Vrouwenkenner
Jasper, een landgenoot die zo goed geboerd heeft dat hij zichzelf vervroegd pensioen in Zuid-Afrika kon geven, wil ons met genoegen naar de boeiendste plekjes van het Kaapse schiereiland brengen, maar zijn zilvergrijze Mercedes-cabriolet biedt plaats aan slechts één passagier. Gelukkig is een vriendin van hem, Carol, graag bereid ons rond te rijden in haar Tata.
We komen bijeen in zijn luxueuze appartement met uitzicht op een baai waarin regelmatig walvissen opduiken. Om ons te plezieren spreekt Carol Afrikaans, de taal die je als Nederlander blijft verrassen. Zo ontdekken we dat viooltjes ‘gesiggies’ worden genoemd.
Carol moet lachen als ik met mijn Nederlandse accent berichten uit Die Burger voorlees. Het ontgaat iedereen dat Ethel, de zwarte huishoudster van Jasper die in de open keuken staat te strijken, zich ergert. Ineens valt ze uit: ‘I hate that language.’ Afrikaans is de taal van de apartheid. In de townships zijn ze het nog niet vergeten.
Jasper is blij met Ethel. Zij zag aankomen dat zijn huwelijk zou stranden en gaf hem verstandige adviezen. Op haar aandringen maakt hij strandwandelingen met zijn mopshondjes. Muffin, Kaya en Jari doen vrouwenharten smelten. Ook zijn cabriolet bewijst hem goede diensten, al vallen volgens hem de dames alleen maar voor zijn charme. Hij troost ze als ze bij hem komen uithuilen over hun Afrikaanse mannen. Die hijsen zich vol bier op braaifeestjes en hebben praatjes voor tien, maar het zijn slechte minnaars.
Tot zijn verbazing verbrak laatst een vriendin woedend het contact met hem omdat hij met een andere dame uitging. Weer een andere vriendin, die met drank op achter het stuur betrapt werd, eiste dat hij bij de rechtszaak zou zijn om haar hand vast te houden.
Carol heeft hij nooit horen klagen, wat hem er niet van weerhoudt te beweren dat haar man een watje is en dat zij veel liever hém had gehad.
Carol mag Jasper graag, maar daar houdt het mee op. Al haar aandacht is gericht op onze uitstapjes. Natuurlijk bezoeken we Kaap de Goede Hoop. Ook al zijn er veel toeristen, de plaats waar de Atlantische en Indische Oceaan samenkomen is er niet minder indrukwekkend om. We hebben een uitgebreid programma. Van pinguïnkolonies tot luierende robben en van een dagje Stellenbosch tot een kijkje in het intieme museum van Irma Stern. Jasper is van de partij als we het kinderziekenhuis van Kaapstad bezoeken. Er is een zaal vol jongens en een zaal vol meisjes. De patiëntjes zijn allemaal zwart of kleurling en bijna allemaal verkeersslachtoffer. En allemaal willen ze een knuffel.
Carol heeft Chip, haar jack russell, bij zich. Chip roffelt onvermoeibaar over het zeil achter een weggeworpen tennisbal aan. Belandt de bal in bed, dan klauwt hij er als een kat tegenop. Jasper heeft Muffin meegenomen, zijn aandoenlijke oude mops, die zich geduldig laat aanhalen en van bed naar bed laat sjouwen. Het is feest voor groot en klein. Carol filosofeert: ‘Jasper loves his girlfriends, but his heart belongs to Muffin.’ Hij kijkt alsof hij niet weet waar ze het over heeft.
We komen bij haar thuis. ‘Ik heb een cadeautje voor je,’ zegt ze tegen Jasper. Hij peutert het papier van het pakje.
Het is een boek. De titel luidt: Everything men know about women. Nieuwsgierig slaat hij het open. Alle pagina’s zijn blanco.