dankbetuiging

Hartelijk dank is verschuldigd aan doctor Ronald Coulombe, spécialiste en incendies; aan mevrouw Carole Péclet, spécialiste en chimie; en aan doctor Robert Dorion, Responsable d’Odontologie, Laboratoire de Science Judiciaires et de Médecine Légale, evenals aan de heer Louis Metivier, Bureau du Coroner de la Province de Québec, die bereid waren om mij in hun kennis te laten delen.

Doctor Walter Birkby, forensisch antropoloog van het Bureau van de patholoog-anatoom van Pima County, Arizona, verstrekte informatie over het bergen van verbrande overblijfselen. Doctor Robert Brouillette, hoofd van de afdelingen Zuigelingenzorg en Ziekten van de luchtwegen van het Montral Children’s Hospital hielp met inlichtingen omtrent de ontwikkeling van een kind.

De heer Curt Copeland, lijkschouwer van Beaufort County, de heer Carl McCleod, sheriff van Beaufort County en rechercheur Neal Player van het bureau van de sheriff in Beaufort County waren uiterst behulpzaam. Rechercheur Mike Mannix van de Illinois State Police heeft ook vele vragen over de gang van zaken bij een moordonderzoek beantwoord. Doctor James Tabor, hoogleraar in de Godsdienstwetenschappen aan de Universiteit van Noord-Carolina in Charlotte, heeft informatie verstrekt omtrent sekten en religieuze bewegingen.

Informatie over Charlotte en haar geschiedenis kreeg ik van de heren Leon Simon en Paul Reichs. De laatste ben ik eveneens dank verschuldigd voor zijn commentaar op het manuscript. Doctor James Woodward, titulair hoofd van de Universiteit van Noord-Carolina in Charlotte heeft me tijdens het schrijven van dit boek door dik en dun gesteund.

Er zijn drie mensen aan wie ik bijzonder veel dank ben verschuldigd. Doctor David Taub, burgemeester van Beaufort en primatoloog extraordinair bleek voortdurend bereid me te helpen, ondanks de stortvloed van vragen waar ik hem onder bedolf. Doctor Lee Goff, hoogleraar in de Entomologie aan de Universiteit van Hawaï in Manoa liet me niet in de steek toen ik hem eindeloos bleef lastigvallen met vragen over insecten. Doctor Michael Bisson, hoogleraar Antropologie aan de universiteit van McGill, was mijn bron voor informatie over de McGill University, over Montreal en in feite voor alles dat ik wilde weten.

Twee boeken hebben me bij het schrijven van dit verhaal bijzonder geholpen. Plague: A Story of Smallpos in Montreal (1991) door Michael Bliss, Harper Collins, Toronto; en Cults in Our Midst: The Hidden Menace in Our Everyday Lives (1995) door Margaret Thaler Singer in samenwerking met Janja Lalich, Jessey-Bass Publishers, San Francisco.

Ik ben bijzonder dankbaar voor de grote zorg die mijn agent, Jennifer Rudolph Walsh, en mijn redacteuren Susanne Kirk en Maria Rejt aan mij besteden. Zonder hen zou Tempe niet in staat zijn om al haar verhalen te vertellen.