34
Justin sliep die nacht niet. Hij lag klaarwakker na te denken over geluk hebben.
Toen Agnes de volgende avond thuiskwam, had hij zich gedoucht en aangekleed. Hij had zelfs een poging ondernomen om zijn haar te knippen, maar niet zo dat je het verschil kon zien. Hij had kans gezien de flat op te ruimen, de ramen open te zetten, zijn lakens in de wasmachine te stoppen, al zijn kleren netjes op te vouwen en ze in Agnes’ klerenkast te proppen, de tafel te dekken en twee wijnglazen klaar te zetten. Hij maakte varkensfilet in groene pepersaus die heerlijk rook.
Maar in plaats van blij te zijn, keek Agnes hem ongerust van dichtbij aan. “Hoe gaat het met je, Justin?”
Hij antwoordde op zijn hoede: “Ik voel me een stuk beter, dank je.”
Ze wachtte.
“Agnes?”
“Ja?”
“Toen Peter en Dorothea gisteren langskwamen, hè?”
“Ja?”
“Voordat jij thuiskwam, hebben we wat gepraat. Ik liet het vlees aanbranden. Peter zei dat ze me misten bij de veldloop.”
Agnes’ glimlach was geforceerd.
“Hij zei…” Justin haalde diep adem en sloot zijn ogen. “Hij zei dat ik de grootste geluksvogel ben die hij kent.”
Agnes barstte in lachen uit. Het kwam zo onverwacht. “Wat heb je daarop gezegd?” vroeg ze terwijl ze haar camera pakte.
“Doe dat ding weg.” Woedend deed hij er een greep naar. “Ik zei dat ik de grootste geluksvogel bén. En het komt allemaal door jou.” Hij aarzelde. “Ik hou van je, Agnes.”
“Dank je, Justin, ik ook van jou.”
“Echt?” Hij straalde, pakte een vleesmes en begon dikke plakken varkensvlees af te zagen.
“Justin? Waar hebben we het precies over?”
“Over liefde. Ik hou van jou. Ik ben stapelgek op je. Nou ja, stapelgek, dat spreekt voor zich, gezien het feit dat ik zo gek ben als een deur. Maar je hebt mijn leven gered. Zonder jou zou ik dood zijn geweest. Je bent zo aardig voor me. En je houdt ook nog van me. Hoeveel meer geluk kan een mens hebben? Ongelooflijk! Ongelooflijk veel geluk, ik kan niet leven zonder jou. Je bent mijn talisman.”
Ze voelde een plotselinge aandrang om Justins goedbedoelende vriend te vermoorden. “Ik ben niet je talisman, Justin…”
Hij onderbrak haar. “Neem wat vlees. O, ja, dat ben je wel. Je bent mijn klavertjevier. Mijn konijnenpootje. Mijn amulet. Zonder jou ben ik compleet overgeleverd aan het noodlot…”
“Ik ben je talisman niet! Hoor je wat ik zeg, Justin!”
Hij stopte en keek haar verbijsterd aan. “Maar ik hou van je, Agnes. Ik heb je nodig, zonder jou ben ik nergens.”
“Justin, je weet dat dat niet waar is.”
“Je begrijpt het niet!” Hij schreeuwde bijna en maakte vervaarlijk brede, zwaaiende gebaren met het vleesmes. “Zonder jou was ik nu dood geweest. Stel dat het weer gebeurt!”
“Probeer daar niet aan te denken. Het gebeurt niet nog een keer.”
“Hoe wéét je dat?”
“Gewoon…ik heb daar een uitgesproken gevoel over.”
