.16.
Ze zaten naast elkaar in de spreekkamer van dokter Evers: Hanneke, Steven, Aafke en Lobke.
Dokter Evers keek naar de mensen tegenover hem. Een hecht gezin, zag hij. Dat kwam hij weleens anders tegen. Soms maakte kanker meer kapot dan alleen gezonde cellen. Soms gingen relaties er ook aan kapot. Maar dat leek hier niet het geval. 'Je bent naar de kapper geweest?' begon hij.
'Ja,' zei Lobke, 'mijn haar begon zo uit te vallen, en ik werd gek van de jeuk op mijn hoofd. Dus heb ik het maar heel kort laten knippen. Dan kan ik er alvast een beetje aan wennen dat ik straks kaal ben.'
'Nou, het staat je goed. Lekker pittig, zo kort.'
Hanneke zat wat te draaien op haar stoel. Er waren wel belangrijker zaken te bespreken dan een bezoek aan de kapper.
De arts zag het en zei: 'U hebt een beslissing genomen over uw andere dochter, begrijp ik?'
'Ja,' zei Hanneke. 'Wij zijn tot de slotsom gekomen dat we graag willen dat u nagaat of Sanne een geschikte donor zou zijn.'
De arts keek haar bedachtzaam aan. 'Dat lijkt me een moeilijke beslissing geweest?'
'Ontzettend,' gaf Hanneke toe. 'Ik voelde me innerlijk verscheurd. Ik kreeg het idee dat ik moest kiezen tussen het welzijn van het ene kind tegenover dat van het andere.'
De arts knikte. 'Bijna een onmogelijke keuze.'
'Precies.'
Na een korte stilte zei Steven: 'Ik ben eens gaan zoeken op internet. Ik kwam daar tegen dat er zelfs mensen zijn die nog een kind 'nemen' om dat donor te laten zijn voor hun zieke kind.'
De arts knikte. 'Er zijn zelfs landen waar ze embryo's daarop selecteren, zogeheten 'baby's op maat'. In veel landen, ook in Nederland, is dat echter bij de wet verboden.'
'Nou ja, dat is bij ons ook niet aan de orde,' ging Steven verder.
'Maar ik heb ook iets gevonden over de vraag in hoeverre wilsonbekwame personen donor kunnen en mogen zijn. Als ik het goed begrepen heb, mag dat in uitzonderlijke gevallen wel.'
'Dat klopt,' zei de arts. 'Ik heb ook een en ander uitgezocht, en uw dochter Sanne mag beenmerg of stamcellen doneren, maar daar zijn wel extra beperkingen aan. ' Hij pakte een papier uit zijn la.
'Ik heb hier de folder van het NIGZ over donatie bij leven, en daar staat het uitgebreid in beschreven. Zoals ik vorige keer al gezegd heb, mogen alleen zogeheten 'regenererende organen' gedoneerd worden, zoals bloed en beenmerg, dat na de donatie opnieuw aangemaakt wordt door de donor. In dit geval zou het gaan om beenmerg of stamcellen. Dus dat is in orde. Daarnaast moet de ontvanger een bloedverwant zijn die in levensgevaar verkeert en geen andere mogelijkheden heeft om beter te worden. Lobke,' hij keek Lobke aan, 'jij bent Sannes zus, dus een bloedverwant in de eerste graad. De leukemie vormt een levensgevaar, en Aafke,' daarbij keek hij naar Aafke, 'je andere zus, is niet HLA-identiek. Dus ook aan die voorwaarde wordt voldaan. Ik moet er als arts voor zorgen dat alle betrokkenen op duidelijke wijze geïnformeerd worden over de donatie en de gevolgen ervan voor de donor, en dat mag u ook van mij verwachten. Ten slotte: naast de wettelijk vertegenwoordiger, u als ouders in dit geval,' en hierbij keek hij naar Steven en Hanneke, 'moet ook de rechter toestemming geven voor de donatie, en die zal in het bijzonder kijken naar de laatste beperking: de wilsonbekwame persoon moet er een groot belang bij hebben dat het levensgevaar wordt afgewend. Er moet dus aangetoond worden dat Sanne er een groot belang bij heeft dat Lobke beter wordt. '
Steven boog zich voorover. 'En hoe moeten we dat aantonen?'
'Ik neem aan dat de rechter wil nagaan hoe uw onderlinge relatie is, hoe Sanne en Lobke met elkaar omgaan. Hij of zij zal zelf een inschatting moeten maken van dat aanmerkelijk belang van Sanne. Wellicht zal hij of zij ook een gesprek met de hulpverleners van Sanne willen hebben. Maar eerst zullen we moeten nagaan of Sanne wel een geschikte donor is, of zij wel HLA-identiek is met Lobke. Want als dat niet zo is, hoeven we de weg naar de rechter niet te gaan. En ook zullen we het bloed van Sanne moeten onderzoeken op de mogelijke aanwezigheid van hepatitis of van het hiv-virus, als u daarvoor toestemming geeft.'
