32
De hoofdzuster vertelde me dat Pete bij bewustzijn was en dat zijn toestand stabiel was. De dokter zou vanochtend bij hem langskomen en beslissen hoe lang hij nog in het ziekenhuis moest blijven. Ik bedankte haar en drukte haar op het hart om Pete te zeggen dat ik gebeld had.
Ik koos de bewoordingen van mijn e-mail aan Katy uiterst zorgvuldig. ‘Je vader zal een paar dagen in het ziekenhuis moeten doorbrengen. Hij heeft een schotwond opgelopen van iemand die Annes huis op Isle of Palms binnengedrongen was. Geen enkele reden tot paniek. Hij herstelt voorspoedig. Hij ligt in het ziekenhuis van de Medische Universiteit van South Carolina in Charleston. Hij is alweer thuis voordat jij er zelfs maar zou kunnen zijn, en hij zal je er de volgende keer dat je hem ziet alles over vertellen. Liefs, mama.’
Daarna ging ik aan de slag met mijn vermiste personen. De chronologie ging vijf jaar terug. Ik was net zo’n beetje klaar toen Ryan de keuken binnenkwam. Nadat hij koffie ingeschonken had, kwam hij bij me aan tafel zitten. Een opgetrokken wenkbrauw vertelde me dat ik er niet op mijn best uitzag.
‘Zeg het maar niet, Ryan.’
‘Je bent een zekere Jerry een heleboel scotch schuldig.’
‘En wie mag Jerry dan wel wezen?’
‘Een vriendje van me in Quantico. Een ncic-onderzoek naar Dominic Rodriguez leverde helemaal niets op. Maar Jerry vond hem met andere middelen.’ Er speelde een glimlachje rond Ryans lippen. ‘Jerry is niet voor één gat te vangen.’
‘Hou me nou niet aan het lijntje, Ryan.’ Ik pakte mijn haar en bond het in een knotje boven op mijn hoofd.
‘Hij houdt van Glenlivet.’
‘Staat genoteerd.’
‘Rodriguez heeft de Mexicaanse nationaliteit. Geboren in Guadalajara.’ Een treiterige stilte terwijl Ryan op zijn gemak een slok van zijn koffie nam. ‘Momenteel werkzaam als hoofd wellness-therapie in Abrigo Aislado de los Santos in Puerto Vallarta, Mexico.’
‘Je meent het! Waarom is Rodriguez vertrokken uit San Diego?’
‘Dat is Jerry momenteel aan het uitzoeken. Oké. Lester Marshall.’
Ik wachtte terwijl hij weer een slok koffie nam.
‘Die naam deed allerlei bellen rinkelen.’
‘Echt waar?’ Mijn hart ging tekeer in mijn borst. ‘Wat heeft hij uitgevreten?’
‘De brave dokter is een beetje al te royaal geweest met farmaceutica.’
‘Die hij aan zichzelf voorschreef?’
‘En in te ruime mate voorschreef aan patiënten. Verdiende een aardig zakcentje met het uitschrijven van recepten voor verdovende middelen. Een collega heeft hem verlinkt. Marshall werd geschorst, maar kennelijk had hij niet al te veel berouw. Na een tweede klacht en een daaropvolgend onderzoek werd hem de bevoegdheid tot het uitoefenen van zijn vak ontnomen. De officier van justitie in Tulsa liet het daar niet bij zitten en stelde een strafrechtelijke vervolging tegen hem in. Marshall zat anderhalf jaar in de gevangenis en vertrok vervolgens met de noorderzon.’
‘Waar was Marshall tussen Tulsa en Charleston?’
‘Dat is Jerry nog aan het uitzoeken. Heb je die data op een rijtje gezet?’
Ik liet Ryan mijn lijstje zien. Hij voerde uit zijn hoofd wat berekeningen uit.
‘De Abrigo Aislado de los Santos opende zijn puertes in ’92. Marshall staakte zijn medische praktijk in Oklahoma in’89, verliet de staat in ’91 nadat hij zijn gevangenisstraf had uitgezeten, dook hier weer op in ’95.’ Ryan tikte op mijn lijstje. ‘Als die kroegmaat die door Gullet ondervraagd is, het bij het rechte eind heeft, is Helms verdwenen vlak na 11 september 2001 en de anderen daarna. Of Marshall en Rodriguez hadden nogal wat tijd nodig om hun zaakjes op orde te krijgen, of een aantal oude zaken moet nodig heropend worden. Heb je al iets van Gullet gehoord?’
