22
‘Bedankt dat je zo laat op de dag nog even tijd voor me hebt vrijgemaakt. Ik sta ervan te kijken dat je nog steeds op de universiteit bent.’
‘Wou je daarmee zeggen dat antropologen harder werken dan sociologen?’
‘Ik zou niet durven,’ lachte ik terwijl ik in de zwarte plastic stoel ging zitten waar hij op wees. ‘Red, ik zou graag misbruik willen maken van jouw kennis. Wat kun je me vertellen over plaatselijke sekten?’
‘Wat bedoel je met een sekte?’
Red Skyler hing scheef achter zijn bureau. Hoewel zijn haar grijs was geworden, verklaarde de rossige baard hoe hij aan zijn bijnaam was gekomen. Hij keek me met samengeknepen ogen aan van achter een bril met een stalen montuur.
‘Randgroeperingen. Sekten die hel en verdoemenis preken. Satanische kringen.’
Hij glimlachte en maakte een beweging van ‘ga maar door’.
‘De Manson-familie. Hare Krishna. move. The People’s Temple. Synanon. Je weet wel. Sekten.’
‘Je hanteert een zwaarbeladen term. Wat jij een sekte noemt, is voor iemand anders misschien een religie. Of een familie. Of een politieke partij.’
Ik moest ineens aan Daisy Jeannotte denken. Zij had ook bezwaar gemaakt tegen dat woord, maar daar hield de gelijkenis op. Tijdens dat gesprek had ik tegenover een fragiel vrouwtje in een groot kantoor gezeten. Nu zat ik tegenover een grote man in een ruimte die zo klein en overvol was dat ik last kreeg van claustrofobie.
‘Mij best. Wat is dan wel een sekte?’
‘Sektes zijn niet alleen groepen mafketels die geschifte leiders volgen. Althans in mijn interpretatie van dat woord zijn het organisaties die een aantal identieke eigenschappen hebben.’
‘Ja.’ Ik leunde voorover in mijn stoel.
‘Een sekte vormt zich rond een charismatische persoon die bepaalde beloften doet. Een persoon die beweert over speciale kennis te beschikken. Soms gaat het om het feit dat die figuur toegang zegt te hebben tot oude geheimen, soms is het een compleet nieuwe ontdekking waarvan alleen hij of zij op de hoogte is. Soms is het een combinatie van beide. De leider is bereid zijn kennis te delen met zijn volgelingen. Er zijn leiders die een utopie voorspiegelen. Of een uitweg bieden. Kom erbij en volg mij. Laat alle beslissingen maar aan mij over. Dan komt alles in orde.’
‘In welk opzicht verschilt dat van een priester of een rabbijn?’
‘Bij een sekte is het de charismatische leider die uiteindelijk het object van toewijding wordt, in sommige gevallen wordt hij zelfs als een god aanbeden. En als dat het geval is, krijgt zo’n leider extreme zeggenschap over het leven van zijn volgelingen.’
Hij zette zijn bril af en poetste beide glazen op met een vierkant lapje groene stof dat hij uit zijn zak pakte. Daarna zette hij hem weer op en haakte beide poten achter zijn oren.
‘Sektes zijn totalitair en autoritair. De leider is oppermachtig en delegeert zijn macht slechts aan een enkeling. De ethiek van de leider wordt de enige acceptabele theologie. De enige acceptabele vorm van gedrag. En, zoals ik al zei, uiteindelijk gaat alle verering naar hem uit en niet naar almachtige wezens of abstracte principes.’
Ik wachtte geduldig.
‘Vaak is er ook sprake van een dubbele moraal. De leden worden aangemoedigd om elkaar eerlijk en liefdevol te bejegenen, maar om buitenstaanders te bedriegen en te mijden. Bestaande godsdiensten hanteren gewoonlijk voor iedereen dezelfde regels.’
‘Hoe kan een leider zoveel macht krijgen?’
‘Dat is een ander belangrijk element. Een vorm van hersenspoeling. Sekteleiders maken gebruik van verschillende psychologische procédés om hun volgelingen te manipuleren. Sommige leiders zijn vrij goedaardig, maar voor andere geldt dat niet en die maken echt misbruik van het idealisme van hun volgelingen.’
Opnieuw zat ik te wachten tot hij verder zou gaan.
‘In mijn ogen zijn er grofweg twee soorten sektes, die allebei gebruikmaken van hersenspoeling. De commercieel verpakte “bewustwordingsprogramma’s”,’ hij gaf met zijn handen de aanhalingstekens aan, ‘hanteren uiterst sterke overredingstechnieken. Dat soort groeperingen bindt hun leden door hen te dwingen om steeds weer nieuwe cursussen te kopen.
