29

‘Ik heb ooit eens een huurmoordenaar gearresteerd die zijn slachtoffers doodde met een garrot.’ Ryan had het over het wapen dat beschreven werd in Angels hoofdstuk. ‘Een knaap uit Saint Jean sur Richelieu in Quebec, van de oude stempel. Had de pest aan vuurwapens.

Hij schoof een lus van metaaldraad over het hoofd van het slachtoffer, sloeg één uiteinde om een stevig voorwerp, een eind pijp, misschien een schroevendraaier. Door daaraan te draaien, trok hij de lus aan. Een simpele maar effectieve manier om iemand te wurgen.’

Precies zoals Angel het beschreef.

Ik was bijna te zeer van afschuw vervuld om iets te zeggen. ‘Dat verklaart waarom er maar één enkele wervel gebroken is, en alleen aan één kant. Door het metaaldraad werd de kracht geconcentreerd. De zijlus bevond zich aan de linkerkant.’

Ik haalde me de groef rond Unique Montagues hals voor de geest, de krabwonden veroorzaakt door haar wanhopige worsteling om zuurstof binnen te krijgen.

‘Het verklaart ook de doodsoorzaak,’ zei ik. ‘C6 en C7 staan in een hoek van vijf tot tien graden, dus als er vanaf de voorkant druk wordt uitgeoefend, wordt die neerwaarts en achterwaarts gericht.’ Ik slikte. ‘De bloedsomloop naar de hersenen wordt belemmerd en de longen krijgen geen lucht meer.’

‘Ben je er zeker van dat het letsel bij alle drie hetzelfde is?’

Ik knikte.

Ryan keek me doordringend aan met zijn staalblauwe ogen. ‘Dus die dronken privédetective van jou heeft zichzelf bij nader inzien toch niet van kant gemaakt.’

‘Cruikshank, Helms en Montague zijn allemaal gegarrotteerd.’

‘Waarom?’

‘Weet ik niet.’

‘Helms en Montague zijn op een of andere manier ergens mee gestoken. Cruikshank niet. Waarom?’

‘Weet ik niet.’

‘Helms werd begraven in een ondiep graf. Montague werd in een vat in zee gedumpt. Cruikshank werd opgeknoopt.’

‘Vraag het nou maar niet.’

Ryan liet een derde ‘waarom’ achterwege.

Ik kwam haastig overeind en pakte mijn mobieltje. ‘Het is die kliniek. Het begint allemaal bij die kliniek.’ Ryan keek toe terwijl ik een nummer intoetste. ‘Gullet wilde er toch drie? Nou, ik heb er drie voor hem. Maar waar is hij? Op zeebaars aan het vissen met zijn kameraden.’

Gullets receptioniste herhaalde haar eerdere boodschap. De sheriff was niet bereikbaar. Ik herhaalde dat ik hem dringend moest spreken. Niet bereikbaar. Toen ik vroeg naar zijn privénummer of het nummer van zijn mobiel, hing ze op.

‘Verdomde klo…’

‘Rustig nou maar.’ Ryan, de stem van de rede. ‘Bel Emma.’

Dat deed ik. Ze was onder de indruk van mijn bevindingen, maar het leek haar dat de zaak ook wel tot de volgende dag kon wachten.

‘Geweldig. Jij bent al net zo geïnteresseerd als die achterlijke sheriff. Mensen verdwijnen, blijken dood te zijn, maar ach, wat maakt het uit? Slechte timing! Het is het weekend van Memorial Day!’

Ryan sloeg zijn armen over elkaar en keek naar de grond.

‘Tempe…’ Emma probeerde mijn tirade te onderbreken.

‘Gooi wat steaks op de barbecue en trek een paar biertjes open! Jimmie Ray Teal ligt misschien ergens te rotten met een strop om zijn nek, en Helene Flynn misschien ook wel. Wie zal het zeggen? Misschien een paar prostituees, een schizofreen? Nou even niet, het is een lang weekend!’

‘Tempe…’

‘Cruikshank, Montague en Helms zijn gegarrotteerd, Emma. Een of andere koelbloedige maniak heeft een strop van metaaldraad om hun hals gelegd en het leven uit ze gewrongen. En god mag weten wat er verder nog met Helms en Montague is gebeurd.’