Hanneke knikte.
De arts vervolgde: 'Maar dan heb ik eerst een andere vraag. Gebruikt Sanne medicatie?'
'Alleen anti-epileptica,' zei Hanneke. 'Ze is verder zo gezond als een vis en nooit ziek.'
'Dat is goed om te horen,' zei de arts. 'Wanneer zou Sanne bloed kunnen laten prikken? Is het mogelijk dat Sanne daarvoor niet naar hier hoeft te komen, maar dat ze dat bij haar in de instelling doen? Dat lijkt me minder traumatisch voor haar.'
Hanneke schudde haar hoofd. 'Nee,' zei ze beslist. 'De Roos is het veilige thuis voor Sanne, en dat moet het ook blijven. Dat moet ze niet gaan associëren met iets wat ze akelig vindt. Nee hoor, ze komt wel naar het lab. We zullen vragen of haar persoonlijk begeleider mee kan komen.'
'Dat is prima,' zei de arts. 'In welke instelling verblijft Sanne?' Hij maakte een notitie en pakte toen een labformulier. 'Ik zal dit invullen. Dan kunt u het handigst zelf een afspraak maken met het lab, in overleg met de afdeling waar Sanne verblijft.'
'Fijn,' zei Hanneke.
'En dan maar hopen dat Sanne wel een geschikte donor zal blijken te zijn,' zei Aafke. 'Ik vond het zo jammer dat mijn bloed niet HLA-identiek was. Ik had het graag gedaan.'
'Anders wij wel,' zei Steven.
'Dan zie ik je woensdag over twee weken voor je derde kuur,' zei de arts tegen Lobke.
'Eerst mijn verjaardag vieren,' zei Lobke. 'Gelukkig valt die net in een goede periode.'
De arts keek op de gegevens voor hem. 'Volgende week vrijdag, zie ik. Ga je nog iets leuks doen?'
Lobke lachte. 'Ik laat me wel verrassen.'
'Nou, fijne verjaardag dan,' zei de arts.
Ze namen afscheid en liepen naar de uitgang.
Daar zeiden Hanneke en Lobke Steven en Aafke gedag, die ieder met hun eigen auto naar hun werk vertrokken.
'Wil je nog even de stad in?' vroeg Hanneke.
Lobke schudde haar hoofd. 'Nee, liever naar huis. Ik ben erg moe, en ik wil nog even naar bed. Vanmiddag komt Roel, en dan wil ik uitgerust zijn. '
's Middags kwam Roel. Hij had weer een hele stapel kaarten bij zich van de klas. 'Zelfs van de Terminator,' lachte hij.
'Tjonge, die heeft zichzelf overtroffen,' zei Lobke. 'Zit er niet stiekem een opdracht bij voor een werkstuk?' Ze nam de stapel kaarten door. Het deed haar zichtbaar goed dat ze niet vergeten werd.
Roel vertelde over de schoolonderzoeken waaraan ze begonnen waren. 'Vooral dat van scheikunde viel niet mee. Daar heb ik vast een onvoldoende voor.'
In het begin was Roel wat voorzichtig geweest met de verhalen over school. Hij was bang dat Lobke het vervelend zou vinden als hij allerlei dingen vertelde waar Lobke maar al te graag zelf bij geweest had willen zijn. Maar Lobke had hem al snel doorgehad, en ze had hem gevraagd juist zo veel mogelijk over school te vertellen. 'Dan blijf ik er toch een beetje bij horen voor mijn gevoel.' 'We hebben toch gelachen vanmorgen,' vertelde Roel. 'Jodocus was blijkbaar niet helemaal wakker toen hij zichzelf aankleedde, want hij had geen stropdas om. Kun je het je voorstellen? Jodocus zonder stropdas?'
'Jodocus zonder stropdas? Die was vast ziek.' Lobke haalde zich de leraar Engels voor de geest, iemand van de oude stempel, die altijd onberispelijk gekleed door het leven ging. Op school werden er weleens grapjes over gemaakt dat hij thuis vast een bolhoed droeg, tot in de slaapkamer toe, om er als op-en-top gentleman uit te zien. Zelfs zijn haar lag altijd hetzelfde: de scheiding links en de weinige haren als evenwijdige lijnen naar rechts. Lobke zag hem in gedachten 's morgens bezig om met een liniaaltje zijn scheiding aan te brengen...