Dan heb je de sektes die hun volgelingen voor hun leven aan zich binden. Dat soort groeperingen gebruikt weloverwogen psychologische en sociale overredingsvormen om extreme gedragsveranderingen teweeg te brengen. Met als gevolg dat ze een enorme macht over het leven van hun leden krijgen. Ze zijn manipulatief, misleidend en uiterst uitbuitend.’
Dat moest ik even verwerken.
‘Hoe gaat dat hersenspoelen precies?’
‘Je begint met het ontwrichten van iemands eigendunk. Ik weet zeker dat dit in jouw antropologiecolleges ook aan de orde komt. Afscheiden. Afbreken. Wederopbouwen.’
‘Ik ben een fysische antropoloog.’
‘Goed. Sektes sluiten nieuwkomers af van alle andere invloeden en zorgen er vervolgens voor dat ze vraagtekens zetten bij alles waar ze in geloven. Ze brengen hen ertoe om zowel de wereld als hun eigen levensgeschiedenis met andere ogen te bekijken. Ze creëren een totaal nieuwe werkelijkheid voor zo iemand en op die manier zorgen ze ervoor dat hij of zij volkomen afhankelijk wordt van de organisatie en de bijbehorende ideologie.’
Ik moest terugdenken aan de lessen in culturele antropologie die ik in het begin van mijn studie had gevolgd.
‘Maar je hebt het niet over overgangsrituelen. Ik weet dat in bepaalde culturen kinderen gedurende een bepaalde periode in hun leven afgezonderd worden en een bepaalde opleiding moeten ondergaan, maar dat proces is bedoeld om de beginselen waar het kind mee is opgegroeid te versterken. Wat jij zegt, is dat mensen ertoe worden gebracht om alle waarden te verwerpen die hen tijdens hun opvoeding zijn bijgebracht, om alles waar ze in geloven aan de kant te zetten. Hoe gaat dat dan in zijn werk?’
‘De sekte heeft complete zeggenschap over de tijd en de omgeving van de rekruut. Voeding. Slaap. Werk. Ontspanning. Geld. Alles. Op die manier wordt een gevoel van afhankelijkheid gecreëerd, van machteloosheid buiten de groep. Gelijktijdig wordt de nieuwe moraal ingeprent, de beginselen waaraan de groep zich houdt. Het wereldbeeld van de leider. En het is absoluut een gesloten systeem. Tegenspraak is verboden. Geen kritiek. Geen klachten. De groep onderdrukt oude gewoonten en gedragspatronen en vervangt die stukje bij beetje door de eigen gewoonten en gedragspatronen.’
‘Waarom accepteren mensen zoiets?’
‘Het is zo’n geleidelijk proces dat de persoon in kwestie niet eens in de gaten heeft wat er gebeurt. Het gaat allemaal stapje voor stapje en niets lijkt echt belangrijk. De andere leden laten hun haar groeien. Jij laat ook je haar groeien. De anderen spreken zacht, dus jij dempt je stem. Iedereen luistert dociel naar de leider, zonder vragen te stellen, dus dat doe jij ook. Het gaat in zekere zin om goedkeuring van de groep en om door hen geaccepteerd te worden. De nieuwe rekruut is zich totaal niet bewust van de dubbele bodem in het proces dat zich afspeelt.’
‘Maar krijgen ze dan uiteindelijk niet in de gaten wat er gebeurt?’
‘Meestal worden nieuwe leden aangespoord om alle betrekkingen met vrienden en familie te verbreken en om het contact met hun vroegere netwerk af te kappen. Soms worden ze meegenomen naar afgelegen plaatsen. Boerderijen. Communes. Chalets.
Door dat isolement, zowel fysiek als sociaal, kunnen ze niet meer terugvallen op hun gebruikelijke ondersteuningsapparaat en wordt zowel hun gevoel van machteloosheid en de behoefte aan groepsacceptatie versterkt. Het zorgt er eveneens voor dat de normale klankborden die we allemaal gebruiken voor het toetsen van dingen die ons worden verteld niet meer aanwezig zijn. Het vertrouwen van de persoon in kwestie in zijn of haar eigen oordeel en waarneming neemt af. Onafhankelijk handelen wordt onmogelijk.’
Ik dacht aan Dom en zijn groep in St. Helena.
‘Ik begrijp wel hoe een sekte je leven kan beheersen als je er vierentwintig uur per dag onder dak bent, maar hoe zit het met de leden die buiten het hoofdkwartier werken?’