‘Tempe.’

‘Ben ik de enige die om die mensen geeft?’ Zelfs in mijn eigen oren klonk ik schril en enigszins onredelijk. Als Teal en Flynn inderdaad dood waren, zou geen enkele actie hen weer tot leven wekken.

‘Ik wil dat je mijn zus belt.’

‘Wat?’ Ik was volkomen overrompeld.

‘Wil je dat voor me doen?’

‘Ja, natuurlijk.’ Lieve god, wat was er gebeurd? ‘Waarom?’

‘De onenigheid tussen ons heeft al veel te lang geduurd.’

Ik slikte moeizaam. ‘Heb je dr. Russell vandaag gesproken?’

‘Ik heb morgen een afspraak met haar.’

‘Waarom ben je van gedachten veranderd?’

‘Spoor Sarah op. Zeg tegen haar dat ik graag zou willen dat ze langskomt.’

‘Zal ik…’

‘Ja. Vertel haar maar dat ik ziek ben.’

‘Geef me haar nummer maar.’

Gegeneerde aarzeling. ‘Dat heb ik niet.’

Met mijn pas verworven vaardigheden op het gebied van het opsporen van artsengegevens, was het een koud kunstje om Mark Purvis op internet te lokaliseren, een cardioloog die verbonden was aan twee ziekenhuizen in Nashville. Na enig zoekwerk wist ik dat Mark Purvis getrouwd was met Sarah Rousseau, die in’81 eindexamen had gedaan aan de South Florence High School in Florence, South Carolina. Een aantal van Sarahs klasgenoten zou graag met haar in contact willen komen. Toe maar.

Ook had ik de hand weten te leggen op hun adres, telefoonnummer en een plattegrond met de route naar hun huis. God zegene het elektronisch tijdperk.

De huishoudster van de familie Purvis vertelde me dat de dokter en zijn vrouw zich in Italië bevonden en daar tot de eerste week van juni zouden blijven.

Ik had mijn telefoon bijna op de vloer gesmeten. Was de hele wereld plotseling onbereikbaar?

Toen hij zag hoe geagiteerd ik was, stelde Ryan een strandwandeling voor. Boyd steunde het plan. Onder het wandelen werden we het er met zijn allen over eens dat we die dag niet veel anders konden doen dan ons nogmaals bezighouden met Cruikshanks dozen en zijn laptop.

Bij thuiskomst namen we allemaal iets te drinken en gingen daarna regelrecht naar de woonkamer. Ryan en ik namen plaats op de bank. Boyd nestelde zich aan onze voeten. Birdie kwam er ook bij zitten, maar gaf er de voorkeur aan de boel vanuit de open haard in de gaten te houden.

Wil jij eens kijken of je Cruikshanks code kunt ontcijferen?’ vroeg ik.

‘Wat vind jij, Hootch?’ Ryan sprak Boyd aan met de bijnaam die hij hem bij hun eerste ontmoeting gegeven had.

Boyd hief zijn kop op, bewoog zijn wenkbrauwhaartjes, legde toen zijn kin weer op zijn voorpoten.

‘Hootch zegt no problemo.’

‘Dan maak ik deze laatste doos af.’ Ik zei er maar niet bij waarom ik aan enkele voorwerpen uit die doos nog niet toegekomen was. Waarom herinneringen ophalen aan mijn instorting en de daaropvolgende knuffel met Pete afgelopen woensdagavond?

Terwijl ik de flappen openmaakte, verscheen het onderwerp van dat woensdagavondincident in hoogsteigen persoon.

‘What’s cookin’, good lookin’?’ riep Pete vanuit de hal.

Ryans kaakspieren spanden zich.

Boyd vloog de kamer uit. Ik hoorde een bons, toen het gekletter van golfclubs. Even later maakte Pete zijn opwachting, terwijl de chow om hem heen dartelde.

‘Raadsman.’ Ryan knikte ter begroeting naar Pete.

‘Rechercheur.’ Pete knikte naar Ryan.

‘Tempe.’ Pete knikte naar mij. Volwassenen die zich beleefd gedroegen. Toen verscheen er een glimlach op Petes gezicht.

