.20.

Weer zaten ze bij elkaar tegenover dokter Evers.

'Binnenkort is het zover, ' zei hij. 'Lobke heeft de derde kuur goed doorstaan, en de uitslagen van haar bloed zijn dusdanig dat we goede hoop hebben dat de kuren aanslaan. Waar we nu voor bij elkaar zitten, is een datum vast te stellen waarop Lobke de laatste en zwaarste kuur zal krijgen, waarna de transfusie van de stamcellen van Sanne kan plaatsvinden. Hoe is het nu met Sanne?'

'Ze heeft weinig last gehad van de bloedafname. Daar heeft haar begeleider hetzelfde trucje uitgehaald als eerst, en dat werkte weer, ' zei Hanneke. 'Het maken van het ECG lukte ook met hetzelfde trucje. Dat kon gelukkig na de bloedafname op het lab gebeuren, zodat Sanne niet opnieuw naar een andere ruimte hoefde. De longfoto maken gaf wat meer problemen, vooral doordat Sanne erg angstig werd van al die vreemde apparaten, en doordat ze tijdens het maken van de foto even alleen in haar rolstoel moest blijven zitten. Het tandartsbezoek was weer een drama, maar dat is iets wat ieder halfjaar terugkomt. We beschouwen dit maar als haar eerstvolgende controle. Het moeilijkste was de beenmergpunctie. Dat beenmerg haalden ze uit haar bekken, en dat gebeurde dus achter haar. Ze was weliswaar plaatselijk verdoofd, maar ze vond het maar niks. Tim heeft alles uit de kast moeten halen om haar rustig te krijgen, en ze heeft er twee nachten slecht van geslapen. Waarschijnlijk heeft ze ook wat pijn gehad op die plek. Maar nu gaat het weer goed, al is ze nog wel wat angstig. '

'En hoe is het nu met jou, Lobke?' vroeg de arts.

'Wisselend,' gaf Lobke toe. 'De ene dag wat beter dan de andere. Ik ben vaak heel erg moe, en af en toe nog flink misselijk. Maar ik houd het wel vol,' besloot ze dapper.

'Ik wil jullie een voorstel doen,' zei dokter Evers toen. 'De feestdagen staan straks voor de deur. Als we de laatste kuur en daarna de transplantatie nu eens over drie weken doen, in de eerste week van het nieuwe jaar. Dan heb jij nog een aantal weken de tijd om aan te sterken, Lobke, en het geeft jullie de gelegenheid om samen leuke dingen te doen. Wat vind je daarvan?'

Ze keken elkaar aan.

'Goed idee. Kan dat, wat Lobkes bloed betreft?' vroeg Steven.

De arts knikte. 'Ik zou zeggen: ga maar alvast plannen maken.'

Toen ze de spreekkamer uit liepen, zei Steven tegen Aafke: 'Moet jij meteen terug naar je werk of kun je nog even mee, een kopje koffie drinken in het restaurant?'

Aafke hoefde daar niet lang over na te denken. 'Ik heb tegen mijn leidinggevende gezegd dat ik niet wist hoelang het gesprek zou duren, maar dat ik uiterlijk om halfeen terug zou zijn. Het is pas elf uur. Ik kan dus wel mee.'

Ze liepen gearmd naar het restaurant. Daar namen Hanneke en Steven een cappuccino, en Aafke en Lobke een fruitsapje.

Toen ze aan een tafeltje zaten, zei Steven: 'Dokter Evers heeft me op een idee gebracht. Als we nu eens zouden proberen er met z'n allen een weekje tussenuit te gaan. Even helemaal weg van hier.

Even geen ziekenhuis, geen dokters, maar een heel andere omgeving. Omstreeks deze tijd is het niet zo druk op mijn werk, en misschien kan Aafke ook wel vrij nemen. We zouden het zelfs in Roels kerstvakantie kunnen plannen, zodat hij ook mee kan. Wat vinden jullie ervan?'

