9

Ik was aan het worstelen met de haarborstel en Paiges haar. Het zat in de knoop, was plakkerig en rook verdacht veel naar frambozen. We zaten met Dody in de keuken terwijl ze de ochtendporties drabbige havermout maakte.

‘Au,’ klaagde Paige.

Toen de telefoon ging, sprong ze eropaf. ‘Mijn beurt! Ik neem op.’ Ze pakte de hoorn op. ‘Hallo? Met het huis van tante Dody.’ Even later begon ze te giechelen. ‘Nee, suffie. Prinsessen nemen niet zelf de telefoon op. Je spreekt met Paige.’ Ze was weer even stil en stond met een hand op haar heup en hield met de andere hand de hoorn tegen haar oor. Plotseling kreeg ik een visioen van mijn dochter als puber.

Paige knikte. ‘Ja, ze is mijn haar aan het borstelen, maar ze doet het helemaal niet lief. Alleen maar omdat ik het in de yoghurt heb gehangen.’

‘Dus dat is het!’ zei ik. Geen wonder dat het zo’n smeerboel was.

Paige giechelde weer. ‘Nee, het smaakte hetzelfde. Oké, zal ik doen.’ Toen gaf ze de telefoon aan mij. ‘Des wil je spreken.’

Daar had je dat irritante zoemertje van verwachting weer. Het was vast hetzelfde als wat Highlander voelde als er weer een onsterfelijke opdook.

‘Hallo?’ Ik probeerde onverschillig te klinken.

‘Sadie? Hoi, met Des.’

‘Hoi.’

Dody stopte met roeren om onbeschaamd te luistervinken.

‘Hé, het spijt me dat ik je hiermee lastigval, maar ik zit een beetje in de knel. Ik vroeg me af of je me zou kunnen helpen.’

Lieve god, laat hem alsjeblieft hulp nodig hebben bij het uittrekken van zijn broek.

‘Wat kan ik voor je doen?’

‘Ik zit te wachten op een pakketje en het wordt om tien uur bezorgd, maar nu ben ik net gebeld door het ziekenhuis of ik eerder wil komen. Zou jij heel misschien hier willen komen en voor het pakje willen tekenen?’

Dat klonk gemakkelijk. En platonisch. ‘Tuurlijk. Dat kan ik wel.’

Ik hoorde een zucht van opluchting door de telefoon. ‘Echt? Fantastisch! Dankjewel.’

‘Geen probleem. Moet ik nu meteen komen?’

‘Als dat zou kunnen. Sorry dat ik je ochtend in de war schop.’

‘O, ik denk dat mijn sociale verplichtingen wel kunnen wachten. Ik ben er over vijf minuten.’

Eigenlijk had ik wel twintig minuten nodig om mezelf mooi genoeg te maken, maar wat had het voor zin? Hij zag me toch niet staan.

Dody klapte in haar handen toen ik ophing. ‘O jeetje!’

Ik hield mijn hand omhoog om haar tot stilte te manen. ‘Hij heeft alleen iemand nodig om daar te zitten en te tekenen voor een postpakketje. Maak het nou niet groter dan het is. Zoiets doen buren nou eenmaal voor elkaar.’

Ze sloeg haar armen over elkaar. ‘Alberta Schmidt woont vlak naast Pullman. Waarom heeft hij haar niet gevraagd? Zij woont dichterbij.’

‘Waarschijnlijk omdat wij hem al bijna tien wederdiensten schuldig zijn en omdat zij naar vieze kaas ruikt.’

‘Ze is inderdaad een beetje winderig,’ gaf Dody toe. ‘Oekraïens weet je wel.’

Ik had geen idee wat ze daarmee bedoelde, maar ik had geen tijd om erop in te gaan. Vijf minuten om water in mijn gezicht te plenzen en kleren uit te zoeken die geraffineerde nonchalance uitstraalden en tegelijkertijd verwezen naar latent aanwezige seksualiteit. Ook al werd het niks, het kon geen kwaad er goed uit te zien.

Een kwartier later werd ik door Des begroet bij zijn voordeur.

‘Heel erg bedankt dat je dit wilt doen,’ zei hij. ‘Ik moet er nu echt vandoor. Trek de deur maar achter je dicht als je weggaat. Er is koffie, als je daar trek in hebt.’ Hij wees met één hand naar het aanrecht en greep met de andere zijn sleutels. ‘Als je ergens heen moet en het pakje er om tien uur nog niet is, moet je gewoon gaan, hoor.’

‘Nee, ik hoef nergens heen en Dody past op de kinderen.’

We stonden bij de voordeur als een oud getrouwd stelletje; hij ging naar zijn werk en ik bleef thuis om het huis schoon te maken en wodka te drinken uit een koffiekopje. Je zou bijna verwachten dat hij me een kus op de wang zou geven. Maar hij glimlachte alleen maar en vertrok, zwaaiend vanaf de bestuurdersplek in zijn snelle cabrio op weg naar zijn prestigieuze baan waarmee hij levens redde.

Ik deed de deur dicht en leunde ertegenaan.

Wacht eens even.

Ik was alleen in het huis van dokter Desmond McKnight. Nou ja zeg! Nu had ik het rijk alleen om naar hartenlust rond te neuzen en hij zou er nooit achter komen.

