17

Toen ze de kop op de voorpagina van de Sunday Post zag, was Chiara verbijsterd. Dit had ze nooit verwacht. BIGAMIE, INCEST, BOULIMIA: CHIARA FOX ZEGEVIERT OVER TRAGEDIE.

De verkoper zei geen woord toen hij haar de krant verkocht, hij keek alleen naar haar alsof ze een vreemd museumstuk was, een gedroogd hoofd of een vogelbekdier.

Halsoverkop rende ze terug naar het appartement. Maar eenmaal binnen durfde ze het niet aan om de krant in te kijken.

“Harriet!” riep ze. “Help!”

Ze hoorde een vermoeide stem. “Moment, ik kom al.” Even later verscheen een pips gezicht om de slaapkamerdeur. “Dit is nog erger dan een kater,” kreunde Harriet. “Geloof het niet als ze je iets anders proberen wijs te maken.”

“Je bent het stadium van ochtendmisselijkheid toch voorbij?” merkte Chiara op, en ze kreeg een vernietigende blik.

“Je riep om hulp,” zei Harriet kortaf. “Wat is er?”

Zwijgend hield Chiara de Sunday Post op. “Wil je dit alsjeblieft lezen en me vertellen wat er staat? Ik kan het niet opbrengen om ernaar te kijken.”

“Jezus,” zei Harriet terwijl ze de krant aanpakte en de eerste regels las.

Chiara wachtte vol ellende op het vonnis. “Nou,” begon Harriet, “het is allemaal redelijk volgens de waarheid, maar niet helemaal. Ik snap alleen niet dat hij schrijft dat je boulimia hebt. Heb je echt een garnaal in je servet uitgespuugd tijdens het feest?”

“Ja, maar die was bedorven!” antwoordde Chiara nijdig.

Harriet begon te lachen. “Nou, volgens Pete Farrell ben je dapper de strijd aangegaan met je boulimia.”

“De rotzak. Daar kan ik hem voor aanklagen.”

Harriet lachte nog steeds. “Er is een heel grote foto van het omslag van het boek en een hoop gewauwel dat Paolo je medespeler wordt in de tv-serie. Wat een publiciteit!”

“Die garnaal was bedorven,” herhaalde ze tegen Harriets rug toen haar zwangere vriendin weer een spurt nam naar de badkamer.

Chiara kon niets anders doen dan zich terugtrekken. De buitenwereld was vol mensen die ‘s-morgens tijdens de koffie de kranten doorspitten, op zoek naar roddels. Dus voelde ze zich alleen maar veilig onder haar dekbed. De telefoon ging herhaaldelijk, maar niemand in het appartement nam de moeite om die op te nemen. Waarschijnlijk probeerde Alex haar te bereiken, en Janey ook, dacht

Chiara. En misschien had Paolo wel een paar keer gebeld. Paolo, die het verstandiger achtte om een kamer in een goedkoop hotel bij Russell Square te nemen in plaats van bij haar in te trekken in Soho. Hij had als excuus aangevoerd dat er te weinig ruimte was, maar Chiara wist zeker dat er meer aan de hand was. Ze voelde dat hij zich van haar terug begon te trekken. Paolo had niets gezegd of gedaan. Toch vertelde haar instinct haar dat hun relatie was veranderd.

Ze moest even zijn weggedoezeld, want toen ze haar ogen opende was het licht anders geworden. Ze tuurde in de stralen van de middagzon en hief met moeite haar hoofd op van het kussen. Haar mond was droog, ze had een leeg gevoel in haar maag en het dekbed was nu onplezierig nat van haar zweet.

Chiara negeerde het lichtje van haar antwoordapparaat, pakte de hoorn op en toetste het nummer in van de mobiele telefoon die Paolo had gehuurd voor de tijd dat hij in Londen was.

Hij nam vrijwel meteen op. “Pronto,” zei hij, nog steeds met een stem vol warmte.

“Paolo, met mij. Heb je mij toevallig willen bellen?”

“Nee, schat.”

“Heb je die vervloekte krant gezien?”

“Natuurlijk. Ik heb er tien van gekocht om naar huis te sturen. Ik sta goed op de foto, vind ik, maar jij ziet er een beetje stijfjes uit.”

“Heb je het artikel gelezen, Paolo?” wilde Chiara weten.

Si, cara, natuurlijk. Dat wist ik niet, van de boulimia. Waarom heb je me dat niet verteld?”

Ze bedwong de opwelling om tegen hem te schreeuwen, maar de ergernis klonk door in haar stem toen ze zei: “Ik wil je spreken. Zullen we ergens gaan lunchen? Ik beloof dat ik naderhand niet zal braken.”

§

Soho had op zondag altijd iets weg van een minnaar die in de steek was gelaten, dacht Chiara terwijl ze naar de plek liep waar ze met Paolo had afgesproken. Er was geen marktdrukte in Berwick Street, in de goot lagen alleen nog wat geplette tomaten en bloemkoolblaadjes. De meeste cafés waren dicht, de afvalbakken waren overvol en de trottoirs waren plakkerig van het bier en andere, minder smakelijke vloeistoffen. Alleen in de seksshops in de zijstraten was het druk, en zoals altijd vermeed Chiara die zo veel ze kon.

