3

Ik gooide mijn mobieltje in de stoel naast me en stelde de blowers zo in dat de airco op de hoogste stand recht in mijn verhitte gezicht blies. Fel voegde ik de auto weer tussen het verkeer nadat ik hem aan de kant had gezet om een sms van Richard te lezen. Hoe was het toch mogelijk dat die vent me zo pissig kon maken met minder dan honderdveertig tekens? Ik was onderweg naar Glenville om de kinderen bij hem langs te brengen voor een kort bezoekje. Paige en Jordan zaten op de achterbank te bespreken of ‘de poep in de plee ook naar de goudvissenhemel ging’ en ik zat achter het stuur te koken van woede vanwege het berichtje van hun vader.

In zijn sms stond: Wordt later. Breng kinderen naar kantoor. Natuurlijk werd het later. Natuurlijk dacht hij dat ik de kinderen wel naar zijn kantoor kon brengen in plaats van naar zijn appartement. Het kon hem niks schelen dat zijn kantoor midden in het centrum van Glenville stond waar de verkeerschaos op zijn ergst was. En waar de roodharige echtbreekster achter de balie zat.

Ik vond het verschrikkelijk om het gebouw van Kanaal 7 binnen te gaan. Ik zou zweren dat al zijn collega’s spottend naar me keken en in hun telefoon gingen fluisteren zodra ik daar een voet over de drempel zette. Ze waren gehersenspoeld door zijn charme en dachten blijkbaar dat die fratsen van hem geen kwaad konden. Dat het gewoon kwajongensgedrag was, of in elk geval niet iets om voor te gaan scheiden. Ik had gehoord dat ze de kopieerkamer een nieuwe naam hadden gegeven na die beruchte borrel; hij stond nu bekend als de Copulatiekamer.

Ik greep het stuur steviger vast en reed de stad in. Een tiental ziedende kilometers verder was ik eindelijk op de plaats van bestemming. Ik parkeerde op de oprit naast het gebouw van Kanaal 7 en belde Richard. Hij mocht zijn kinderen komen halen, want ik ging echt niet naar binnen.

‘Hallo schoonheid,’ klonk het poeslief door de telefoon.

Ik slikte mijn eerste reactie in en het smaakte net zo vuil als het zou hebben geklonken. ‘Zo hoor je me niet te noemen.’

‘Weet ik, maar je bent zo mooi dat ik er niks aan kan doen.’

‘Nou, je doet je best maar want we zijn gescheiden, weet je nog wel?’

Er zat geen humor in zijn gegrinnik, het klonk eerder als een seriemoordenaar die een plannetje aan het smeden was.

‘Hoe zou ik dat kunnen vergeten?’ vroeg Richard. ‘Ik denk er elke keer aan wanneer ik weer een vette aflossing betaal van de hypotheek op een huis waar ik niet eens in mag. En waar jij niet eens woont.’

‘Daar had je dan maar aan moeten denken voordat je het weermeisje neukte.’

Hij was even stil, alsof hij daarover na moest denken. ‘Een weermeisje heb ik nog niet gehad.’

Ik haalde diep adem en wilde dat ik mijn herinneringen aan hem ermee weg kon blazen. ‘Hoe dan ook. We staan buiten. Kom de kinderen maar halen.’

‘Zijn jullie er? Fantastisch! Breng ze maar naar binnen.’ Er klonk oprecht enthousiasme in zijn stem, waardoor mijn woede enigszins afzwakte.

‘Nee, jij moet naar buiten komen om ze op te halen.’

Ondanks ons verleden vol vijandigheden kon Richard nog altijd behoorlijk overredend zijn. Als ik hem ook maar een centimeter ruimte gaf, haalde hij me zo weer over om voor hem te koken en zijn voeten te masseren, nog voordat ik tijd had om ‘Rot op, eikel’ te zeggen.

‘Ik zit op een telefoontje te wachten. Kunnen jullie alsjeblieft binnenkomen?’ Hij begon te jengelen, wat betekende dat hij loog. Of eigenlijk wist ik al dat hij loog zodra hij zijn mond opendeed.