‘Heel simpel. De leden krijgen opdracht om elk moment dat ze niet werken gezangen op te dreunen of te mediteren. Tijdens de lunch. In de koffiepauze. De hersens worden in beslag genomen door vanuit de sekte opgelegde gedragspatronen. En buiten hun werk besteden ze al hun tijd aan de organisatie.’
‘Maar wat is daar zo aantrekkelijk aan? Hoe komt iemand ertoe zijn verleden af te zweren en zichzelf over te leveren aan een sekte?’
Dat wilde er bij mij niet in. Waren Kathryn en al die anderen robots van wie elke beweging voorgeprogrammeerd was?
‘Er is een stelsel van beloningen en straffen. Als het lid zich op de juiste manier gedraagt, praat en denkt, is hij of zij geliefd bij de leider en bij de metgezellen. En uiteraard zal hij of zij gered worden. Verlicht. Meegevoerd worden naar een andere wereld. Alles wat de ideologie belooft.’
‘Wat belooft die ideologie dan?’
‘Zeg jij het maar. Niet alle sektes zijn religieus. Dat idee leeft weliswaar bij het publiek, maar dat komt omdat destijds in de jaren zestig en zeventig veel groepen zich als kerkgenootschap lieten inschrijven vanwege de belastingvoordelen die dat meebracht. Er zijn sektes in alle vormen en maten en ze beloven van alles en nog wat. Gezondheid. Het ten val brengen van de regering. Een reisje door de ruimte. Onsterfelijkheid.’
‘Ik begrijp nog steeds niet waarom iemand die niet compleet geschift is dat soort onzin kan slikken.’
‘Zo ligt dat helemaal niet.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Het zijn niet alleen randfiguren die erdoor worden aangetrokken. Uit een aantal onderzoeken kwam naar voren dat ongeveer tweederde van de respondenten afkomstig was uit gewone gezinnen en een voor hun leeftijd normaal gedragspatroon vertoonden toen ze lid werden van een sekte.’
Ik keek naar het Navajokleedje onder mijn voeten. Er kriebelde weer iets in mijn achterhoofd. Wat was dat toch? Waarom kon ik er niet opkomen?
‘Is uit jouw research ook duidelijk geworden waarom mensen dat soort bewegingen opzoeken?’
‘Vaak doen ze dat niet eens. Die groepen zoeken jou op. En zoals ik al zei, de leiders kunnen ongelooflijk charmant en overtuigend zijn.’
Die beschrijving sloeg perfect op Dom Owens. Wie was hij? Een ideoloog die zijn grillen botvierde op goedgelovige volgelingen? Of alleen maar een gezondheidsprofeet die probeerde onbespoten boontjes te kweken?
Opnieuw moest ik aan Daisy Jeannotte denken. Had zij gelijk? Was het publiek overdreven bang geworden voor satanaanbidders en profeten die het einde van de wereld voorspelden?
‘Hoeveel sekten zijn er in de Verenigde Staten?’ vroeg ik.
‘Afhankelijk van je definitie…’ – hij grinnikte droog en spreidde zijn handen – ‘ergens tussen de drie- en vijfduizend.’
‘Je houdt me voor de gek.’
‘Een van mijn collega’s schat dat er gedurende de afgelopen twintig jaar zeker twintig miljoen mensen op de een of andere manier bij een sekte betrokken zijn geweest. Zij gelooft dat het aantal op elk willekeurig moment tussen twee en vijf miljoen mensen bedraagt.’
‘Ben je het daarmee eens?’ Ik was verbijsterd.
‘Dat is ontzettend moeilijk te achterhalen. Sommige groeperingen dikken hun aanhang aan door iedereen die ooit een van hun bijeenkomsten heeft bijgewoond of informatie heeft gevraagd als lid aan te merken. Anderen doen er erg geheimzinnig over en proberen zo min mogelijk op te vallen. Sommige groeperingen worden pas indirect door de politie opgemerkt als er een probleem is of als een lid vertrekt en een aanklacht indient. Vooral de kleinere zijn bijzonder moeilijk op te sporen.’
‘Heb je wel eens gehoord van Dom Owens?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Hoe heet zijn groepering?’
‘Ze hebben geen naam.’
Ergens verderop in de gang kwam een printer zoemend tot leven.
‘Zijn er in de beide Carolina’s ook groeperingen die door de politie in de gaten worden gehouden?’
‘Dat ligt niet op mijn terrein, Tempe. Ik ben socioloog. Ik kan je vertellen hoe die groeperingen te werk gaan, maar niet noodzakelijk wie er op een bepaald moment aan slag is.’
‘Ik snap er echt niets van, Red. Hoe kunnen mensen zo goedgelovig zijn?’