De ogen van Lobke begonnen te stralen. 'Dat zou fantastisch zijn. Ik weet meteen al waar ik naartoe zou willen. Naar York, in het noorden van Engeland. Joyce is daar vorig jaar met Kerstmis naartoe geweest met haar ouders en haar broers, en die was dolenthousiast over de Anton Pieck-achtige straatjes in kerstsfeer.

Dat lijkt me gaaf!'

Ook Aafke en Hanneke reageerden enthousiast op het plan van Steven.

'De kathedraal daar schijnt heel mooi te zijn,' wist Hanneke. 'Kunnen opa en oma ook mee, en misschien zelfs Sanne?' vroeg Lobke.

'Laten we eerst maar eens aan opa en oma gaan vragen of die zelf geen plannen hebben voor de feestdagen,' vond Hanneke. 'Maar Sanne mee zou ik ook wel fijn vinden.'

'Misschien kan Tim dan wel mee, als begeleider van Sanne,' zei Aafke. De manier waarop ze dat zei, deed Hanneke even opmerkzaam naar haar oudste dochter kijken. Tim en Aafke? Ze hadden erg gezellig met elkaar zitten praten op de verjaardag van Lobke, maar ze had Aafke verder niet meer over Tim gehoord.

Aafke zag dat Hanneke naar haar keek. Ze bloosde licht.

Lobke zag het ook. Ze keek haar zus lachend aan. 'Ja, dat zou fijn zijn voor Sanne. En misschien ook nog wel voor iemand anders... '

Hanneke keek van de een naar de ander. Had ze iets gemist? Zo te zien wist Lobke meer. 'Vertel eens?' vroeg ze.

Maar Aafke bracht het onderwerp snel op iets anders. 'Wanneer zouden we dan gaan? Dan kan ik dat straks meteen vragen op mijn werk. '

Steven pakte zijn agenda en deed die toen weer dicht. 'Laat ik straks eerst maar eens kijken of er iets te regelen valt, een last-minute-aanbieding of zoiets. Hanneke, als jij dan naar pa en ma belt of ze mee willen of dat ze andere plannen hebben, en Lobke, als jij dan naar Roel belt wanneer het hem uitkomt, want misschien heeft hij al afspraken met zijn vader gemaakt. Dan hebben we het er vanavond verder over.' Hij stond op. 'En dan ga ik nu.

Tot vanavond.' Hij kuste zijn vrouw en dochters gedag.

Ook Aafke stond op. 'Hè, lekker een weekje vakantie,' zei ze. 'Ik heb er nu al zin in. Ik kom vanavond wel bij jullie eten. Is dat goed? Kan ik meteen horen of het pap gelukt is iets te boeken.'

Hanneke en Lobke liepen zwijgend naar de auto.

Onderweg naar huis vroeg Hanneke het dan toch: 'Hebben Aafke en Tim iets met elkaar?'

'Nog niet, maar Aafke vindt Tim wel erg leuk, en volgens mij ziet hij haar ook graag,' babbelde Lobke. Voor haar had het onderwerp toen afgedaan, want ze vervolgde: 'Ik ben benieuwd wat pap voor bestemming vindt voor onze vakantie. Ik vind het zo leuk.' Ze had blosjes op haar wangen van de opwinding.

Thuisgekomen belde ze meteen naar Roel, maar die had blijkbaar les, want ze kreeg zijn voicemail. 'Roel, bel me zo spoedig mogelijk terug. Nee, niks vervelends, iets leuks,' voegde ze er snel aan toe. 'Anders denkt hij dat er iets ergs aan de hand is.'

Daarna belde Hanneke naar opa en oma De Bont. Die hadden nog geen uitgewerkte plannen.

