46
Een paar dagen na de opening belde Agnes op.
“Sorry dat ik niet eerder heb gebeld.”
Justin zei niets.
“Al het gedoe met de begrafenis en het gerechtelijk onderzoek. En al die dingen.”
Er viel een lange stilte.
“Justin?”
“Ja.”
“Je geeft gewoon niks om iemand anders behalve jezelf, hè?”
“Vind je dat ik tranen moet vergieten om Ivan?”
“Er is een mens gestorven, Justin. Het is een groot verlies.”
“Een groot verlies voor wie? Voor jou, misschien. Voor jou en je carrière. Je bent je dierbare, schijnheilige mentor kwijt.”
“Je mag best een beetje wroeging tonen. Per slot van rekening…”
“Per slot van rekening wat? Heb ik hem gedood? Wat voor briljant genie springt er nou voor een auto om een jas te redden? Nou?”
“Justin…”
“Maar nu we het toch over wroeging hebben, laten we het eens over jou hebben.”
Agnes schrok hoorbaar. “Justin, hoor eens, het spijt me echt, ik had je moeten waarschuwen, ik had je moeten vragen of ik de foto’s mocht gebruiken.” Ze aarzelde. “Dat was dom van me.”
“Maar je had belangrijker dingen aan je hoofd.”
“Nou, inderdaad, maar dat was het niet. Ik wilde gewoon niet dat je er een verkeerd beeld van zou krijgen.”
“En wat voor beeld zou dat geweest zijn?”
Agnes aarzelde. “Dat ik je gebruikte.”
“Oeps. Te laat.”
“Justin.” Haar stem trilde. “Doe niet zo.”
“Oké, ik zal niet zo doen. We doen het simpeler. Jij vertelt mij precies hoe ik moet doen en dan zal ik zo doen.”
Ze zei niets.
“O jeetje,” zei hij. “Vertel me nou niet dat ik je heb gekwetst.”
“Justin,” haar stem klonk zacht. “Het spijt me dat ik je heb gekwetst.”
“ZO-MAKKELIJK-GAAT-DAT-NIET!” Hij was woedend en klonk dreigend.
“Ik kan niet met je praten als je zo doet.”
“Denk je dat ik er wat om geef of je tegen me praat of niet?”
“Maar ik geef nog steeds om jou. Ik wil weten waar je mee bezig bent, hoe je je voelt.”
“Hoe denk je dat ik me voel?”
“Een beetje boos, schat ik.”
“Wat voel je dat scherp aan.”
“Hou op, Justin…”
“Ga me niet commanderen.”
Haar stem haperde. “Luister, ik weet dat mijn gedrag niet door de beugel kon. Maar ik zou willen dat je ophield zo’n…”
“Zo’n wat? Idioot? Kind? Maagd te zijn?”
“Jij maakt het me onmogelijk om het uit te leggen.”
“O, ja? Wat onbeleefd van me. Zou je het me alsjeblieft uit willen leggen?”
“Wanneer ik maar even het gevoel heb dat ik mogelijk met een normaal iemand praat, loopt het gewoon altijd uit op een krankzinnige discussie over…”
“Ja?”
“Over onzichtbare honden en het noodlot en dingen waar ik totaal niets mee kan.”
“Doe het dan niet.” Hij spuugde de woorden naar buiten.
Er volgde een stilte.
“Waarom moeten we eigenlijk vijanden zijn?”
“Waarom dacht jij eigenlijk dat het oké was om mijn ongeluk te gebruiken om er zelf beter van te worden?”
Agnes zei niets.
“Waarom vrij jij eigenlijk met mensen en vind je het daarna oké om ze te dumpen en net te doen of het nooit gebeurd is en dan hun ergste nachtmerries te gebruiken om naam te maken?”
En, trouwens, waarom houd je niet meer van me?
“Ik héb toch gezegd dat het me spijt.”
“O, nou, dan is het toch prima?”
“En ik heb je niet gedumpt en ik héb niet gedaan alsof het nooit gebeurd is.”
“Het?”
“Ons vrijpartijtje.”
“O, hebben we het nu over een vrijpartijtjé? Je hebt ze zeker uitgebreider gehad?”
“Je gedraagt je als een klein kind.”
“Seks met een kind. Is dat niet verboden?”
“Jezus, Justin! Je was er toch zelfbij? Jij wilde het toch ook? Het liefst zou je willen dat het allemaal mijn schuld was zeker? Nou, dat is niet zo. Het spijt me dat ik met je gevreeën heb en als ik het ongedaan zou kunnen maken, zou ik dat dóen. Ben je nu tevreden?”
Nee.
“Luister,” probeerde Agnes weer, “ik weet niet wat je wilt dat ik doe of zeg.”
Hij zei een hele tijd niets. De stilte stolde tussen hen beiden.
Ten slotte zei hij iets. “Ik ook niet.”
Leugenaar.
Je weet precies wat je wilt dat ze doet of zegt. Je wilt dat ze zegt dat ze stapelgek op je is, dat ze je vijf of zes keer per dag om seks bedelt, je smeekt bij haar te komen wonen, haar voor de rest van je leven trouw te blijven. Dat is het. Dat wil je dat ze doet of zegt.
“We spreken elkaar nog, Justin.”
Hij wist er niets meer op terug te zeggen.
“Doe Peter de groeten van me.”
Hij gaf geen antwoord en ze legde neer. Ik word gek van die jongen. Hoe denkt hij dat ik van hem kan houden? Het is gewoon niet mogelijk om van hem te houden.
Die nacht lagen ze alle twee wakker en dachten vol verdriet en spijt aan de ander. Justin viel het eerst in slaap.