‘Snoezepoes.’

Begin nou niet weer, was de boodschap die mijn blik hem toezond.

‘Nog nieuws?’ vroeg Pete, een en al onschuld.

Ik bracht hem op de hoogte.

‘Ik ben de laatste spullen uit deze doos aan het bekijken. Ryan doet een poging de notities te ontcijferen.’

‘Misschien dat de rechercheur slaagt waar de eenvoudige jurist heeft gefaald.’ Petes stem klonk ietsje scherper. Hij wendde zich tot Ryan. ‘Hoop je de sleutel tot de moordenaar te vinden, Andy?’

‘Nee, informatie over troepenbewegingen in Irak, Pete.’

‘Helemaal vergeten.’ Pete richtte zijn wijsvinger op Ryan. ‘Andy is een echte komediant.’

‘Om jou lachen ze waarschijnlijk ook heel wat af op de golfbaan.’

Pete vuurde met zijn wijsvinger een schot af. ‘Rechercheren jullie maar een eind weg, mensen. Ik ga douchen.’

Boyd volgde Pete naar de deuropening.

‘Pete?’

Hij draaide zich om. ‘Ja, snoezepoes?’

‘Heb je bij gmc nog bepaalde signalen opgevangen met betrekking tot de reden waarom Cruikshank vermoord zou kunnen zijn?’

‘Hoegenaamd niets.’ Tegen Ryan: ‘Tussen haakjes, goeie keus. Zwart past overal bij. Hoef je ook nooit te wassen.’

Ik keek Pete na terwijl hij de kamer uit liep. Wat voelde ik eigenlijk? Irritatie? Medelijden? Nee. Voornamelijk het deprimerende gevoel van verlies.

Ik legde de trofee, de honkbal, de politiememorabilia en de foto’s opzij en haalde het boek en de twee enveloppen tevoorschijn die ik nog moest bekijken.

Het boek was getiteld The Chronicle of Crime, en beloofde details over ‘de beruchtste misdadigers van de moderne tijd en hun gruwelijke wandaden’. Dat beloofde wat.

Ik bekeek de inhoudsopgave. Alle bekende namen kwamen aan bod. Lizzie Borden. Ted Bundy. Dr. Crippen. Jeffrey Dahmer. Albert Fish. Charlie Manson. Jack the Ripper. Peter Sutcliffe.

Ik voelde een kriebel onder mijn borstbeen. Waarom deed Cruikshank onderzoek naar seriemoordenaars? Persoonlijke belangstelling? Of probeerde hij meer inzicht te krijgen in de zaak van de vermiste personen in de regio Charleston?

Ik legde het boek op de salontafel en maakte Cruikshanks eerste envelop open. De inhoud bestond uit één enkele fotokopie en uitgeprinte internetpagina’s. Die laatste zagen er bekend uit. Zeer bekend.

‘Cruikshank stelde een onderzoek in naar Lester Marshall,’ zei ik. ‘Hij heeft dezelfde databank met artsengegevens bezocht als ik.’

‘Logisch. Hij observeerde het gebouw waar Marshall zijn praktijk uitoefent. Was Cruikshank dingen te weten gekomen waar jij nog niet achter was?’

‘Niet echt. Maar sommige van zijn naspeuringen hadden betrekking op een andere arts. Dominic Rodriguez studeerde af aan St. George’s in hetzelfde jaar als Marshall, 1981, deed een chirurgisch coschap aan de Universiteit van Californië-San Diego, en had een praktijk in San Diego tot 1990. Over de periode daarna geeft de website geen informatie.’

Ik pakte de fotokopie op.

‘Het lijkt erop dat Cruikshank de hand heeft weten te leggen op een lijst van afgestudeerden van St. George’s gedurende de jaren’80 tot’85. Lijkt niet afkomstig van internet.’

Ik praatte hardop terwijl ik las.

‘Nogal wat buitenlandse namen. Een paar indrukwekkende benoemingen. Neurologie – Universiteit van Chicago; interne geneeskunde – Georgetown; eerstehulpgeneeskunde – Duke. Geen Lester Marshall, maar de naam Dominic Rodriguez is omcirkeld. Denk je dat Cruikshank een onderzoek instelde naar deze knaap omdat hij en Marshall studiegenoten waren geweest? Maar waarom Rodriguez? Hij is chirurg, Marshall is huisarts.’