'We gaan graag mee,' aldus opa. 'En we maken er een feestje van. '


Steven liet 's avonds zien wat hij allemaal gevonden had op internet. 'Het viel me niet tegen wat er allemaal nog was,' zei hij. 'York gaat wel lukken. Hotels waren over het algemeen volgeboekt, maar er waren nog wel diverse appartementen in de buurt van York beschikbaar. Ik heb gekeken naar een vakantiehuis voor tien personen. Dan kan iedereen mee. De huur gaat van zaterdag tot zaterdag. We zouden dus vrijdag heen moeten met de nachtboot, en zaterdag terug. Ik heb ook gebeld of er nog plaats was op de nachtboot van Rotterdam naar Huil. Dat kostte wat meer moeite: op de heenweg zou het nog wel gaan, maar op de zaterdag terug waren alle hutten al volgeboekt. Dus zouden we vrijdag al terug moeten. Ik heb alvast vijf tweepersoons hutten laten vastleggen, en ik heb beloofd dat vanavond nog definitief te bevestigen. Wat vinden jullie ervan?'

'Opa en oma kunnen mee. En Roel ook. Die heeft de vrijdag voor de vakantie maar tot twaalf uur les, zodat hij daarna meteen door kan naar ons. Alleen hebben we nog niet gevraagd of Sanne en Tim mee kunnen. Wie doet dat?' Lobke keek daarbij plagend lachend naar Aafke.

Maar Hanneke schoot haar te hulp. 'Zal ik bellen? Volgens mij heeft Tim vanavond late dienst. Wacht even. Ik doe het meteen wel.' Ze liep naar de telefoon en toetste het nummer van De Roos in.

'Hallo, met Hanneke Schrijver. Is Tim in de buurt?' Ze wachtte even. 'Hoi, Tim, met Hanneke Schrijver. Hoe is het met Sanne?...

Gelukkig. ...Ja, met Lobke is ook alles goed. We zijn vanmorgen naar het ziekenhuis geweest, en ze krijgt nu drie weken vrij.

Begin volgend jaar is dan de laatste kuur, en daarna de transplantatie. ... Ja, dat wordt ook spannend voor Sanne... Tim, even een vraagje. Dokter Evers stelde vanmorgen voor in de komende weken allemaal leuke dingen te doen, en toen kwam Steven op het idee om er even tussenuit te gaan. Nu wil Lobke graag naar York - nee, niet New York, maar York, in Engeland - en Steven heeft een appartement kunnen regelen voor een week, vanaf aanstaande zaterdag. Dan zouden we vrijdagavond met de boot heen gaan, en de andere zaterdagochtend terug kunnen komen. Nu zou Lobke het helemaal te gek vinden als Sanne ook mee zou gaan, en daarom wilden we aan jou vragen of jij het ziet zitten Sanne daarbij te begeleiden.... Ja, ik snap dat je daarover even moet nadenken... Ja, we gaan allemaal mee, ook Roel, en opa en oma De Bont.... Ja, Aafke ook.... Hoeveel bedenktijd heb je nodig?... Ja, ik begrijp dat je dat ook nog met het rooster rond moet zien te krijgen, maar Steven moest vanavond bellen om de hutten vast te leggen. Wanneer kan ik je bellen?... Vanavond om half tien? Oké. Ik bel je vanavond terug. Dag, Tim. ' Hanneke legde de telefoon neer. 'Vanavond om half tien kan ik bellen of hij meegaat. '

'Ja, dat hadden we al begrepen,' zei Lobke droogjes. 'Hoe was het met Sanne?'

'Goed. Ze had geen pijn meer en zat weer wat lekkerder in haar vel volgens Tim.'

'Hè, gelukkig,' zei Lobke. 'Ik hoop zo dat ze mee kan. Het is lang geleden dat we met z'n allen op vakantie zijn geweest.'

'Even een praktische vraag: hoe gaan we dat doen met de auto's?' vroeg Aafke. 'Ik rijd wel graag, maar ik heb nog nooit links gereden.'

'Daar heb ik vanmiddag al met opa over gebeld,' zei Hanneke. 'Opa ziet dat wel zitten. Hij heeft weleens vaker in Engeland gereden. Wij hebben een brede auto, dus bij ons kunnen er wel drie achterin. Dan hebben we aan twee auto's genoeg. Nu maar afwachten wat Tim straks te vertellen heeft.' Om half tien belde Hanneke Tim opnieuw. 'Hoi, Tim, met Hanneke Schrijver weer. Weet je al iets? ... Ja? Geweldig. Hartstikke fijn dat je mee kunt.'