O, waar zou ik eens beginnen? De slaapkamer? De badkamer? De woonkamer?

Ik stapte de woonkamer binnen en voelde mijn maag omdraaien. Ik wachtte en ging toen naar de badkamer, waar ik weer een vlaag van ongemak voelde. Ik wachtte opnieuw. Technisch gezien was rondneuzen: a) onethisch; b) niet slim; c) onvermijdelijk en d) alle drie. Ik had een second opinion nodig dus trok ik mijn mobieltje uit mijn zak en belde Penny.

‘Hé,’ zei ze.

‘Hé, raad eens waar ik ben?’ Mijn stem trilde van de opwinding.

‘Eh, in het kantoor van de minister-president?’

Ik stampte met m’n voet. ‘Neehee! Waarom zou ik je in hemelsnaam bellen vanuit het kantoor van de minister-president?’

‘Weet ik veel. Waarom bel je altijd vanuit Dody’s voorraadkast?’

‘Omdat dat de enige plek is waar niemand me zoekt.’ En ook omdat ik ervan genoot om de zuivere pracht van de pas gelabelde planken en op alfabetische volgorde geplaatste blikjes te aanschouwen. ‘Hoe dan ook, ik ben bij Des thuis. Hij heeft gevraagd of ik hier op een postpakketje wil wachten omdat hij naar zijn werk moest.’

‘Interessant.’

‘Daarom bel ik. Ik kreeg opeens last van mijn geweten. Ga ik nou rondneuzen of gaat het me niks aan?’

‘Alsjeblieft zeg. Natuurlijk ga je rondneuzen!’

‘Maar stel nou dat ik iets afschuwelijks vind? Zoals kinderporno of een poster van Josh Groban?’

‘Schei toch uit. Ik vind Josh Groban trouwens hartstikke goed.’

Ik rolde met mijn ogen, ook al kon ze me niet zien.

‘Concentreer je even, Penny. Wat moet ik doen?’

‘Ga op zijn minst in de slaapkamer kijken hoe slordig hij is.’

Dat was nog acceptabel. De slaapkamer was op de begane grond dus het was niet echt rondneuzen. Ik keek vanuit de deuropening de kamer in en voelde me nerveus, alsof Des in mijn oor aan het fluisteren was in plaats van Penny.

De slaapkamer was onbeduidend, vol met de ouderwetse meubels van de Pullmans. Het bed was half opgemaakt; de champagnekleurige sprei was wel omhooggetrokken, maar aan de bovenkant niet ingestopt. Ik zag de deuk in een van de kussens waar Des’ hoofd had gelegen en voelde een onbedwingbare drang om er met mijn vingers langs te strijken, of om mijn hand tussen de lakens te steken om zijn warmte te voelen. Ik slikte de plotselinge brok in mijn keel weg.

‘Ik geloof niet dat ik de kamer in moet gaan, Penny.’

‘Wat is er, held op sokken? Te schijterig?’

‘Nee, het voelt gewoon verkeerd.’

‘Hoezo? Omdat je opzettelijk inbreuk op zijn privacy maakt?’

‘Wat fijn dat je dat beseft en me toch nog aanmoedigt om ermee door te gaan. Je bent een verschrikkelijke zus.’

Ze lachte in de telefoon. ‘Waarom bel je me op met je eigen slechte idee en verwijt je mij vervolgens dat ik je aanmoedig?’

‘Sorry. Ik denk dat ik het gewoon vervelend vind omdat ik dit vroeger ook bij Richard deed, weet je nog wel? Ik zocht zijn zakken altijd na om te zien of er bonnetjes of condoomverpakkingen in zaten.’

‘Ja, maar wat maakt het nou uit wat je in dat huis vindt? Tenzij je natuurlijk een of ander kinky attribuut in een geheim laatje vindt.’

‘Getver! Ik ga echt niet in het geheime laatje van Joanna Pullman kijken. Ik ben niet geïnteresseerd in hun zaakjes, alleen in die van hém. Wacht, dat klonk heel vreemd.’

‘Eh, freudiaans vreemd, ja,’ zei Penny lachend. ‘En trouwens, ik zie nog steeds niet wat het nou uitmaakt. Of… begin je hem echt leuk te vinden?’ De stem van mijn zus ging iets omhoog.

‘Nee,’ zei ik, met dezelfde uitdaging in mijn stem als Jordan wanneer ik hem vertelde dat het bedtijd was.

Penny lachte weer. ‘Je mag hem best leuk vinden, hoor, lafaard die je d’r bent. Misschien is hij wel een van de goeien. Zoals Jeff. Er zijn er heus wel een paar. En jij verdient wel een keer een goeie kerel, vooral na alles wat Richard je heeft aangedaan.’

‘Maar stel nou dat dit net zo’n eikel als Richard blijkt te zijn?’

‘Als dat zo is, dan zeg je dat hij kan ophoepelen omdat je wel een betere man kunt vinden. En dat kun je ook, Sadie. Dat zeg ik niet alleen maar om je een goed gevoel te geven. Richard was een overspelige klootzak en jij doet nog steeds alsof de scheiding jouw schuld is. Dat is niet zo. En als je dit een leuke vent vindt, wat zeg ik, zelfs als dat niet zo is, dan nog moet je er wat mee doen.’

