenkom vol sake steken en mezelf helemaal een delirium zuipen. Maar dat was misschien onbeleefd, dus zei ik: ‘Ja, laten we koffie bestellen.’ En ik zwaaide met mijn hand alsof ik een toverstafje vast had waarmee ik (poef!) koffie tevoorschijn toverde.

Des gebaarde naar de serveerster. Zo kon het ook.

Hij begon iets te vertellen over Bell Harbor, maar ik snapte er niks van. Misschien was hij ook dronken. Misschien was hij daarom zo vaag. Waar had hij het over? Nieuwe opdrachten? Uiteindelijk hield hij zijn mond en de stilte verpletterde me, evenals het laatste beetje hoop dat hij mij leuk vond.

Gewoon een buurvrouw? Rot toch op.

Waarom was ik zo naïef geweest? Natuurlijk was hij niet in mij geïnteresseerd. Had hij niet laten doorschemeren dat hij zou vertrekken zodra hij een beter aanbod kreeg? Ik had mezelf voorgehouden dat deze avond het begin van iets moois kon zijn. Maar ik had het mis. Voor de zoveelste keer.

‘Hoi, Des. Hoi, Sade.’ Het was de stem van Jasper. Het klonk ver weg, maar opeens stond hij vlak naast ons. Verdomme. Was iedereen vanavond hier?

Des antwoordde kortaf. ‘Jasper. Hoi. Wat doe jij hier?’

‘Even kijken hoe de concurrerende restaurants het doen,’ antwoordde hij. ‘Beth is naar de wc.’ Hij keek naar mij. ‘Sadie? Wat is er?’

Dat was de druppel. Ik barstte in tranen uit.

‘Hé! Wat krijgen we nou? Jemig, Des. Wat heb je met haar gedaan?’

Ik kon zijn antwoord niet verstaan omdat ik nog harder ging huilen en schonk mezelf nog een kopje sake in. Maar Des wurmde het uit mijn hand. Ik liet het afpakken en greep in plaats daarvan naar mijn wijn en leunde achterover. Vreemd, dat ik de kermis in mijn hoofd had terwijl ik helemaal niet in een draaimolen was geweest. Jasper zei iets, maar het klonk vervormd en onzinnig dus negeerde ik het maar. Wat wist hij nou helemaal? Die domme, naïeve Jasper die wilde trouwen. Wat een sukkel. Op een dag zou hij ook weer bij Dody intrekken, met zijn kinderen. Net als ik. Hij praatte nog even met Des, fronste naar mij en liep toen weg.

Des stond op, liep om de tafel heen en begon mijn stoel naar achteren te trekken, wat superonbeleefd was, want ik was nog niet klaar met mijn wijn.

‘Laten we gaan, Sadie,’ zei hij en hij trok me bij mijn schouders omhoog.

Terwijl we door de entree van het restaurant liepen, voelde het net alsof schorpioenen mijn voeten aanvielen. Ik probeerde ze weg te trappen maar toen zag ik de satijnen martelwerktuigen die Fontaine me aan had gepraat. Die kloteschoenen. Ik deed ze uit en liep op blote voeten naar de auto. Vervolgens hoorde ik de zoef van dure lederen stoelbekleding die werd samengeperst. Ik huilde niet meer, maar voelde nog wel de koude sporen over mijn wangen toen Des de auto startte. Het enige wat ik nog wilde was die stomme jurk uittrekken en in mijn bobbelige bed kruipen.

Even later reden we Dody’s oprit op en zette Des de motor af. Hij keerde zich naar me toe alsof hij iets wilde zeggen maar ik deed het portier al open en klom eruit, sjorrend aan mijn zoom. God wat haatte ik die jurk.

Zijn portier ging open en weer dicht.

‘Sadie,’ riep hij me na.

Ik draaide me met tegenzin om.

Hij strekte zijn arm en ik zag mijn schoenen aan zijn vinger bungelen.

Shit, ik had ze in de auto laten liggen. Maar ik kon wel zonder die dingen. Ik zou ze toch niet meer nodig hebben. Hoewel, misschien wilde Dody ze hebben voor haar salsales.

Ik liep behoedzaam op hem af en voelde de steentjes onder mijn voeten prikken.

Hij glimlachte, de rotzak.

Toen ik naar mijn schoenen greep, verplaatste hij zijn hand zodat ik dichterbij moest komen. Voorzichtig nam ik nog een stap en reikte weer naar mijn schoenen. Elke keer dat ik het probeerde, verplaatste hij zijn hand. Had hij niet door hoe gemeen het was om een dronken dame te pesten met mooie schoenen? Ik stampte gefrustreerd met een voet en verkrampte toen het grind in mijn voetzool sneed. En in mijn ziel.

‘Au,’ zei ik pissig.

Hij grinnikte en gaf me eindelijk mijn schoenen. Vervolgens draaide hij me bij mijn schouders om en stuurde me naar de voordeur.

‘Komt het wel goed?’ vroeg hij.

‘Uitstekelbaars.’

‘Oké. Ga maar meteen naar bed, Sadie.’

Hij stapte in zijn auto en reed weg.