16
ADA
De serveerster brengt onze voorgerechten, maar ik zie het amper want ik ga op in Alex’ verhaal. Als hij begint te praten, kan ik alleen maar ingespannen luisteren naar de woorden die over zijn lippen komen.
‘Ik ben kort getrouwd geweest voordat ik naar Soedan ging,’ zegt hij. ‘Met een fantastische vrouw die van me hield. Maar ze hield niet van mijn werk. En terecht. Ik zat acht maanden per jaar in oorlogsgebied. Er gingen maanden voorbij waarin ik haar niet belde. Ze zei altijd dat ik niet met haar was getrouwd maar met mijn werk. En ze had gelijk. Dat was ik ook. Dat moet wel als het werk zo intens is. Ik denk dat ik ervan uitging dat ze dat zou begrijpen. Maar dat kon ze niet.’ Hij schudt het hoofd. ‘Dat is haar nooit gelukt.’
‘Wat is er toen gebeurd?’ vraag ik voorzichtig.
‘Ik heb mijn werk opgegeven voor haar,’ zegt hij. ‘Ik ben gestopt, ben naar huis gegaan. Maar dat nam ik haar kwalijk. Het eerste jaar hier was een slechte tijd voor mij, deels omdat we samenwerkten – de zakelijke relatie was niet gezond – en deels omdat ik mijn eigen problemen had. Ik wist het op dat moment niet, maar ik leed door mijn tijd in Soedan in ernstige mate aan posttraumatische stress. Ik dacht dat ik het normale leven gewoon kon oppakken, maar zo werkt het niet. De hersenen hebben tijd nodig om te verwerken wat ze hebben gezien. En ik heb nare dingen gezien.’
‘Begrijpelijk,’ zeg ik. ‘Ze begreep toch wel hoe moeilijk de overgang was?’
‘Nee,’ zegt hij. ‘Ze verwachtte meer van me. Ik begon weer te drinken en vanwege het alcoholisme dat in mijn familie zit, was dat gevaarlijk gedrag. Begrijp me niet verkeerd, er waren momenten van geluk. Ik deed mijn best. Zij deed haar best. Ik stopte met drinken. Ik heb zelfs een tijdje bij een psycholoog gelopen. Maar uiteindelijk kon ik mijn demonen niet van me afschudden. Dus negen jaar geleden met Thanksgiving werd ik wakker en was zij weg. Ze had een briefje op het aanrecht gelegd, had haar mobiele nummer veranderd en was een nieuw leven begonnen. Een maand later kreeg ik de scheidingspapieren en ik heb ze direct getekend. Als zij ermee wilde stoppen, was ik niet van plan haar tegen te houden. Ik had haar leven al ongelukkig genoeg gemaakt.’ Hij wrijft over zijn voorhoofd en kijkt me behoedzaam aan. ‘Maar ze had iets voor me verzwegen,’ zegt hij. ‘Iets wat ik haar niet kon vergeven. Maar inmiddels ben ik…’ De telefoon in de zak van zijn vest begint te rinkelen, hij haalt hem tevoorschijn en kijkt op het scherm. Ik zie iets door zijn ogen flitsen en hij kijkt me aan. ‘Het spijt me, Ada. Ik moet even opnemen.’
‘Ik wacht hier op je,’ zeg ik, terwijl het me nog duizelt van alles wat hij me heeft verteld.
Hij staat op en loopt naar de lobby, en ik denk met een heel nieuwe blik aan Kellie. Ik heb medelijden met haar. Hij had het perfecte huwelijk, een liefhebbende, beeldschone vrouw, en hij heeft het allemaal vergooid omdat hij zijn leven niet op de rit kon krijgen. Het is wreed om het zo te zien, maar het is waar. James zou voor mij hebben gevochten. James zou een manier hebben gevonden om er iets van te maken. Maar Alex is James niet.
Ik probeer niet te luisteren naar Alex’ gesprek. Hij staat maar een paar meter verderop, dus kan ik flarden horen. Ik neem een hapje gnocchi en mijn oren vangen onwillekeurig dingen op. ‘Kellie, doe dat nou niet, alsjeblieft,’ zegt hij. ‘Je weet dat ik het zo niet bedoelde… Waarom schuif je dit op mij af?’ Hij luistert een tijdje, en dan verandert zijn frons opeens in een glimlach. ‘O, lieverd, ik ben hier. Ik hou ook van jou.’
Mijn ogen schieten open. Het is zo gruwelijk duidelijk dat hij nog altijd verliefd op haar is. Wat dom van mij om te denken dat hij om mij zou kunnen geven terwijl hij Kellie niet kan vergeten. Ik pak twee briefjes van twintig uit mijn portemonnee en leg ze naast mijn servet op tafel, en voordat hij kan ophangen, baan ik mij een weg door het restaurant naar de achterdeur.
Tranen prikken in mijn ogen als ik de heuvel af ren naar Boat Street. Ik sprint over de steiger terwijl het net begint te regenen. Ik duw de sleutel in het slot en sla de deur achter me dicht. Buiten spetteren de regendruppels ritmisch in het meer, net als mijn tranen. En als ik Alex tien minuten later zachtjes op de deur hoor kloppen, doe ik niet open. Dit was een vergissing. Dit was allemaal een vergissing.