Ik schudde het hoofd. Het knotje op mijn hoofd bleek daar niet tegen bestand.
‘De zeebaars zal wel goed gebeten hebben.’ Ryan streek een paar haarlokken achter mijn oren.
Ik pakte mijn mobiele telefoon. Ditmaal verbond Gullets receptioniste me door. Ik verspilde geen tijd met beleefdheden.
‘Marshall vermoordt mensen om hun organen te stelen.’
‘Dat is een verdomd ernstige beschuldiging.’ Toonloos. ‘Ik heb gehoord over die schietpartij. Mag ik vragen hoe de raadsman het maakt?’
‘Hij herstelt voorspoedig, dank u.’
‘Houdt de politie van Isle of Palms zich met de zaak bezig?’
‘Ja.’
‘Wat denken zij ervan?’
‘Ze zijn geneigd het voorval te beschouwen als een ongelukje.’
‘Hmm.’
Ik wist niet hoe ik dat op moest vatten, maar ik was niet in de stemming om deze discussie voort te zetten.
‘De inkepingen op de botten van Helms en Montague zijn vermoedelijk afkomstig van een scalpel.’
Na weer een ‘hmm’ van Gullet, vertelde ik hem wat ik op Cruikshanks computer gevonden had. Toen ik uitgepraat was, maakte hij een geluid dat naar ik aannam ‘ga door’ betekende. Ik vertelde hem in grote lijnen wat we te weten waren gekomen over Marshall en Rodriguez.
‘U hebt het nu over Helms en Montague,’ zei Gullet met zijn monotone stem.
‘Tot dusverre. Een vermiste persoon genaamd Jimmie Ray Teal was eveneens patiënt van de gmc-kliniek. En wie weet hoeveel anderen? Ik geloof dat iemand Cruikshank vermoord heeft om hem tot zwijgen te brengen voordat hij naar de autoriteiten kon gaan. En waarschijnlijk ook Helene Flynn, om dezelfde reden.’
‘Uh-huh.’
‘Een schizofreen genaamd Lonnie Aikman is in 2004 verdwenen. Een verslaggever heeft afgelopen maart nog eens een artikel over hem geschreven. De moeder van Aikman werd afgelopen dinsdag dood in haar auto aangetroffen. Iemand heeft haar mogelijk vermoord zodat Jimmie Ray niet in verband kon worden gebracht met de gmc-kliniek.’
‘Eén begraven, één in de oceaan, één hangend aan een boom, één dood in een auto. Niet bepaald een consequente werkwijze.’
‘Degene die dit alles organiseert, is uitgekookt. Heeft waarschijnlijk zijn werkwijze gevarieerd, zodat de moorden niet met elkaar in verband zouden worden gebracht als de lijken ontdekt werden. Maar één ding staat vast. We hebben drie gegarrotteerde slachtoffers.’
‘Waar is die Mexicaanse kliniek?’
‘Abrigo Aislado de los Santos, in Puerto Vallarta.’
Ik hoorde Gullets bureaustoel ronddraaien. Toen: ‘Wat wilt u dat ik doe?’
‘Ik wil alle informatie die u maar kunt verzamelen over het eigendom of de verhuur van privévliegtuigen in deze regio, met name over mogelijk gebruik door gmc of Marshall. En een lijst van alle plaatselijk geregistreerde privévliegtuigen, als dat mogelijk is.’
‘Ik zal er een agent op zetten.’
‘En een overzicht van wie er goed genoeg bekend is op Dewees om zich daar van een lijk te ontdoen.’
‘Ik heb een lijst van huiseigenaren opgevraagd nadat u Helms gevonden had. Slechts een handjevol mensen verblijft permanent op het eiland. De meeste woningen zijn tweede huizen, en veel ervan zijn aangekocht om ze aan toeristen te verhuren. Het zal de nodige tijd kosten om de verhuurgegevens tot in 2001 te checken. Huiseigenaren die zelf de verhuur van hun huis regelen, houden daar vaak geen administratie van bij.’
‘Doet u dat toch maar. Waar woont Marshall?’
‘Een ogenblikje.’
Ryans mobiel ging terwijl ik wachtte. Hij nam het gesprek aan. Hij zei een aantal keren ‘ja’ en ‘uh-huh’ terwijl hij aantekeningen maakte.