‘Maar dat heeft toch helemaal geen zin? Uiteindelijk zal hij worden overgeplaatst en ik ga in september weer terug naar Glenville. Dan moeten we het al uitmaken voordat we goed en wel begonnen zijn.’

‘En daarom ga je het niet eens proberen? Jezus! Is er een spiegel daar in huis?’

‘Wat?’

‘Een spiegel. Zoek een spiegel en ga ervoor staan.’

Mijn god, wat had ik toch een bazige zus. Ik stapte de slaapkamer binnen en ging voor de spiegel die boven het bureau hing staan.

‘Goed, mevrouw De Commandant. En nu?’

‘Nu zeg je: “Ik ben prachtig”.’

Ondanks alles moest ik lachen. ‘Nu klink je als Fontaine. Díé is pas prachtig.’

‘Hou op met van onderwerp veranderen, Sadie. Dit is een interventie.’

Ik slaakte een diepe zucht. Ik keek in de spiegel naar mijn sjofele zelf. Ik had een leuke, rozige blos op mijn wangen. En ik was een beetje bruin geworden. En trouwens, mijn haar was best wel mooi.

‘Ik ben prachtig,’ mompelde ik in de telefoon.

‘Harder, en minder sarcastisch.’

‘Ik ben prachtig.’

‘Goed zo,’ zei Penny. ‘En nu zeg je: “Ik verdien een fantastische vent omdat ik goed genoeg ben, ik ben slim genoeg, en verdorie, mensen mogen me graag.”’

Ik schoot in de lach en schudde mijn hoofd.

‘Oké, ik begrijp wat je hiermee wilt bereiken, Pen, en ik waardeer het. Echt. Ik snap het en ik zal erover nadenken, goed?’

‘Beloofd?’

‘Ja! Jeetje, ik belde alleen maar zodat je me van mijn schuldgevoel af kon helpen. Wat kun je toch irritant zijn.’

‘Ik ben je zus. Dat is mijn werk. En over werk gesproken, het spijt me heel erg, maar ik moet weer aan de slag. Bel me later maar om te vertellen wat je allemaal hebt gevonden, oké?’

‘Oké.’

Ik liet mijn mobieltje weer in mijn zak glijden en staarde nog even naar mezelf in de spiegel. Ik zag er nog niet zo slecht uit. Vooruit, als ik eerlijk was, zag ik er eigenlijk best goed uit. Ik mocht er wezen. Een prettige bijkomstigheid van Richards overspel was dat ik een bijna psychotische drive had om fit te blijven, alsof ik dacht dat ik door middel van een cardiobootcamp mijn huwelijk kon redden. Dat was natuurlijk onmogelijk, maar ik kon de roodharige dame met gemak in de pan hakken, mochten we ooit in een gevecht verwikkeld raken. Nou ja, niet in een gevecht, want daar was ik te keurig voor. Maar ik durfde te wedden dat ik harder kon rennen dan zij.

Toen viel mijn oog via de spiegel weer op het half opgemaakte bed van Des. Die verleidelijke deuk in het kussen riep naar me. Ik wilde er eigenlijk aan ruiken, maar dat zou raar zijn, toch?

Tuthola de Poes kwam vanuit onbekende oorden voorbij gewiegd om op het bed te springen. Ze ging precies in het midden liggen en staarde me hooghartig aan. En toen, alleen maar om duidelijk te maken dat ze eindeloos de spot met me kon drijven, stak ze een achterpoot in de lucht en ging ze zichzelf likken.

Ik bleef naar haar kijken in de hoop haar in verlegenheid te brengen, maar het was een brutale lellebel. Net toen ik het opgaf en me omdraaide, ging de bel, waar ik nogal van schrok omdat ik het hele pakketje inmiddels was vergeten.

Ik rende naar de deur en trok hem open, waarbij hij per ongeluk tegen de sidetable in de hal smakte. Een mollige, ongeschoren bezorger in een veel te klein mosterdkleurig overhemd, begroette me. In zijn handen had hij een grote envelop en een klembord.

‘Hallo,’ zei hij, terwijl hij op het klembord tuurde en met een kort, dik vingertje de lijst af ging. ‘Ik heb een pakketje voor ene… Delmondo McNaught?’

‘Desmond McKnight?’ vroeg ik.

Hij duwde zijn bril langs zijn neusbrug omhoog. ‘Ook goed,’ zei hij en hij gaf me het klembord en een plakkerige pen.

Hoe moest ik tekenen? Moest ik Des’ naam opschrijven of mijn eigen? Ik besloot met de zijne te tekenen, deels omdat ik nog steeds niet te oud was om opgewonden te raken van het schrijven van de naam van een leuke jongen. Maar ook omdat ze mij zo niet meer zouden kunnen traceren, mocht ik nu hebben getekend voor een pakketje dat bestemd was voor een of andere maffioso die Delmondo McNaught heette.

‘Dank u wel, mevrouw McKnight,’ zei de bezorger en hij draaide zich om en waggelde terug naar zijn bestelbus.

Mevrouw McKnight? Nou nou, klonk dat even lekker!

