11
06/04/2006
Charlie zat voor Grahams computer, een elegante Toshiba laptop, en googelde de woorden 'Vertel en Overleef'. Het eerste zoekresultaat was gelijk raak - een organisatie die praktische en emotionele hulp bood aan vrouwen die verkracht waren. Ze klikte door naar de website, en zocht daar onder 'verhalen van overlevenden'. De verhalen waren genummerd. Ze klikte op nummer 72.
Simon had de brief van Naomi Jenkins omschreven als bitter. Hij geloofde wel dat Jenkins hem had geschreven, maar hij wilde weten wat Charlie ervan vond. Hij mist me, dacht ze. Een mengeling van trots en geluk welde in haar op. Wat maakte het eigenlijk uit dat hij van plan was om weer contact op te nemen met Alice Fancourt. Charlie was degene die hij midden in de nacht belde als hij zich zorgen maakte over iets belangrijks.
Ze knikte terwijl ze de brief las die 'N.J.' naar de website had gestuurd; dat had wel veel weg van Naomi, voor zover Charlie haar kende. Ze was er het type naar om bezwaar te maken tegen het etiket 'overlevende'. Charlie vond ook dat ze een punt had, maar ze was minder onder de indruk van de laatdunkende manier waarop Naomi zich uitliet over andere slachtoffers - of 'overlevenden' - van verkrachting en de manier waarop die zich uitdrukten. Charlie had alleen ervaring met officiële aangiften van verkrachting, en die werden altijd in tamelijk droge bewoordingen opgeschreven; dat moest wel. Maar ze vond het nooit een en al cliché, zoals Naomi beweerde in haar brief op de site van Vertel en Overleef. Een verslag van een verkrachting in de eerste persoon enkelvoud dat een therapeutisch doel diende, moest wel heel anders zijn dan een aangifte; de nadruk zou daarbij waarschijnlijk liggen op gevoelens in plaats van feiten, en op het delen van pijn met anderen die iets soortgelijks hadden meegemaakt.
Charlie masseerde haar bonkende voorhoofd. De positieve effecten van de vier flessen wijn die ze de avond ervoor samen met Gra- ham en Olivia had leeggedronken begonnen terrein te verliezen aan een kater die zich tussen haar wenkbrauwen had genesteld. Technisch gezien was het al de volgende dag - donderdagochtend - maar het voelde als het verre uiteinde van een lange, uitputtende woensdag. Charlie walgde van zichzelf. Zij was degene die maar steeds om meer wijn had gevraagd. Ze had schaamteloos zitten flirten met Graham, en hem uitgenodigd om mee te komen naar het huisje, en ze had haar zus in feite weggejaagd. Strak geregeld, Charlie. Ze had de avond genadeloos voor zich uit gejaagd, met een zweep erachteraan, vastbesloten om het zelf meer dan leuk te hebben. Ik ben echt een heel trieste trut, dacht ze.
Graham was schattig geweest. Hij begreep dat het dringend was en stopte met zijn grappenmakerij, schoot snel in zijn kleren en maakte de receptie voor haar open, zodat Charlie zijn computer kon gebruiken. Zijn kantoortje was een kleine, ijskoude hut, die maar net plaats bood aan de twee enorme bureaus die er stonden. Achter elk bureau stond een stoel. Aan het ene eind van de ruimte hing een dartbord en aan de andere kant stond een waterkoeler. Charlie had gezegd dat ze hoofdpijn had, en Graham was op zoek gegaan naar pijnstillers. Als Steph zo terugkomt en ze ziet je hier zitten, dan zul je er wel van langs krijgen,' zei hij. 'Niet op letten. En anders dreig je maar dat je mij erbij haalt.'
'Waarom zou ze dat erg vinden?' vroeg Charlie. 'Jij bent toch haar baas?'
Graham keek schaapachtig. 'Ja, maar... het ligt nogal gecompliceerd tussen Steph en mij.'
Daar wist Charlie alles van, van gecompliceerde situaties, na al die jaren samenwerken met Simon. Je moet de seks en de zaken ook altijd gescheiden houden. Speelde er ook zoiets tussen Steph en Gra- ham? Was het allemaal misgelopen? Charlie en Simon hadden tenminste nog wel een heel goede werkrelatie.