Lobke hoorde het en schreeuwde: 'Wauw. Gaaf, Tim.'

Hanneke maakte verdere afspraken met Tim en legde toen de hoorn neer. Haar ogen schitterden. 'We gaan met z'n allen op vakantie. '


Ze hadden een fantastische week in York. De vakantiebungalow was ruim opgezet, met vijf slaapkamers en twee badkamers.

Aafke en Lobke sliepen samen op een kamer, Roel en Tim deelden een kamer, en Sanne had een kamer voor zich alleen. Om beurten namen ze de zorg voor Sanne op zich, zodat Tim ook een echt vakantiegevoel had.

York bleek inderdaad een prachtige stad. De vele winkels in de talloze smalle straatjes hingen vol kerstversiering, op de hoeken van de straten stonden diverse koortjes te zingen, er stonden kraampjes met warme wafels.

Terwijl oma op Sanne paste, liepen de anderen over de brede muur om de stad.

'Deze muur is bijna tweeduizend jaar oud,' wist Steven te vertellen.

Lobke keek om zich heen. Ze vond het allemaal geweldig. 'Hé, kijk eens, eekhoorntjes. Niet zulke rode als bij ons, maar zoals Knabbel en Babbel, met zo'n witte streep over hun rug.'

Steven keek naar haar. Ze had gelukkig weer wat kleur gekregen door het vele buiten zijn. De laatste tijd zag ze wel erg wit. Ze leek geen tekenen van vermoeidheid te vertonen.

Hanneke had echter wat last van haar voeten. Ze wees naar een trap aan de zijkant van de muur. 'Vinden jullie het goed als we hier ergens even wat gaan drinken?' vroeg ze. 'Ik ben versleten.'

'Nou, vooruit dan maar. Maar niet te lang, hoor. Ik wil zo nog naar de kathedraal,' zei Lobke. Maar eenmaal binnen was ook zij blij dat ze even zat. Ze strekte haar benen en zuchtte vergenoegd bij het zien van de warme chocomelk met slagroom die ze besteld had. 'Mmm, dat ziet er lekker uit.'

'Je bent een lekkerbek,' plaagde Roel.

Maar Lobke reageerde meteen: 'Daarom ben ik ook zo gek op jou.'

Er volgde een stoeibui, gevolgd door het geroep van Steven: 'Hé, voorzichtig met mijn koffie.’

Eenmaal uitgerust vervolgden zij hun weg over de muur. Toen ze bij de Minster aangekomen waren, de grote kathedraal van York en een van de grootste gebouwen ter wereld, besloten ze die eerst vanbinnen te bezichtigen.

'Wat een prachtige glas-in-loodramen,' verzuchtte Hanneke. Met open mond liep ze de kerk rond.

Binnen waren diverse kinderkoortjes aan het repeteren, waarschijnlijk voor de kerstviering van hun school. Het was een drukte van belang.

Lobke liep naar voren. Juist in deze ruimte had ze behoefte aan stilte, maar die leek hier, met al die mensen, ver te zoeken. Toen viel haar oog op een opening in de muur. Ze trok Roel aan zijn jas. 'Hé, kijk eens, daar kun je de toren beklimmen. Zullen we dat gaan doen?'

Roel wilde wel mee, en ook Aafke en Tim wilden de klim wel wagen.

Hanneke, Steven en opa besloten de schatkamer en de crypte met een bezoek te vereren.

Hanneke vroeg bezorgd: 'Is dat geklim niet te zwaar voor je?'

Maar Lobke zei luchtig: 'Ben je mal. Ik doe wel rustig aan, hoor. Alle tijd.'

Achter elkaar aan beklommen ze de smalle wenteltrap. Eenmaal boven bewonderden ze het uitzicht. Er stond een frisse wind, maar het was erg helder, en ze konden daardoor ver kijken. Daarna liepen ze de trap weer af naar beneden.

Toen ze halverwege waren, stond Lobke ineens stil. 'Voel je dat?' zei ze.