Ik stapte achteruit en stootte de deur weer tegen de tafel. Daar dacht ik even over na en besloot toen om vreselijk onbeschaamd het tafeltje naar de tegenoverliggende muur te verplaatsen. Misschien zou het Des niet eens opvallen, want de meeste mannen letten niet op dat soort dingen. Vervolgens legde ik de envelop op de verplaatste tafel. Mijn taak zat erop, maar toch was ik nog niet helemaal klaar om te gaan. Ik vond het prettig om in zijn omgeving te zijn, ook al waren de Pullmans schreeuwerig aanwezig.

Ik liep door de woonkamer en ging op de L-vormige suède bank zitten zwijmelen over de potentiële mogelijkheden. Stiekem stelde ik mezelf voor dat ik op de bank lag met Des naast me.

Tuthola de Poes kwam schoongewassen uit de slaapkamer. Ik had heus wel door wat er in dat kattenkopje omging: ze wilde me weg hebben. Ze zou een boodschap voor Des op de vloer schrijven met kattenbrokjes: Rare buurvrouw is de hele ochtend gebleven. Ik haat haar.

Katten zijn vreselijk rancuneus.

 

‘Kom nou, schatje, laat mama je pyjama aantrekken, alsjeblieft?’ Ik was moe. Ik wilde dat ik klaar was met de kinderen in bad doen en in bed stoppen. Paige had haar nachtpon al aan, maar Jordan stond voor me te spartelen terwijl ik hem probeerde af te drogen. Op de een of andere manier werd ik altijd het natst als zij in bad moesten.

Ik hoorde mompelende stemmen van beneden komen. Kyle zou langskomen om Fontaine mee te nemen naar een of ander evenement voor interieurontwerpers. Dody had een date met een man uit haar duikklas want Harry was op bezoek bij een kleinzoon en Jasper had een date met Beth, die eindelijk terug was van haar lange zakenreis. Het huis was even heel vol, maar zo meteen zouden ze allemaal weggaan en als de kinderen dan in bed lagen zou ik eindelijk wat tijd voor mezelf hebben.

Het moeilijkste van logeren bij Dody – afgezien van het vreselijke interieur, het slechte matras en de vervelende honden – was het gebrek aan privacy en het constante lawaai. Als Dody niet met haar vrienden tai chi aan het beoefenen was op het terras, was Fontaine me wel lastig aan het vallen met het een of ander. Of Jasper was luidruchtig in de weer met potten en pannen in de keuken. Kortom, er was altijd wel wat.

Wanneer ik de kinderen naar Glenville bracht om tijd met Richard door te brengen, ging ik altijd naar mijn eigen huis om te genieten van de rust. Ik vond het dan niet eens erg dat geen van mijn buren ooit tijd had om wat af te spreken, omdat ik zo’n behoefte had aan alleen-zijn. Dus vanavond wilde ik in heerlijke eenzaamheid ontspannen.

‘Mama, mogen we naar beneden om tante Dody goedenacht te wensen?’ vroeg Paige.

Ik aarzelde. Naar bed gaan was vaak een langdurig en moeizaam proces bij mijn kinderen, met veel nachtkusjes en voorlezen en ‘droom maar fijn’-gewens. Maar Paige staarde me aan met haar grote, lieve ogen en ik gaf toe.

‘Tuurlijk, maar wel een beetje snel.’

Ze holde samen met Jordan de trap af en ik liep erachteraan.

‘Hoi Des!’ hoorde ik Paige uitroepen. ‘Wat doe jij hier?’

‘Ik kom om je moeder te bedanken. Heb je die yoghurt nog uit je haar gekregen?’

Als ik ietsje later de trap af was gelopen, had ik me nog kunnen omdraaien en naar boven kunnen sluipen om me te verkleden, of op z’n minst een borstel door mijn haar te halen. Maar het lot had, zoals gewoonlijk, iets anders in gedachten.

Toen ik Des’ stem hoorde, gleed mijn natte voet van de houten traptrede, kukelde ik voorover en kwam ik onderaan met een smak neer.

Vogeltjes vlogen kwetterend in cirkels om mijn hoofd toen een paar sterke armen me overeind hielpen. Waarschijnlijk was ik aan het hallucineren, want toen de mist optrok en ik weer scherp begon te zien was Des’ gezicht heel dicht bij dat van mij.

‘Gaat het?’ vroeg hij.

‘Jawel. Ik gleed uit.’

‘Ik hoop dat je gewonnen hebt,’ zei Fontaine.

‘Wat gewonnen?’ Ik was nog een beetje wankel.

‘De Miss Wet T-Shirt-verkiezing.’

Ik keek omlaag. Mijn witte hemdje was doorweekt door het badwater en bijna helemaal doorzichtig geworden. Om het nog erger te maken had ik de beha aan die Penny bij wijze van grap voor me had gekocht; eentje met allemaal rode lieveheersbeestjes erop. Het was een poging geweest om me over mijn irrationele angst heen te helpen.

Iedereen om me heen grinnikte.

Ik trok de stof van mijn huid los, hetgeen een dubieus zuigend geluid teweegbracht. Het was niet de eerste keer dat ik mezelf zo voor schut zette, en waarschijnlijk ook niet de laatste.