Ze dacht terug aan wat hij aan de telefoon had gezegd. Het bleek dat Naomi fenkins gelijk had. Er was inderdaad iets ergs gebeurd met Robert Haworth. Iets heel ergs; waarschijnlijk zou hij het niet overleven. Maar hoe wist Naomi dat nou? Was het de intuïtie van een geliefde, vroeg Charlie zich af, of was het de zekere wetenschap van een moordenaar? In het laatste geval kon ze niet bedenken welke rol fuliet Haworth hier dan in had gespeeld. Zij was immers degene die bijna een week lang met de bloedende, bewusteloze Haworth onder hetzelfde dak verbleef.
Volgens Simon was Haworth afgelopen woensdag net als altijd naar de Star Inn in Spilling gegaan. Donderdag was hij niet naar het Traveltel gekomen voor zijn afspraak met Naomi, en dus moest hij ergens op woensdag te grazen zijn genomen, nadat hij terugkwam uit de pub. Of misschien wel op donderdagochtend, voordat hij naar zijn werk wilde vertrekken, hoe Iaat dat ook mocht zijn.
Simon zat in het ziekenhuis van Culver Valley toen Charlie hem terugbelde. Haworth leefde, maar was nog steeds buiten bewustzijn en lag op de intensive care. Nog een dag zonder medische hulp en hij had het niet overleefd, dat leed geen enkele twijfel. De specialist was verbaasd dat hij het zo lang had uitgehouden, gegeven de ernst van de hoofdwond. Simon legde uit dat hij een serie forse klappen had gekregen die een acute bloeding in de hersenen tot gevolg hadden, naast een bloeding tussen de hersenen en het hersenvlies en een hersenschudding. Haworth was meteen geopereerd, waarbij de bloedingen waren gedraineerd om de druk op zijn hersenen te verlichten, maar de artsen waren niet optimistisch. Simon ook niet. 'Ik denk niet dat dit nog heel lang een poging tot moord blijft,' zei hij.
'Enig idee wat de hoofdwonden heeft veroorzaakt?' had Charlie gevraagd.
'Ja, een verdomd groot stuk steen. Het lag er gewoon nog, op de grond, bij het bed. Het was niet eens verstopt. Het zat onder het haar en bloed. Juliet Haworth zei dat zij en haar man de steen gebruikten als deurstop.' Hij zweeg even. 'Ik werd helemaal eng van dat mens. Ze vertelde dat Haworth de steen ooit uit de rivier de Culver had gepikt toen ze daar aan het wandelen waren. Toen ik Haworth eenmaal had gevonden rebbelde ze er gezellig op los. Bijna alsof ze opgelucht was, hoewel het haar allemaal ook weinig leek te kunnen schelen. Ze vertelde dat de vorige eigenaren alle deuren in het huis hadden vervangen voor brandvertragende deuren, en die kon je niet open laten staan...'
'Vandaar dat ze een deurstop nodig hadden.'
'fa, in elke kamer ligt er een, allemaal precies van diezelfde grote stenen als die waarmee het hoofd van Haworth aan gort is geslagen, maar dan allemaal uit verschillende rivieren. Dat vond Haworth kennelijk leuk. Zij bleef maar doorratelen, allemaal irrelevante informatie - ik kreeg zelfs de lijst rivieren te horen! Maar toen ik haar vroeg of zij haar man had aangevallen, keek ze me alleen maar grijnzend aan. Toen zei ze geen woord meer.'
'Grijnzend?'
'Ze wil geen advocaat. Het lijkt wel of het haar niet kan schelen wat er met haar gaat gebeuren. Ze lijkt vastbesloten om ervan te genieten, wat we verder ook doen.'
'Denk je dat zij heeft geprobeerd om Haworth te vermoorden?'
'Dat weet ik wel zeker, ja. Tenminste, dat zou ik wel zeker weten als die Naomi Jenkins niet ook had gelogen. Die hebben we ook opgepakt...'
'Is het forensisch onderzoek in het huis al afgerond? En denk je er wel aan om de dames uit elkaar te houden?'
'Ja, Jenkins zit in het huis van bewaring in Silsford.'
'Slim van je.'
