52

Men gaat ervan uit dat wel vijfentwintig procent van de jongvolwassenen de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor meningitis door meningokokken bij zich draagt zonder enig symptoom van die ziekte te vertonen. Van deze vijfentwintig procent zullen er minder dan drie op de honderdduizend een volledige ontsteking ontwikkelen van de meninges, het zachte vlies dat om de hersenen zit. Rechtstreekse uitwisseling van lichaamssappen met een besmet iemand is de zekerste manier om geïnfecteerd te raken.

Je moet behoorlijk veel pech hebben wil je het oplopen.

De eerste symptomen zijn zo algemeen dat de diagnose moeilijk te stellen is. De symptomen (koorts, hoofdpijn en misselijkheid, soms vergezeld van een stijve nek) kunnen makkelijk worden opgevat als een verkoudheid of griep. Maar binnen een tijd die varieert van een paar uur tot een paar dagen, begint de infectie van het ruggenmerg en van het vocht dat om de hersenen heen zit een nieuwe serie symptomen te vertonen.

Tegen die tijd zijn er soms rode vlekken op handpalmen, voetzolen of borst te zien die niet verbleken als je erop drukt. Er kan zich een extreme gevoeligheid voor licht voordoen. Geestelijke desoriëntatie, overgeven en hoge koorts wijzen erop dat het proces van septikemie, of bloedvergiftiging van het hele lichaam, is begonnen.

Ongelukkigerwijs begint tegen de tijd dat iedere redelijk oplettende idioot de symptomen kan herkennen, de tijd voor de patiënt te dringen.

Voor de ziekenbroeders, die binnen tien minuten nadat hij in elkaar was gezakt arriveerden, vertoonde Justin onmiskenbaar de klassieke symptomen van bacteriële meningitis, wat betekende dat hij onmiddellijk gevaar liep op hersenbeschadiging en kans om te overlijden. Zonder hem te verplaatsen brachten ze een naald aan in de hoofdader van zijn rechterarm, verbonden die aan een infuus met ampicilline en chloor-amfenicol, en maakten zich gereed om hem naar het ziekenhuis te vervoeren.

Ze wierpen een blik op het braaksel op Peters handen en kleren en namen hem voor behandeling mee naar het ziekenhuis. Ze lieten Coach achter met strenge instructies om een lijst samen te stellen van de jongens die aan de training meededen en om die te overhandigen aan de gezondheidsinspecteur die binnen het uur contact met hem zou opnemen.

Ze belden vooruit naar het ziekenhuis met een rapport over Justins toestand, tilden de bewusteloze jongen met infuus en al op een uitvouwbare brancard, schoven de brancard achter in de ambulance, sloten de deur, zetten de sirene aan en vertrokken. Het hele voorval, vanaf het moment dat Justin in elkaar was gezakt tot het moment dat de ambulance uit het zicht verdween, had minder dan twintig minuten in beslag genomen.

Zijn teamgenoten stonden naar de hoek te staren waaromheen de ambulance was verdwenen. Als er een vliegende schotel op de sintelbaan was geland, een van hen gevangen had genomen en de ruimte in was gevlogen, hadden ze niet geschokter kunnen zijn. Niemand wist hoe hij moest reageren. Zelfs Coach was sprakeloos.

In het ziekenhuis belde Peter zijn moeder, die Justins ouders belde. Binnen een halfuur waren ze allemaal bijeen in het ziekenhuis.

Op het sportveld dropen de jongens, onder de indruk, af, alleen of in groepjes van twee. Coach bleef langer dan strikt noodzakelijk staan waar hij stond en staarde als aan de grond genageld naar de plek waar Justin was neergevallen.

Jezus, dacht hij. Mijn enige grote kans op de regionale kampioenschappen van volgend jaar en het joch valt dood neer.

Dat hufterige noodlot heeft wel een ontzettend raar gevoel voor humor.