‘Weet je zeker dat het wel gaat? Kun je staan?’ Des had nog steeds zijn handen op mijn arm en ik liet me overeind helpen. Met mijn laatste beetje waardigheid zei ik: ‘Ik moet alleen even een ander T-shirt aantrekken.’

 

Met het meest ondoorzichtige T-shirt aan dat ik maar kon vinden, kwam ik weer beneden. Iedereen was naar buiten gegaan om op het terras te borrelen. Des leunde tegen de reling met een biertje in zijn hand. Fontaine en Kyle stonden naast hem en die prachtige blondine naast Jasper moest Beth zijn. De gezette, rood aangelopen man naast Dody was vast haar date.

‘Ik ben er weer,’ kondigde ik aan, om ze te waarschuwen dat ze het niet meer over mij moesten hebben.

‘Daar is ze dan,’ zei Dody in haar handen klappend. ‘Bud, dit is mijn nicht, Sadie. Sadie, dit is mijn vriend Bud Light.’

Hij verplaatste een tandenstoker van zijn ene mondhoek naar de andere. ‘Bud Wright,’ verbeterde hij haar.

Ik schudde de vlezige hand van meneer Wright. ‘Leuk om je te ontmoeten, Bud.’

Hij bekeek me van top tot teen. ‘Ben jij die gescheiden dame?’

Ik had geen andere keus en zei: ‘Ja.’

Hij knikte. ‘Zo te horen heb je er goed aan gedaan.’

Mijn mislukte huwelijk bespreken met deze volslagen vreemde stond onder aan mijn verlanglijstje. Ik ging het er niet over hebben waar Kyle en Beth bij waren en al helemaal niet waar Des bij was, dus wierp ik Fontaine een smekende blik toe. Help! Alsjeblieft!

Hij had het meteen door. ‘Eh, hé Sade,’ zei hij terwijl hij zijn rug naar me toe draaide. ‘Heb ik een Ken-kontje in deze spijkerbroek?’

Het was niet precies de redding waar ik op gehoopt had, maar het werkte wel.

Jasper ging voor Fontaine staan en trok zijn vriendin aan haar pols mee. ‘Sadie, dit is Beth.’

Goddank! Zinnige afleiding. ‘Beth! Geweldig om je eindelijk te ontmoeten. Jasper heeft me zoveel fantastische dingen over je verteld,’ zei ik met een dolfijnachtige piepstem terwijl ik haar veel te enthousiast omhelsde. Het was gedeeltelijk uit schuldgevoel over mijn matige reactie op Jaspers trouwplannen en gedeeltelijk om mijn val van de trap te doen vergeten.

‘Ik vind het ook geweldig om jou te ontmoeten. Je kinderen zijn zo schattig.’

‘Dank je. Dat is lief van je. En nu je het erover hebt: jongens, naar bed!’ Ik keek om en zag ze de kamer uit vluchten om zich achter Dody’s schorten aan de muur te verstoppen.

‘Ik breng ze wel naar bed, schatje. Je vindt het toch niet erg om nog even te wachten, Bud?’ vroeg Dody.

Hij hield zijn bijna lege glas omhoog. ‘Niet als iemand me nog even bijvult. Maar doe er niet te lang over, want ik heb zo’n honger dat ik wel een halve baby op zou kunnen.’

Vreemde vogel, die meneer Wright.

‘Kom op jongens,’ zei Dody en ze joeg ze de keuken uit en de trap op. Ondertussen ving ze mijn blik en knikte met haar hoofd richting Des. Zo subtiel als een nijlpaard, die tante van mij.

‘Ik vul die wel even bij,’ zei Fontaine tegen Bud en hij nam het glas uit zijn hand. ‘En jij, Des? Nog een biertje?’

‘Lekker.’

Paige vloog bij Dody vandaan en rende naar Des. Ze gooide haar armen om zijn middel, waardoor ze gevaarlijk dicht bij zijn edele jongensdelen kwam en daar mocht ze van mij pas bij in de buurt komen als ze minstens vijfendertig was.

‘Welterusten, Des.’

Hij kroelde door haar haar. ‘Trusten, Paige. Tot gauw.’

Jordan kwam er ook aan en gaf Des twee vechtpoppetjes. ‘Hier, jij mag met deze spelen, als je wilt.’

Des bekeek ze en bokste plechtig zijn vuist tegen die van mijn zoontje. ‘Bedankt man. Ik zal er voorzichtig mee zijn.’

Jordan knikte.

Mijn hart ging van: pling! En toen: plong! Jordan was behoorlijk wantrouwig en hij deelde nooit zijn speelgoed, zelfs niet met mij. Maar hoe blij ik er ook van werd om dit te zien, ik werd er ook een beetje ongemakkelijk van. Stel dat Jordan zich aan Des zou gaan hechten? Ik was wel in staat om ervoor te zorgen dat ikzelf niet gekwetst werd, maar de gevoelens van mijn zoontje, dat was een ander verhaal. Ik moest aan iedereen duidelijk maken dat ik niet geïnteresseerd was in deze man. Ik zou ze allemaal laten zien dat ik immuun was voor zijn charme. Want dat was ik, immuun. Sterker nog, het was me bijna niet opgevallen dat zijn ogen een mysterieuze grijsgroene kleur kregen door het blauw van zijn shirt en dat zijn neus een beetje verbrand was. Zijn nieuwe kapsel was me ook niet opgevallen. En als het me wel zou zijn opgevallen, dan zou ik hebben gedacht dat zijn oren groter leken door het korte haar. Ja, dat was echt zo. Hij was helemaal niet zo perfect. Dat was een stel verdomd grote oren. Maar toen zag hij me staren en glimlachte van oor tot verdomd groot oor, waardoor ik me weer net zo kwetsbaar en betrapt voelde als in mijn natte hemdje.