'Zij wil ook al geen advocaat. Denk je dat ze het misschien samen hebben gedaan?'
Charlie dacht van niet, en ze legde uit aan Simon waarom niet: het klonk te veel als een Thelma-en-Louise-achtige feministische fantasie. In werkelijkheid geven twee vrouwen die van dezelfde ontrouwe man houden elkaar vaak de schuld en haten zij elkaar, terwijl de eikel die hen belazert vaak ongedeerd uit de strijd komt en allebei de dames hem nog altijd willen.
Nu ze het overleefverhaal van Naomi Jenkins had gelezen was Charlie nieuwsgierig naar de andere verhalen. Ze zat te wachten tot Graham terug zou komen met de pijnstillers, dus ze gooide een paar van die verhalen open. Ze klikte op nummer 73,74 en 75, in die volgorde, en las ze vluchtig door. Alle drie waren het verhalen over incestueuze verkrachtingen. Nummer 76 ging over een verkrachting door een onbekende, maar dat verhaal was zo wellustig opgeschreven dat Charlie bijna zeker wist dat hier een perverse kerel achter zat. Zou Naomi Jenkins misschien ook iemand zijn met perverse fantasieën, vroeg ze zich af. Dat zou wel verklaren waarom ze had gelogen over het feit dat Haworth haar verkracht zou hebben. Charlie was er namelijk zeker van dat dat een leugen was. Maar in Nao- mi's brief aan de website stonden helemaal geen choquerende details. En die had ze makkelijk mee kunnen nemen; in haar verklaring was ze er nogal kwistig mee geweest, als ze Simon mocht geloven, dus als het dan zo'n fantast was, waarom zou ze hier niet ook haar fantasie hebben beschreven? Was ik maar in Silsford, dacht Charlie, dan kon ik Naomi Jenkins al die vragen zelf stellen en zien hoe ze reageert.
De deur van de receptie ging open en Steph kwam binnen. Ze droeg andere kleren dan eerder die avond, hoewel ze ook nu weer een broek aanhad, een zwarte dit keer, die op haar uitstekende heupbotten hing. Dat het ding niet afgleed naar haar enkels; hoe flikte ze dat toch? Het was een mysterie. Met de spijkerbroek die ze vanochtend droeg was het precies zo. Je kon haar schaamhaar bijna zien, dacht Charlie. Toen corrigeerde ze zichzelf: een vrouw zoals Steph had waarschijnlijk helemaal geen schaamhaar, en als ze het wel had, dan schoor ze het vast in de vorm van een hartje of zoiets vreselijks.
Van dichtbij bezien zag Stephs haar met veelkleurige highlights er belachelijk uit - alsof een groepje vogels die allemaal iets verkeerds hadden gegeten, tegelijkertijd op haar kop hadden gepoept. Haar haar stond in vreemde stijve pieken van haar hoofd af; veel te overdreven voor zomaar. Dit soort kapsels verwacht je eerder bij een modeshow.
Er lag een dikke laag foundation over Stephs vermoeide en bleke gezicht. Haar lippen waren, net als haar haar, in verschillende tinten gekleurd: roze en glimmend in het midden, met een dun rood lijntje langs een nog veel dunner zwart lijntje. Toen ze binnenliep maakte ze een tingelend geluid; Charlie zag de gouden armbanden aan haar polsen.
'Dat is onze computer,' zei Steph meteen, geïrriteerd. 'Daar mag u geen gebruik van maken.'
'Het mocht van Graham.'
Steph pruilde. Charlie keek naar hoe ze haar glimlippen naar voren duwde. 'Waar is hij?'
'Hij is een pijnstiller voor me gaan halen. Ik heb hoofdpijn. Moet je horen, er was een noodgeval op het werk, en Graham vond het goed dat ik...'
'Het is niet goed. Gasten mogen niet op onze computer.'
'Waar heb je mijn zus naartoe gebracht?' vroeg Charlie. 'Naar een hotel?'
'Ik mocht het niet aan je vertellen van haar.' Steph schoof een lange nagel waar iets diamanterigs op glitterde tussen haar tanden. 'Zeg, hoe zit het, heeft Graham je al genomen?' vroeg ze. 'Jullie zaten zo aan elkaar te frutten, vanavond in de bar.'