‘Nee. Kom ze maar halen.’

Zijn gezucht was een schoolvoorbeeld van aanstelleritis. ‘Nou, goed dan!’

Een paar minuten later kwam hij de deur uitlopen met een brede glimlach op zijn gezicht voor Paige en Jordan. Ik hapte naar adem toen ik hem zag. Hij was gebruind en zijn blonde haar was lichter dan ik het ooit had gezien, waardoor zijn bruine ogen nog dieper en donkerder leken. Die ogen deden me altijd denken aan chocolade, iets waar ik ook gek op was geweest, maar voor mijn eigen bestwil mee was gestopt.

‘Hé jongens! Kom op, geef je pa eens een knuffel!’ Hij spreidde zijn armen wijduit.

Ik hielp ze uit de auto en ze renden op hem af als puppy’s die een koekje kregen. Mijn hart draaide om. Ik smolt nog steeds als ik Richard met de kinderen zag. Het herinnerde me aan alle redenen waarom ik ooit voor hem was gevallen. Maar hij was mijn Kryptonite, ik moest hier wegwezen, en snel. Ik trok de weekendtassen uit de suv en gooide ze zowat naar Richard.

‘Hier zijn hun spullen. Waar moet ik ze oppikken?’

‘Wat dacht je van het pannenkoekenhuis om negen uur? Dan kunnen we samen ontbijten.’ Hij klonk hoopvol, de idioot.

Op zaterdagochtend naar het pannenkoekenhuis gaan, was ons gezinsritueel geweest. Hij was te dom om door te hebben hoe pijnlijk dit was en te koppig om toe te geven dat onze levens drastisch veranderd waren.

‘Nee, het is jouw tijd met hen.’ Ik voelde hoe mijn lippen zich samen knepen tot een preuts, dun ouwevrijsters streepje.

Richard leunde naar me toe en fluisterde: ‘Mijn therapeut zegt dat we gezellige dingen moeten doen als gezin. Voor de kinderen.’

Heel even voelde ik wroeging. Misschien was hij toch niet zo dom. Misschien wilde hij dat ritueel in stand houden voor de kinderen.

‘Je therapeut?’ vroeg ik.

‘Ja, nou ja, ze is niet echt mijn therapeut. Meer een vriendin,’ zei hij schouderophalend.

Het optimisme dat even was opgefladderd, veranderde onmiddellijk in de zure zekerheid dat hij het met die dame deed.

‘Ik sla dat ontbijt wel over.’

Richard schudde zijn hoofd en pakte de tassen van de kinderen op. ‘Zelf weten. Kom mee, jongens.’

Ik drong me naar voren om Paige een kus op haar wang te geven en voelde nu al dat ik ze vreselijk ging missen. Jordan stond buiten mijn bereik en klampte zich vast aan Richards hand. Hij keek me niet eens aan. Ze waren zo opgetogen dat ze hun vader weer zagen dat ik onzichtbaar was.

‘Oké, nou, veel plezier dan,’ riep ik hen na. Niemand draaide zich om.

Tijdens de rit naar Glenville had ik me zorgen gemaakt dat mijn kinderen me te veel zouden missen dit weekend. Maar nu was ik bang dat ze me helemaal niet zouden missen.

 

Ik kroop weer achter het stuur in de wetenschap dat nu het obligate bezoekje aan mijn moeder op het programma stond. Daar werd ik niet bepaald vrolijker van. Ik had haar niet verteld dat ik naar de stad zou komen, maar door een of ander zesde zintuig ontdekte ze altijd alles wat ik voor haar verborgen wilde houden. Als ik niet bij haar langsging dan zwaaide er wat. Dan had ze weer iets om toe te voegen aan de lijst van mijn tekortkomingen.

Ze had me de scheiding nog niet vergeven. Iets wat ik maar niet kon bevatten, aangezien zij zonder enige wroeging van mijn vader was gescheiden toen ik elf was. Penny en ik waren thuisgekomen van een nachtje logeren bij een nichtje en ontdekten dat hij weg was. Geen briefje. Geen telefoontje. Mijn moeder vertelde alleen maar dat ze gezegd had dat hij weg moest gaan. Niemand heeft ons ooit verteld dat er een andere vrouw in het spel was, maar alles wees in die richting.

