Hoofdstuk 19

'Moet dat?' geeuwde Charlotte. 'Oma is zo stervenssaai.'

Stephanie keek boos. 'We hebben haar al eeuwen niet gezien en ze wil papa een verjaardagscadeautje geven'

Charlotte had een vermoeide blik in haar ogen. 'Weer zo'n stomme trui?'

'En je weet dat ze jullie ook heel graag wil zien,' ging Stephanie door. Ze zag voor zich met hoeveel walging haar schoonmoeder altijd naar haar kleinkinderen keek. 'En daar gaat het om in een familie - contact houden.' God beware.

'Papa vindt haar niet eens aardig.'

'Doe niet zo mal.' Niemand vindt haar aardig! 'Het is zijn moeder.'

'Nou en?'

Toby had zijn spullen al gepakt. Hij sjorde zijn uitpuilende rugzak de gang in en keek Charlotte droevig aan. 'We hebben alleen nog maar paprikachips.' Hij trok zijn neus op. 'Daar heb ik het helemaal mee gehad.'

'In de auto wordt niet gegeten!' George maakte Kelly's riem vast en pakte zijn sleutels.

Toby trok een zielig gezicht.'Mamma?’

'Geen kraakgeluiden en geen kruimels. En ook niet dat ding dat de hele tijd die domme geluiden maakt.'

'Pap! Dat is mijn Digivice! Ik moet...' Maar George had de voordeur al dichtgeslagen. Toby keek opstandig. 'Papa is niet eerlijk.'

'Wat moet ik eten?' Charlotte kwam de trap af. 'Wat is dit allemaal?' Ze trapte Toby's rugzak omver en keek tevreden toe hoe de inhoud op het tapijt belandde.

'Hou op! Blijf van zijn spullen af!' Stephanie keek Charlotte woedend aan.

Toby pakte alles weer in. Geconcentreerd legde hij de knipperende, piepende apparaatjes en buitenaardse wapens weer op hun plaats. 'Zo!' Hij propte een Thunderbirds-puntenslijper op de laatste vierkante centimeter.

'Heb je ook kleren bij je, Toby?' vroeg ze.

Toby keek verrast op. 'Nee.'

Charlotte had een schoon T-shirt, een paar opplaktattoo's en een flesje glitternagellak in een weekendtas gestopt. 'Schoon slipje?' informeerde Stephanie.

'Dat zit in jouw tas,' antwoordde haar dochter. Charlotte gooide nog een kwak mayonaise op haar broodje ham. Stephanie wierp een blik op de steeds maar doorgroeiende benen van Charlotte en deed een schietgebedje voor haar stofwisseling. Ieder ander had nu al honderd kilo gewogen.

Ze ging naar boven. Charlotte had haar ondergoed inderdaad in haar tas gestopt. En twee spijkerbroeken, een heel kort zwart rokje, nog twee T- shirts, een sweatshirt, een paar glittersandalen, haar nieuwe gymschoenen en een stuk of vijf cd's. 'We zijn morgen weer terug!' gilde ze.

Dat was één dag te lang. George zou de hele weg gespannen zijn en ook daarna nauwelijks een mond open doen. Agatha was zeker een moeilijk iemand - hyperkritisch en altijd in de contramine - maar ze wenste dat George iets relaxter was en het beter zou accepteren. Voor hun spaarzame bezoekjes was hij altijd in een slecht humeur, tijdens het bezoek kwamen er slechts eenlettergrepige woorden uit en daarna wilde hij er niet over praten.

'Schiet nou op,' drong ze aan. 'Papa wil meteen weg kunnen als hij hier is.'

'Ik snap niet waarom Kelly niet mee mag,' zei Charlotte.

'Omdat oma geen hond in huis wil en omdat we haar toch niet uren in de auto kunnen laten zitten.' En dan hoef ik dat belachelijke gehijg niet aan te horen en die smerige adem niet te ruiken. 'Bij Sheila heeft ze het veel beter naar haar zin.'