Gullet kwam weer aan de lijn. ‘Marshall heeft een huis op Kiawah Island. Vanderhorst Plantation.’
‘Nogal chic voor een arts die parttime in een liefdadigheidskliniek werkt. Heeft hij een boot?’
‘Dat zal ik ook nagaan.’ Gullet kwam met de waarschuwing die ik al verwachtte. ‘Als u en uw ene nog actieve vriend het maar niet in jullie hoofd halen om Marshall nog eens lastig te gaan vallen. Als u het bij het rechte eind hebt, zou dat voor hem aanleiding kunnen zijn ervandoor te gaan.’
‘Als?’ Ik was de hele nacht in touw geweest en mijn zuidelijke welgemanierdheid, toch al nooit mijn sterkste punt, begon te eroderen. ‘Marshall is een smeerlap. Er zijn twee patiënten en een voormalig medewerkster van de kliniek verdwenen. God mag weten waar Flynns lijk zich bevindt!’
‘U vertelt me dat Rodriguez geen strafblad heeft. Hij is Mexicaan en hij is uit Californië vertrokken om zijn beroep in Mexico uit te oefenen. Er is vooralsnog geen sprake van enige connectie met South Carolina. Ik heb geen enkele grond om de Mexicaanse autoriteiten te verzoeken een onderzoek in te stellen. U weet net zo goed als ik dat het instellen van een onderzoek naar iemand op basis van zijn afkomst beschouwd wordt als discriminatie. Etnische vooroordelen.’
‘Er kunnen wel honderd redenen zijn waarom Rodriguez…’
Ryan wapperde met een hand om mijn aandacht te trekken en stak me zijn blocnote toe. Ik las de notities.
‘Rodriguez komt niet voor in het databestand van het ncic omdat hij in de Verenigde Staten geen misdaad heeft gepleegd. Rodriguez is zijn vergunning in Californië kwijtgeraakt omdat hij seks met patiënten heeft gehad.’
Ik wierp Ryan een vragende blik toe. Hij knikte bevestigend.
‘Dat wil nog niet zeggen dat hij een misdaad in South Carolina heeft gepleegd.’
Ik kon gewoon niet geloven dat die domkop nog steeds niet overtuigd was. ‘Moet ik soms eerst een vuilniszak vol nieren op uw bureau deponeren?’
Ryan zei geluidloos: ‘Goed zo.’
‘In mijn ervaring, juffrouw, zijn op het gebied van de wetshandhaving wilde gissingen een slecht vervangingsmiddel voor concrete bewijzen. Misschien zou u daar eens over na moeten denken. Ik kom zo dadelijk die computer ophalen.’ Gullets toon verried nu zowaar enige emotie. Afkeer. ‘Zorg dat u thuis bent.’
‘Laat me raden,’ zei ik terwijl ik Ryan zijn blocnote teruggaf. ‘Van de onvolprezen Jerry.’
‘Jerry is onbetaalbaar.’
‘Gullet is onderweg hierheen. Hij luistert wel, maar hij is niet overtuigd. Denkt dat ik een hysterica ben.’
‘Wat is ervoor nodig om hem te overtuigen?’
‘Een door schuldgevoel verteerde ontvanger van een donororgaan die zijn ziel blootlegt bij Jerry Springer.’
Twee uur later hadden we iets beters, dankzij de mysterieuze maar volhardende Jerry. Ik confronteerde Gullet ermee zodra hij binnenkwam.
‘James Gartland, Indianapolis, Indiana. Eindstadium nierziekte. Drie jaar aan de dialyse. Reisde in 2002 naar Puerto Vallarta. Betaalde honderdtwintigduizend dollar voor een nier en een verblijf in het Abrigo Aislado de los Santos.
Vivian Foss, Orlando, Florida. Eindstadium nierziekte. Anderhalf jaar aan de dialyse. Vloog in 2004 naar Puerto Vallarta. Vivians uitstapje naar het kuuroord kostte haar honderdvijftigduizend dollar.’ Ik stak Gullet Jerry’s informatie toe. ‘De gelukkige ontvangers zullen niet staan te trappelen om te getuigen, maar gelukkig bestaan er dagvaardingen.’
Gullet nam ruim de tijd om te lezen wat Ryan had genoteerd tijdens zijn derde gesprek met Jerry.
‘Die contactpersoon werkt bij de fbi?’
‘Ja,’ zei Ryan.
‘Heeft hij Gartland en Foss persoonlijk gesproken?’
