93
Abi parkeerde de camper op een parkeerterrein op Roemeens grondgebied aan de overkant van de snelweg, een paar honderd meter van de grens met Servië. Hij probeerde Antanasia over te halen om zich in een naburig hotel te verschansen, waar hij beloofde haar weer op te pikken zodra alles achter de rug was. Maar ze weigerde, precies zoals hij al had gedacht.
Het was niet de allerbeste plek, maar hij ging ervan uit dat de Mercedes Geist niet zou opvallen tussen de containervrachtwagens en hun rustende chauffeurs, van wie velen zich in hun haastig omgetoverde cabines vermaakten met een prostituee, en verder de rijen taxi’s, wachtend op klanten, beladen met boodschappen van de markt waar de koperslager, die een paar maanden geleden Radu’s leven nog had gered, vast ook geweest moest zijn alvorens weer met paard-en-wagen klikklakkend de grens over te sjokken. Het was in elk geval beter dan pal langs de openbare weg.
In de 24 uur die volgden vielen er lange momenten van stilte waarin ze geen woord met elkaar wisselden, totdat Antanasia plotseling een spervuur van indringende vragen op hem afvuurde.
‘Vertel me over de parousie, Abigor. Vertel me daarover.’
Abi deed alsof hij geconcentreerd naar de weg voor hem tuurde. Hij kon zich nergens verbergen, en dat wist hij maar al te goed. ‘Ik dacht dat je daar inmiddels alles wel over wist? Jouw broer was toch de parousie? Dat vertelde hij immers aan iedereen? En vandaar dus dat lange haar, die baard en die losse gewaden? Mensen laten denken dat hij de wedergeboren Christus was?’
Vanaf de bijrijdersstoel keek Antanasia hem zwijgend aan. De camper was zo breed dat vier mensen zich nog gemakkelijk tussen de twee voorstoelen hadden kunnen persen. Het leek een bijna onoverbrugbare kloof.
‘Sorry, dat was niet helemaal fair.’ Hij keek even opzij naar haar. ‘Jezus, wat doe je toch met me? Nu zit ik me verdomme zelfs te verontschuldigen.’
Antanasia sloeg haar ogen neer. Ze wist dat ze zich maar beter stil kon houden wanneer Abi begon te vloeken, iets wat ze van haar vader en haar broer wel had geleerd.
De woorden vlogen over Abi’s lippen. ‘Die moordenaar van een Sabir praatte met al die vlinders in z’n buik tegen mijn zus, Lamia, zijn mond voorbij. Rocha, mijn oudere broer, kwam een paar maanden daarvoor al met hetzelfde verhaal: dat een van Nostradamus’ achtenvijftig verloren kwatrijnen, die alleen Adam Sabir kent, ons vertelt waar, wanneer en uit wie de Wederkomst zal worden geboren.’
‘Maar dat is ongelooflijk.’ Ze wilde hem opbeuren. Niet dat ze bang van hem was, maar elke vorm van woede maakte haar van streek.
‘Ongelooflijk, dat zeker. En toepasselijk, gegeven het feit dat velen geloven dat 21 december 2012 voor een grote verandering in de menselijke getijdenstroom zal zorgen. Goedschiks of kwaadschiks, afhankelijk van hoe we het spelen. Madame, mijn moeder, en de rest van het Corpus Maleficus waren vastbesloten het tot de ergste omwenteling ooit te maken. Jouw broer speelde daarbij een grote rol.’
‘En jij?’
‘Mij interesseert het allemaal niks. Wat mij betreft mag de hele wereld naar de verdommenis gaan.’
‘Zolang het jou maar genoeg oplevert?’
‘Daar komt het wel zo’n beetje op neer, ja.’
Er viel een lange stilte.
‘Is de parousie al geboren?’
Abi haalde zijn schouders op. ‘Niet dat ik weet. Voor zover ik het kan overzien is ie nog steeds een broodje in Yola Dufontaines oventje. De laatste keer dat ik haar zag, in een pikdonker jachthuis ergens midden in de Karpaten, moet ik toegeven, had ze denk ik nog een maandje te gaan.’
‘Ga je hem ook doden?’
‘Nee, ik zie het totaal niet zitten om mijn moeders idioterieën kracht bij te zetten. Ik heb het op Adam Sabir en Joris Calque gemunt. En ook met Radu, een zigeuner, zou ik wel willen afrekenen, maar dat is van minder belang.’
Antanasia schudde haar hoofd. ‘Hoe weet die Sabir dat Yola de moeder van de parousie zal zijn.’
‘Al sla je me dood. Maar volgens mij houdt het verband met de vrouwelijke lijn van zigeuners die al sinds de zestiende eeuw over die verzen waken. Nostradamus heeft ze hun via zijn dochter, Madeleine, nagelaten. Eén van deze vrouwen, zo schijnt de theorie te zijn, zal rond het tijdstip van de Grote Omslag in haar vruchtbare leeftijd zijn. Yola lijkt de voor de hand liggende kandidaat. Bovendien is ze zwanger, én een Samana.’
‘Een Samana?’
‘Dat is de familie die de verzen bewaarde. De Samana’s. Dat weet ik zeker, want mijn broer Rocha doodde Yola Dufontaines broer, en die werd Babel Samana genoemd.’
‘Maar ik ben ook een Samana, Abigor. De Samana’s zijn Roma. Mijn moeder was een Roma-zigeuner. Ze heette Zina Samana. Ze werd vermoord toen ik nog klein was. Omdat ze een heks was.’