Er bleven sowieso genoeg hondengeluiden over, bedacht ze, toen ze George hoorde blaffen tegen de kinderen, die in een ongelooflijk traag tempo hun schoenen aantrokken, wat ze ook nog regelmatig onderbraken om elkaar een stomp te geven. Ten slotte zaten ze dan toch in de auto - Toby was verdiept in elektronische oorlogvoering, Charlotte zat te mokken en Stephanie was één brok zenuwen.

Iedereen zweeg. Toen George bij een benzinestation stopte en uitstapte, zuchtte Charlotte: 'Jezus! Heeft pap een slecht humeur of zo?'

'Sst!' Ze volgde George, die de winkel binnen wilde gaan om af te rekenen. Ze wees op de emmers vol bloemen. 'Zullen we een bosje meenemen?'

George hield zijn pas niet in. 'Wat heeft dat voor zin? Het zijn toch nooit de goede.'

Agatha had de voordeur open gelaten, zoals gewoonlijk. Ze gingen de woonkamer binnen en riepen haar. Met overdreven moeite stond ze op.

'Zo, zijn jullie daar,' zei ze toonloos.

'Hallo oma!' Charlotte plofte neer op de bank.

'Wat ben jij weer groot geworden,' zei Agatha beschuldigend.

'Hoe gaat het ermee?' Stephanie kuste de perkamenten wang van haar schoonmoeder, die zoals altijd even terugdeinsde. George gromde iets.

'Moet die jongen me niet gedag zeggen?' Agatha negeerde haar zoon en knikte naar Toby, die zijn Digivice in zijn zak stopte.

'Wat willen jullie drinken? Thee?' Agatha ging weer zitten. George keek nors uit het raam.

'Ik wou echt,' zei Stephanie toen hij ten slotte in de keuken verscheen, 'dat je de sfeer niet zo bedierf.'

George pakte de thee. 'Dat komt niet door mij,' zei hij. Hij gaf Steph een por met zijn elleboog. 'Hoe lang zal het vandaag duren voor ze Teri ter sprake brengt?' vroeg hij.

Ze lachte en heel even keken ze elkaar samenzweerderig aan. Toen bracht George het dienblad naar de woonkamer.

'Ik heb een heel lieve, lange brief van Teresa gehad,' zei Agatha. 'Daniël is tegenwoordig onderdirecteur. Er kan zoveel in dat land.' Ze wees naar de schoorsteenmantel. 'Pak hem eens, als je wilt.'

Gehoorzaam pakte Charlotte de envelop en gaf die aan. 'Heel mooie foto's van Edward en Sophie. Ze schrijft dat ze het heel goed doen op school. De scholen zijn daar beduidend beter dan hier, hè?'

'Dat zijn ze helemaal niet,' zei George. 'Waarom denk je dat ze allemaal op school blijven tot hun vijfentwintigste?'

'Er is niets mis met een goede opleiding,' zei Agatha.

'Allemaal goed en wel als je niet je brood hoeft te verdienen,' zei George.

'Daniël is natuurlijk briljant.' Agatha staarde naar de foto van haar zoon. 'En Teresa is ook zo slim, dus de kinderen hebben al een voorsprong...'

'Wat ligt de tuin er mooi bij.' Stephanie liep naar de openslaande deuren. 'Die fuchsia's zijn prachtig.'

'Vroeger was hij mooier.' Agatha legde de foto's neer. 'Ik kan niet meer bukken en die tuinman die jij voor me hebt geregeld, George, is waardeloos. Hij is ook helemaal geen echte tuinman. Hij weet niets van planten.'

'Ik vind dat de tuin er heel mooi uitziet.' Het lukte Stephanie zowaar om te glimlachen tegen haar schoonmoeder.

'Moet je die van de buurvrouw zien! Die is echt heel bijzonder.' Agatha roerde luidruchtig in haar kopje thee. 'Maar ja, haar zoon komt elke zondag om de tuin te verzorgen!'



'Zij heeft die tuinman zelf gekozen,' zei George boos toen ze de bagage naar boven droegen. 'Ze wilde dezelfde hebben als mevrouw Harbottle. Ik ben alleen maar naar die man toe gegaan.'