Charlie was te verbijsterd om te antwoorden.
'Jij zou hier nooit naar binnen mogen tenzij hij je heeft geneukt, of dat nog van plan is. Ik waarschuw je maar vast: als je het met hem hebt gedaan, dan krijg ik het hele verhaal in geuren en kleuren te horen. Doet ie altijd. Je bent bepaald niet de eerste die hij mee zijn bed in sleurt. Hele ladingen heeft hij al gehad. Dan doet hij altijd na wat voor geluiden ze maakten. Echt lachen!' gniffelde Steph, en ze verborg haar mond achter haar hand.
Als Graham niet net op dat moment zou zijn teruggekomen, was Charlie opgestaan en had haar een knal voor haar gezicht verkocht.
'Wat is er?' vroeg hij aan Charlie. Hij had een doosje Nurofen in zijn hand. 'Wat zei ze net?'
'Ik heb alleen maar gezegd dat ze niet op onze computer mag,' antwoordde Steph voordat Charlie iets kon zeggen.
'Dat mag ze wel. Oprotten en je bed in, jij,' zei Graham opgewekt. 'Jij hebt morgen weer heel wat werk te doen. Te beginnen met ontbijt op bed voor mij en de Baas, hier. Spek, worstjes, alles erop en eraan. Bij haar in het huisje, welteverstaan. Want daar slapen wij namelijk. Toch, Baas?'
Charlie staarde naar het computerscherm en kromp in elkaar.
Steph duwde Graham aan de kant. 'Ik ga,' zei ze.
Terwijl ze de deur uit liep begon Graham hard te zingen:'White li- nes, going through my mind...' Dat was duidelijk voor Steph bedoeld. Charlie herkende het wel, het was een hit uit de jaren tachtig. Van Grandmaster Flash, dacht ze.
De deur van de receptie viel met een klap dicht.
'Sorry.' Graham keek beschaamd. 'Ze irriteert me gewoon zo vreselijk.'
'Dat geloof ik graag,' zei Charlie, nog steeds gechoqueerd door wat Steph allemaal had gezegd.
'Ze heeft kennelijk geen idee van het feit dat ze een wandelend cliché is. De stereotype kwaadaardige bediende, net als mevrouw Dan- vers in Rebecca - heb je die wel eens gezien?'
'Ik heb het boek gelezen.'
'Nou, nou, baas, wat chic!' Graham kuste Charlies haar.
'Is Steph aan de cocaïne?'
'Nee. Hoezo, ziet ze er zo uit?'
'Omdat je "White Lines" zong - dat gaat over drugsverslaving, toch?'
Graham moest lachen. 'Nee, dat is een grapje tussen ons,' zei hij. 'Maak je maar geen zorgen, dat ontbijt komt ze echt wel brengen, let maar op. Ze is zo gehoorzaam als een ouwe hond.'
'Graham...'
'Jij moet water hebben, voor je pillen.' Hij draaide zich om naar de
waterkoeler. 'Geen bekertjes. Lekker is dat. Ik ga even naar het magazijn om er een paar te halen. Ben zo terug. Als de sloof weer terugkomt, dan weet je welk liedje je moet zingen.' Hij gaf haar een knipoog en liep weg. De deur liet hij wijd openstaan.
Charlie zuchtte. Ze piekerde er niet over om nu nog met Graham naar bed te gaan, en het risico te lopen dat hij allerlei details zou vertellen aan zijn personeel. Ze keek weer naar de website Vertel en Overleef. Ze wilde de brief van Naomi Jenkins nog een keertje lezen, en dan zou ze naar haar huisje teruggaan om te gaan slapen. Alleen.
Ze gaapte en pakte de muis. Haar hand gleed uit en in plaats van verhaal nummer 72, klikte ze per ongeluk verhaal nummer 31 aan. 'Verdomme,' vloekte ze. Ze probeerde terug te keren naar het vorige scherm, maar Grahams computer was vastgelopen. Ze probeerde Control-Alt-Delete, maar er gebeurde niets. Dan moet ik het maar opgeven, dacht ze vermoeid. Graham zou het wel regelen als hij weer terugkwam. Ze zou het zo maar laten - bevroren.