“Een gevoel is niet genoeg!” Hij schreeuwde, ook al wist hij dat het niet hielp. Hij haalde diep adem, legde een ruw afgezaagde homp varkensvlees op haar bord en begon er met trillende hand saus overheen te lepelen. “Ik weet dat je denkt dat ik gek ben, maar je moet ook beseffen dat ik bepaalde dingen scherper zie dan jij. Elk moment van de dag gebeuren er de verschrikkelijkste dingen. Ze liggen op de loer en als je ze aan de ene kant probeert te ontwijken, duiken ze aan de andere op. Tenzij je geluk hebt. En dat is nou net het probleem. Ik heb geen geluk. Tenminste, niet in mijn eentje. Met jou is het anders. Jij houdt van me, dat zei je net. En je hebt mijn leven gered, ik weet niet hoe je dat hebt klaargespeeld, maar je hebt het gedaan. En je bent ook zo…” Hij aarzelde.
Agnes voelde zich eindeloos moe. Ze stak haar hand uit en pakte de zijne en wenste ondertussen dat ze ergens anders was.
“Justin, probeer alsjeblieft te luisteren. Ik wil je talisman niet zijn. Ik wil niet een of andere bovennatuurlijke lijfwacht zijn. Als ik je al een keer heb gered, dan was dat toeval, iets wat maar één keer in het leven voorkomt. Maar het is geen goocheltruc die ik nog een keer kan doen en ik wil je eigenlijk helemaal niet hoeven beschermen. Mijn leven is ingewikkeld genoeg, al doe ik het graag omdat je mijn vriend bent en ik om je geef, maar de laatste tijd wist ik bijna niet hoe ik je moest helpen. Op een bepaalde manier hou ik zeker van je, want je bent interessant en lief…”
Justin kromp in elkaar.
“…Maar tegelijkertijd maak ik me nogal zorgen over je geestelijke toestand en eerlijk gezegd was het waarschijnlijk een slecht idee om die keer met je te vrijen, ook al was het in meer dan één opzicht heel fijn, omdat ik niet verliefd op je ben, en het spijt me als ik je daarmee verdriet doe, want ik weet dat je de laatste tijd al zoveel hebt moeten doorstaan, maar ik moet het je zeggen, want het is de waarheid.” Ze tuurde naar zijn gezicht en glimlachte aarzelend. “Kijk niet zo sip, Justin, de wereld vergaat niet.”
“Nog niet.” Hij wendde zijn blik af.
Er viel een ongemakkelijke stilte. Justin verbrak hem. “Goed, ik wil het heel zeker weten. Je zegt dat je niet verliefd op me bent?”
“Ja, dat is precies wat ik zeg.”
“Je dacht gewoon dat het wel aardig zou zijn om een paar plaatjes te schieten waarmee je beroemd kon worden en me vervolgens te laten vallen?”
Haar ogen vernauwden zich. “Je weet dat dat niet waar is.”
“O, ja?” Zijn stem kreeg een smekende toon. “Kun je niet proberen een klein beetje verliefd op me te zijn? Als ik wist dat je verliefd op me was zou ik niet half zo gek zijn.”
“Kun je het aan- en uitzetten?”
“Zo bedoelde ik het niet.”
“Dat weet ik. Maar moet je jezelf nou zien, Justin, je stuitert als een pingpongbal heen en weer. Ik kan je niet redden, een dag heeft niet genoeg uren. Je komt eroverheen, dat weet ik zeker. Je hebt alleen heel veel tijd nodig. Rust en kalmte. Geen verwarrende dingen.” Ze fronste haar voorhoofd. “Misschien moet je naar een dokter.”
“Nee.”
“Een therapeut?”
“Néé.”
“Wil je er niet over denken om terug naar huis te gaan?”
Hij wendde zich af.
“Nou, in dat geval…kun je niet ergens anders terecht?”
“Je wilt me niet meer.” Zijn stem klonk vlak.
Agnes zuchtte. Ooit had ze het idee om hem te helpen aardig gevonden. Ze had zich alleen niet gerealiseerd hoeveel hulp iemand nodig kon hebben.
Ze aten in stilte. Het vlees was uitstekend.
“En Peter en Dorothea?” vroeg ze terwijl ze water opzette.
“Hoezo, Peter en Dorothea?”
“Kun je niet bij hen logeren?”
Justin knikte verslagen.