'Let er maar niet op.' Stephanie haalde de kleren van de kinderen uit de koffer. 'Jullie strijken elkaar steevast tegen de haren in. Hier, pak aan,' zei ze tegen Charlotte, die de kamer binnen kwam.

Maar Charlotte had iets belangrijks mede te delen. 'Mam! Raad eens!' Ze stak twee vingers in haar mond en deed of ze overgaf. 'Ze heeft steak and kidney pie gemaakt. Getver!'

George kreeg een zachtere trek om zijn mond. 'Nou, dat is tenminste iets.'

'Het is goed als een meisje van aardappels houdt,' zei Agatha goedkeurend toen Charlotte haar negende naar binnen werkte. 'Maar wat er van die jongen moet komen, weet ik niet.

'Dat komt wel goed,' zei Stephanie.

'Geroosterd brood is helemaal niet zo goed,' zei Agatha. 'Ik had hem een ei moeten geven.'

Toby trok een vies gezicht. 'Ik hou niet van eieren. Die zijn snotterig.'

'Niet als ze goed worden gekookt!' zei Agatha triomfantelijk. 'Je tante Teresa heeft veel eieren gegeten. Dat is goed voor de hersenen.'

'Dus daarom doen jouw hersenen het niet,' zei Charlotte tegen haar broertje. Hij keek kwaad terug.

'Daarom was Teresa zo goed op school,' zei Agatha. 'Ze is ook naar de universiteit gegaan.'

Stephanie keek voorzichtig naar George. Vroeger, toen Charlotte nog heel klein was, had hij een keer met Kerstmis keihard op tafel geslagen en gebruld: 'Nou, en daar heeft ze veel aan gehad!' Maar nu was hij verdiept in zijn bloemkool.

'Zo,' zei Agatha toen op Toby na iedereen zich door de appeltaart heen had geworsteld. 'Al bijna vijftig.'

'Daar ziet het wel naar uit,' zei George.

'Gevaarlijke leeftijd. Ik hoop dat je veel genen van mijn kant van de familie hebt. Wij gaan maar door. Jouw arme vader niet.'

'Oh, George is heel fit,' zei Stephanie opgewekt. 'Hij squasht veel en maakt lange wandelingen met de hond - volgens zijn dokter is hij in topconditie.'

Ze werd verrast door zijn gelaatsuitdrukking. Hij leek geroerd, dankbaar zelfs.

Agatha liet zich niet uit het veld slaan. 'Dat zeiden ze ook over William. Nooit een dag ziek geweest. Toen was het - boem - in één klap voorbij. Zomaar. Op weg naar de wc.'

'Dat zal George niet gebeuren,' zei Stephanie geïrriteerd, want ze zag dat Toby angstig werd. 'De dokter zegt dat hij honderd wordt.' Ze lachte naar haar zoontje en wierp Agatha een waarschuwende blik toe.

'Hmm.' Agatha besloot hier verder over te zwijgen. 'Haal maar wat chocola uit de kast,' zei ze even later tegen Charlotte. 'En geef ook wat aan je broertje, dan gaan we een spelletje kaarten.'

Charlotte stond op.

'Gaan jullie twee maar een eindje wandelen,' zei ze tegen een plek in de buurt van Stephanies linkeroor. 'Jullie willen vast niet de hele avond met mij opgescheept zitten.'

'Doe niet zo mal. Natuurlijk...,' begon Stephanie, maar George viel haar in de rede. 'Goed idee!' zei hij luid. 'Help jij je oma met opruimen, Charlotte.' Hij keek Stephanie aan. 'Trek je schoenen aan.'



'Mijn vader is doodgegaan van pure wanhoop,' zei hij toen hij met Stephanie in zijn kielzog wegbeende. 'En waarom denk je dat Teri zo snel mogelijk is opgesodemieterd naar Amerika? Iedereen wilde bij haar weg. Jezus!' zei hij verontwaardigd. 'Wat haatte ik dat huis.'

Stephanie pakte zijn arm vast. 'Rustig maar,' zei ze. 'Het is zo'n mooie avond.' Even verstijfde zijn arm. Toen ging hij langzamer lopen. Het was een heerlijk zoele avond. Ze waren aan het eind gekomen van de straat met de keurige twee-onder-één-kapwoningen waar Agatha woonde. George ging de richting van de stad op. 'Laten we wat gaan drinken.'