'Hij had het niet in de gaten, en wij zeiden ook niks natuurlijk, maar er werd wel van alles gefluisterd. Toen hij iets op het bord aan het schrijven was, zagen we hem met zijn linkerhand naar zijn boordje gaan, en blijkbaar voelde hij toen dat hij geen stropdas om had, want toen hij zich later omdraaide had hij zijn bovenste knoopje losgemaakt, en hij had een hoofd als een boei.'
'En toen?' vroeg Lobke gespannen.
'We durfden geen van allen hardop te lachen, want dan zou hij helemaal uit elkaar gespetterd zijn. Maar toen we eenmaal de klas uit waren, hebben we allemaal staan stikken van het lachen. En hij is in de pauze vast naar huis gegaan, want in het derde uur had hij zijn stropdas weer om.'
Lobke zuchtte even. 'Ik wou dat ik daarbij geweest was.'
'Mis je school?' vroeg Roel voorzichtig.
Lobke schudde haar hoofd. 'Ik heb zo weinig energie. Ik moet er nu even niet aan denken huiswerk te moeten maken, of me te concentreren op bio of scheikunde. Maar ik mis de klas wel.'
'Wij missen jou ook. Dat hoor ik regelmatig, zelfs van de leraren,' zei Roel. Toen vervolgde hij: 'Weet je al wat je gaat doen met je verjaardag?'
Lobke schudde haar hoofd. 'Ik heb er wel veel over nagedacht, en dan komt er steeds de gedachte bij dat dit weleens mijn laatste verjaardag zou kunnen zijn. Dus ik wil wel dat die heel speciaal wordt. Maar ik heb geen idee hoe.'
'Wat zou je allemaal nog gedaan willen hebben?' vroeg Roel. 'Voor je... voor je dood zou gaan, bedoel ik.' Hij maakte een wat onbeholpen gebaar. 'Stel dat...'
'Nog zo veel,' verzuchtte Lobke. 'Mijn rijbewijs halen. Een opleiding volgen. Stage in het buitenland lopen. Een leuke baan hebben. Trouwen met jou. Een stralende bruid zijn op een prachtig feest Moeder worden. Veel te veel om dat allemaal te doen in het halve jaar of zo dat ik misschien nog maar heb. Dat moeder worden kan ik waarschijnlijk zelfs nu al vergeten, want ik heb van dokter Evers begrepen dat er grote kans is dat ik van die chemokuren onvruchtbaar word. Maar dat schuif ik maar voor me uit.
Eerst maar eens zien of ik wel beter word. Wat zou jij willen doen als dit jou overkomen was?'
Roel haalde zijn schouders op. 'Geen idee. Ik heb echt geen idee. '
Ze waren allebei even stil.
Toen vroeg Roel: 'Hoe staat het met je beeldhouwkunst?'
'Nou, kunst... ' Lobke lachte. 'Ik heb ontdekt dat zoiets nog hartstikke moeilijk is. Het lijkt nog nergens op.'
Mag ik het eens zien?' vroeg Roel.
'Ja hoor, kom maar mee. ' Lobke stond op en ging hem voor naar boven.
Even later stonden ze samen te kijken naar het stuk speksteen waarmee Lobke bezig was.
'Dit is het. ' Lobke haalde wat verontschuldigend haar schouders op. 'Ik zit een beetje vast. Ik weet eigenlijk niet hoe ik nu verder moet, maar ik wil het niet aan opa vragen, want die zegt toch dat ik naar mijn eigen ingevingen moet luisteren.'
Roel bekeek het stuk van alle kanten en zei toen: 'Ik heb er geen verstand van, hoor, maar als je hier op deze plek nu eens een gat maakte? Dan lopen deze lijnen daarnaartoe, en dan lijkt het wat minder massief. '
Lobke zag wat hij bedoelde. 'Goed idee,' zei ze. 'En dan kan ik hier...' Ze pakte een koolstift en bracht wat lijnen aan op het stuk steen. 'Als ik het nu eens zo doe?'
Roel knikte. 'Mooi,' zei hij.
Lobke knuffelde hem. 'Hè, fijn, dan kan ik er weer verder mee,' verzuchtte ze.
'Komen jullie zo theedrinken?' klonk het van beneden.
'Ja, we komen eraan,' riep Lobke terug.
Samen liepen ze naar beneden.
Toen Roel aan het eind van de middag naar huis terugfietste, dacht hij na over wat Lobke had gezegd toen haar verjaardag ter sprake kwam. Over wat ze allemaal nog wilde. En toen begon er in zijn hoofd een plannetje te rijpen...