‘Ja.’
‘Hoe is hij aan die namen gekomen?’
‘Hij heeft een heel aardige Spaanssprekende agent in Quantico overreed om met een heel aardige Mexicaanse dame in het Abrigo te praten.’
‘Met geld gaan er dus heel wat deuren voor je open?’
‘Sí.’
‘Waarom hebben deze mensen opening van zaken gegeven?’
‘Jerry is een uiterst charismatische knaap,’ zei Ryan.
Gullet bleef naar de blocnote staren. Ik nam aan dat hij voor zichzelf de feiten op een rijtje aan het zetten was. Toen hij opkeek, was zijn gezicht als uit steen gehouwen. ‘Is de fbi van plan om actie te ondernemen?’
‘Op dit moment is het alleen maar Jerry die mij een dienst bewijst. Als dit uitpakt zoals we nu denken, zullen ze de hele zaak ongetwijfeld zeer geïnteresseerd volgen.’
‘Hoe dan ook, Gartland en Foss alleen vormen nog geen bewijs dat er sprake is van een misdaad.’
Ik stak mijn handen omhoog.
‘Maar goed.’ Gullet haalde diep adem en ademde weer uit door zijn neus. Trok zijn riem op. ‘Marshall heeft een Bayliner van zeven meter liggen in de jachthaven van Bohicket. Volgens de havenmeester is de boot zaterdag uitgevaren en is sindsdien niet meer teruggekeerd.’
‘Ryan en ik hebben zaterdag met Marshall gesproken,’ zei ik.
‘Hebt u hier iets over gezegd?’ Gullet zwaaide met Ryans blocnote.
Ik schudde het hoofd. ‘Maar ik heb wel vragen gesteld over Unique Montague en Helene Flynn.’
Gullet keek op zijn horloge. Ryan en ik keken op het onze. Het was kwart voor tien.
‘Laten we maar eens op bezoek gaan bij dat heerschap en een praatje met hem maken. De kliniek mag dan misschien buiten mijn jurisdictie vallen, maar dat geldt niet voor die twee lijken.’
Ryan en ik reden achter Gullet aan naar de kliniek. Onderweg spraken we nauwelijks. Ik was opgewonden, en tegelijkertijd uitgeput door mijn slapeloze nacht. Ik kon slechts gissen wat zich in Ryans hoofd afspeelde.
Toen we voor de kliniek in Nassau Street stopten, werden we opgewacht door twee hulpsheriffs. De mensen van de technische recherche arriveerden terwijl Gullet zijn hulpsheriffs instructies gaf. Er was een door de rechter ondertekend bevelschrift tot huiszoeking onderweg. Zodra dat gearriveerd was, zou de technische recherche de kliniek van onder tot boven uitkammen. Terwijl hij naar ons onderweg was, was Gullet van gedachten veranderd en had met Mexico gebeld. Ik hoopte dat een soortgelijke actie zich afspeelde in Puerto Vallarta.
Mijn hart bonkte in mijn borst. Als ik het nou eens bij het verkeerde eind had? Nee. Dat was gewoon onmogelijk. Het moest Marshall zijn. De man was door en door slecht en uitsluitend op geld belust.
Een van de hulpsheriffs liep om het gebouw heen om de achterkant van de kliniek in de gaten te houden. Ryan en ik volgden Gullet en de andere hulpsheriff de kliniek in. Berry zat achter haar bureau. Ze sperde haar ogen open toen ze de sheriff en de hulpsheriff zag, en haar blik verhardde toen ze Ryan en mij in het oog kreeg.
Gullet liep met grote passen naar het bureau. De hulpsheriff stelde zich bij de ingang op. Ryan en ik gingen elk aan een andere kant van het vertrek staan.
Er zaten drie patiënten te wachten op de plastic stoeltjes, een bejaarde zwarte vrouw, een punker in trainingspak en een man die eruitzag als een tenniscoach aan een high school. De oude vrouw bekeek ons door grote, vierkante brillenglazen. De punker en de coach liepen naar de deur. Gullets hulpsheriff deed een stap opzij om hen te laten passeren.
‘Waar is dr. Marshall?’ vroeg Gullet op zakelijke toon aan Berry.
‘Hij is met een patiënt bezig.’ Vijandig.
Gullet liep naar de gang waardoor Marshall ons drie dagen geleden was voorgegaan. Berry kwam snel vanachter haar bureau vandaan en spreidde haar armen, een pitbull die haar territorium verdedigde.