‘Het is heel verleidelijk om te denken dat je bij de elite hoort. Dat je uitverkoren bent. De meeste sekten prenten hun leden in dat alleen zij verlicht zijn en dat alle andere mensen ter wereld uitgesloten zijn. Dat die in zekere zin hun minderen zijn. Dat brengt de hoofden wel op hol.’
‘Red, zijn dat soort groeperingen gewelddadig?’
‘De meeste niet, maar er zijn uitzonderingen. We hebben Jonestown gehad, Waco, Heaven’s Gate en de Zonnetempel. Het lijkt me duidelijk dat het met de leden daarvan niet goed is afgelopen. Kun je je de leden van de Rajneesh-sekte nog herinneren? Die probeerden de waterreservoirs in een of ander stadje in Oregon te vergiftigen en bedreigden de plaatselijke bestuurders. En Synanon? Die modelburgers stopten een gifslang in de brievenbus van een advocaat die een proces tegen hen had aangespannen. De vent overleefde het maar net.’
Ik kon me dat voorval vaag herinneren. – ‘En hoe zit het met de kleinere groeperingen, die wat minder aan de weg timmeren?’
‘De meeste zijn onschadelijk, maar sommige ervan zijn geavanceerd en potentieel gevaarlijk. Ik kan er maar een paar bedenken die de afgelopen paar jaar over de schreef zijn gegaan. Gaat het om een of andere zaak?’
‘Ja. Nee. Dat weet ik niet zeker.’ Ik pulkte aan een bijnagel op mijn duim.
Hij aarzelde. ‘Heeft het iets met Katy te maken?’
‘Wat?’
‘Is Katy betrokken bij…’
‘O, nee, helemaal niet. Echt niet. Het gaat om een zaak. Ik kwam toevallig in aanraking met een of andere commune in Beaufort en dat zette me aan het denken.’
De rand van mijn nagel begon te bloeden.
‘Dom Owens.’
Ik knikte.
‘De dingen zijn niet altijd wat ze lijken.’
‘Nee.’
‘Ik kan wel een paar mensen opbellen als je dat graag wilt.’
‘Dat zou ik bijzonder op prijs stellen.’
‘Wil je een pleister?’
Ik liet mijn hand zakken en stond op.
‘Nee, dank je. Ik wil je echt niet langer lastigvallen. Je bent erg behulpzaam geweest.’
‘Als je nog meer vragen hebt, weet je me te vinden.’
Terug in mijn kantoor zat ik te kijken hoe de schaduwen in de kamer lengden, nog steeds met dat ongrijpbare idee in mijn achterhoofd. De stilte na het werk drukte zwaar op het gebouw.
Had het met Daisy Jeannotte te maken? Ik had vergeten om Red te vragen of hij haar kende. Was dat het?
Nee.
Wat was het dan dat in het doolhof van mijn zenuwstelsel maar aan de bel bleef trekken? Waarom kon ik er toch niet opkomen? Welk verband zag mijn onderbewustzijn dat mij ontging?
Mijn oog viel op de kleine verzameling speurdersverhalen die ik op de universiteit heb om te ruilen met mijn collega’s. Hoe noemden die schrijvers dit ook alweer? De ‘Had-ik-het-maar-geweten’-techniek. Was dat het? Kon er zich ieder moment een tragedie afspelen omdat ik er niet in slaagde een boodschap uit mijn onderbewustzijn boven water te krijgen?
Om welke tragedie zou het gaan? Nog een sterfgeval in Quebec? Meer moorden in Beaufort? Zou Kathryn iets overkomen? Opnieuw een aanslag op mij, met serieuzere gevolgen?
Ergens ging een telefoon over, rinkelde nog een keer en hield abrupt op toen het antwoordapparaat werd ingeschakeld. Stilte.
Ik probeerde opnieuw het nummer van Pete. Geen gehoor. Hij was waarschijnlijk weer ergens naartoe om een verklaring af te leggen. Het deed er niet toe. Ik wist dat Birdie niet bij hem was.
Ik stond op en begon papieren op te bergen. Ik legde een stapel doordrukken op volgorde en ging verder met het terugzetten van boeken. Ik wist dat ik uitvluchten zocht, maar ik kon er niets aan doen. Het idee dat ik naar huis moest, was onverdraaglijk.
Tien minuten van rusteloze energie. Niet nadenken. En toen: ‘O, verdorie, Birdie!’
Ik smeet een exemplaar van Baboon Ecology op mijn bureau en viel in mijn stoel.
‘Waarom moest je net daar zijn? Het spijt me zo. Het spijt me zo ontzettend, Birdie.’
Ik legde mijn hoofd op het vloeiblad en begon te janken.