Waarom was hij hier eigenlijk? Alleen maar om me te bedanken voor het tekenen voor dat stomme pakketje? Daarvoor had hij ook wel even kunnen bellen. Als ik niet beter wist, zou ik denken dat hij met me aan het flirten was. En dat wilde ik niet.

Wat maakte het uit dat Dody, Fontaine en Penny alle drie vonden dat ik bij hem in bed moest duiken. Wat kon het hen schelen als ik me in de woelige baren van de liefde stortte met het lood van eenzaamheid nog in mijn schoenen? Hún hart zou niet breken als hij de zoveelste eikel bleek te zijn. Of als hij stiekem getrouwd bleek te zijn met een kernfysicus die voor haar geleerde fysicusstudie had betaald door middel van een bijbaantje als lingeriemodel in Parijs.

Fontaine kwam het terras weer op en deelde de drankjes uit. Hij gaf me iets rozigs wat er vrij onschuldig uitzag, maar ik wist wel beter. Hij wilde me dronken voeren en zien wat er dan gebeurde. Ik stond erom bekend dat ik niet tegen sterkedrank kon. Van wijn kon ik liters op, maar twee shotjes wodka en ik was meteen gevloerd.

Iedereen zocht een zitplaats op het terras. Kyle en Fontaine zaten met Bud aan de ene kant, Jasper en Beth aan de andere kant. Des ging op de rieten bank zitten en lachte naar me. Hij klopte op de plaats naast hem. Naast Des gaan zitten was vast net zo bedwelmend als het drankje van Fontaine, maar ik kon de verleiding niet weerstaan. Hij bezat overduidelijk de Kracht van de Jedi waarmee hij mijn gedachten kon besturen. Ik nam nog een slok van Fontaines liefdesdrankje en ging zitten.

‘Bedankt voor het aannemen van mijn pakketje vanmorgen,’ zei Des heel onschuldig.

‘Wat!’ riep Fontaine uit. ‘Heeft Sadie vanmorgen aan jouw pakketje gezeten? Waarom hoor ik dat nu pas?’

‘Hou je kop, Fontaine,’ mompelde ik, terwijl ik mijn lachen probeerde in te houden.

Des bloosde toen hij doorhad wat hij bedoelde.

We namen allebei een slok.

‘Hé, wat ik me afvroeg,’ zei Des even later, ‘waarom heb je die tafel in de hal eigenlijk verplaatst?’

‘Dus dat is je wel opgevallen?’

‘Dacht je dat ik dat niet zou merken?’

Richard zou het nog niet hebben gemerkt als ik de bank had verplaatst.

‘Hij stond verkeerd. De hal is nu veel uitnodigender. Maar je mag hem best terugzetten, als je wilt.’

‘Mij maakt het niet uit.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik vroeg me gewoon af waarom je het had gedaan.’

De zon zakte en bedekte alles met een magisch gouden laagje. Er stond een fris briesje vanaf het water dat het hete terras verkoelde en het geluid van de branding was hypnotiserend. Fontaines cocktails begonnen te werken en we raakten allemaal in een heerlijke, joviale stemming.

Dody kwam weer beneden en ging ervandoor met Bud, waardoor Des, Fontaine, Kyle, Jasper, Beth en ik achterbleven.

‘We kunnen ook een pizza bestellen en lekker hier blijven hangen,’ zei Jasper tegen Beth. ‘Tenzij je die film per se wilt zien.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Het is een veel te mooie avond om nu binnen te zitten. Laten we hier blijven.’

Daar ging mijn rustige avondje in mijn eentje. Des’ arm streek langs de mijne en opeens leek een avond in mijn eentje helemaal niet zo aantrekkelijk meer.

‘Wat vind jij, Kyle? Wil je ook hier blijven?’ vroeg Fontaine.

Kyle keek naar zijn drankje. ‘Maak jij dan nog wat van deze rakkers?’

‘Ja hoor.’

‘Dan blijf ik.’

Zo gezegd, zo gedaan. We bestelden pizza’s en de drank bleef rijkelijk vloeien. Beth bleek een hartelijk en grappig persoon en gaf goed tegengas bij Jaspers bitse opmerkingen. Daarnaast begon ik te vermoeden dat Kyle een oogje op Fontaine had. Maar goed, ik had ook ooit gedacht dat Kyle met mij zat te flirten, dus misschien kon ik hem gewoon niet zo goed peilen. Hij had een goed gevoel voor humor en ik proestte het continu uit van het lachen, een geluid dat ik liever niet met Des had willen delen.