‘U kunt daar niet naar binnen.’ Nog steeds vijandig, maar nu met een ondertoon van angst.
Gullet liep gewoon door. Ryan en ik liepen achter hem aan.
‘Wat wilt u?’ Berry liep achteruit de gang in, met gespreide armen, nog steeds proberend ons tegen te houden. ‘Dit is een kliniek. Er komen hier zieke mensen.’
‘Gaat u alstublieft opzij, mevrouw.’ Gullets stem was zo hard als staal.
Ik was zo opgefokt dat ik bijna zelf Berry opzij duwde. Ik wilde dat de sheriff zo snel mogelijk bij Marshall was, voordat hij zijn Mexicaanse compagnon zou kunnen bellen.
Op dat moment kwam de dokter uit zijn kantoor tevoorschijn met een patiëntenstatus in zijn hand. ‘Wat is er aan de hand, mevrouw Berry?’
Berry liet haar armen zakken, maar ze bleef ons woedend aankijken. Ze wilde iets zeggen, maar Marshall legde haar met een beweging van een gemanicuurde hand het zwijgen op. ‘Sheriff Gullet,’ zei Marshall, die er volkomen op zijn gemak uitzag in zijn witte doktersjas en met zijn onberispelijke kapsel. Marcus Welby die een lastige patiënt kalmeert. Hij knikte in mijn richting. ‘Dr. Brennan. U bent toch Brennan, nietwaar?’
Mijn hart ging tekeer. Ik wilde die schoft aan de schandpaal nagelen en hem laten boeten voor wat hij gedaan had.
‘Dr. Lester Marshall, er is een gerechtelijk bevel in aantocht om dit pand te doorzoeken naar informatie over patiënten die onder verdachte omstandigheden verdwenen zijn.’ Gullets stem klonk zoals gewoonlijk vlak.
Marshalls lippen krulden zich tot een kruiperige glimlach.
‘Waarom zouden dergelijke verdwijningen mij aangaan, sheriff?’
De woorden waren eruit voordat ik ze tegen kon houden. ‘U weet dat er zich hier materiaal bevindt dat ons kan vertellen waarom en hoe ze gestorven zijn.’
‘Is dit soms een grap?’ Marshall richtte het woord tot Gullet. ‘Als dat het geval is, kan ik er beslist niet om lachen.’
‘Meneer, ik verzoek u om ons niets in de weg te leggen terwijl wij het pand doorzoeken.’ Gullets toon bleef uitdrukkingsloos. ‘Ik zou dit het liefst voor ons allebei zo pijnloos mogelijk laten verlopen.’
‘Wat moet ik doen?’ vroeg Berry met schelle stem.
Marshall negeerde haar. ‘Wat is dit voor krankzinnig gedoe, sheriff? Ik ben arts. Ik hélp de armen en de zieken. Ik doe ze geen kwaad. U begaat een vergissing.’ Marshalls ijzige kalmte stond in sterk contrast met de groeiende agitatie van zijn receptioniste.
‘Meneer.’ Gullet wendde zijn blik geen moment van Marshall af.
Marshall gaf de status die hij in zijn hand had aan Gullet. ‘U zult hier spijt van krijgen, sheriff.’
‘Zegt u me wat ik moet doen,’ riep Berry.
‘Bekommert u zich maar om de patiënt in onderzoekskamer twee, mevrouw Berry.’
Berry bleef even staan, terwijl haar blik heen en weer schoot tussen Gullet, Marshall en mij. Toen liep ze met zware tred de gang in en verdween door een van de deuren.
Gullet gebaarde Marshall naar de wachtruimte. ‘We zullen even wachten tot het huiszoekingsbevel gebracht wordt.’ Marshalls blik was strak op mij gericht. In zijn ogen zag ik onverholen haat.
Terwijl Marshall in gezelschap van de hulpsheriff langs me heen naar de wachtkamer liep, ving ik een vleug op van de dure aftershave, merkte opnieuw de chique zijden stropdas op, de zachte glans van het leer van zijn Italiaanse schoenen. Ik balde mijn vuisten van woede. Ik voelde een diepe weerzin tegen de arrogantie, de dikdoenerige onverschilligheid van de ploert.
Toen zag ik het. De rechterslaap van Marshall. Daar klopte een adertje als een slang die last had van congestie.
Marshall was doodsbang.