Een jaar later hertrouwde hij en ik zag hem nog maar een keer of tien voordat hij doodging. Dat was nu vijftien jaar geleden. Uiteindelijk werd de constante pijn van het gemis een soort achtergrondgeluid dat ik nog amper opmerkte; een altijd aanwezig gezoem dat niet hard genoeg was om storend te zijn tenzij ik er speciaal op lette. Zoals toen ik ging trouwen en niemand met mij naar het altaar kon lopen, of toen mijn kinderen geboren werden.

Toen ik bij mijn moeder aankwam, klopte ik zachtjes op de hordeur, ook al kon ik haar in de keuken zien staan. ‘Dag mam.’ Ik ging naar binnen en veegde automatisch mijn voeten op de deurmat.

Ze droeg een spierwit tennistenue en haar steile, zwarte haar zat in een lage paardenstaart met een stijlvolle speld. De ijsblokjes tinkelden in haar thee toen ze het glas neerzette.

‘Sadie, wat een verrassing.’ Ze maakte geen aanstalten om me te omhelzen. Helene Harper vond het ordinair om genegenheid te tonen.

‘Ik heb de kinderen net bij Richard gedropt. Ik vroeg me af of je misschien samen wilde eten, of morgen lunchen of zo.’

‘Je had even moeten bellen. Ik heb morgen dat museumgala. Ik ben immers de voorzitter.’

‘Is dat gala morgen?’ Ik streek een verdwaalde lok van mijn eigen donkerbruine haar naar achteren. Mensen zeiden dat ik op haar leek, maar behalve de donkere haarkleur zag ik geen enkele overeenkomst.

‘Nee, dat zul je wel niet onthouden hebben als je het niet belangrijk vindt.’

Eén-nul, mam.

‘Wie houdt er dit jaar een praatje?’ Ik wist dat mijn geveinsde interesse niet zou goedpraten dat ik het vergeten was, we speelden dit spelletje immers al langer dan vandaag. Ik leunde tegen het aanrecht.

‘Een geschiedkundige,’ zei ze snuivend, waarmee ze haar afkeur aangaf. ‘Zonder de connecties van Richard was het vreselijk moeilijk om een interessante spreker te vinden. Rechtop staan, Sadie.’

Ik ging al rechter op staan, maar bedacht me en hield me in. ‘Maar mam, je speelt golf met de vrouw van de burgemeester, Richard is heus niet je enige connectie.’

‘Ben je gekomen om brutaal te doen?’ Ze nam een slokje van haar ijsthee en bood mij heel uitdrukkelijk niks aan.

‘Nee, natuurlijk niet. Sorry,’ zei ik terwijl ik overduidelijk geen spijt had. ‘Dus je zit het hele weekend vol?’

‘Ja. Tenzij je nu met me wilt tennissen. Ik ben al te laat voor mijn cardioteam.’ Ze duwde een tiental gouden armbanden opzij om op haar horloge te kijken.

Ik zei maar niet dat ze een betere backhand zou hebben als ze die af zou doen.

‘Nee. Daar kan ik nog steeds niks van. Wat doet Penny vandaag?’

‘Dat moet je aan haar vragen.’

Dit was belachelijk: twee volwassen vrouwen die allebei niet durfden te zeggen wat ze eigenlijk wilden zeggen.

‘Hoe lang blijf je nog boos op me?’ flapte ik eruit.

Verdomme. Fontaines loslippigheid was besmettelijk.

Mijn moeder zette haar glas zo hard neer dat de thee eruit spatte. ‘Wat bedoel je daar nou weer mee?’

‘Volgens mij ben je nog steeds boos vanwege Richard.’

Ze zuchtte lang en diep. ‘Ik ben niet boos op je, Sadie. Ik vind alleen dat je nogal overhaast gescheiden bent. Richard ging één keer over de schreef en jij gooit meteen acht jaar huwelijk weg. En de kinderen zijn de dupe.’