Iemand besloot dat we om de beurt de slechtste mop die we kenden moesten vertellen en wie er om lachte moest een slok nemen. Als je niet mag lachen, kan zelfs de meest domme mop grappig lijken, dus toen Des zei: ‘Hoe noem je een Schotse landheer?’ en vervolgens antwoordde: ‘Een Big Mac’ moesten we allemaal een slok nemen.

‘Laten we “Ik heb nog nooit” spelen,’ zei Jasper toen het moppenspel begon te vervelen.

‘Hoe gaat dat?’ vroeg Des.

‘Heb je nog nooit gehoord van “Ik heb nog nooit”? Waar heb jij gestudeerd?’ vroeg Jasper, stomverbaasd over het feit dat Des hier nog nooit van gehoord had.

Des haalde zijn schouders op. ‘Gewoon… in Massachusetts.’

‘Massachusetts? Bedoel je Harvard?’ vroeg Fontaine.

Des krabde zichzelf op zijn achterhoofd en zei: ‘Ja.’

Natuurlijk had hij aan Harvard gestudeerd. Waar zou een lekkere, met accent pratende, sexy dokter anders moeten studeren? Ik hoorde deze vraag in mijn eigen hoofd en vroeg me af of het door de cocktails van Fontaine kwam. Ach, wat maakte het ook uit waar Des had gestudeerd. Al had hij op de maan gestudeerd, mij liet het koud.

‘En waar heb je je master gedaan?’ ging Fontaine door. Hij kon er geen genoeg van krijgen.

‘Ook aan Harvard. Het was me gelukt om er niet vanaf getrapt te worden. Maar hoe gaat dat spel nou?’ Des wreef in zijn handen.

Ik merkte dat ik naar hem glimlachte. Hij leek wel een kind, helemaal uitgelaten vanwege een of ander stom spelletje. Was dit nou een man van Harvard? Hij bleef me verbazen. Ik bedoel, ondanks de topuniversiteit, zijn droomprinsuiterlijk en de dikke baan, leek het alsof hij net zoals wij was. Hij zat niet voortdurend op te scheppen, zoals Richard altijd deed. Des schepte zelfs helemaal niet op, terwijl hij dat best had kunnen doen. Genoeg om mee te pochen, hij had immers alles voor elkaar. In mijn lichtelijk aangeschoten achterhoofd begon zich een idee te vormen. Misschien was Des wel ‘een van de goeien’ waar Penny het over had gehad…

‘Het is heel gemakkelijk,’ onderbrak Jasper mijn gedachtestroom. ‘Je zegt: “Ik heb nog nooit…” en daar zeg je dan iets achteraan. Degene die wél gedaan heeft wat jij zei, moet een slok nemen.’

‘Dus het is een drankspelletje?’ vroeg Des. Hij klonk optimistisch.

‘Deden jullie geen drankspelletjes op Harvard?’

‘Jawel hoor, we deden massa’s drankspelletjes.’

‘Ja,’ zei Fontaine, ‘maar ze dronken een “neutje” en droegen chokers.’

Des schudde zijn hoofd. ‘Echt niet. Kom op, laten we beginnen.’

‘Ik wil eerst even bij de kinderen kijken, want ik wil niet dat ze dit horen!’

Paige en Jordan lagen lekker luid snurkend in bed, maar ik moest wel een tiara van Paiges hoofd halen en Jordan 180 graden draaien; hij sliep graag met zijn voeten op zijn kussen.

Toen ik weer op het terras kwam, hoorde ik net het einde van een mop van Jasper. ‘Rectum? Hij blééf er bijna in!’

Ik kon wel ongeveer raden naar de rest van die mop.

 

Ons spelletje begon wat tam, met Kyle die zei: ‘Ik heb nog nooit mijn eigen naam gegoogeld.’

Hijzelf, Jasper en Fontaine namen een slok.

‘Bestaat er nog een Fontaine Baker?’ vroeg Beth.

‘Nee. Ik ben uniek,’ antwoordde Fontaine zelfingenomen.

‘Dat ben je zeker,’ zei Kyle.

‘Waarom zou je je eigen naam googelen?’ Ze verbaasde zich er nog steeds over, of misschien werd ze dommig van de drank.

‘Voor de lol,’ zei Kyle. ‘Ik vond alleen al in Michigan vier Kyle Tanners.’

‘Maar er is er geen een zoals jij.’ Fontaine klopte op zijn been en ik vroeg me weer af of er naast hun designzaak ook andere zaken aan de hand waren.

‘Ik heb nog nooit iemand hechtingen gegeven,’ zei Jasper.

‘Dat is niet eerlijk,’ klaagde Des, maar hij nam toch een slok.

Nu was Beth aan de beurt. ‘Ik heb nog nooit wat gestolen.’

Iedereen behalve Beth nam een slok.

‘Heb je nog nooit iets gestolen? Niet eens een snoepje?’ vroeg Kyle.

Beth schudde haar hoofd. ‘Ik geloof het niet. Ik zou het besterven van het schuldgevoel.’

Jasper leunde opzij. ‘Maar je hebt wel mijn hart gestolen.’

Iedereen maakte kokhalsgeluiden terwijl Beth bloosde en Jasper een kus op haar wang gaf.

Toen zei Fontaine: ‘Ik heb nog nooit op een eenwieler gefietst.’