High Street was veranderd sinds de laatste keer dat ze er was. Er waren Italiaanse restaurants bij gekomen, koffiebars en dure boetiekjes met kaarsen en beeldjes. 'Het was hier zo somber toen ik een kind was,' zei George. 'Geen wonder dat ze nu altijd zo zit te zeuren - de mensen mogen niet te veel plezier hebben, stel je voor!'

Plotseling moest Stephanie aan Cora denken. Cora, die dronken werd in een kroeg en dan haar lievelingsliedjes ging zingen, waarbij Troy haar begeleidde op de piano of de gitaar. Cora, die danste en flirtte alsof ze een tiener was.

'Mam weet zich te vermaken,' zei Troy eens verwijtend tegen haar. 'Zij weet wat belangrijk is.' De bedoeling was duidelijk. Cora ging niet zitten zeuren om een paar miserabele geldprobleempjes.

Een jong stel liep hun kant op, innig verstrengeld. Hoe dichter ze naderden, hoe steviger hij haar in zijn armen nam. Lachend keek het meisje naar hem op. Ze had haar ogen gesloten en drukte zich tegen hem aan.

In gedachten deed Stephanie hetzelfde.

'Dit ziet er goed uit.' George duwde haar via een groene deur een wijnbar met veel hout binnen. 'Glaasje rood?' Hij pakte een wijnkaart. 'Ga ergens zitten.'

Stephanie koos een tafeltje bij het raam uit. Ze keek naar haar handen. Ze vond ze vreselijk toen ze nog met Troy samenwoonde. Ze waren te klein, dik en droeg littekens van haar doe-het-zelfklusjes. De nagels waren gescheurd en de vingers werden ontsierd door goedkope zilveren ringen. De handen van andere vrouwen waren altijd lang, goed gevormd en gemanicuurd. Die van haar nu ook. De nagels waren bijgeknipt en gelakt, in haar trouwring glinsterden diamanten en de huid werd onderhouden met crème.

Wat zou ze toen van deze handen hebben gedacht? Dan had ze geweten wat er van haar terecht zou komen. Gemanicuurd betekende volwassen, rijk, gesetteld, gelukkig...

Een mooi meisje in spijkerboek en wit T-shirt zette bakjes met olijven en pinda's op tafel. Ze glimlachte vriendelijk. Toen ze de kaars aanstak, zag Stephanie haar bruine buik. Ze had een zilveren ringetje in haar navel. Stephanie voelde zich oud.

Ook George zag er oud en vermoeid uit. Er was een afstand tussen hen en ze vroeg zich af hoe die ooit was ontstaan. Ze keek naar zijn handen toen hij de wijn en de glazen op tafel zette. Vroeger hadden ze zo geruststellend aangevoeld. En toen, opeens, had ze beseft dat ze elkaars hand nooit meer vasthielden.

Ze waren in Bath en luisterden naar een straatmuzikant. Hij speelde op een orgeltje. Een jonge jongen met lang bruin haar en een gebleekt T-shirt. Zijn gezicht kon ze zich niet meer herinneren, maar wel zijn handen. Gebiologeerd had ze staan kijken. Ze graaide naar muntjes in haar tas en kon haar ogen niet afhouden van die handen op het toetsenbord. George was ongeduldig, hij wilde doorlopen. Maar zij bleef maar kijken, ze kon niet anders. Ze kreeg een vreemd beeld voor ogen van een droge spons die zich volzoog met water. Ze wilde huilen, aangeraakt worden door die handen. Ze kon zich niet losmaken van die sensualiteit. Misschien was het gewoon wellust...

George ging zitten. 'Je bent op een andere planeet.'

Ze schrok op. 'Ik zat te denken aan dat weekend met zijn tweetjes in Bath.'

'Oh ja.' George schonk de glazen in. 'Dat zouden we nog eens moeten doen.' Gelukkig keek hij haar niet aan.