Ze wilde net opstaan toen haar oog ergens op viel. Een woord op het scherm: 'theater'. Het duurde even voor het doordrong tot haar wattige hersenen. Maar toen dat eenmaal was gebeurd schoot ze overeind en haalde scherp adem. Ze knipperde een paar keer om te controleren of ze niet hallucineerde. Nee, het stond er echt, in verhaal nummer 31. Een klein theater. Een podium. En een paar regels verder naar beneden het woord 'tafel'. Het sprong zo van het scherm, en de zwarte lijntjes trilden voor Charlies ogen. Een publiek dat zit te eten. Alles stond er, alle details uit de verklaring van Naomi fenkins over haar verkrachting, waar Simon over had verteld. Charlie keek naar de datum - 3 juli 2001. Onderaan stond: 'Naam en e-mailadres bij de redactie bekend.'
Ze belde Simons mobieltje maar die was in gesprek. Verdomme. Toen belde ze met haar afdeling. Laat er in godsnaam iemand opnemen!
De telefoon ging veertien keer over - ze telde mee - voordat Gibbs opnam. Charlie kwam meteen ter zake. 'Neem contact op met de Nationale Recherche in Bramshill,' droeg ze hem op. 'Fax ze de ver- klaring van Naomi Jenkins door en vraag of ze meer van dit soort gevallen kennen, waar dan ook in het land.'
Gibbs kreunde. 'Moet dat echt?' vroeg hij uitdagend.
'Omdat Naomi Jenkins inderdaad is verkracht, en ze was niet de enige. Dit was er eentje uit een hele reeks.' En Charlie sprak de woorden die de rechercheurs vreesden: 'Zeg maar tegen Simon en Proust dat ik eraan kom.'
Vertel en Overleef
Overleversverhaal nummer 31 (verstuurd op 3 juli 2001)
Het is moeilijk om mezelf te dwingen op te schrijven wat me is overkomen. Het komt alleen door het lezen van de verhalen op deze geweldige website en door te zien hoe dapper andere vrouwen zijn dat ik nu zelf ook dapper wil zijn. Drie weken geleden ben ik verkracht, en het monster dat het heeft gedaan zei dat als ik het ooit aan iemand zou vertellen, of als ik ooit naar de politie zou gaan, hij me weer op zou zoeken en me zou vermoorden.
Ik geloofde hem toen, en nog steeds. Ik weet dat veel mannen die iemand verkrachten geestelijk niet in orde zijn, maar deze man had zoveel zelfvertrouwen. Hij was echt niet zo'n loser. Hij zou zo een vriendin kunnen krijgen. Wat hij mij heeft aangedaan was niet uit noodzaak; het was omdat hij er zin in had.
Ik was in het centrum van Bristol toen hij op me af kwam. Ik kwam net uit een vergadering en die avond zou ik er nog een hebben, dus ik wilde even iets eten tussendoor. Ik kom zelf niet uit Bristol, dus ik ben niet goed op de hoogte van de horeca daar. Ik vond een eetcafé dat er wel leuk uitzag; de One StopThali Shop. Ik stond nog buiten en keek door het raam naar binnen, wilde net naar binnen gaan toen die man me aansprak.
Hij riep mijn naam, en ik dacht dat het iemand was die ik kende. Pas toen hij naast me stond zag ik het mes. Ik was doodsbang. Hij dwong me naar zijn auto te lopen, met het mes in mijn zij, en hij zei dat hij mijn ingewanden er uit zou snijden als ik ging gillen.Toen ik in de auto zat deed hij een masker voor mijn ogen zodat ik niks meer kon zien.
Ik kan niet alles opschrijven wat er is gebeurd - het is te pijnlijk, en te vers. Hij bracht me ergens naartoe - waar naartoe weet ik niet - en toen we binnen waren deed hij het masker pas weer af. Het was een klein theater met een podium. Hij zei;'Wil je eerst
even warmdraaien voor de voorstelling?' maar hij wilde niet zeggen wat voor voorstelling het zou zijn.