Paolo kwam twintig minuten te laat bij Pizza Pizza. Tegen die tijd was ze aan het knoflookbrood begonnen, hoewel ze dat nooit echt lekker had gevonden. Pepina zou denken dat ze gek was geworden om brood, boter en bijna rauwe knoflook te eten, maar gezien de hoeveelheid drank van de vorige avond leek het niet zo’n gek idee om koolhydraten en vet te eten.

Hij kuste haar vluchtig op beide wangen en ging tegenover haar zitten, in plaats van naast haar. Hij keek bedenkelijk naar het menu, naar de pizza, naar de serveerster. Niets leek te deugen in zijn ogen.

Chiara wachtte tot de serveerster hun koffie had gebracht—die hij te slap vond—voor ze begon over wat haar de laatste tijd had beziggehouden. “Ik heb lopen denken over iets wat Janey een poos terug voorstelde,” zei ze terwijl hij vol afkeer slokjes nam van zijn koffie. “Een DNA-test. Wat vind jij? Dan weten we zeker of Marco mijn vader is, en als hij het niet is, wat we allemaal vermoeden, dan hoeft niets ons in de weg te staan.”

Hij knikte aarzelend. “Dat is mogelijk,” zei hij. “Maar als ik jou was, zou ik er geen haast mee maken. Het boek is nu uitgebracht en het zou me niet verbazen als je echte vader opeens zou komen opduiken. Dan is al dat gedoe met Marco en de dure test niet nodig.”

“Dus je vindt dat we moeten afwachten?”

“Precies,” zei hij.

Ze wilde meer vragen, erachter zien te komen of zijn gevoelens voor haar waren veranderd, maar ze was bang voor het antwoord.

“Paolo,” begon ze. “Gaat het allemaal?”

“Ja, ja, natuurlijk. Fantastisch.”

Ze trok nerveus aan een plukje haar. “Ik houd van je,” waagde ze.

Hij knikte alleen, nam nog een slok koffie en trok een vies gezicht.

“Houd jij nog van mij?” drong ze aan.

Hij zette zijn kopje op het schoteltje. “Je zult me altijd dierbaar zijn, Chiara, dat weet je.”

“Maar houd je nog van me?” hield ze vol.

Hij pakte haar hand. “Ik zal eerlijk zijn,” zei hij zacht. “Toen je in Italië was en elke dag in de keuken van mijn grootmoeder stond te koken, dacht ik dat ik verliefd op je was. Maar nu hebben we een zakelijke relatie en volgens mij is het beter om wat afstand te houden.”

Ze was woedend. “Hoe durf je het lef te hebben om dat tegen me te zeggen,” zei ze terwijl ze haar hand wegtrok. “Jij hebt me van alles wijs lopen maken. Je zei dat je van me hield. Het staat zelfs in mijn boek. En nu vind je dat je me zo kunt laten vallen?”

“Ik laat je niet vallen.” Nu was hij ook kwaad. “Zal ik je geheugen even opfrissen, Chiara? Er is nooit iets tussen ons geweest, op een paar kussen na. Het had verder kunnen gaan, maar wat ik ook zei, je kon het idee niet loslaten dat Marco je vader was, en nu is het te laat. Ik heb een bedrijf, ik heb een carrière. Ik heb de tijd en de energie niet voor dit soort scènes. Laten we de dingen zakelijk houden.”

“Goed, als je dat wilt.” Chiara kneep haar lippen opeen, boos en gekwetst. Ze was te trots om verder nog iets te zeggen. Ze was vaak genoeg gedumpt om te weten dat het geen zin had om er verder heibel over te maken. Ze trok haar jasje aan en betaalde de rekening.

Toen ze vertrokken, riep de serveerster hen na: “Wacht even.” Ze had een exemplaar van de Sunday Post onder haar arm. Chiara dacht: O, nee. Maar Paolo pakte de pen al aan van het meisje. “Ik schaam me eigenlijk, ik doe dit soort dingen nooit,” giechelde ze terwijl Paolo zijn handtekening zette onder de foto op de voorpagina. “Maar zonder jullie handtekeningen geloven mijn vrienden nooit dat ik jullie heb gezien.”

Met tegenzin zette Chiara haar handtekening naast die van hem. Paolo leek niet te merken hoe opgelaten ze zich voelde. Hij keek het meisje na toen ze wegliep in haar strakke spijkerbroek, en begon toen te grinniken als een schooljongen. “Mijn god, als het nu al zo gaat, denk je eens in hoe het zal zijn als de tv-serie begint!” zei hij. “We worden beroemd. Is het niet fantastisch?” Toen keek hij naar Chiara en de glimlach verdween van zijn gezicht. “Wat heb jij in godsnaam aan?” vroeg hij opeens.

“O.” Ze keek naar haar wijde joggingbroek en oude, zwarte trui. “Het is zondag. Op zondag draagt iedereen vrijetijdskleding.”

“Je moet vanaf nu aan je imago denken,” antwoordde Paolo koel. “Je moet fatsoenlijke kleren kopen en je haar een beetje laten groeien. Als je jezelf wat beter zou verzorgen, kun je best een knap meisje zijn, Chiara.”

Toen Chiara naar huis liep, meende ze te begrijpen hoe filmsterren zich voelden als ze de ochtend na de uitreiking van de Oscars de schitterende sieraden moesten inleveren die ze alleen maar hadden mogen lenen. Ze vond het jammer dat ze Paolo kwijt was, maar het verbaasde haar niet. Ze had nooit verwacht dat ze hem lang voor zich alleen had kunnen houden.