Het orgel was gaan spelen. Ze voelden de trillingen van het brommende timbre langs hun voeten en benen omhoogtrekken.

Ademloos stonden ze te luisteren. Het was alsof ze alle vier meeresoneerden met het geluid van het orgel. Ze herkenden de melodie: Hark, the herald angels sing.

Bij Lobke liepen de tranen over haar wangen. Ze was op een van de treden gaan zitten en zocht Roels hand. Met haar ogen dicht volgde ze deinend de maat van de muziek. Ze leek de melodie geluidloos mee te neuriën. De anderen volgden haar voorbeeld en zochten een plaatsje op de trap.

De organist voerde het tempo en het volume op. Het geluid vulde de smalle ruimte, alsof dit een privéconcert voor hun vieren was. De muziek vulde hun hele lichaam en raakte hun harten, tot het daverende slotakkoord: Glory to the new-born King!

Nadat het. laatste akkoord weggestorven was, bleven ze allemaal nog even zwijgend zitten.

Toen opende Lobke haar ogen, en ze zei zacht: 'Dat was een prachtig cadeau. Dank u wel, Heer.' Ze keek naar Roel. 'Mooi was dat, hè?'

Die knikte zwijgend. Hij pakte Lobkes hand en streelde die zacht. Ze hadden allemaal zichtbaar moeite om de breekbare sfeer te doorbreken en nu zomaar op te staan en verder te lopen. Alsof ze dit bijzondere moment allemaal wilden vasthouden. Toen hoorden ze voetstappen en geluiden van stemmen. Er kwamen een paar kinderen de trap op. Ze stonden op en lieten de kinderen passeren, waarna ze weer langzaam de wenteltrap afdaalden. In de kerk ontmoetten ze Hanneke, Steven en opa, die vol bewondering spraken over de prachtige voorwerpen die ze in de schatkamer gezien hadden.

'Hoe was het boven?' vroeg opa.

'Het uitzicht was schitterend. Doordat het helder was, konden we heel ver kijken. Maar toen we op de terugweg waren gebeurde er iets heel bijzonders,' zei Lobke, en ze vertelde wat hun was overkomen.

Hanneke keek naar Lobke en zag haar stralende ogen. Dit uitje had Lobke goedgedaan. Dat was wel zeker. Maar ook zijzelf genoot van het samenzijn met al die mensen die haar zo dierbaar waren. Ze keek naar Tim.

Die leek zich goed op zijn gemak te voelen in hun gezelschap. Hij paste zich makkelijk aan en was zowel voor de jongelui als voor de ouderen van het gezelschap een gezellige gesprekspartner.

Daarnaast zorgde zijn aanwezigheid in de voor Sanne toch ongewone omgeving ervoor dat ook Sanne genoeg vertrouwde mensen om zich heen had om het zichtbaar naar haar zin te hebben.

Ze kochten voor oma een mooie kaars in het souvenirwinkeltje van de Minster en reden daarna terug naar het vakantiehuis.

Oma stond al te wachten in de deuropening. Ze hield haar vinger tegen haar lippen. 'Sst, Sanne slaapt. '

Zo stil mogelijk liepen ze naar binnen en deden ze hun jassen uit. Oma zorgde voor koffie en thee, en Lobke ging daarna een poosje op bed liggen.

'Heb jij het ook nog een beetje naar je zin, Tim?' vroeg Steven.

Tim knikte. 'Ik ben meegegaan voor Sanne, maar het lijkt voor mij ook wel vakantie, want jullie zorgen allemaal net zo goed voor haar.'

Ze hoorden gestommel in de kamer van Sanne, en daarna haar stem: 'Wakker!'

Tim lachte: 'Ze hoorde vast dat we het over haar hadden.' Hij stond op en liep naar Sannes kamer toe.

'Wat een alleraardigste jongen,' vond oma.

Opa viel haar bij. 'Nou, daar heeft Sanne het mee getroffen.'

Hanneke keek naar Aafke. Die zei niets, maar de glanzende blik in haar ogen sprak boekdelen...