Ergens in mijn onderbuik begon het te broeien en de hitte verspreidde zich over mijn hele lichaam. Mijn hart klopte alsof er een pistool op gericht was. ‘Denk je dat dit een gemakkelijke beslissing was? Trouwens, jij bent ook van papa gescheiden omdat hij vreemdging en met Penny en mij is toch ook alles goed gekomen?’

Haar wangen werden knalrood. ‘Wat er met je vader en mij is gebeurd heeft hier niks mee te maken. Jouw situatie is compleet anders.’

‘Hoe dan?’ De slapende hond was nu toch al wakker dus ik kon haar net zo goed laten blaffen.

Mijn moeder rukte aan haar lycra tennisshirt om het strak over haar smalle bovenlijf te trekken. ‘Ik heb hier geen tijd voor, Sadie. Ik heb je al verteld dat ik te laat ben voor tennis.’

Ze pakte haar Coach-tasje op en begon erin te graven naar haar sleutels. Toen ze weer opkeek, glansden haar ogen van het traanvocht. Ik stapte bijna achteruit van verbazing, want ik had mijn moeder nog nooit zo geëmotioneerd gezien. Het bracht me uit mijn evenwicht. Opeens was ik weer negen jaar oud en moest ik haar vertellen dat ik de kristallen vaas had laten vallen terwijl ik het dolgraag weer ongedaan wilde maken.

‘Je gaat toch niet echt de hele zomer bij Dody zitten, of wel? Daar krijg je algauw genoeg van, hoor.’

Haar stem klonk zachter. Zelf had ik ook tranen in mijn ogen staan, al wist ik niet precies waarom.

‘Misschien wel, ja. Als ik er genoeg van heb, kom ik wel terug.’ Ik veegde denkbeeldige kruimels van haar vlekkeloze aanrechtblad. ‘Maar tot nu toe hebben we veel lol op het strand.’

‘Lol?’ Ze wapperde met haar hand. Alsof lol een insect was dat weggejaagd moest worden. Haar bijna-tranen waren verdwenen. Misschien had ik het me verbeeld. ‘Maar goed, ik moet gaan.’

En dat was dat.

 

Een paar minuten later kwam ik bij Penny aan. Ze woonde met haar man in een beige bungalow die er precies hetzelfde uitzag als alle andere beige bungalows in de straat. Ik moest altijd vanaf de straathoek de brievenbussen tellen om zeker te weten dat ik bij het goede huis was.

‘Hé Sade! Ik heb je gemist! Kom mijn nieuwe keuken bekijken.’

Penny rukte aan mijn shirt en trok me met een ontspannen glimlach mee naar binnen. Mijn relatie met mijn zus was het tegenovergestelde van die met mijn moeder. Hij was eerlijk, soms te eerlijk. Ze vertelde me soms dingen over haar man Jeff waar zelfs een seksuoloog van zou gaan blozen.

Penny’s nieuw ingerichte keuken was zwart-wit, met rode accenten. Overal waar ik keek zag ik lieveheersbeestjes. Een lieveheersbeestjeskoektrommel, lieveheersbeestjeskussentjes op de stoelen en lieveheersbeestjesvloerkleedjes.

Het zweet brak me uit. ‘Wat krijgen we nou?’

‘Vind je het niet snoezig? Ik verveelde me zonder jou dus ben ik de boel gaan veranderen.’

Ik wilde mijn tas niet eens neerzetten.

Opeens proestte Penny het uit. ‘O god, ik was jouw lieveheersbeestjesfobie helemaal vergeten! Je bent ook zo gestoord.’

‘Ik ben niet gestoord. We hadden er wel duizenden van in onze garage dat jaar, weet je nog?’ Ik rilde en keerde haar lieveheersbeestjesplacemats om voordat ik aan tafel ging zitten.

‘Ach, nou ja. Wil je wijn of thee of zo?’ Ze haalde glazen uit een keukenkastje.

‘Ik was net bij mama.’