Abi staarde haar aan. Zijn ogen schoten schichtig over haar gezicht en lichaam. Zijn gezicht werd een masker. ‘Ben jij zwanger? Is dat het? Is dat wat je me wilt vertellen?’
Haar hand schoot naar haar hals. ‘Natuurlijk niet!’
‘Weet je zeker dat je broer je niet heeft verkracht toen je bewusteloos was? Daarmee zou de ironie compleet zijn. De derde antichrist die godbetert via zijn eigen zus de Wederkomst verwekt. Daar kan zelfs de Bijbel niet aan tippen.’
Antanasia viel stil. ‘Hij heeft me inderdaad verkracht, ja,’ antwoordde ze even later. ‘Maar niet op een manier dat ik zwanger kon raken, als je begrijpt wat ik bedoel. Daarvóór had ik drie maanden geen seks met hem.’ Ze begroef haar gezicht in haar handen. ‘Ik wilde je dit helemaal niet vertellen. Aan niemand. Ik schaam me zo!’
Abi’s handen omklemden het stuur alsof hij zich schrap zette om het ding los te rukken. ‘Ik ben blij dat ik de rotzak met zijn eigen zweep heb doodgemept. Dat ik hem heb laten lijden. Alleen jammer dat ik er niet langer over heb gedaan. Veel langer.’
Antanasia liet haar handen zakken. ‘Je hebt hem dus toch niet gedood op de manier die je me vertelde? Per ongeluk? Toen hij je met een pistool bedreigde?’
‘Nee. Ook dat was een leugen. Eigenlijk is alles wat ik je heb verteld wel een leugen. Dat probeer ik je de hele tijd al duidelijk te maken, maar je weigert me te geloven. Misschien is alles één grote leugen voor je?’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Misschien heb je gelijk, wat dat betreft.’ Diep vanbinnen had haar bekentenis hem geraakt, en had daarmee een onzichtbare muur geslecht, een muur die het hem tot nu toe onmogelijk had gemaakt haar zijn ware inborst te tonen. ‘Laat ik je dan maar vertellen hoe het zat. Nadat ik jouw broer had uitgeschakeld probeerde hij me om te kopen zodat hij jou alsnog dood kon meppen. Je moet het hem nageven, als er al iets als het kwaad bestaat dan was hij het wel. En hij belichaamde het tot op het allerlaatste moment.’ Abi keek verbitterd. ‘Op de een of andere manier moeten zijn woorden iets in me hebben aangewakkerd. Of misschien was het de aanblik van jou, daar vastgebonden op dat bed. Ik had je al eens eerder gezien, weet je.’
‘Natuurlijk. Toen jouw zussen me ontvoerden.’
‘Nee. Daarvoor al. In de stad. In Albescu. Je was helemaal in het wit. Je praatte met mensen. Eén man viel zelfs op zijn knieën voor je. Mensen kwamen naar je toe en kusten je hand. Alsof ze verdomme de Heilige Maagd Maria zagen.’ Hij trok een vies gezicht, alsof hij walgde van zichzelf, zijn ware gevoelens hem misselijk maakten. ‘Ik weet niet hoe ik het moet omschrijven, maar de aanblik van jou deed iets met me. Ik durfde het toen nog niet te erkennen. Ik ben niet het type dat zoiets meemaakt.’ Hij zweeg. Even leek het erop dat hij het daarbij wilde laten. Daarna slaakte hij een diepe, rafelige zucht. ‘Je zou het een soort herkenning kunnen noemen. Ik weet het niet. Ik denk nooit in dat soort termen. Hoe dan ook, toen ik moest kiezen tussen jou of je broer, was de keuze snel gemaakt. Als ik toen had geweten wat ik nu over hem weet, had ik de rotzak in zijn eigen oven gaargesmoord en hem tot een blok reuzel hebben gemaakt.’
Antanasia liet haar hoofd hangen. Dikke tranen vielen uit haar ene zichtbare oog. Ze veegde wat halfslachtig over haar bloes, alsof ze al hun natte sporen wilde uitwissen. ‘Dracul was geen goed mens. Mijn vader ook niet. En ook mijn moeder niet, hoewel zij nooit iemand mishandelde, afgezien van een tik met een haarborstel. Toen er werd gezegd dat ze in een wilgenbos vlak bij Calarasi een satansmis, een Slujba Neagra, had gehouden, geloofde ik het niet. Ze was geen heks, ze was een genezer. Wat de dorpelingen als hekserij beschouwden was waarschijnlijk gewoon het bereiden van medicijnen volgens de Roma-traditie. Maar ze werd erom vermoord. En haar verlies maakte mijn vader gek. Toen begon hij mij te mishandelen, me tegen betaling aan zijn vrienden uit te lenen, en dat Dracul daarvan getuige moest zijn, maakte ook hem gek. In dit leven staat alles met elkaar in verband, begrijp je. Kwaad vloeit voort uit kwaad.’ Ze tilde haar hoofd op. ‘Daarom moet je stoppen met wat je van plan bent, Abigor.’
‘Te laat.’
‘En als ik je beloof dat ik, behalve het geld van onze bankrekening in Lugano, ook mezelf aan je schenk? Je zegt dat je me wilt. Je kunt me krijgen. Bruiloft of geen bruiloft, dat is aan jou. Maar in ruil daarvoor vraag ik je om op je schreden terug te keren, een fatsoenlijk leven te gaan leiden. Zonder anderen nog langer iets aan te doen.’
De kreun leek uit het diepst van Abi’s getormenteerde ziel te komen. ‘Ik zei je al, Antanasia, het is te laat.’