'Ja, vind ik ook,' zei ze, al moest ze er niet aan denken. Ze nam een slokje wijn. 'Lekker.'

George nam een heel grote slok. 'Dat had ik echt nodig!'

Stephanie vroeg zich af wat er nu echt in hem omging. 'Hield Agatha van je vader?' vroeg ze behoedzaam.

'Zij weet niet wat liefde is.'

'Nou ja, was ze van streek toen hij stierf?'

'Weet ik niet. Teri was ontroostbaar. De hele begrafenis was ze in tranen, maar moeder heb ik nooit zien huilen.'

'En jij?' Stephanie hield haar adem in.

'Weet ik niet meer.'

George ging een nieuwe fles bestellen aan de bar. Stephanie streek met een lucifer langs de kaars en voelde het kaarsvet zachtjes langs het hout druppelen. Ze waren hier nu al een uur en ze moesten maar eens terug, maar George wist van geen wijken.

'Zij zegt wel wanneer ze naar bed moeten. Dat komt wel goed.'

Hij had natuurlijk gelijk. Charlotte kon toch merkwaardig goed met haar grootmoeder opschieten. Toby zat in zijn eigen wereld.

'Mijn vader had jou wel aardig gevonden,' zei George onverwacht.

'Ik hem ongetwijfeld ook,' antwoordde ze. Wat moest ze anders zeggen?

'Jammer eigenlijk,' zei George droogjes. Hij schonk nog wat wijn in. 'Hij is te jong gestorven om te zien wat ik van mijn leven heb gemaakt.'

'Ja.' Stephanie wachtte af.

'Ik ben niet zo mislukt als ze hadden verwacht.'

'Dat verwachtten ze vast niet.'

'Nee, hij zei het niet - zo was hij niet. Hij keek me alleen verdrietig aan. Maar hij had Teri nog. Zij was zijn trots.'

'Ik weet zeker dat hij ook heel trots op jou was.'

'Waarom? Omdat ik overal voor gezakt ben en op mijn zestiende van school ben gegaan?' 'Dat heb je allemaal goedgemaakt. Niet gek. Eerst verzekeringen aan de man proberen te brengen en nu de baas van een groot bedrijf.'

George keek haar aan en ze zag de pijn in zijn ogen. 'Te laat. Moeder heeft me goed ingewreven hoe "teleurgesteld" hij was.'

'Je moet niet alles geloven wat ze zegt.'

'Het ging maar door. De hele tijd maakte ze me duidelijk dat ik al mijn kansen had verspeeld. De hele tijd.'

Stephanie speelde met de kaars. Zo'n diep gesprek hadden ze in geen jaren gehad.

'Ik kan me niet herinneren dat ze me ooit ergens mee heeft geholpen. Als ik zie hoe jij tegen Toby aankruipt op de bank. ..'

Ze stopte een stukje kaarsvet in de vlam. Haar hart bonsde...

'Ze heeft me nooit voorgelezen. Of vastgehouden. Nooit. Stel je dat eens voor...'

Er was iets met zijn stem. Ze keek op. Zijn gezicht was vertrokken.

'Oh George!' De tranen sprongen in haar ogen, maar ze wist dat ze die moest tegenhouden. Ze pakte zijn hand. Hij kneep stevig in de hare.

'Waarom hield ze niet van me?' Hij had nu een brok in zijn keel.

'Ze kon het alleen niet tonen,' zei Stephanie met schorre keel. 'Ze houdt van je - echt waar - ze weet zich alleen geen raad met affectie.'

George schudde zijn hoofd. 'Ze wilde gewoon geen zoon.'

Er biggelde een traan over zijn wang. Het zat nu vol in de wijnbar. Overal hoorde ze gepraat en gelach. Ze was blij voor George dat de lichten gedempt waren. 'Dat was zo heerlijk aan jou,' zei hij zo zacht dat ze zich voorover moest buigen. 'Jij was zo warm. Je omhelsde me de hele tijd en pakte mijn hand en...' Hij dronk zijn glas leeg en schonk het weer vol.