Ze keek me aan. ‘Wijn dus,’ en ze schonk een glas witte wijn voor me in. Zelf nam ze ijsthee en ging toen zitten.

‘Neem je geen wijn?’

Mijn zus haalde haar schouders op. ‘Nu even niet. En, word je al gek in dat dorp? Is er al een verkeerslicht?’

Ik nipte aan mijn wijn, maar alleen maar omdat het onbeleefd was om hem in één keer achterover te slaan. ‘Ja, sinds vorig jaar. Het was kennelijk aanleiding voor een optocht.’

Ik vertelde haar alles over mijn tijd bij Dody, zelfs over mijn voyeuristische observatie van De Renner. Meestal vond ze dat soort verhalen prachtig, maar vandaag deed ze raar. Ze speelde wat met haar glas en ontweek de hele tijd mijn blik. Uiteindelijk kon ik er niet meer tegen.

‘Vooruit. Wat is er met jou aan de hand? Gewoonlijk drink je veel meer dan ik, dus waarom neem je geen wijn?’

Penny bloosde een prachtige kleur roze en keek de keuken rond alsof er elk moment CIA-agenten tevoorschijn konden springen.

Zelf keek ik ook over mijn schouder in de verwachting dat er mannen van de Geheime Dienst in de deuropening zouden staan. Maar er stond niemand.

‘Jeff en ik proberen zwanger te worden.’ Haar gefluister klonk hees van de opwinding.

‘Eindelijk!’ Ik sloeg met mijn vlakke hand op tafel waarbij ik bijna mijn glas omstootte. ‘Goddank. Paige en Jordan zijn al bijna tieners als je nog langer wacht.’ Ik zat al jaren tegen mijn zus te zeuren dat ze zich moest voortplanten. Mijn kinderen hadden neefjes en nichtjes nodig. Bovendien gunde ik haar de unieke vreugde van het ouderschap en zo kon ik mooi alle wijze raad die ze me in de loop der jaren had gegeven aan haar teruggeven. Zij dacht namelijk dat ze als studentje zonder kinderen prima gekwalificeerd was om mij van adviezen te voorzien.

‘Jeff vindt het zo spannend. Hij heeft het er steeds over dat een van zijn zwemmertjes aanvoerder wordt van de Eileiders Zwemploeg. En laatst was ik aan het ovuleren, dus stuurde ik hem een sekssms’je met een schunnig verhaaltje over echtelijk bezoek. Hij gaat helemaal op in de babymakerij. Maar niet aan mama vertellen, oké?’

‘Dat jij schunnige berichtjes naar je man stuurt?’

‘Nee, dat we proberen zwanger te worden. Ik wil niet dat ze aan mijn kop gaat zeuren.’

‘Maar als ze dat weet, houdt ze tegen mij misschien op over Richard.’

Penny keek boos naar me. ‘Even serieus. Je gaat me nu niet verlinken. Ik vertel het aan iedereen wanneer ík er klaar voor ben, begrepen? Jeffs familie draait helemaal door als ze dit horen, dus hij wil het ook nog even stilhouden.’

‘Tuurlijk. Ik snap het. Ik beloof dat ik jullie geheimpje zal bewaren.’

Penny lachte weer en hief haar glas voor een toost. ‘Dankjewel. Dan zal ik mama niet vertellen dat jij fantaseert over een halfnaakte jogger op het strand. Afgesproken?’

‘Afgesproken.’

‘Mooi. En nu de kinderen toch de komende twee dagen bij Richard zijn, kun je hier logeren en me helpen met de babykamer.’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik heb hier nog altijd mijn eigen huis, hoor. En ik wil ook nog wat vrienden bezoeken, maar ik ga je zeker helpen.’

Ik had de laatste weken niet veel van mijn buren gehoord, dus we hadden heel wat bij te praten. Meestal werden er plannen gemaakt als we toevallig allemaal in de tuin waren: geïmproviseerde barbecues, uitstapjes naar het zwembad, dat soort dingen. Dus het was niet heel vreemd dat ze niet hadden gebeld, maar ik had het wel leuk gevonden als ze dat wel hadden gedaan.