Dat had niemand.

We gingen een paar keer de tafel rond, waarbij dingen werden gezegd als: ‘Ik heb mezelf nog nooit blauw geschilderd… Ik heb nog nooit onder de douche geplast… Ik ben nog nooit alleen naar de film geweest… Ik heb nog nooit twee verschillende schoenen gedragen.’

Toen was het mijn beurt weer. ‘Ik heb nog nooit spookgereden.’

Geen toppertje, maar ik werd afgeleid door Des’ knieën die uit zijn short staken. Zelfs zijn knieën waren schattig en niemand had schattige knieën. Hoe kreeg hij het toch voor elkaar?

Hij kwam na mij en zei: ‘Ik heb nog nooit… een meisje gezoend.’

Iedereen nam een slok behalve Fontaine.

‘Hé, niet vals spelen, Fontaine! Herinner je je Delores DeForrest nog?’

Des lachte het hardst van iedereen. Hij leunde voorover naar Fontaine en vroeg: ‘Heb jij echt een meisje gekend dat Delores DeForrest heet?’

‘Ja,’ antwoordde Fontaine giechelend. ‘En ze is nu bloemist. Delores DeForrest Flowers. Verzin het maar eens.’

We werden aanzienlijk dommer van de drank en elke ronde werd ons gelach harder en irritanter.

Fontaine zei: ‘Ik ben nog nooit in Schotland geweest.’

Des sloeg op zijn eigen been. ‘Verdomme, waarom moet je mij steeds hebben?’

‘Omdat het te gemakkelijk is om Sadie te pesten,’ antwoordde Fontaine.

‘Nou, bedankt zeg,’ zei ik. ‘Alleen al daarom deze: ik heb nog nooit mijn borsthaar in een vorm geschoren.’

‘Touché,’ antwoordde Fontaine en hij pakte zijn drankje op.

Toen voegde hij eraan toe: ‘Ik heb het nog nooit met een Schotse Hooglander gedaan.’

‘Ha! Ik ook niet!’ riep Des uit, maar hij raakte in de war en nam toch een slok. Toen maakte hij de fout door te zeggen: ‘Ik heb nog nooit in een ander land gewoond. O shit. Dat ben ik zelf.’

Ik zou bijna medelijden met hem krijgen, maar hij vatte het heel sportief op dat iedereen het op hem gemunt had. Hij werd straalbezopen.

Beth glimlachte liefjes en zei: ‘Ik heb nog nooit een kilt gedragen.’

Des zuchtte overdreven en pakte zijn glas weer op. ‘Hoe heet dit spel ook al weer? “Laten we die nieuweling dronken voeren”?’

‘Heb je weleens een kilt gedragen?’ vroeg ik. Ik kon me er niet echt een beeld van vormen. Hoe sexy en Schots hij ook was, ik kon me de Braveheart-look niet echt bij hem voorstellen, ondanks de schattige knieën.

‘Niet zo vaak. Ik heb er een aangehad naar de bruiloft van mijn neef. Blijkbaar…’ Hij wachtte even, wees met zijn vinger naar niemand in het bijzonder en schoot in de lach. ‘Blijkbaar moet je heel voorzichtig zijn… als je gaat zitten… in een kilt.’

‘Kwam het Monster van Loch Ness soms tevoorschijn?’ vroeg Jasper.

Des knikte heftig. ‘Bijna wel.’

We brulden allemaal van het lachen.

Toen zei Fontaine, omdat hij nou eenmaal een vervelende pestkop was: ‘Ik heb nog nooit een seksuele fantasie gehad over iemand op dit terras.’

Iedereen aan tafel grinnikte. Jasper en Beth lachten naar elkaar en klonken hun glazen tegen elkaar in een toost. En toen keek iedereen plotseling naar mij!

Wat kregen we nou?

Verdomme, Fontaine! Hij wist dat ik stiekem ongepaste fantasieën had over Des, maar dat ging ik mooi niet bekennen. Zou hij me verraden als ik geen slok nam? Zo’n pestkop was het wel. Ik trok een gezicht naar hem, maar hij ging gewoon met zijn wenkbrauwen op en neer en schoof mijn glas iets dichter naar mijn hand toe. Ik zat zo bewegingloos als een standbeeld en deed nog net niet mijn armen over elkaar. Dit ging ik echt niet toegeven.

Toen kwam er links van me een klein proestgeluid uit Des. Hij pakte zijn glas op en dronk het helemaal leeg en zette het met een uitdagende klap terug op tafel. De anderen lagen dubbel van het lachen terwijl mijn gedachten op hol sloegen.

Fantaseerde hij over mij? Dat kon niet. O god, wat gênant. Ik beet op mijn lip. Seconden gingen voorbij, totdat ik eindelijk naar Des keek. Hij grijnsde naar me als een klein jochie dat het laatste ijsje op aarde heeft bemachtigd. Hij zat me uit te dagen, de arrogante zak. Hoe oud waren we nou helemaal, twaalf?

Ach, wat maakte het ook uit.

Met mijn pink in de lucht nipte ik van mijn glas, depte nuffig mijn mondhoeken en gooide het glas toen over mijn schouder van het terras af.

Op dat moment konden ze ons tot in Wisconsin horen lachen.