Ryan dacht daar even over na.

‘Marshall verdween uit Tulsa in’89, dook in ’95 weer op in Charleston. Jij zegt dat Rodriguez in ’90 uit San Diego verdween. Dat is merkwaardig.’

Ik stond op het punt de eerste envelop terug te leggen, toen mijn oog op een brochure viel die rechtop tegen de zijkant van de doos zat. Ik pakte hem eruit. Het was een uit één pagina bestaande folder die reclame maakte voor een kuuroord in Puerto Vallarta, Mexico.

‘Misschien was Rodriguez een Mexicaan,’ zei ik, terwijl ik de folder omhooghield. ‘Die heimwee kreeg naar zijn geboorteland.’

‘Ja, vast.’ Met andere woorden, vergeet het maar.

‘Het zou toch kunnen? Chirurgen krijgen last van burn-out. Misschien is Rodriguez in ’90 naar Puerto Vallarta gegaan om zijn praktijk uit te oefenen in een minder stressvolle omgeving.’

‘Een kuuroord?’

‘De brochure belooft medisch opgeleid personeel en mogelijkheden die slechts enkele klinieken ter wereld kunnen bieden.’

‘Zoals?’

‘Er is een nummer dat je kunt bellen.’

‘Misschien had Cruikshank de advertentie in zijn bezit omdat hij op zoek was naar een afkickkliniek over de grens.’

‘Waarom?’

‘De man was alcoholist.’

‘Waarom Mexico?’

‘Goeie burrito’s.’

Ik rolde met mijn ogen. ‘Schiet je al een beetje op met die code?’

‘Jawel.’

‘Echt waar?’

‘Ja.’

‘Wat?’

‘Geduld, schone maagd.’

Ik legde de folder weer terug in de doos en maakte de tweede envelop open.

Ook hier bestond de inhoud uit fotokopieën en zes of zeven computerprints.

Ik begon te lezen. Aanvankelijk begreep ik het niet helemaal. Terwijl het langzaam tot me begon door te dringen, trok de kamer zich rond me terug en werd ik overstelpt door een gevoel van onheil.

Nadat ik de artikelen gelezen had, bekeek ik nogmaals de inhoudsopgave van het misdaadboek. Daar was het. Met vingers die koud waren van angst sloeg ik het hoofdstuk op. Een gele Post-it markeerde de pagina en het leek erop dat die zaak Cruikshanks bijzondere aandacht had getrokken.

Elke neuron in mijn hersenen schreeuwde nee! De verklaring was gewoon te macaber. Maar het klopte allemaal. De kliniek. De verdwijningen. De inkepingen in de lendenwervels van Helms en Montague.

Was Helene Flynn vermoord omdat ze dit te weten was gekomen? Was ze toevallig achter de waarheid gekomen terwijl ze op zoek was naar bewijsmateriaal voor financiële malversaties? Was Cruikshank daar ook achter gekomen?

Ik deed mijn mond open om Ryan deelgenoot te maken van mijn afschuwelijke ontdekking. Maar de woorden kwamen nooit over mijn lippen.

De gebeurtenissen voltrokken zich zo razendsnel dat ik me later geen bepaalde volgorde meer kon herinneren. Mijn pogingen om de chronologie te reconstrueren leverden slechts verwarde beelden op.

Pete die naar de keuken liep. Boyd die de woonkamer uit vloog. Het geluid van de achterdeur die openging. Boyd die blafte. De keukenlamp die strepen licht wierp op de muur van de gang. De knal van een geweerschot. Ik op de vloer, terwijl Ryan mijn hoofd tegen de vloerbedekking drukte. Ryans gewicht dat van mijn rug verdween. Ik die ineengedoken en doodsbang naar de keuken kroop. Het geblaf was nu hysterisch.

Mijn bloed dat in mijn aderen stolde. Pete die op zijn buik in de keuken lag, terwijl zijn bloed zich over de vloer verspreidde vanuit een onzichtbare wond.