Daar kwam ik snel genoeg achter. Er kwam publiek, ze kwamen tegelijk binnen.Vier mannen en drie vrouwen. Dat die vrouwen er ook bij waren vond ik nog het ergste van alles. Hoe kan een vrouw nou aanzien dat er zulke dingen gebeuren met een andere vrouw? Als dat hun idee is van een leuk avondje uit, dan heb ik met hen nog meer medelijden dan met mezelf.
Alle zeven waren ze van middelbare leeftijd, aan de oude kant in elk geval.Twee van die kerels hadden een baard en een snor. Ik haat mannen met haar op hun gezicht. Eentje had echt een kerstmannen- baard, maar dan bruin, en die andere had zo'n suf sikje.
De stoelen stonden niet in rijen, zoals in een gewoon theater. Ze zaten allemaal rond een tafel, en terwijl ik werd verkracht op het podium zaten zij allemaal lekker te eten.Voor hij zich aan mij vergreep, serveerde die vent eerst het voorgerecht: kleine bordjes met parmaham en Parmezaanse kaas. Dat weet ik omdat hij dat aan ze vertelde.
Dit is zo moeilijk. Ik dacht dat de ellende op dat moment wel voorbij zou zijn, want hij had me van het podium af gehaald, en ik dacht dat hij nu wel klaar zou zijn. Hij beloofde dat hij me niet zou vermoorden als ik meewerkte, en ik had meegewerkt. Ook al was het nog z'n monster, ik geloofde toch wat hij had beloofd. Hij wilde me niet vermoorden. Hij wilde alleen dat ik hem zou helpen bij zijn 'voorstelling'.
Maar het was helemaal niet voorbij. Ik kan het niet opbrengen om op te schrijven wat er toen gebeurde, maar het was veel erger dan wat er op het podium was gebeurd.Toen de verkrachter eindelijk klaar was, probeerde hij de man met de enorme baard - Des heette die - over te halen om mij ook te verkrachten. Des klom op me maar kon godzijdank geen erectie krijgen.
Toen ze klaar met me waren, werd het masker weer over mijn ogen getrokken en werd ik teruggebracht naar Bristol, waar hij me uit de auto gooide, op de stoep voor de One StopThali Shop. Hij
gooide mijn autosleutels en handtas achter me aan. Er was geen mens in de buurt. Ik ben teruggegaan naar mijn auto, en hoewel ik er nauwelijks nog toe in staat was, ben ik weer terug naar huis gereden. Daar kwam ik halverwege de ochtend aan. Mijn buren stonden in hun tuin en zagen hoe ik van de auto naar de voordeur liep. Die middag belde een van de buurvrouwen aan om te vragen of ze iets voor me kon doen. Ze vroeg of ik al naar de politie was geweest. Ik zei dat ze zich met haar eigen zaken moest bemoeien, en heb de deur voor haar neus dichtgegooid. Ik wist dat ze me zouden vermoorden als ik iemand iets zou vertellen. Die vent wist mijn naam en mijn adres en nog veel meer.
Ik ben daarna nauwelijks nog buiten de deur geweest. Ik durf mijn buren niet meer onder ogen te komen en heb mijn huis te koop gezet. Ik ben de hele tijd maar bezig om woeste wraakplannen te verzinnen, wat nogal zielig is, want ik ga ze natuurlijk nooit echt uitvoeren. En zelfs als ik de moed opbracht om naar de politie te gaan, dan nog is het waarschijnlijk al te laat. Zodra ik thuiskwam, ben ik gelijk in bad gegaan, en dat had ik natuurlijk nooit moeten doen.
Als hij niet zou hebben geweten hoe ik heet, dan was het allemaal lang zo erg niet. Maar nu heb ik het gevoel alsof hij het speciaal op mij gemunt had en ik weet niet eens waarom. Heb ik soms iets gedaan? Ik weet wel dat het niet mijn schuld is dat ik verkracht ben, en ik neem het mezelf ook niet kwalijk, maar ik zou toch graag willen weten waarom hij mij moest hebben. Ik voel me nu zo ontzettend alleen, zo afgesneden van de rest van de wereld. Ik zou zo graag willen dat alles weer normaal was.
Bedankt dat je dit hebt willen lezen.
Naam en e-mailadres bij de redactie bekend.
oviSM (Overlevenden van Verkrachting, Incest en Seksueel Misbruik)