31
Vuurland, 8 december 1785
Vijf happen taai vlees voor ieder van hen. Meer leverde de gier niet op als ontbijt. Moe en verkleumd zaten ze rond het vuur, en Mary vermoedde dat ze allemaal dezelfde gedachte voor zich uit schoven. Randy moest een waardige begrafenis krijgen, maar de aarde was bevroren, en ze hadden niet de middelen om een graf te graven.
‘Stenen,’ zei Carl plotseling. ‘We kunnen hem onder stenen begraven.’
Terwijl ze stenen bij elkaar zochten en Randy’s lijk eronder lieten verdwijnen, kwam de zon op. De sneeuw smolt, maar de grond bleef keihard.
Op een gegeven moment wees Bartholomeus naar een berghelling. ‘Daar is de open plek tussen de beuken, daar zijn we naar beneden gekomen.’
Hij zweeg, en opnieuw wist Mary dat ze alle drie hetzelfde dachten: ze waren niet ver van het schip geweest. Ze hadden in een kringetje rondgelopen.
Carl legde nog een steen op het graf. Zijn adamsappel wipte omhoog terwijl hij slikte.