Ze sloeg haar ogen neer. Het deed haar pijn dat hij de verleden tijd gebruikte. Hoe voelde hij zich? Ze werd overmand door schuldgevoelens.

'Ik hou echt van je, weet je dat,' zei hij. Waren het de emoties of was het de drank waardoor hij onduidelijk sprak? Het grootste deel van de wijn had hij in zijn eentje opgedronken. 'Ik weet het wel, ik ben ook niet altijd...'

'Ik hou ook van jou,' zei ze snel, bevreesd voor wat hij wilde zeggen. 'Zullen we teruggaan?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Nog niet.' Hij schonk de fles leeg in zijn glas. 'We knuffelen nooit meer, hè?' Hij sloeg het glas bijna in één keer achterover.

Ze keek op haar horloge. 'Ik hoop dat Toby slaapt. Ik hoop dat hij het een beetje heeft uitgehouden zonder ons.' 'Toby.' Nu klonk hij echt beneveld. 'Toen is het begonnen, hè? Ik wilde alleen maar voor je zorgen. Ik was bang...'

'Weet ik.' Ze stond op. 'Kom, George.' Haar hart bonsde als een gek.



Toen Stephanie de volgende ochtend beneden kwam, stonden Agatha en Charlotte al in de keuken. Agatha was worstjes aan het braden. Charlotte zat op een kruk een geroosterde boterham te eten en zag er tevreden uit. Stephanie vulde de ketel met water. Charlotte zei likkebaardend: 'Ik krijg een uitgebreid ontbijt.'

'Dan kun je er de hele dag tegen,' zei Agatha. 'Ik weet niet wat die jongen wil. Hij is ergens in de tuin.'

'Laat maar,' zei Stephanie met een strakke mond. 'Ik zorg wel voor hem. Maak je ook iets voor George?'

Agatha draaide zich niet om. 'Als het hem lukt om naar beneden te komen.'

Achter haar rug stak Stephanie een tong naar haar uit. Elke dag van zijn leven stond George vroeg op. Toen ze gisteravond waren thuisgekomen, was hij meteen naar boven gegaan, en terwijl Stephanie enkele beleefdheden uitwisselde met Agatha en nauw verhulde kritiek op haar moederschap incasseerde, was hij al buiten westen.

Stephanie was in bed gekropen. Vreemd dat ze, die ene nacht dat ze hem wel had willen doodknuffelen, een meter ver weg lag in een hobbelig bed.

Toby was onder een boom verdiept in zijn Gameboy. 'Wil je een boterham?' vroeg ze. Ze hurkte naast hem neer.

'Nee,' zei hij vrolijk zonder op te kijken. 'Ik ben nu op niveau vijf.'



Met een onbewogen gezicht vouwde George zijn nieuwe trui open.

'Heel mooi,' zei hij. Hij stopte het ding met gele en blauwe ruiten terug in de verpakking.

'Ik wilde eigenlijk iets heel bijzonders voor je kopen,' zei Agatha, 'maar jij hebt alles al.'

George had daarop een arm om Stephanie heen geslagen en Toby over zijn bol geaaid.

'Inderdaad,' zei hij en hij keek zijn moeder strak aan. 'Ik ben een gelukkig mens.'

'Hmmm.' Ze deed net of ze driftig in de kast aan het zoeken was. 'Een gelukkig mens,' zei George.

Agatha gaf twee zakjes winegums aan Charlotte. 'Voor onderweg,' zei ze. Daarna wierp ze een blik op George en Stephanie en draaide zich om. Ze mompelde, maar iedereen kon het horen: 'Zalig zijn de onnozelen van geest.'



'Waarom zei ze dat nou?' vroeg Charlotte toen ze in de auto stapte.

'Oude wijven zeggen idiote dingen,' zei George en smeet het portier achter haar dicht. Stephanie zat stil, met trillende handen. Agatha had zo vreemd gekeken vlak voor ze het zei.

'Let niet op haar,' mompelde George toen ze de tassen naar de auto droegen en de kinderen afscheid namen. Stephanie probeerde zich wijs te maken dat ze paranoïde was, maar haar schuldgevoel kreeg de overhand. Het leek net of Agatha het wist...